De juiste vergeving van zonden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 194 / 220 »»
[1] (De Heer:) 'Wie goed kan zien, kan, als hij een splinter in het oog van zijn broeder ziet, wel tegen hem zeggen: 'Broeder, sta mij toe dat ik die splinter uitjouwoog haal!' Maar iemand die zelfniet alleen een splinter, maar zelfs een hele balk van zonden en dwaasheden in zijn oog heeft, laat die proberen de balk uit zijn eigen oog te halen! Pas als zijn eigen oog zuiver is, kan hij ook zijn broeder helpen de splinter uit zijn oog te halen.
[2] Wie zijn medemensen onderwijst, laat die hen niet alleen met wijze woorden en mooie volzinnen onderrichten, zoals ook de Farizeeƫn en andere valse profeten doen, maar veeleer door zijn daden en werken; dan zal hij zijn medemensen tot ware en levende navolging bewegen! Maar als hij zo of zo leert, maar zelf in strijd met zijn leer handelt, lijkt hij op een wolf in schaapskleren, die de kortzichtige en lichtgelovige schapen alleen maar om zich heen verzamelt en hun wijze lessen geeft, om hen tot een gewillige prooi voor zijn muil te maken.
[3] Zal het zo'n wolf van een leraar dan van enig nut zijn, als hij heimelijk zijn onrecht inziet en tegen God zegt: 'Heer, vergeef mij mijn zonden; want ik heb vaak gezondigd tegenover Uw schapen! ' , maar toch de oude wolf blijft? O, dit bidden en smeken zal hem absoluut niet van nut zijn; want hij is immers nog de oude wolf! Hij dient de wolf helemaal af te leggen en een lam te worden; dan heeft hij zichzelf zijn zonden vergeven, en dan zullen ze hem in de hemel vergeven zijn!
[4] Wanneer jouw broeder jou beledigd en kwaad berokkend heeft, heb jij door de liefde in je hart het volste recht om jouw broeder de zonden, die hij tegenover jou begaan heeft, te vergeven; en als hij dan ook vriendelijk naar je toe komt, jou bedankt voor je liefde en ernstig belooft om tegenoverjou goed te doen, dan zijn de zonden die hij tegenover jou begaan heeft ook in de hemel vergeven -ook, wanneer jij je door hem niet schadeloos laat stellen.
[5] Maar als die broeder het onrecht dat hij jou heeft aangedaan, niet inziet en in zijn slechtheid volhardt, dan zullen jouw liefde en geduld jou in de hemel hoog toegerekend worden, maar de broeder zal zijn zonden behouden zolang hij ze zichzelf niet geheel en al vergeeft; en dat kan gebeuren doordat hij ze volledig als zonden erkent, ze bij zichzelf verafschuwt en ze geheel en al aflegt en niet meer begaat.
[6] Aangezien dat nu zo is en onmogelijk anders kan zijn, hoe kunnen dan enkelen van jullie, Essenen, tegen de mensen zeggen: 'Wij zijn voor de mensen door de hoogste God uitverkoren tot Zijn plaatsvervangers en hebben het recht om de mensen hun aan ons opgebiechte zonden te vergeven, wat ook in de hemel geldig is, als degene die zijn schuld belijdt de boetedoening die wij hem opleggen verricht en dit of dat offer brengt!' -waarbij dan vooral op het laatste gelet wordt?! En als Ikzelf geen mens zijn zonden kan vergeven, voordat hij die zichzelf op de jullie getoonde manier vergeven heeft, hoe kunnen jullie dan in Gods plaats de mensen tegen betaling van offers zonden vergeven, die zij nooit tegenover jullie hebben begaan?!
[7] Ja, als goede artsen kunnen jullie van de mensen, die hulp bij jullie zoeken, zeker wel nadrukkelijk verlangen dat ze jullie al hun zonden en gebreken bekennen, zodat jullie hun vervolgens het juiste advies voor het verdere leven kunnen geven en bij het precies opvolgen daarvan ook de gewenste genezing van hun ziel en hun lichaam. Maar wees ook in dat geval geen zonden vergevende plaatsvervangers van God, maar slechts helpende broeders en vrienden van de naar lichaam en ziel lijdende medemensen, dan zullen hun zonden in de hemel ook allemaal vergeven zijn, als zij jullie advies precies opvolgen en zichzelf hun zonden volledig vergeven zullen hebben!
