Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 39 / 214 »»
[1] Na deze voor een jongeman zeer geestrijke woorden, waarover zelfs al Mijn leerlingen zich erg verwonderden, zei Mijn oude leerling Jacobus de Oudere: 'Heer en Meester! U weet hoe zelden er een woord over mijn lippen komt; maar nu voel ik een drang in mijn hart om ook eens een paar woorden te zeggen, als U mij dat wilt toestaan.'
[2] Ik zei: 'Mijn beste broeder! Als Ik niet wilde dat ook jij een keer onder mensen zou spreken, zou je hart even rustig zijn als altijd; maar Ik wil dat ook jij eens wat zegt, dus doe je mond maar open en zeg, watje innerlijke bewustzijn je zal geven!'
[3] Hierop stond Jacobus op en zei: ' Al meer dan twee jaar zijn wij met U in heel veel plaatsen en landen geweest, en wij waren getuige van de talloze wonderen die U met Uw wil hebt gedaan; en ook hebt U ons de macht gegeven om in Uw naam zieken te genezen en bezetenen van hun boze geesten te bevrijden. Kortom, als iemand al datgene waar wij getuige van zijn geweest in boeken zou opschrijven, zou hij daar nog in geen honderd jaar mee klaar komen, en het verstand van zelfs de meest wijze wereldse mens zou de betekenis van die geschriften ook niet vatten en begrijpen. Maar Uw daad hier in Nahim heeft mij buitengewoon bewogen, en ik beken hier openlijk: in deze daad van U schijnt een heel bijzondere, diep geestelijke en profetische betekenis verborgen te liggen.
[4] Uiteindelijk ligt er in ieder van Uw vele leringen en daden wel een diepe geestelijke zin verborgen, en veel daarvan heb ik in het verborgene voor mijzelf al ontraadseld; maar achter deze daad van U lijkt naar mijn gevoel iets bijzonder groots en voor de toekomst zeer belangrijks verborgen te zijn, en ik voel nu een machtig groot verlangen om van U, al zijn het er maar enkele, aanwijzingen te krijgen over waar deze daad van U in voorspellende zin naar verwijst!'
[5] Ik zei: 'Dat is goed geoordeeld, Mijn beste broeder Jacobus; al vanaf Mijn aardse geboorte was je steeds in Mijn nabijheid en bent dus ook een trouwe getuige geweest van al Mijn aardse gangen, woorden en daden, en dat ben je nog en zul je ook blijven.Achter deze daad gaat inderdaad iets heel bijzonders schuil; maar wat er voor de ogen van de mensen achter schuilgaat is voor het menselijke verstand, zoals dat nu is, en voor dat van jullie niet goed te vatten.
[6] In Mijzelf zie Ik natuurlijk de hele, nooit eindigende eeuwigheid onthuld, en dus ook wat achter deze daad van Mij verborgen is, als een reeds voltooide daad; maar jullie geest, die zich als het ware nu nog in zijn kindertijd bevindt, kan dat niet zien of vatten.
[7] Maar omdat jij al zo'n stille denker bent en zelf ook begrijpt en voelt dat Ik niets doe wat niet voor de hele oneindigheid en eeuwigheid een overeenstemmende betekenis heeft, en aangezien jij nu voor jezelf een paar aanwijzingen van Mij zou willen hebben, kan Ik je er ook wel een paar geven; luister dus!
[8] Kijk, waarom Ikzelf als een mensenzoon in deze wereld ben gekomen heb Ik jullie en ook heel veel andere mensen maar al te vaak verteld, onder voortdurende verwijzing naar de profeten, en hier heb Ik dat al eerder opnieuw aangeroerd. Ik heb jullie echter ook al meer dan voldoende getoond hoe Mijn leer, die werkelijk een door Mijzelf nieuw gestichte kerk is, in de komende tijden onder de mensen zijn loop zal nemen. Ik heb jullie dat in Jeruzalem ook getoond met grote tekenen aan het firmament; en zie wat hier nu gebeurd is, komt overeen met die laatste en allerdonkerste tijd, waarin Mijn leer zal ontaarden tot een duizendmaal grotere afgodendienst dan er tot nu toe ooit een zuivere goddelijke leer is ontaard, en waarin men voor gestorven en door de priesters heilig en zalig verklaarde mensen en zelfs hun vergane gebeente altaren en tempels zal bouwen en hun daarin goddelijke eer zal bewijzen.
[9] Jullie, Mijn leerlingen, heb Ik al bij verscheidene gelegenheden openlijk gezegd en getoond dat Mijn rijk niet van deze wereld is en dat jullie je ook niet bezorgd moeten maken over wat jullie de volgende dag zullen eten en drinken; maar dat jullie moeten proberen het rijk Gods en zijn gerechtigheid onder de mensen te verspreiden en je daar door niemand plichtmatig voor moeten laten betalen, maar alleen aannemen wat de liefde van de mensen jullie in Mijn naam zal geven - want jullie hebben alles voor niets van Mij ontvangen, en voor niets moeten jullie het ook weer aan anderen geven!
[10] Ook heb Ik tegen jullie en tegen de andere zeventig leerlingen, die Ik in EmmaĆ¼s heb uitgezonden om de mensen het evangelie uit de hemelen te verkondigen, gezegd dat niemand twee mantels moet hebben, geen tas om iets in te doen en ook geen stok om zich tegen een vijand te weer te stellen; want Mijn naam, Mijn woord en Mijn genade moet iedereen genoeg zijn!
[11] Zo heb Ik jullie en vele andere mensen ook getrouwen openlijk gezegd dat jullie niemand moeten veroordelen, om niet eenmaal zelf veroordeeld te worden, en dat jullie ook niemand moeten vervloeken en verdoemen en nooit iemand vijandig moeten vervolgen, om niet datzelfde te moeten ondergaan; want met de maat waarmee jullie zelf zullen meten, zullen jullie ook terugbetaald worden!
[12] Ja, jullie moeten bidden voor wie jullie haten en vervloeken, en goed doen aan degenen die trachten jullie kwaad te doen; dan zullen jullie de beloning van Mij kunnen verwachten en op die manier gloeiende kolen op de hoofden van jullie vijanden stapelen en hen des te eerder tot jullie vrienden maken!
[13] Kijk, Ik heb jullie bevolen te onderwijzen, te leven en te handelen onder de vlag van de ware en echte naastenliefde en Ik heb jullie ook gezegd dat men jullie altijd als Mijn ware leerlingen zal herkennen aan het feit dat jullie elkaar als broeders zullen liefhebben, zoals Ikzelf jullie liefheb, en dat men Mijn echte volgelingen altijd aan de werken van onbaatzuchtige naastenliefde zal herkennen .
[14] Maar kijk, zo zal het in die zeer duistere tijd niet zijn, maar juist lijnrecht tegenovergesteld aan deze leer, die Ik jullie naar waarheid heb geopenbaard!'
«« 39 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.