Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 180 / 220 »»
[1] (Kado:) 'Toen wij 's morgens in ons dorp kwamen, hoorden wij over niets anders praten dan over het lichtwolkje. En zoals dat bij dergelijke wonderbaarlijke gebeurtenissen gewoonlijk gaat bij eenvoudige natuurlijke mensen, bij wie het gezonde verstand klein is maar hun fantasie des te groter, was er dan ook geen gebrek aan allerlei interpretaties van het verschijnsel, maar het zou waarschijnlijk niet de moeite waard zijn om die hier nu kort en bondig weer te geven.
[2] Ook deze dag hadden wij onze zaken en werkzaamheden beëindigd en ons nog iets eerder naar ons torenhuis op de berg begeven om uit te rusten en ons te versterken, net zoals wij gisteren hadden gedaan, en maakten het ons op ons balkon breeduit gemakkelijk, terwijl wij verlangend afwachtten of ons ook deze avond een of ander geheimzinnig verschijnsel ten deel zou vallen.
[3] Wij zaten nog geen half uur zo bij elkaar op ons bordes naar de levendige taferelen op zee te kijken, of daar kwam ook onze oude priester met nog drie metgezellen achter ons aan en hij vroeg mij, of hij ook de avond in ons gezelschap mocht doorbrengen, wat hem ook vriendelijk en met genoegen werd toegestaan.
[4] Hij ging naast mij zitten en vertelde ons wat hij in de vroege ochtend gezien en waargenomen had, en trok daaruit de conclusie dat wij ook deze avond hetzelfde verschijnsel nog eens zouden zien, en hij was dan ook voornamelijk naar ons toegekomen om ons daar ten eerste op te wijzen, maar om er ten tweede ook zelf getuige van te zijn hoe het lichtwolkje zou ontstaan en van welke kant en langs welke weg het naar dit torenhuis zou komen. Hij had namelijk het plan opgevat, om afstand te doen van de veelgoderij en het geloof in één God in te voeren; in de eerste plaats werd hij daartoe genoodzaakt door zijn droom, die drie keer hetzelfde was, en ten tweede door het merkwaardige verschijnen van het lichtwolkje; en als het zich ook deze avond -voor de derde keer -zou vertonen, zou hij het voornemen waarover hij nu sprak des te vastbeslotener volledig ten uitvoer brengen.
[5] Ik en alle aanwezigen prezen hem daarom en ook mijn oude, trouwe dienaar stemde in met het voornemen van de priester.
[6] Er werd nu nog veel gesproken over de uitvoering van het door de priester opgevatte voornemen, en terwijl we zo praatten en besluiten namen werd het bijna ongemerkt volop avond en de sterren begonnen aan de hemel te stralen. Omdat de zee deze avond rustig was, liet ik de lichtschaal niet aansteken, wat ook mijn huisbedienden wel goed vonden, omdat zij steeds een zekere vrees hadden om het lichtmateriaal in de schaal aan te steken.
[7] Terwijl wij onder elkaar nog over het een en ander spraken, maar ondertussen onze ogen steeds gericht hielden op de omgeving waaruit het lichtwolkje al twee keer gekomen was, ontdekten wij het ook vandaag voor de derde keer, en allemaal barstten wij uit in een groot gejuich, toen hetzelfde lichtwolkje zich boven de verre horizon verhief en zich nogmaals snel naar ons toe begon te bewegen. Binnen enkele ogenblikken had het ook weer mijn torenhuis bereikt en net als gisteren tot op halve hoogte omhuld. Deze derde keer voelden wij een nog grotere blijdschap en voelden ons nog meer gesterkt en het gevoel sterfelijk te zijn had ons geheel en al verlaten. Het wolkje gaf deze avond zo'n sterk licht, dat wij daardoor geen enkele ster meer konden zien aan het firmament.
