Het gesprek tussen de tempeldienaren en de Heer (30.1.1862)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 118 / 214 »»
[1] De schriftgeleerde zei: 'Vriend, hoe weet je dat allemaal?'
[2] Ik zei: 'Jullie zeiden zojuist dat jullie zeer ervaren en wereldwijze mensen zijn. Waar staat dan wel geschreven dat een van ons niet ook heel ervaren en wereldwijs zou zijn? Hoe vaak hebben jullie al niet de hele inrichting van de tempel voor geld aan vreemdelingen getoond - hoe had die verzwegen moeten blijven?
[3] Vroeger mocht alleen in geval van uiterste nood de hogepriester het Allerheiligste betreden, en dat gewoonlijk slechts twee - tot hoogstens vier keer per jaar -en nu is het Allerheiligste tegen betaling een kermistent voor vreemdelingen geworden en wordt er in de tempel allerlei handel gedreven en groot bedrog gepleegd, wat nu iedereen wel weet. Hoe kan het jullie dan verwonderen als ook een van ons daarvan op de hoogte is, en dat ook de Gezalfde Gods volkomen duidelijk op de hoogte is van al die godslasterlijke dingen en bedriegerijen?
[4] Is de tempel, waartegen nu uit de ware mond van God geijverd wordt, nog wel wat hij ten tijde van Salomo was? O, geenszins! Het oude, gewijde gebedshuis is een rovershol en moordkuil geworden!
[5] Kijk, zo staan de zaken nu in de tempel, zoals iedereen weet, en voor de Gezalfde Gods is het helemaal niet meer nodig om tegen het volk te spreken over de goddeloosheid daarvan, om zodoende de tempel verdacht te maken en in aanzien te doen dalen, maar al het betere volk weet er allang van en beklaagt zich bitter daarover bij de Gezalfde Gods! Denken jullie soms dat Hij, als het zó met de tempel gesteld is, die zal loven en het klagende en huilende volk zal verstoten? Nee, waarachtig niet, dat zal Hij, die de Rechtvaardigste onder rechtvaardigen is, eeuwig nooit doen!
[6] Als jullie de door jullie zo gehate Nazarener zouden ontmoeten en Hij zou precies zo tegen jullie spreken als Ik nu heb gedaan -wat zouden jullie Hem dan antwoorden?'
[7] De schriftgeleerde zei: 'Ja, vriend, als men bij de waarheid zou moeten blijven, zou er weinig ten gunste van de tempel te antwoorden zijn; het enige wat men wel in overweging zou moeten nemen is, dat niet wij en heel velen van ons degenen zijn die de aloude, goede en ware inrichtingen van de tempel zo verdraaid en misvormd hebben als ze nu zijn, maar alleen de voornaamsten, oversten en machtigsten in de tempel, al lange tijd geleden. Wat kunnen wij ondergeschikten nu anders doen dan onszelf voegen naar wat de tempel, waar wij van leven, ons voorschrijft? Wij zijn tot jonge wolven gemaakt en moeten wel met de oude wolven meehuilen, als wij niet door hen verscheurd en opgevreten willen worden!
[8] De zuivere waarheid te verkondigen en er ook naar te handelen zou het beste, mooiste en prachtigste zijn onder de mensen op aarde. Maar wat kan men nu doen, als men zichzelf ter wille van de waarheid alle denkbare vervolgingen, straffen en zelfs de dood aan het kruis op de hals kan halen? Als het met de omstandigheden zo erg gesteld is moet men zelf een vervolger van de waarheid worden om te kunnen leven, omdat men nu eenmaal -zonder het ooit gewild te hebben - in deze wereld moet leven.
[9] Maar God is almachtig en ook uiterst wijs; vanaf het oerbegin heeft Hij alles goed en wijs ingericht. Waarom heeft Hij dan na verloop van tijd toegelaten dat de mensen, die Zijn meest voortreffelijke schepselen zijn, nu zo heel diep uit hun oorspronkelijke reinheid en waardigheid weggezonken zijn?
[10] Als de gezalfde Gods zo machtig is in woord, wil en daad, en alle elementen Hem gehoorzamen, dan kan Hij toch ook met alle macht en kracht die Hij bezit tegen de huidige schenderij van de tempeloptreden en die volkomen vernietigen!'
[11] Ik zei: 'Je bent een schriftgeleerde, en je oordeelt over goddelijke dingen en inrichtingen nog veel duisterder dan een blinde over de kleuren, die door het licht voor het oog verschijnen!
