De komende gerichten

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 51 / 220 »»
[1] (De Heer:) 'Laat iedereen dus vol zachtmoedigheid en deemoed zijn, dan zullen jullie elkaar daardoor de grootste en meest ware menselijke eer bewijzen en in vrede en rust met elkaar leven en omgaan!
[2] Eerzucht en hoogmoed wekken echter wrevel, ergernis, verachting, wrok, toom en tenslotte wraak, oorlog en de kwade gevolgen daarvan. De hoogmoedige en eerzuchtige mens is ook steeds vol zelfzucht en hebzucht; en omdat hij alles alleen voor zichzelf wil verwerven, ter verhoging van zijn wereldse eer, is het treurige gevolg daarvan dat honderden en duizenden mensen om hem heen dan niets hebben en in de grootste armoede en behoeftigheid moeten leven, zoals dat ook ten tijde van Noach het geval was en in de laatste tijd van het nieuwe heidendom nog meer het geval zal zijn.
[3] Maar deze boze en volkomen helse toestand onder de mensen zal het gericht zijn, dat ze zelf zullen veroorzaken. Het enorme aantal armen en verdrukten zal zich uiteindelijk boven hun uiterst hoogmoedige verdrukkers verheffen en korte metten met hen maken, en dat zal een tweede zondvloed zijn door middel van het vuur van de tenslotte te erg en zwaar verdrukte armen.
[4] Maar ook een natuurlijk vuur zal in die tijd vele plaatsen verwoesten; want in die tijd zullen de mensen uit te hoog opgedreven aards winstbejag als kwaadaardige wormen doordringen in de diepten van de aarde, daarin allerlei schatten zoeken en die ook vinden. Wanneer ze echter de machtige lagen van begraven oerbossen van de aarde zullen bereiken en die zullen gebruiken voor het gloeien en smelten van metalen en voor nog veel meer andere dingen, dan zal ook het laatste gericht, dat ze over zichzelf zullen afroepen, voor de deur staan.
[5] Het meeste zullen evenwel de mensen te lijden hebben die dan in de grote steden van de koningen en machtigen der aarde van die tijd zullen wonen.
[6] Blijf daarom allemaal steeds in de zachtmoedigheid en deemoed en daardoor in de ware naastenliefde, dan zal er geen gericht over jullie afgeroepen worden; want waar in die tijd de mensen in Mijn orde zullen leven, zal zich ook geen laatste gericht voordoen. Ik heb jullie dit nu van tevoren gezegd met de bedoeling dat jullie het ook de andere mensen zullen zeggen en verkondigen, opdat uiteindelijk niemand als verontschuldiging kan aanvoeren dat hij niet gewaarschuwd zou zijn voor het gevaar.'
[7] Allen zeiden: 'Heer en Meester, aan ijver voor de goede en ware zaak zal het ons met Uw hulp werkelijk niet ontbreken; maar er zijn veel mensen op de aarde, die groot en uitgestrekt is, en wij zullen niet op alle plaatsen kunnen komen; en zo zal het kwade onder het goede en ware voortwoekeren, en wij zullen waarschijnlijk niet in staat zijn om daar volledig paal en perk aan te stellen!'
[8] Ik zei: 'Daarvoor zullen jullie, zoals ieder waarachtig goed mens in Mijn naam, ook zeker niet ter verantwoording worden geroepen. Want het is voldoende dat de waarheid aan de mensen wordt verkondigd; of ze ernaar leven en handelen, is helemaal hun eigen zaak. Wie ernaar zal leven en handelen, zal niet in een gericht terechtkomen, maar het eeuwige leven ontvangen en zalig worden.'
«« 51 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.