Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 192 / 214 »»
[1] Aangezien de zon reeds onder de horizon begon weg te zakken, meende onze Marcus dat het in zekere zin tijd was dat we ons naar beneden naar huis begaven, omdat in de herfst de avonden vaak koeler werden.
[2] Maar Ik zei: 'Vriend, daar is het nog minstens een half uur te vroeg voor. Maak je toch geen zorgen of er voor ons een avondmaal klaargemaakt wordt of niet; want als wij in het huis terugkomen, zal alles in orde zijn!
[3] Maar hier op de berg zal zich nog iets voordoen waar jullie je buitengewoon over zullen verbazen en wat een zeer goede invloed op jullie hart en ziel zal hebben; daarom is het belangrijk dat we hier nog ruim een half uur blijven.
[4] Als de zon helemaal onder is gegaan zullen jullie Mij loven en prijzen, omdat Ik jullie dat heb onthuld. Maar vanaf nu tot dat moment moeten jullie je volkomen rustig houden!
[5] Daarna werd alles stil en rustig. Ook de geesten in de lucht, in de aarde en in de wateren werd door Mij in stilte bevolen zich volkomen rustig te houden. En zo werd het in de gehele zichtbare natuur zo volkomen rustig, dat er zelfs niet het kleinste zuchtje wind bewoog, geen vogeltje rondvloog en het water van het meer zo volkomen kalm was, dat men de hoge bergen, die het grote meer omringden, vanuit de waterspiegel even duidelijk en helder te zien kreeg als op natuurlijke wijze, wat alle aanwezigen in hoge mate verrukte, omdat ze zo'n volmaakte rust van het meer nog vrijwel nooit hadden gezien.
[6] Sommigen zouden Mij graag gevraagd hebben wat die nog nooit beleefde volmaakte rust in de natuur te betekenen had. Maar omdat Ik alle aanwezigen zonder uitzondering volkomen rust had bevolen, durfde niemand zijn mond open te doen. Ook in het huis beneden en ook in de grote badinrichting was alles volkomen rustig geworden, hoewel niemand wist wat hem tot die volkomen rust zonder enige activiteit had gebracht. Ook onze Rafaël, die zich vlak bij Mij bevond, hield zich zo rustig als een standbeeld.
[7] Toen het helemaal begon te schemeren en de sterren geleidelijk aan zichtbaar werden, begonnen er in de zeer zuivere en volmaakt rustige lucht een groot aantal bekende, maar nog meer onbekende streken te verschijnen, met name aan de westelijke hemel. Zover het oog reikte waren de kusten van de Middellandse Zee te zien met alle plaatsen en schepen, en allen merkten op dat ook de grote Middellandse Zee volkomen rustig was. Helemaal aan de westelijke rand, waar de zon onderging, kwam ook het getrouwe beeld van de sterk rood gekleurde zon tevoorschijn, waarover alle aanwezigen zich in hun hart heel erg verwonderden. Deze verschijnselen werden van minuut tot minuut levendiger.
[8] Toen de aanwezigen deze verschijnselen voldoende hadden bekeken, zei Ik tegen de leerlingen: 'Geef nu jullie oordeel over dit verschijnsel, dat op bepaalde tijden met name in Egypte en in het woeste Arabië zeer vaak optreedt, dikwijls ook op klaarlichte dag, en dat de mensen tot allerlei bijgeloof verleidt!'
[9] Op deze uitnodiging van Mij zeiden de leerlingen: 'Heer, soortgelijke verschijnselen zijn ons niet helemaal vreemd; maar wat ze in feite geheel naar waarheid zijn en hoe en waarom ze ontstaan, dat heeft nog geen sterfelijk mens doorgrond, evenals heel veel andere dingen.
[10] Hier hebt U die kennelijk laten ontstaan om ons ook over zulke dingen de juiste voorlichting te geven, opdat wij er bij dergelijke voorvallen geen verkeerde ideeën op na houden; maar hoe ze anders op soortgelijke wijze ontstaan, dat weten alleen U en Rafaël.
[11] De joden beschouwen ze als profetische voortekenen en voor een belangrijk tekenschrift van Jehova met diepgaande inhoud, zoals wij dat enige tijd geleden 's nachts op de Olijfberg te zien kregen.
[12] Waar de heidenen ze voor houden, daar hebben we nog weinig over gehoord, omdat wij ons nog nooit met de leer van hun goden hebben beziggehouden. Maar aangezien wij nu verschillende volledig bekeerde heidenen bij ons hebben, kunnen zij nu ook hun opvatting en hun geloof ten aanzien van dergelijke verschijnselen te berde brengen.'
[13] Nu kwamen de twee Grieken, die 's morgens als eersten de enig ware God hadden gezocht en genezen waren, voor Mij staan en zeiden: 'Heer en Meester! De fabel van de grote heks Morgana is te dom om hier weer te geven; want als jongens hebben wij daar vroeger zelf alom gelachen, daarom moet die ons nu nog des te dommer en belachelijker toeschijnen.
[14] Op onze verre reizen hebben wij echter niet alleen dikwijls de gelegenheid gehad om zulke verschijnselen -zij het ook niet altijd in deze omvang waar te nemen, maar ook om daar met heel bekwame natuuronderzoekers en wereldwijze mensen over te spreken, en daar was er één bij die naar onze mening de spijker behoorlijk goed op de kop lijkt te hebben geslagen.
[15] Hij was van mening dat dergelijke verschijnselen, evenals vele duizenden andere, een volkomen natuurlijke oorzaak hebben en beschouwd en gezien moeten worden als voorboden van andere daarop volgende verschijnselen, wat met name van belang is voor de schippers op zee en de karavanen door de grote zandwoestijnen. Omdat ze steeds optreden bij een zo groot mogelijke rust van de op de aarde liggende lucht, lijkt het alsof de geheel rustige lucht hoog in het gebied van de wolken net zoals een volkomen rustig wateroppervlak een weerspiegelend vermogen krijgt, en zo krijgen wij volgens hem vaak van grote afstand streken, plaatsen, bergen en rivieren te zien, alsook een heleboel andere dingen die wij niet kennen, die door het hooggelegen, rustige luchtoppervlak weerspiegeld worden. Als de lucht echter onrustig wordt -wat na dergelijke verschijnselen onvermijdelijk pleegt te gebeuren -en er winden beginnen te waaien, dan zouden dergelijke verschijnselen ook heel snel verdwijnen, omdat door de steeds heviger wordende luchtstroming de lucht haar rust en daarmee haar tot weerspiegelend vermogen geheel en al zou verliezen.
[16] Of de zienswijze van onze natuurkundige volkomen waar en juist is, dat kunnen wij niet geheel naar waarheid beoordelen; maar dat die voor het onderzoekende, meer heldere menselijke verstand nog de meest waarschijnlijke en begrijpelijke lijkt te zijn, daar zijn wij volledig van overtuigd, doordat na dergelijke verschijnselen de gevolgen steeds met zekerheid optreden.
[17] Tegelijkertijd hebben wij bij zulke verschijnselen ook vaak opgemerkt dat de weerspiegelde beelden op de veronderstelde luchtspiegel omgekeerd te zien zijn, en dat bevestigt de zienswijze van onze natuurkundige nog meer; want op een geheel en al rustig wateroppervlak zijn de spiegelbeelden immers ook altijd omgekeerd te zien - en waarom dan niet ook bij een luchtspiegel?
[18] Dat is dan nu ook onze opvatting over dergelijke verschijnselen. Wie van de leerlingen een betere heeft, moge die tegenover ons uitspreken!'
«« 192 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.