[8] Maar toen het wolkje sterker begon te stralen, raakten wij allemaal ten zeerste ontroerd en onze priester hief zijn handen als in gebed omhoog naar het wolkje en zei: 'O goed en heilig wolkje, richt ook vandaag een troostend woord tot ons! ,
[9] En onmiddellijk hoorden wij allemaal de volgende duidelijk gesproken woorden: 'Wie het licht zoekt, vindt het ook, en het komt tot hem als leven in de nacht van zijn dood en maakt hem levend. Zoek het licht in het vervolg met de juiste ernst, dan zullen jullie het daar vinden, vanwaar jullie het nu voor de derde keer naar jullie toe hebben zien komen! Dit eiland is nu weliswaar nog onaanzienlijk; maar toch zal er van hier een groot licht aan de volkeren der aarde gegeven worden, en dan zal het een voorname plaats van Gods geheimen en Zijn plannen met de mensen worden, en het zal een grote naam hebben. Maar voer jij, oude priester, je voornemen maar uit, en bereid Mij een woonplaats in het hart van de mensen.
[10] Na deze woorden zweeg het wolkje weer, verliet spoedig daarna ook mijn torenhuis en trok zich weer terug naar het oosten, op dezelfde manier als het zich de eerste twee keer teruggetrokken had. Wij staarden nog een vol uur naar de plek waar het wolkje voor onze ogen verdwenen was, en wilden het eigenlijk nog eens te zien krijgen; maar het was tevergeefs. Het was echter eigenaardig dat er spoedig na het verdwijnen van het geheimzinnige wolkje een sterke zuidoosten wind opstak en de zee in een sterk golvende beweging bracht, wat mij noodzaakte om de lichtschaal te laten aansteken. Wij zouden nog langer op het bordes bij elkaar zijn gebleven, als de wind met steeds harder was gaan waaien; maar omdat hij na een uur te hevig was geworden, bleef ons niets anders over dan het huis weer binnen te gaan. .
[11] Ik nodigde de priester samen met zijn metgezellen uit om met mij het avondmaal te gebruiken.
[12] Maar hij verontschuldigde zich en zei: 'Ik moet vandaag nog veel nadenken over de uitvoering van mijn plan, evenals over de betekenis van de woorden die ik uit het wolkje gehoord heb, en daarvoor mag ik mijn maag met belasten. Maar morgen zal ik hier verschijnen voor het ochtendmaal!'
[13] Hiermee nam hij afscheid en ging met zijn metgezellen naar beneden naar het dorp. Wij gingen echter aan onze eettafel zitten en namen het avondmaal tot ons.
[14] Het spreekt vanzelf dat wij veel met elkaar gesproken hebben over het verschijnsel dat driemaal hetzelfde was en zich naderhand niet meer herhaald heeft, evenals over de uitvoering van het plan van onze oude priester, en dat deden wij tot bijna middernacht.
[15] Pas daarna gingen wij slapen, waarbij wij verscheidene keren door de hevige wind gestoord werden, maar 's ochtends kwamen wij toch helemaal gesterkt naar buiten.
[16] De priester kwam voor het ochtendmaal, zoals hij had beloofd, en deelde ons ook de, resultaten van zijn nachtelijke overdenkingen mee. En hij liet het met bij zijn voornemen, maar diezelfde dag begon hij al te werken aan de uitvoering ervan, waarbij het wonderbaarlijke verschijnsel hem heel goede diensten bewees. En tegenwoordig zien jullie in mijn dorp geen Zeus en Apollo meer, en de priester heeft nu net als Plato reeds veel leerlingen, die hij de God van de joden leert kennen.
[17] Dat is een getrouwen waarachtig verslag van de gedenkwaardige gebeurtenis, die op Patmos door velen gezien is. Maar hoe het eigenlijk ontstaan is en wat het te betekenen had, dat zult U, beste Heer en Meester, wel het allerbeste weten. Als U ons daarover enige opheldering zou willen geven, zou dat ons erg gelukkig maken! - Heer, vergeef mij de langdradigheid van mijn verhaal!'
[18] Ik zei: 'Je hebt alles heel goed verteld; maar laat nu je oude dienaar hier komen, dan zal Ik jullie het verschijnsel op Patmos toelichten!'
[19] Hierop werd de oude dienaar gehaald en deze kwam bij ons aan tafel.
«« 180 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.