[12] De mens is natuurlijk niet door zijn eigen wil, maar door die van de almachtige God in deze wereld geplaatst; maar God, als de eeuwige en zuiverste Liefde Zelf, is uiterst goed en wijs en weet, waarom Hij de mens heeft geschapen en tot beproeving en versterking van de hem gegeven vrije wil slechts voor een korte tijd in deze wereld heeft geplaatst.
[13] Opdat de mens zich echter bewust wordt waarom hij geschapen en in deze wereld geplaatst is, heeft God hem dat in alle tijden allemaal getrouw geopenbaard en hem ook zulke levenswetten gegeven, dat hij zonder mankeren het voor hem gestelde doel moet bereiken, als hij zich aan die wetten houdt, wat heel goed mogelijk is.
[14] Maar wanneer heeft God de mens ooit geboden om van zijn vrije wil het grootst mogelijke misbruik te maken en zichzelf daardoor te beschadigen?!
[15] Als God de meest volmaakte, beste bedoelingen met de mens heeft, namelijk om hem een eeuwig vrij en derhalve aan Hem gelijk zalig levensgenot te schenken, waarom verzet de machteloze mens zich dan -terwijl hij God, de eeuwige Heer, het scheppen niet kan verbieden -tegen die edele bedoelingen van God op een manier, alsof hij heer over de zeer wijze en goede wil van Jehova zou zijn?Als je in jezelf voelt datje in deze wereld moet leven - waarom voel je dan niet ook met een dankbaar hart waarom God je in deze wereld heeft geplaatst, aangezien Hij jou Zijn wil toch getrouw heeft geopenbaard?!
[16] Als de mens nu voelt wat voor kwaad hij zichzelf door zijn hoogmoedige weerspannigheid tegen de geopenbaarde en goed bekende wil van God heeft aangedaan, en als God nu Zelf volgens Zijn voorspelling in de Mensenzoon naar volle waarheid naar de ontaarde mensheid toe is gekomen om hen met alle liefde en geduld naar de oude weg des levens te leiden en te brengen -wat Hij door Zijn leer en daden bewijst -waarom verafschuwen jullie Hem dan en willen jullie je niet door Hem laten helpen?
[17] Dat is zeker niet de schuld van God, maar alleen van jullie zelf, door jullie onverzadigbare hebzucht en jullie werkelijk satanische zucht om te heersen -zelfs over God! Ja, als God even hard, liefdeloos en volongeduld zou zijn als jullie, zou Hij niet alleen aan de tempel en zijn slechte dienaren, maar ook aan deze hele aarde een absoluut einde gemaakt hebben; maar Hij verdraagt jullie blindheid en jullie daaruit voortvloeiende slechtheid, en vermaant jullie allemaal, om te keren naar de lichtende weg des levens.
[18] Maar jullie willen dat niet en volharden niet alleen in jullie oude zonden van allerlei soort, maar vermeerderen die zelfs nog van dag tot dag en vervolgen God Zelf, die jullie nu wil helpen, goed zichtbaar en herkenbaar voor iedereen. Is God er soms ook de schuld van, als Zijn eeuwige liefde en waarheid jullie tot walging is geworden, die door jullie blindheid en slechtheid gestraft zou moeten worden?!
[19] Ja, ja, jullie zullen de eeuwige waarheid door jullie wetten van de leugen nog aan het kruis nagelen; maar dan zal de maat van jullie slechtheid en verstoktheid ook vol raken, en dan zal het gericht over jullie komen en jullie de beloning geven die jullie vanwege je slechtheid zelf van God verlangen en die Hij Jullie als gevolg van Zijn liefde, geduld en erbarmen nog altijd onthoudt, omdat Hij geen enkele ziel, ook die van de slechte hogepriester niet, ter wille van het verderf in deze wereld heeft geplaatst.
[20] Kijk, zo denken wij hier allemaal! Waarom denken ook jullie niet Zo, volledig in de ware levensorde van God?'
[21] De schriftgeleerde wist niet meer wat hij tegen deze woorden van Mij m kon brengen. Na een poosje zei hij: 'Ja, ja, vriend, je bent zeker een Galileeër van geboorte en lijkt helemaal van de beroemde Nazarener doordrongen te zijn,je hebt natuurlijk helemaal gelijk; maar wat kunnen wij, die afhankelijk zijn van allerlei wereldse wetten, dan doen?
