Vergeving van zonden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 43 / 220 »»
[1] Ik zei: 'Daarom moeten jullie de mensen juist alleen de waarheid verkondigen! Wie die aan zullen nemen, zullen vrij en zalig worden; wie die echter niet aan zullen nemen, zullen dan ook voortdurend in hun zonden blijven en in het gericht en de geestelijke dood daarvan.
[2] Ik verplicht jullie immers niet om deze levenswaarheden alle mensen in zeer korte tijd zodanig bij te brengen, dat ze er ook al volkomen naar moeten leven. Voorlopig heb Ik het immers alleen aan jullie gegeven om het geheim van Gods rijk te begrijpen, en niet ook aan alle in deze tijd ontstellend blinde mensen. Later zullen jullie echter wel een groot aantal mensen tegenkomen, die zich met alle ijver bij jullie zullen aansluiten en met jullie zullen samenwerken ter wille van de door Mij aan jullie verkondigde waarheden.
[3] Wat echter de door jullie aangeroerde schuldbelijdenissen voor de priesters als zodanig betreft, die zijn op de manier waarop ze nu bestaan slecht en dus volkomen verwerpelijk, omdat ze de mensen niet verbeteren, maar hen enkel tot aan hun einde in hun zonden doen volharden; maar Ik ben er ook weer niet tegen, als een zwak iemand, wiens ziel ziek is, uit goede wil aan iemand die sterker is en een gezonde ziel heeft zijn zwakheden en gebreken eerlijk bekent, omdat de gezonde en lichtsterke mens hem dan uit waarachtige naastenliefde gemakkelijk de ware middelen aan de hand kan doen, waardoor de ziel van de zwakke naaste sterker en gezond kan worden. Want op die manier wordt een mens dan voor de ander een echte zieleheiland. Ik maak daar echter ook geen wet van, maar geef jullie daarmee alleen maar een goede raad; en wat Ik doe, doen jullie dat ook, en breng iedereen de waarheid bij!
[4] Het belijden alleen reinigt een mens evenmin van zijn zonden als dat het een lichamelijk zieke reeds gezond maakt, als hij zijn kwaal en hoe hij er aan gekomen is aan een arts vertelt, al doet hij dat nog zo oprecht; maar hij moet luisteren naar de raad van de arts, die wijs is en veel kennis heeft, en die raad dan ook getrouw opvolgen en in de toekomst alles vermijden, wat hem die kwaal bezorgd heeft.
[5] Zo is het ook goed, dat in een gemeente iedere broeder de andere kent, zowel wat zijn sterke als wat zijn zwakke kanten betreft, opdat de een de ander volgens de volle waarheid wat de ziel betreft en ook lichamelijk kan en wil ondersteunen. Degene echter die niets wil zeggen, omdat hij meent dat hij met zijn belijdenis iemand zou kunnen ergeren, moet door niemand uitgedaagd worden om zijn zwakheden te bekennen!
[6] Wanneer echter iemand van jullie wijs is, en zijn geest openbaart hem de zwakheden van de zwakke en angstige broeder, dan moet de wijze hem onder vier ogen een goed advies geven en hem met raad en daad uit zijn verborgen nood helpen, dan zal zijn loon hem niet onthouden worden!
[7] Maar laat iedereen zijn vrije wil en leg niemand enige dwang op; want jullie weten nu dat iedere morele dwang volkomen in strijd is met Mijn eeuwige orde! Wat Ik niet doe, doen jullie dat ook niet! ..
[8] En zo hebben we nu ook de juiste woorden gesproken over het openlijk belijden van zwakheden en geheime zonden; alles wat daar bovenuit gaat of daaronder blijft, is tegen Mijn orde en uit den boze.
[9] Jullie moeten echter de zwakke broeder, die in vertrouwen openhartig is geweest tegenover een sterkere van jullie, niet bejegenen met een dreigend gezicht als van een rechter, maar hem steeds met alle liefde en vriendelijkheid de waarheid openlijk te kennen geven en hem ook de middelen aan de hand doen waardoor hij gemakkelijk en veilig genezen kan worden, dan zal hij ook de moed niet laten zakken en zal hij een dankbare leerling van de vrije waarheid worden; maar wanneer jullie hem met allerlei boetepreken gaan benaderen, zullen jullie niet alleen niets of weinig bij hem bereiken, maar hem nog veel ellendiger maken dan hij ooit tevoren was.
[10] In latere tijden zal het echter helaas gebeuren dat schuldbelijdenissen ten overstaan van valse profeten in Mijn naam nog meer in zwang zullen raken dan ze ooit onder de Farizeeën en aartsjoden zijn geweest, en dat zal leiden tot de val en het gericht van de valse profeten die in Mijn naam werken. Want evenals de heidenen zullen dezen de mensen zeggen dat God alleen aan hen het recht verleend heeft om alle zondaren de zonden te vergeven of ook toe te rekenen; zo zullen zij hun blinde gunstelingen tegen grote offers voor alle hemelen zalig en heilig verklaren.
