De Heer onderwijst de Romeinen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 153 / 220 »»
[1] Daarop zei Ik: 'Vriend, hoe slecht het er in Rome en zijn elders gelegen landen uitziet, weet Ik wel het allerbest en Ik heb jullie ook reeds op deze slechte toestanden gewezen, met de bedoeling dat jullie, waar zulke dingen nog plaats vinden, de aan jullie toevertrouwde jeugd er verre van houden! Maar toch zijn er in Rome ook nog mensen, die net als jullie geen vreugde beleven aan al die gruwelen en ze verafschuwen; en die hoeven nu niet meer op een wonderbaarlijke wijze van tevoren bemest te worden, opdat Mijn woord wortel in hen schiet, want daar zijn zij al voor bemest.
[2] Maar degenen die nog aan de oude, slechte zeden en gewoonten hangen, zijn met geen enkele voorafgaande wonderbaarlijke bemesting hoe dan ook rijper en ontvankelijker voor Mijn leer te maken; voor hen moet er iets heel anders komen om hen uit hun oude bedwelming te wekken! Daar zal op het juiste moment en de juiste plaats ook wel voor gezorgd worden. .
[3] Maar er zullen ook nu al verscheidene mensen die nog sterk vasthouden aan de oude, slechte feestelijkheden en het wilde, oorlogszuchtige volksvermaak, daar afstand van beginnen te nemen, wanneer ze met jullie in gesprek zullen komen over wat jullie hier gehoord, gezien en meegemaakt hebben.
[4] Maar om jullie, Romeinen, niet in Rome terug te laten keren zonder de door jullie verlangde wondermest voor het zaaien van Mijn leer, wil Ik jullie nu als gevolg van jullie sterke geloof in Mij de macht geven om door het opleggen van jullie handen alle zieken en gebrekkigen te kunnen genezen, wat aan jullie woorden een grote kracht en uitwerking zal geven.
[5] Maar met de kracht die Ik jullie nu gegeven heb moeten jullie vooral niet gaan pronken en laat je daarvoor door niemand op welke manier dan ook bewonderen of eren, maar vertel en toon degenen die genezen aan wie zij hun genezing in wezen te danken hebben, en aan wie daarvoor alleen eer, lof en dank toekomt! Ik geef jullie deze kracht vanuit de macht van Mijn wil om niet, genezen jullie derhalve de mensen die jullie hulp nodig zullen hebben, dan ook om niet!
[6] En ik geef jullie deze kracht nog op zodanig verhoogde wijze, dat jullie de mensen ook kunnen genezen als ze zich op welke afstand ook bevinden, als jullie hun in gedachten en in het vaste geloof en je vaste wil in Mijn naam de handen opleggen.
[7] Voorzien van deze kracht zullen jullie, bij een wijs gebruikt ervan, vele in het duister verkerende mensen tot het geloof in de enig ware God brengen, daardoor tot het licht des levens en de volle waarheid, en hun zielen bijgevolg ook tot het eeuwige leven.
[8] Maar neem, al is het maar voor de uiterlijke schijn geen deel aan de vele oude, heidense dwaasheden; want het aanschouwen daarvan zou jullie hart met ergernis vervullen en tegenover de dwazen van de wereld verbitteren -en het komt de ziel niet ten goede, als het hart vol gal raakt!
[9] Bedenk altijd dat de grootste kracht en macht van de geest in de mens zich openbaart in liefde, geduld, zachtmoedigheid en erbarming en daarin machtig werkzaam tot uitdrukking komt; want als jullie een dwaas met liefde en geduld niet op het juiste spoor kunnen brengen, dan zullen jullie dat met ergernis en toorn nog minder kunnen. Het is weliswaar ook noodzakelijk dat men zo nu en dan, waar dat nodig is, met de juiste ernst optreedt; maar achter die ernst moet toch steeds de liefde oplichten in het gewaad van de echte goede wil. Als dat niet het geval is, dan is de ernst niets anders dan blind en nutteloos lawaai, dat veel meer schade dan voordeel oplevert.
