De leerlingen hebben een vraag over het verduisteren van de zuivere leer van Christus

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 41 / 214 »»
[1] Daarop zeiden allen: 'Ja, Heer en Meester, wat U nu weer voor ons hebt opgehelderd, hebben wij wel begrepen; maar ondanks het vele dat wij uit Uw mond hebben gehoord, is het ons nog steeds niet helemaal duidelijk waarom U het toelaat dat er in deze wereld, nadat er uit Uw hemelen een licht onder de mensen is gekomen, altijd weer een langdurige diepe geestelijke nacht moet volgen.
[2] Wij allemaal, die nu uit Uw mond de zuivere leer ontvangen, zullen die als levende getuigen van Uw persoonlijke tegenwoordigheid, daden en leringen even zuiver aan de andere mensen doorgeven, en onze opvolgers zullen dat ook weer doen. En als er iemand zou zijn die in Uw naam misschien een ander evangelie aan de mensen zou verkondigen, dan zult U dat toch zien en heel duidelijk weten! Uw macht zal zo'n profeet de mond toch wel kunnen snoeren! Als dat zou gebeuren, zien wij niet in hoe Uw zuivere en goddelijke leer ooit vervalst zou kunnen worden en uiteindelijk in een zeer duister en grof heidendom zou kunnen veranderen.
[3] Ik zei: 'Jullie begrijpen nu nog heel veel niet, wat Ik echter wel zie! En zo zou Ik jullie nog veel kunnen zeggen en verklaren, maar jullie zouden dat nu nog met vatten en verdragen. Als Ik echter na Mijn hemelvaart Mijn geest van alle waarheld over jullie zal uitstorten, zal die jullie in alle wijsheid binnenleiden, en dan zullen jullie alles begrijpen en vatten wat jullie nu nog lang niet kunnen begrijpen en vatten.
[4] Maar kijk, let goed op wat Ik jullie nu nog zal zeggen! Ik zal jullie geen leer geven, maar alleen veel betekenisvolle voorbeelden, waaruit duidelijk moge worden waarom jullie nog heel veel niet kunnen begrijpen en vatten, ondanks het feit dat jullie al zoveel van Mij hebben gezien en gehoord.
[5] Kijk eens naar het licht van de zon en de zeer uiteenlopende uitwerking die het heeft op de schepselen van alleen al deze aarde, en de regen die op de aarde valt en haar zeer verschillende effecten op de planten, dieren en mensen! Op een en hetzelfde veld staan heilzame kruiden, maar daar tussenin ook giftig onkruid. Waar halen de giftige kruiden hun vergif vandaan, terwijl ze toch door een en dezelfde zon beschenen worden, in dezelfde aarde hun wortels hebben en door dezelfde regen en dauw bevochtigd en tot leven gebracht worden?
[6] Kijk, dat wordt veroorzaakt door hun inwendige geest, die het licht en de regen in zijn karakteristieke eigenschappen verandert! De leeuw, de panter, de tijger, de hyena, de wolf en nog een groot aantal andere roofdieren voeden zich met het vlees van zachtmoedige dieren, en worden ook door dezelfde zon beschenen en verwarmd en ze lessen hun dorst met hetzelfde water als de zachtmoedige en tamme huisdieren; waar komt hun wildheid dan vandaan? Kijk, die komt voort uit hun inwendige geest, die het zachte in zichzelf in verscheurende wildheid verandert!
[7] Of ga maar eens een huis binnen, waar je een paar ouders zult aantreffen die met meerdere kinderen gezegend zijn! Die kinderen hebben allemaal een en dezelfde vader, een en dezelfde moeder, eten hetzelfde voedsel aan de tafel van hun ouders., krijgen hetzelfde onderricht en dezelfde verzorging; maar het ene.kind is lichamelijk sterk, het andere zwak, een ander kind is opgewekt en vlijtig in alles, en weer een ander kind is knorrig en lui. Nog weer een ander van die kinderen heeft veel talent en leert en begrijpt alles gemakkelijk. Weer een ander is weliswaar vol goede wil, maar het ontbreekt hem aan talent, het leert moeilijk en begrijpt alles maar traag en zelden op de manier zoals de leerstof begrepen moet worden. Zo zullen jullie tussen deze kinderen nog een heleboel andere verschillen opmerken. Ja, hoe komt dat eigenlijk? Zouden jullie ook hier met willen zeggen: 'Maar, Heer en Meester, waarom laat U dat eigenlijk toe? Wat voor wijs doel kan dat nu toch dienen?'
[8] Ja, kijk, ook dat komt door de innerlijke vrije geest, die dat allemaal teweegbrengt; als dat niet zo zou zijn, zou er ook geen vrije innerlijke geest bestaan, wiens taak het is om zichzelf uit zichzelf tot een zelfstandig bestaan te ontwikkelen en te vormen.
[9] Hoe dat kan en waarom dat zo is, dat heb Ik jullie bij verschillende gelegenheden al laten zien en ook aanschouwelijk genoeg verklaard; maar toch vatten jullie dergelijke dingen nog niet diepgaand genoeg, omdat de eeuwige geest van alle waarheid en wijsheid jullie zielen nog niet helemaal doordrongen en vervuld heeft.
[10] Als jullie de nu geschetste beelden echter enigszins grondig overwegen zal het jullie weldra met weinig moeite duidelijker worden, hoe het zuiverste licht uit Mijn hemelen mettertijd in de diepste duisternis veranderd kan en ook zal worden, en dat Ik dat tenslotte toch nog eerder moet toelaten dan dat Ik met al Mijn macht en gezag de vrije levensgeest in de mens zou knevelen.
[11] Hoe zou eigenlijk een aarde jullie bevallen, waarop het ene ding even sterk op het andere zou lijken als het ene oog op het andere? Hoe zouden de mensen jullie bevallen, wanneer zij in alles op elkaar zouden lijken als de mussen, van wie er niet één wijzer en sterker is dan zijn buurman, die precies op hen.lijkt? Ik denk dat zo'n mathematisch gelijke wereld jullie binnen zeer korte tijd erg zou gaan vervelen. En zou dat in Mijn vrije hemelen soms anders zijn, als daar niet een nog eindeloos veel grotere verscheidenheid en veelsoortigheid zou bestaan?
[12] Of wat zouden jullie van Mijn wijsheid vinden, als Ik alle wezens enkel de gedaante van een ei zou hebben gegeven? Kijk, zoals het is, is het allemaal heel juist en goed! Nu zien jullie, zoals gezegd, van heel veel dingen de reden met in; maar de tijd zal komen dat jullie dat allemaal zullen vatten en begrijpen. Laten we dus genoegen nemen met wat ons tot nu toe gegeven is.
[13] .Er staan echter nog spijzen en wijn voor ons op tafel, laten we dan ook nog iets voor ons lichaam doen. Daarna zullen we ons voor de nacht ter ruste begeven en morgen vroeg weer op weg gaan. Waarheen dat gaat, zal de geest van de Vader ons meedelen.'
[14] De Grieken waren buitengewoon verbaasd over deze woorden van Mij en loofden en eerden Mij. Maar Ik at en dronk ongestoord verder, en zo deden ook alle anderen. Na het eten stond Ik op, en de weduwe liet voor Mij en Mijn leerlingen een goed bed klaarmaken. De Grieken bleven echter bij hun tafels.
«« 41 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.