[8] Als jullie de mensen in het vervolg dus werkelijk willen helpen, leer hun dan vooral hoe zij zichzelf moeten helpen; want als er geen serieuze zelfhulp aan voorafgaat is er ook geen hulp van God mogelijk! In het bijzonder geldt dat voor de ziel van de mens, die door allerlei zonden zwak en ziek is geworden en dikwijls al helemaal dood is; krachtens haar vrije wil en goede verstand is die ziel wat God betreft op zichzelf aangewezen en moet ze zichzelf reinigen van alle slakken van de materie en het gericht daarvan, zodat zij daarna ook door de geest gereinigd en gesterkt kan worden.
[9] Leg daarom al jullie oude dwaasheden en loze bedriegerijen af en maak je daar vrij van; reinig jullie zielen, dan zal Ik daarna ook tegen jullie kunnen zeggen: 'Nu zijn jullie ook in Mijn ogen rein! ' Ik zal jullie dan sterken door Mijn geest, en die zal jullie dan opwekken tot een hogere daadkracht en jullie tot ware, volmaakte mensen maken.
[10] Nu jullie dat weten en het uit Mijn mond hebben gehoord, handel er dan ook naar, want anders hebben Mijn meest waarachtige en levende woorden net zo weinig nut als jullie loze, onwaarachtige en dode woorden ooit voor de mensen hebben gehad.
[11] Mijn woorden zijn weliswaar de kracht en het leven uit God Zelf, maar ze worden pas tot een bestanddeel van jullie leven doordat jullie ernaar handelen. Wees daarom altijd echte daders en niet louter hoorders van het woord dat Ik tot jullie gesproken heb, dan zullen ook in de hemel al jullie vele zonden je vergeven worden en Ik zal jullie dan altijd kunnen helpen! -Hebben jullie dat goed begrepen?' .
[12] De overste van de Essenen zei: 'O Heer en Meester in Uw goddelijke geest van eeuwigheid! Wie zou dat niet begrepen hebben? Want deze waarheid is zo licht als de zon op klaarlichte dag, en in het licht daarvan hebben wij nu pas helemaal ingezien wat de mens moet zijn en hoe hij moet leven en handelen, om waarachtig mens te zijn volgens Gods wil en orde. Wij zullen daarom van nu af aan ook niet alleen maar hoorders, maar tot het einde der tijden van de aarde ook zeer vurige uitvoerders van Uw heilig woord zijn en blijven.
[13] Onze oude zondige burcht moet materieel en geestelijk tot op de grond afgebroken en vernietigd worden, en in plaats daarvan zullen wij een burcht bouwen die aan alle kanten vrij en open is. In de toekomst moeten de stevige muren van onze oude burcht ons niet meer tegen allerlei vijanden beschermen, maar alleen de kracht en eeuwige macht van Uw goddelijk woord!
[14] En mocht Uw leer ooit onder de mensen door allerlei valse leraren en profeten verontreinigd worden, binnen onze vrije muren en in ons hart zal die toch naar betekenis, begrip, geest en volledige daad net zo zuiver blijven als ze goddelijk zuiver vanuit Uw heilige mond ons hart en onze ziel is binnengedrongen. 0 Heer en Meester, spreek Uw almachtig 'amen' daarover uit, dan zullen wij Essenen als toekomstige vrije metselaars en bouwers* (* 'En bouwers' is achteraf door Lorber zelf toegevoegd.) van Uw goddelijke burcht onder de mensen op aarde ook de meest getrouwe bewaarders ervan blijven! ,
[15] Ik zei: 'Ja, daarover spreek Ik het grote 'amen' uit de mond van de Vader , die Zichzelf in Mijn persoon vanuit de hemelen naar jullie toe heeft gezonden, en morgen zullen jullie al het gevolg bespeuren van het grote 'amen' dat' Ik nu uitgesproken heb! Maar laten wij nu het werk van vandaag als beƫindigd beschouwen. Wie echter nog iets te vragen heeft, kan vragen, en Ik zal hem antwoord geven.'
«« 194 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.