Raphaël spreekt over het wezen van de droom

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 135 / 220 »»
[1] Nu zei Rafaël: 'Tussen de droom die je gehad hebt en wat je nu gezien hebt, is heus een heel groot verschil, maar desondanks was jouw droom toch ook van geestelijke aard, zoals iedere droom dat in meerdere of mindere mate is. Maar het is geen volledig helder geestelijk schouwen, omdat de ziel zich in een dergelijke droom niet in zo'n volledige verbinding met de geest in haar bevindt, als nu bij deze verschijning het geval was.
[2] Kijk, in de ziel bestaan er drie goed te onderscheiden graden van schouwen en waarnemen! De eerste is puur natuurlijk, zelfs in de droom van de materiële natuurmensen bij wie de innerlijke geest nog zo passief rust als de geest van een plant in het omhulsel van de kiem in een zaadkorrel.
[3] De ziel draagt, als een wereld in het klein, alles in zich wat de aarde op grote schaal in en boven zich bevat en omvat.
[4] Als in de slaap de zintuigen van het lichaam als het ware dood en onwerkzaam rusten, dan beschouwt de ziel, die niet kan slapen en dood kan gaan, het een en ander van de materiële beelden in zichzelf, brengt die voor enkele momenten tot leven en verheugt zich, als ze iets moois en aangenaams is tegengekomen; maar als ze iets vervelends en lelijks tegengekomen is, wordt ze ook in de droom angstig en doet ze alles om de verschijning die haar in het nauw brengt kwijt te raken door weer helemaal in het vlees van haar lichaam terug te gaan.
[5] Wat een ziel in zo'n eerstegraads schouwen in een droom ziet, heeft dan natuurlijk geen objectieve, maar alleen een passieve, subjectieve realiteit zonder verband; want ze neemt dan alleen op de materiële manier beelden waar uit haar eigen wereld en is daarbij ten dele actief en ten dele passief
[6] Maar in een droom zoals jij die gehad hebt, bevindt de ziel zich in een overgangsfase van het eerstegraads zien naar het tweedegraads en hogere zien. In dat geval is de ziel al meer geïsoleerd van haar puur materiële gedeelte, treedt in zekere zin uit haar lichaam, stelt zich door middel van haar aura volledig in verbinding met de buitenwereld en ziet en voelt dan uit de levensomstandigheden en materiële omstandigheden op aarde, die op haar inwerken, dingen die zich ver weg bevinden en meer waarheidsgehalte hebben.
[7] Maar omdat dit al een hogere graad van schouwen van de ziel is, gebeurt het heel vaak dat de ziel, als ze bij het ontwaken weer in het lichaam terugkomt, niets meer weet van wat ze in deze hogere graad van schouwen gezien en gehoord heeft, omdat de hersenen dat in zekere zin niet hebben kunnen vastleggen, waardoor de ziel bij het lichamelijk wakker zijn had kunnen zien wat ze in haar vrijere levenstoestand gezien en gedaan heeft.
[8] Maar sommige mensen, zoals jij ook, hebben het vermogen om ook datgene wat ze in die hogere graad van schouwen gezien en gehoord hebben, vanuit de droom ofwel de vrijere toestand van zien en handelen van de ziel op te slaan in de lichamelijke hersenen; en als de ziel zich dan weer in het lichaam terugtrekt en ook lichamelijk ontwaakt, ziet ze in de hersenen alles wat ze in haar vrijere en hogere graad van schouwen gezien, gedaan en gehoord heeft.
[9] En zo had jouw broer in diezelfde nacht weliswaar ook hetzelfde visioen als jij, maar zijn ziel had niet het vermogen om hetgeen ze in haar hogere graad van schouwen gezien en gehoord had in de lichamelijke hersenen op te slaan en daarom kon zij zich dat ook zelfs niet bij benadering herinneren. Jij hebt dus de ziel van je broer volkomen echt gezien en gesproken.
[10] Dat jouw ziel en ook die van je broer dat in de droom al een halfjaar eerder gedaan hebben, komt door de grote fijngevoeligheid van de vrijere ziel, die zich uit de behoeften die in haar leven en de logischerwijs daaruit voortvloeiende daden en omstandigheden in haar vrijere toestand reeds datgene voor de geest haalt, wat in aardse tijd pas veellater gebeurt. ledere ziel heeft echter ook in de lichamelijk wakkere toestand het vermogen om toekomstplannen voor zichzelf te maken en zich die als reeds volbrachte werken voor te stellen; maar omdat de ziel in haar lichaam alle voorwaarden en omstandigheden die nodig zijn voor de uitvoering van een opgevat plan klaarblijkelijk niet voldoende zuiver en zeker kan zien en voelen, wordt er aan de tevoren bedachte plannen nog heel veel veranderd, zowel wat betreft de vorm en doeltreffendheid als ook wat betreft de tijd, waarbinnen de ziel het werk volgens haar voorgenomen plan al in zijn volledige afronding voor zich zag.
[11] Maar als een zielook in de lichamelijk wakkere toestand alles net zo helder zou kunnen overzien als ze dat in haarvrijere toestand van schouwen en voelen kan, dan zou er aan het eenmaal opgevatte plan ook niets meer veranderd worden, en het zou ook binnen de volkomen nauwkeurig bepaalde tijd als voltooid werk uitgevoerd zijn; want een ziel die vrij en onbelemmerd ziet en voelt, doorziet snel alle omstandigheden, voorwaarden en eventuele belemmeringen, en tegelijkertijd de beste en feilloze middelen waarmee de belemmeringen het zekerst uit de weg geruimd kunnen worden, en zo moet datgene wat ze zich voorgenomen had, ook inderdaad in de vastgestelde tijd gebeuren.
[12] En kijk, daarin is dan ook het vermogen om vooruit te zien van een vrijere en zuiverder ziel gelegen, niet alleen wat betreft hetgeen haar direct aangaat, maar ook wat betreft datgene wat buiten haar in de wereld zal gebeuren, ontstaan en plaatsvinden. Een dergelijke ziel die zuiver, verfijnd en helder ziet en voelt, kan zich namelijk het verband tussen alle omstandigheden, voorwaarden en oorzaken, die allang aanwezig zijn met betrekking tot de komende gebeurtenissen, onverhuld en dus ook als het ware plastisch voltooid voor de geest halen, wat bij een onvrije en nog zeer materiële zielonmogelijk het geval kan zijn. Zo heb ik je nu op geheel natuurlijke wijze helder uiteengezet, in welke toestand jouw ziel en die van je broer zich in jouw droom bevonden, en hoe, en waarom!
[13] Maar een dergelijke toestand is nog niet de volledige tweedegraads helderziendheid van de ziel, omdat de geest in haar zich nog niet in een hoger verband bevindt, maar hoogstens slechts op de manier zoals de geest van een plant in het omhulsel van de zaadkiem, wanneer de zaadkorrel een paar dagen in de vruchtbare aarde ligt, het omhulsel open begint te springen en die geest zijn werkzaamheid begint te uiten.'
«« 135 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.