[22] Als wij de tempel verlaten, kunnen wij ons noodzakelijke levensonderhoud net als de vogels overal gaan zoeken; en als wij in de tempel blijven, moeten wij ons de instellingen en bepalingen daarvan laten welgevallen en moeten we minstens voor de schijn doen wat ons bevolen wordt. De profeten hebben beslist altijd de hun welbekende wil van God gedaan, maar hun leven in deze wereld was werkelijk niet benijdenswaardig; en bovendien is hun leven op deze aarde meestal onder allerlei harde vervolgingen geëindigd.
[23] Als een mens er zelfs onder de meest gelukkige levensomstandigheden vele malen slechter aan toe is dan een vogel in de lucht - hoe ziet het er dan wel niet uit met het aardse levensgeluk van die mensen, die door de mensen van de wereld veracht en vervolgd worden?'
[24] Ik zei:'Met het levensgeluk van de door God bezielde mensen ziet het er altijd heel goed uit; want zij weten in zichzelf waarom ze in deze wereld zijn geplaatst, en als ze lijden, weten ze heel duidelijk waarom. Bovendien hebben ze geen vrees voor de lichamelijke dood, omdat ze reeds in alle helderheid het eeuwige leven van de ziel in zich hebben, voelen en zien en in dit leven ook de kracht en de macht van de geest Gods in hen, waardoor ze het eeuwige leven en de goddelijke wijsheid bezitten.
[25] Maar wat heeft daarentegen een mens in zich, die in alle wereldse genietingen zwelgt, waar wordt die zich tenslotte bewust van?Van de dood, waarachter zich geen leven aan hem wil vertonen -en tenslotte is vertwijfeling zijn lot. Wat betekent uiteindelijk het aardse lijden van een door God bezield mens vergeleken bij zijn gelukkige scheiden van deze wereld, en wat stelt heel dit kortdurende goede leventje van een werelds mens voor, vergeleken bij zijn ongelukkige scheiden van deze wereld? Oordeel nu zelf, wie van die twee mensen in de wereld de gelukkigste is!
[26] Wat verliest een mens die wijsheid vanuit God heeft eigenlijk, als hij door blinde wereldse dwazen veracht en op de een of andere manier vervolgd en tenslotte zelfs gedood wordt? Hij verliest niet alleen niets, maar wint er alleen maar bij, omdat hij door zijn geduld alleen maar steeds inniger verbonden raakt met de geest Gods en zich zodoende in zichzelf ook in alle waarheid meer bewust wordt van het zalige, eeuwige leven!
[27] Maar wat winnen de wereldse lieden die de wijze die zijn wijsheid vanuit God heeft verachten en vervolgen? De eeuwige dood en het gericht ervan! Als de tempel jullie niets beters kan bieden dan de bevrediging van jullie lichaam, als jullie de slechte doeleinden ervan dienen, dan zijn jullie werkelijk zeer betreurenswaardige mensen, en een blinde bedelaar op straat is er beter aan toe dan jullie!'
[28] Toen de twee dat van Mij hadden gehoord, waren ze nog meer uit het veld geslagen, en geen van beiden wist nu meer wat hij Mij ten antwoord zou kunnen geven.
[29] De schriftgeleerde prees Mijn verstand, gaf Mij in alles gelijk en zei tenslotte tegen Mij: 'Vriend, ik zal vannacht met de anderen een vergadering houden, en het gevolg daarvan zal zeker zijn dat wij geheel en al zullen afzien van het vervolgen van de Nazarener; maar toch zullen wij proberen persoonlijk kennis met hem te maken, en wat hij ons zal aanraden, zullen wij doen! Want wij hebben nu van jullie zijn werkelijk goddelijke wijsheid geproefd en zijn nu al heel andere mensen geworden; wat zal hijzelf dan wel voor indruk op ons maken! Morgen hebben we het er verder over!'
[30] Hiermee namen de twee afscheid, gingen weer naar hun tafel en begaven zich weldra ter ruste. Wij bleven echter nog ruim een uur wakker en spraken met elkaar over deze vervolgers van Mij, en Kisjonah en Maria waren erg blij dat deze tempeldienaren Mij niet hadden herkend en dat ze van gedachten waren veranderd.
[31] Toen de Farizeeën in hun slaapvertrek kwamen, begonnen ze heel ernstig te overleggen wat ze in de toekomst moesten doen. En ze werden het er allemaal over eens dat ze Mij ergens moesten ontmoeten en zich door Mij moesten laten adviseren over welke richting hun leven in de toekomst moest inslaan.
[32] Wij begaven ons ook ter ruste, maar niet in een eigen slaapvertrek -met uitzondering van Maria, voor wie Kisjonah speciaal had gezorgd -, maar zoals wel vaker bleven wij aan onze tafel, die natuurlijk eerst afgeruimd werd.
«« 118 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.