De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 25 / 214 »»
[1] Ik zei: 'Dat heb je heel juist gezegd en beoordeeld. De geschapen mens kan zich natuurlijk nooit vergelijken met het eigenlijke oerwezen van God; maar door Gods oereeuwige wil woont er in de geschapen mens een ongeschapen, eeuwige geest uit God, en die kan dan in de mens immers evenmin een beperking hebben als in het eigenlijke oerwezen van God Zelf, omdat hij immers één daarmee is.
[2] Of denk je soms dat het licht van de zon, dat op dit moment de aarde verlicht en verwarmt, jonger en beperkter is dan het licht dat ondenkbare tijden geleden deze aarde verlicht en verwarmd heeft? Ik zeg je dat jij een heel schrandere en juiste denker en spreker bent; maar je zult pas in de geest van de volle waarheid uit God denken en spreken wanneer jouw ziel in de eeuwige geest vanuit God tot volledige eenwording gekomen zal zijn. Maar dat kan en zal alleen maar gebeuren, door in het vervolg met jouw vrije menselijke wil de wil van God, waar jij je bewust van bent, in alles wat je zegt en doet volkomen tot de jouwe te maken. -Heb je dat begrepen?'
[3] Nojed zei: 'O vriend, daar zal bij ons nog wel lange tijd voor nodig zijn; want wij hebben nog veel van de wereld in ons! Voordat dit helemaal uit ons verwijderd zal zijn en wij iets gewaar zullen gaan worden van de almachtige tegenwoordigheid van de goddelijke geest in ons, O, daarvoor zal er - zoals ik al opmerkte - nog heel wat tijd in de zee van het eeuwige en nooit terugkerende verleden vloeien!'
[4] Ik zei: 'Dat is ook nog heel aards en menselijk gesproken! Want kijk, ook voor de goddelijke geest in de mens bestaat er geen vergankelijke tijd of een beperkte ruimte, en dus ook geen verleden of een verre toekomst, maar alleen een eeuwig heden! Maar in deze wereld heeft alles zijn tijd, en er rijpt geen vrucht aan de boom reeds tijdens de bloei; als jij je echter vast voorneemt om van nu af aan onwrikbaar volgens Gods wil te leven en te handelen, zul je weldra ook anders praten.
[5] Velen hebben al geoordeeld en gesproken zoals jij nu; maar toen ze uit Mijn mond gehoord hadden wat ze moesten doen en hoe ze moesten leven, en daarna ook direct aan het werk gingen, ging het snel vooruit.
[6] Als jullie binnenkort naar Essea zullen komen, zullen jullie in de overste Roclus al een voorbeeld aantreffen van hoever een mens het met Gods liefde en genade in korte tijd kan brengen, wanneer hij zijn geestelijke vervolmaking volkomen serieus neemt.
[7] Maar aangezien Ik nu heel gauw met deze vrienden van Mij van hier zal vertrekken, zullen jullie van de waard wel nadere bijzonderheden over Mij horen en met des te grotere ijver en ernst volgens Mijn raadgeving gaan leven en handelen, en dan zal de zegen van Jehova zich ook heel goed voelbaar aan jullie kenbaar maken.
[8] En nu heb Ik jullie verder niets meer te zeggen, omdat jullie dat niet zouden verdragen; maar wanneer Gods genade en liefde in jullie ontwaakt, zal die jullie vanzelf binnenleiden in alle wijsheid die jullie voor deze wereld nodig hebben. Jullie kunnen nu dus weer naar de kamer gaan die de waard jullie heeft toegewezen!'
[9] De drie bedankten Mij voor alles wat Ik voor hen had gedaan en tegen hen had gezegd, en begaven zich naar hun kamer, waarin ze zich net zo lang verborgen hielden als de markt duurde, om niet door de een of andere koopman of koper herkend en lastig gevallen te worden.
«« 25 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.