[10] Maar waar jullie op het eerste gezicht gemakkelijk zullen merken dat de een of andere mens of ook meerdere mensen te vast en te diep in allerlei afgodische dwaasheden van de wereld begraven zijn en geen oor en al helemaal geen hart hebben voor de stem van de waarheid, keer je dan van hen af en ga niet met hen om -behalve als zo'n dwaas naar jullie toe zou komen om iemand van jullie te horen, of wanner hem iets mankeert, hulp van jullie wil hebben! Als dat zou gebeuren, breng hem dan in verstandige en voor hem begrijpelijke bewoordingen zijn dwaasheden onder ogen, en als hij dat geaccepteerd heeft, geef hem dan ook de gevraagde hulp! Maar geef hem tegelijk met de hulp de vermaning, dat hij in het vervolg niet meer in de oude dwaasheid en de zonden daarvan moet volharden, omdat zijn leed een tweede keer nog veel erger zal worden dan de eerste keer, waarvoor jullie hem hulp hebben verleend. Wanneer jullie deze raad van Mij altijd zullen opvolgen, zullen jullie in Mijn naam gemakkelijk kunnen werken en handelen en zullen jullie ook rijkelijk de beste levensvruchten oogsten.
[11] Wanneer jullie zelf goede leerlingen in Mijn naam opgeleid zullen hebben, kunnen jullie hun in Mijn naam ook weer de handen opleggen, dan zullen ze daardoor ook de kracht in zichzelf gewaar worden die Ik door Mijn wil nu reeds aan jullie heb verleend.
[12] Maar Ik wijs jullie er vooral nog eens op dat noch één van jullie, noch later een of ander van jullie leerlingen ooit buiten de grenzen van de ware liefde, beheersing, geduld, zachtmoedigheid en erbarming moet treden; want een dergelijk overschrijden van de grenzen zou maar al te gauw allerlei tegen jullie zelf gerichte haat, vervolging en oorlog tot gevolg hebben! Neem dat dus vooral in acht, als jullie niet in plaats van zegen tweedracht, ergernis, woede, haat en vervolging onder de mensen willen verspreiden!
[13] Er zal weliswaar in deze wereld nog veel tweedracht en de kwade gevolgen daarvan onder de mensen ontstaan, zoals er op een akker ook veelonkruid tussen de zuiverste tarwe opkomt, maar de zuivere tarwe, ook al gedijt die niet zo rijkelijk, zal en moet toch zuivere tarwe blijven, en van jullie moet altijd gezegd kunnen worden dat jullie geen onkruid tussen de tarwe op de akker van het leven gezaaid hebben. Grif deze woorden van Mij heel diep in jullie hart, dan zullen jullie werken rijk aan zegen zijn! -Hebben jullie dit nu allemaal goed in je opgenomen?'
[14] Met verbaasde, blijde gezichten zeiden de voorname Romeinen: 'Ja, Heer en Meester, en wij danken U ook van ganser harte voor zo'n grote aan ons verleende genade die U nu, zonder dat wij U daarom durfden te vragen, uit de eindeloze volheid van Uw liefde zomaar aan ons geschonken hebt! En dat wij die kracht nu ook werkelijk van U ontvangen hebben, dat hebben wij ook diep van binnen gevoeld, toen U ons die met de almacht van Uw wil geschonken hebt; want er ging als het ware een stroom van vuur door ons heen, en wij voelden onmiddellijk een machtige geloofs en wilskracht in ons, zodat wij er nu werkelijk van overtuigd zijn dat wij in Uw naam met onze wil nu ook al direct hele bergen met de dalen gelijk zouden kunnen maken. En hoezeer Uw kracht in ons, die U ons verleend hebt, ook moge toenemen, wij zullen daar steeds alleen in geval van echte nood in zoverre een wijs gebruik van maken, als U ons aangeraden hebt en waarvoor U ons die kracht ook alleen door Uw genade geschonken hebt!. O Heer en Meester Jezus Jehova Zebaoth! Is het zo goed?'
«« 153 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.