De gelijkenis van de rechter en de weduwe (Luc. 18: 1-8)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 161 / 220 »»
[1] Toen wij evenwel het dorp al tamelijk ver achter ons geláten hadden, vroegen de leerlingen Mij: 'Heer en Meester! Waarom hebt U deze joden eigenlijk helemaal niet geholpen, terwijl ze het U toch zelf heel nadrukkelijk gevraagd hebben en geen voorbidders naar U toegestuurd hebben?'
[2] Ik zei: 'Had Ik hen nog meer in hun oude luiheid en in hun ongeloof en bijgeloof moeten sterken dan ze sinds lange tijd al zijn? Ik heb hun alleen de weg getoond die ze moeten gaan. Als ze dat zullen doen, zullen ze ook op de juiste tijd geholpen worden; maar als ze dat niet doen, dan mogen ze ook blijven zoals ze zijn en hun huizen op zand bouwen! Ons zal dat werkelijk niet van de wijs brengen; want als een mens zichzelf tegen het advies van de wijsheid in schade wil toebrengen, geschiedt hem geen onrecht.
[3] Bij deze mensen, wier bede Ik niet verhoord heb, is een teistering met allerlei nood en leed nodig; want daardoor worden ze wakker geschud uit hun oude traagheid en worden ze geoefend in geduld en hun harten zullen zachter en barmhartiger worden dan tot nu toe het geval was. Want Ik ben niet altijd een Helper, maar waar het nodig is, ook een rechtvaardige rechter .
[4] Luister nu naar een gelijkenis, die jullie nog duidelijker moet laten zien waarom Ik de bewoners van het plaatsje, waar we nu doorheen gekomen zijn, het zelfstandig bidden en smeken vol vertrouwen zo ernstig op het hart gedrukt heb!
[5] Er was eens in een stad een rechtvaardige rechter, die geen vrees had voor God en ook voor geen mens bang was. In diezelfde stad was evenwel een weduwe; zij ging naar de rechter en zei: 'Verlos mij van mijn tegenpartij!' De rechter deed echter alsof hij de woorden van de weduwe niet hoorde en wilde lange tijd niet op de wens van de weduwe ingaan. Maar omdat de weduwe niet ophield met haar smeekbeden, dacht hij bij zichzelf: ' Al heb ik ook geen vrees voor God en ben ik voor geen enkel mens bang, ik wil haar toch redden, want ze bezorgt mij nu al zoveel last, en anders zal ze mij tenslotte nog helemaal doof maken met haar geschreeuw om hulp!"
[6] Nu zei Simon Juda: 'Op deze manier moet een mens, die door middel van zijn bidden en smeken iets van God gedaan wil krijgen, dus gewoon lastig en onuitstaanbaar voor Hem worden? Maar ik dacht dat er bij God, die in U woont en vol van de hoogste liefde en ontferming is, alleen maar een levend geloof en vertrouwen nodig waren om verhoord te worden, eerder dan bij een rechter van deze wereld?!
[7] U hebt ons al eens een soortgelijk beeld gegeven, en wel van die huisvader, bij wie midden in de nacht een hongerige man kwam, die hem wakker maakte en vanwege zijn grote honger om brood vroeg. De huisvader had hem op zo'n tijdstip ook niet uit liefde en erbarmen brood gegeven, maar alleen omdat hij van het onbeschaamde hinderlijke aandringen van de nachtelijke broodbedelaar af wilde zijn.
[8] Deze kwestie komt mij eerlijk gezegd wel enigszins wonderlijk voor! Als wij U om iets .vragen, dan verhoort U ons direct, zonder een bijna onbeschaamd aandringen, en zo hebt U ook heidenen, tollenaars en een groot aantal zondaren verhoord en de schuld van de echtbreekster in het zand geschreven; maar deze leer van U, namelijk hoe men iets van God moet afsmeken, stemt toch niet zo erg goed overeen met al het andere dat U onderwezen hebt. Hoe moeten wij dat opvatten?'
[9] Ik zei: 'Luister dan verder naar wat de rechter zegt, die jullie voor onrechtvaardig houden en die Ik nota bene Zelf ben! Deze Rechter zegt: wanneer volgens de gelijkenis een wereldse rechter de klagende weduwe recht laat wedervaren, hoeveel temeer zal God Zijn uitverkorenen redden, wanneer ze in zekere zin dag en nacht roepen of Hij geduld met hen wil hebben en hun genadig en barmhartig wil zijn! Ik zeg jullie: Hij zal hen spoedig redden! Maar wanneer de Zoon des mensen te eniger tijd zal wederkomen, denk jij, Simon Juda, dat Hij geloof zal aantreffen op aarde? Ja, Hij zal, net als in deze tijd, bijna helemaal geen geloof aantreffen en degenen die nog in Hem zullen geloven zal men uitlachen en bespotten!
[10] Maar nochtans zullen er ook velen zijn die zich niet door de wereldse wijsheid zullen laten verblinden en Mijn woord openlijk zullen verkondigen; en tot hen zal Ik dan ook komen bij dag en bij nacht, Ik zal Mij aan hen openbaren en zal hen beschermen tegen de vervolgingen van de wereld en zal hun ook de wondergave schenken om door middel van de liefde de verdrukten, de gebrekkigen en zieken te helpen. En zo zal het dan lichter en troostrijker worden op aarde. - Begrijp je deze profetie?'
«« 161 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.