Over het kennen van de toekomst

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 30 / 220 »»
[1] Nu zei Lazarus: 'Heer en Meester! Deze uitleg van U overtreft alles wat wij tot nu toe van U gehoord en gezien hebben, en het wordt mij nu pas volkomen duidelijk waarom U, als Zelf een mens, bij ons bent gekomen om ons te onderwijzen over God en over onszelf omdat wij door U bestemd zijn om eeuwig voort te leven in de hoogst mogelijke zelfstandigheid, wat wij echter eerst door onze zelfwerkzaamheid volgens Uw leer uit vrije wil moeten, willen en met Uw hulp ook zullen verwerven.
[2] Nu pas hebben wij een volledig juiste voorstelling van U en ook van onszelf en weten ook waarom het noodzakelijk is dit of dat te doen; want anders zou het voor geen mens mogelijk zijn het ware, eeuwige leven te verwerven. Nu kennen wij Gods wezen echt en kennen daarbij ook onszelf Nu is het dan ook gemakkelijk om langs de goed verlichte weg naar het Leven voort te gaan. Maar hoeveel duizendmaal duizenden mensen hebben geen idee van dat alles en zijn genoodzaakt op de weg van het verderf voort te gaan! Wanneer ze daar mogelijkerwijs uit verlost kunnen worden, zoals wij nu, dat weet U alleen; ons rest slechts de wens dat de zielen van die mensen zo spoedig mogelijk uit de te grote kwelling bevrijd mogen worden. Want hoe lichter en vrijer wij nu door Uw genade worden, des te meer en dieper voelen wij ook het ongeluk van al degenen aan wie deze genade niet ten deel valt.
[3] Maar wat is daar aan doen? Wanneer U dat Zelf zo toelaat om redenen die aan U bekend en zeker zeer wijs zijn, dan moet dat voor ons ook goed zijn. Maar hoe lang zal het nog duren, voordat alle mensen op de hele aarde één in geloof en één van licht worden en elkaar als ware broeders beschouwen?'
[4] Daarop zei ook Agricola: 'Ja, dat is ook voortdurend mijn zorg! Ook mij begint het steeds helderder wordende licht in mijn hart erg te benauwen, omdat ik daarbij maar al te duidelijk zie hoever de anderen, ja bijna de hele mensheid, daarvan afstaat. Heer en Meester, de toekomst is voor U even bekend als onze gedachten en verlangens, daarom zou U ons wel een bepaalde tijd kunnen aangeven, waarin toch zeker het grootste deel van de mensen zich kan verheugen in een hoger en waar levenslicht!'
[5] Ik zei: 'Zolang de mens op deze aarde verblijft en nog niet volledig is wedergeboren in de geest, is het helemaal niet goed voor hem om te veel van te voren te weten, en als de toekomst te duidelijk voor hem onthuld is, zou dat zijn nog niet zo sterke gemoed temeer drukken en gemakkelijk tot vertwijfeling brengen.
[6] Denk je alleen maar eens in hoe het de mensen te moede zou zijn als ze precies tijd en uur van hun sterven zouden weten. Ze vinden het al niet aangenaam om te weten, dat ze zeker moeten sterven; hoeveel onplezieriger zouden ze het vinden om ook het jaar, de dag en het uur te weten, waarop ze de dood van hun lichaam konden verwachten!
[7] O ja, heel anders is het gesteld met de mens die hier reeds volledig in de geest van alle leven is wedergeboren, en zijn toekomstige leven al in alle helderheid in zich heeft en dat waarachtig en levendig voelt! Zo iemand kan het doel en het einde van zijn lichaam wel heel precies van tevoren weten; want het tijdstip waarop zijn zware last van hem afgenomen wordt zal hem niet met droefheid, maar enkel met de grootste vreugde vervullen. Maar een gewoon mens zou door zo'n vaststaand vooruitzicht zeker heel droevig gestemd worden.
[8] Daarom moeten jullie niet al te ijverig zoeken naar hoe de toekomst eruit ziet, maar wees tevreden met wat jullie voor het heil van je ziel moeten weten, en neem dan ook genoegen met het feit dat Ik in Mijn liefde en wijsheid dat weet, en beslist alles zal laten geschieden op de manier zoals het te allen tijde voor de goede of wellicht ontaarde mensheid zeker het beste zal zijn, dan zullen jullie ook iedere slechte en goede toekomst kunnen verdragen!
[9] Wanneer jullie echter zelf in de geest van het leven wedergeboren zijn, zullen jullie ook in staat zijn om in de toekomst te kijken en daar niet bedroefd en zwak door worden.
[10] Hoe het zich echter in de verre toekomst zal ontwikkelen, heb Ik ten eerste met de nachtelijke verschijning al tamelijk helder laten zien en nog duidelijker in de uitleg van de twee hoofdstukken van de profeet Jesaja, en Ik zal jullie nog meer laten zien over het einde van de in feite slechte mensenwereld, waarmee jullie ook wel niet erg tevreden zullen zijn. Maar in dit middernachtelijk uur laten we dat onderwerp nog met rust; want wij hebben nog veel noodzakelijker dingen met elkaar te bespreken. Wie van jullie dus nog iets te vragen heeft, moet dat doen, dan zal Ik hem licht geven'
«« 30 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.