[11] Wanneer dat zal gebeuren, zal weldra de tijd naderbij komen waarin het grote gericht over het nieuwe heidendom zal plaats vinden. Wees daarom voorzichtig met de openlijke belijdenissen, opdat zij * ('Zij' slaat hier op 'de valse profeten'. ) jullie niet te gauw nadoen, met een nog slechtere mentaliteit dan nu bij de Farizeeën en aartsjoden het geval is!
[12] Ik heb jullie, en in het bijzonder Mijn oude leerlingen, ook eens gezegd datje degenen die tegen jullie gezondigd hebben hun zonden kunt vergeven, en dat die aan degenen aan wie jullie ze hier op aarde zullen vergeven ook in de hemel vergeven moeten en zullen zijn; als jullie echter vanwege een onmiskenbare onverbeterlijkheid goede redenen hebben om hun de zonden die ze tegen jullie begaan hebben toe te rekenen, dan zullen ze hun ook in de hemel toegerekend zijn.
[13] We hebben destijds al vastgesteld dat jullie pas het recht hebben om zondaren hun zonden tegen jullie toe te rekenen, als jullie hun tevoren al zevenmaal zevenenzeventig maal hebben vergeven.
[14] Als jullie, als Mijn naaste leerlingen, echter pas op de genoemde wijze van Mij het recht hebben om alleen maar degenen die tegenover jullie zondigen hun zonden toe te rekenen of ook te vergeven, dan is het toch duidelijk, dat geen enkele priester ooit van God het recht zou kunnen hebben om ook zonden te vergeven of toe te rekenen die niet tegenover henzelf bedreven zijn..
[15] Aan degene die bijvoorbeeld tegen Kajafas gezondigd heeft, kan Kajafas ook de zonden vergeven of, al naargelang de zaak eruit ziet, ook toerekenen; wie echter tegen Herodes gezondigd heeft, die heeft met Kajafas, en hij met hem, niets te maken, maar alleen met Herodes. Wie echter tegen de tempel gezondigd heeft, die moet maar zien hoe hij met de tempel in het reine komt!
[16] Maar daarmee bedoel Ik natuurlijk niet de tempel zoals hij nu is, maar zoals hij vroeger was -want nu zou ook Ik een zondaar tegen de tempel zijn, net zoals jullie dat allemaal zijn -en wij zullen tegenover de tempel dan ook geen schuldbelijdenis hoeven af te leggen; want nu zijn wij de hoogst ware tempel van God, en die daar beneden is een moordkuil geworden. Daarom zal dan ook weldra de oogst beginnen van zijn boze vruchten, die hij op zijn akkers heeft uitgezaaid. Dan zal men van zijn doornen en distels geen druiven en vijgen oogsten.
[17] Zoals het nu echter met de tempel gesteld is, nota bene in de naam van Jehova, zo en nog veel erger zal het eenmaal met het nieuwe heidendom in Mijn naam gesteld zijn; maar de oogst van de vruchten daarvan zal nog veel slechter uitvallen dan de oogst van deze tempel daar beneden.
[18] Jullie zullen aan het nieuwe heidendom zeker geen schuld hebben, zoals ook de profeten er geen schuld aan hebben, dat de tempel daar beneden nu geworden is zoals hij nooit had moeten worden, maar alle schuld zal bij de mensen liggen, wier behaaglijke traagheid het niet toeliet zelfhandelend de wegen van de waarheid te gaan, maar in hun plaats liever anderen en met name de zogenaamde priesters om de door hen aangereikte smerige offers heen te laten schrijden, - die echter ook niet de wegen van de waarheid bewandelen, maar alleen de wegen van bedrog en leugen. Daar leidt dan de ene volkomen blinde de andere net zo lang, tot beiden bij een kuil komen en ze er allebei vervolgens ook invallen.
[19] Nu jullie dit uit Mijn mond hebben gehoord, moeten jullie het ook naar volle waarheid begrijpen, en laat je nooit verleiden door de traagheid van de hooggeplaatsten! Want wie niet zelf wil werken, zal ook niet eten van het gerecht des levens!'
[20] De schriftgeleerde zei: 'Welnu, dat was buitengewoon helder door U gesproken, en de waarheid van wat U gezegd hebt is overduidelijk! Als Mozes en de profeten ook zo duidelijk tot het volk hadden gesproken als U, o Heer en Meester, nu tot ons gesproken hebt, dan was het hele jodendom er heel anders aan toe dan nu in deze slechte tijd! Wanneer Uw leer onder het volk bekend zal raken, zal die zeker voor altijd heel andere vruchten dragen; want van ons zal deze leer werkelijk even weinig veranderd op de andere mensen overgaan als de sterren aan de hemel onveranderlijk op en onder gaan. Wij vragen U alleen, o Heer en Meester, om ons met Uw genade en hulp nooit meer te verlaten, evenals ook diegenen niet die na ons Uw volkeren zullen leiden en sturen!'
«« 43 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.