De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 181 / 214 »»
[1] Ik zei: 'Ja, Mijn vriend, onder mensen als jij zou jouw oordeel wel opgaan; maar hier gaat het helemaal niet zo goed op als jij denkt!
[2] Heb je uit de mond van Rafaƫl dan niet gehoord -toen iedereen hem zo van harte bedankte voor de grote onthullingen die hij had gedaan met betrekking tot het wezen van het rijk Gods -hoe hij een van Mijn oudste leerlingen, die al vanaf het begin van de tijd dat Ik onderricht bij Mij was en nog steeds is, een welverdiende terechtwijzing gaf? Die leerling heeft alles gezien en gehoord, en toch is de wereld hem meer waard dan alle waarheden die hij heeft gehoord!
[3] Kan hij zich beklagen over het onbegrijpelijke van Mijn leer, of die nu uit Mijn hoogst eigen mond of uit de mond van een van Mijn engelen komt? 0, absoluut niet! Hij begrijpt alles; maar wanneer is zijn wil, die op aardse winst uit is, bereid en gereed voor de puur geestelijke daad?
[4] Maar zoals het met die leerling wat zijn vrije wil betreft, gesteld is, zo is het met vele duizenden mensen gesteld. Hoeveel mensen heb Ikzelf onderwezen op het open veld, in de straten, in de steden, dorpjes, huizen, op het meer, op de bergen, in de tempel en in de woestijnen, en heb daarbij, om de ogen van die blinden te openen, steeds grote, ongehoorde tekenen gedaan; ga maar eens kijken hoe weinigen zich werkelijk bekeerd hebben van al diegenen die Mij hebben gehoord en gezien!
[5] En kijk, zoals het nu is, zo was het en zal het ook in de toekomst zijn; want ieder mens bezit zijn liefde, zijn wil en zijn verstand in vrijheid! Ook al begrijpt hij met zijn verstand de volle waarheid, dan ziet hij met zijn begerige ogen toch ook de wereld met haar vele bekoorlijkheden en wil en kan zijn hart daar niet van losmaken omdat ze zijn vlees meer bevallen dan de geestelijke dingen, die zijn zintuiglijke oog niet kan zien en zijn vlees niet kan voelen.
[6] Bovendien is ook traagheid de mens erg eigen. Hij heeft wel vaak het ene goede voornemen na het andere; maar als hij het helemaal, metterdaad tot uitvoering zou moeten brengen, dan begint zijn trage en genotzuchtige vlees zich daartegen te verzetten en trekt ook de ziel omlaag naar wat voor hem in zijn traagheid en zinnelijkheid het belangrijkste is. Wat heeft de ziel dan voor baat bij helderheid in de dingen van de geest, als ze zichzelf niet wil verloochenen en in volle ernst de wegen wil opgaan waarlangs ze de volledige eenwording met Mijn geest in haar zou kunnen bereiken?!
[7] Nu denk jij natuurlijk in je hart en zeg je bij jezelf: 'Heer, maar waarom hebt U de ziel van de mensen dan met zulk vlees omhuld, als dat alleen maar ongeschikt is voor haar geestelijke voleinding?'
[8] Ik zegje, dat Ik als enige wel het beste en duidelijkste zie hoe een ziel ten behoeve van haar korte aardse proefleven in een juiste balans tussen de wereld der materie en die van de reine geesten geplaatst moet worden, omdat dat de voorwaarden zijn voor een volledige vrijheid van haar liefde en haar wil.
[9] Het is zo bepaald dat voor iedere ziel de materie een zeker overwicht moet hebben, opdat de ziel daardoor gedwongen wordt actief te worden tegenover het kleine overwicht van de materie, om zo van de vrijheid van haar wil het juiste gebruik te kunnen maken; om dat te kunnen doen, is haar in alle tijden vanuit de hemelen in alle helderheid de leer gegeven, die de ziel in een volkomen vrij zwevende toestand tussen geest en materie plaatst.
[10] Als de ziel dan slechts een klein beetje moeite wil doen om zich metterdaad tot het geestelijke te verheffen, krijgt het geestelijke ook direct een geweldig overwicht en verheft de ziel zich met groot gemak boven het gewicht van de traagheid van de materie van haar vlees en dringt ze door tot het leven van de geest in haar.
[11] Als ze dat met enige moeite heeft gedaan, kan de zwaarte van de materie van haar vlees haar niet meer belemmeren bij het voortschrijden naar een zo hoog mogelijke levensvoleinding; en ook al stoot ze op die gemakkelijke weg van vooruitgang af en toe nog tegen een kleine steen des aanstoots, dan kost het haar maar heel weinig moeite om die uit de weg te ruimen.'
«« 181 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.