De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 70 / 214 »»
[1] Na dit onderlinge overleg wendden de leerlingen zich tot Mij en zeiden: 'Heer en Meester, U hebt ons al verschillende keren gezegd dat het ons gegeven zal zijn de geheimen van het rijk Gods goed te begrijpen, en U hebt ons ook al zoveel dingen duidelijk onthuld, dat wij in de geest Uw oneindige schepping en nog duizend andere dingen goed begrijpen, waar nog geen enkele geleerde zich ooit een voorstelling van heeft gemaakt en waar hij zich door eigen speuren en zoeken ook nooit een volkomen duidelijke voorstelling van zal kunnen maken, om welke reden alle menselijke kennis tot nu toe dan ook stukwerk is. Zeg ons nu toch ook eens wat meer concreets over Uw wederkomst! In welke tijd zult U wederkomen, en waar en hoe? Want wij zijn van mening dat ook dat hoort bij het begrijpen van de geheimen van Gods rijk.'
[2] Ik zei: 'Ook dat heb Ik jullie al verschillende keren heel uitvoerig getoond; maar omdat ook jullie niet volkomen van Mijn geest doordrongen zijn, begrijpen jullie het nog niet ten volle. Het jaar, de dag en het uur kan Ik jullie niet met zekerheid zeggen, omdat dat op deze aarde immers allemaal van de volkomen vrije wil van de mensen afhangt. Daarom weet ook geen engel in de hemel het, maar alleen de Vader en ook degene aan wie Hij het wil openbaren. Bovendien is het voor het heil van de ziel niet absoluut noodzakelijk om het heel precies van tevoren te weten.
[3] Zou het goed zijn voor een mens, als hij de dag en het uur van zijn sterven heel precies van tevoren zou weten? Voor heel weinigen, die in de geest wedergeboren zijn:ja; maar voor tallozen zou het een groot kwaad zijn! Want het naderende uur van hun overlijden zou hen dermate van vrees, angst en vertwijfeling vervullen dat ze zulke vijanden van het leven zouden worden, dat ze zichzelf voortijdig van het leven zouden beroven om zodoende de angst voor de dood te ontvluchten, of ze zouden in een dermate sterke levenstraagheid terechtkomen, dat daar voor de ziel weinig heil van te verwachten zou zijn. Het is dus beter voor de mens om niet alle dingen van tevoren helemaal zeker te weten, namelijk wat, hoe en wanneer hem in deze wereld het een of ander kan en ook moet overkomen.
[4] Ik zeg jullie: de tijd zal komen dat jullie in degenen die in geloofsopzicht jullie nakomelingen zullen zijn, net als nu hier zullen vragen wanneer de dag van de Mensenzoon zal komen, en zullen verlangen die dag te zien en hem toch niet zien zoals jullie verlangen. In die tijd zullen er velen opstaan en op de voorgrond treden en met een wijs gezicht zeggen: ' Zie, die dag is hier, of daar en dan! ' Maar ga daar niet heen en volg zulke profeten niet.
[5] De dag van Mijn tweede wederkomst zal zijn als een bliksem, die van het oosten naar het westen hoog langs de bewolkte hemel schiet en alles verlicht wat onder de hemel is. Voordat dat zal gebeuren, zal -zoals Ik jullie al verscheidene malen heb verkondigd - de Zoon des mensen nog veel moeten lijden en geheel en al verworpen worden door dit geslacht, namelijk door de Joden en Farizeeën, en in later tijden door degenen die men nieuwe Joden en Farizeeën zal noemen.
[6] Zoals het ging ten tijde van Noach, zal het ook gaan in de tijd van de tweede komst van de Mensenzoon. Ze aten en dronken heel welgemoed, ze trouwden en lieten zich ten huwelijk geven tot op de dag dat Noach in de ark klom en vervolgens de vloed kwam en allen verdronken. En het zal op dezelfde manier gaan als ten tijde van Lot: ze aten en dronken, ze kochten en verkochten en plantten en bouwden. Op de dag dat Lot uit Sodom wegging, zoals Ik jullie op de Olijfberg nader heb verklaard, regende het echter al vuur en zwavel uit de hemel en bracht hen allen om.
[7] Zie, zo zal het ook zijn en gebeuren in die tijd, wanneer de Zoon des mensen voor de tweede keer weer geopenbaard zal worden! Wie op die dag op het dak is en weet dat zijn huisraad in het huis is, laat die niet van het dak afkomen om zijn huisraad op te halen! - wat als volgt verstaan moet worden: wie de dingen werkelijk begrijpt, moet bij dat begrip blijven en niet dat niveau verlaten, uit angst dat hij daardoor misschien aan wereldse voordelen zou kunnen inboeten; want die dingen zullen vernietigd worden.
[8] Evenzo nog een ander beeld: wie zich op het veld (de vrijheid van inzicht) bevindt, moet zich niet omkeren naar wat er achter hem is ( oude drogleren en de instellingen daarvan) , maar zich het lot van de vrouw van Lot herinneren en in de waarheid voorwaarts streven.
[9] Ik zeg jullie nog meer: in diezelfde tijd zullen er twee in een molen zijn en hetzelfde werk doen. De ene wordt aangenomen en de andere achtergelaten, dat wil zeggen, de eerlijke werker zal aangenomen en de ontrouwe en zelfzuchtige achtergelaten worden. Want wie zijn ziel vanwege de wereld probeert te behouden, zal haar verliezen; maar wie haar omwille van de wereld zal verliezen, zal haar leven behouden en haar tot het ware, eeuwige leven helpen.
[10] Verder zeg Ik jullie nog: in een en dezelfde nacht van de ziel zullen twee mensen in een en hetzelfde bed liggen. Ook dan zal de een aangenomen en de ander achtergelaten worden, dat wil zeggen: twee mensen zullen zich weliswaar uiterlijk gezien in de sfeer van een en dezelfde geloofsbelijdenis bevinden. maar de een zal in de daad een levend geloof hebben en daarom ook aangenomen worden in het levende en lichte rijk Gods, maar de ander zal enkel vasthouden aan de uiterlijke cultus, die geen innerlijke waarde voor het leven van de ziel en de geest heeft, en zal niet opgenomen worden in het levende en lichte rijk Gods, omdat zijn geloof zonder de werken der naastenliefde als het ware dood is.
[11] En verder zullen er.twee mensen op het veld van de arbeid zijn. De één, die zonder eigenbelang in het levende geloof zal werken uit liefde tot God en uit liefde tot zijn naaste, zal ook in het ware rijk Gods worden opgenomen; degene echter die op hetzelfde veld zal werken als de Farizeeën zonder innerlijk levend geloof uit puur eigenbelang, zal vanzelfsprekend achtergelaten en met opgenomen worden in het levende en lichte rijk Gods!'
[12] Kijk, zo zal het gesteld zijn met de tweede komst van de Mensenzoon en zo zal het zich manifesteren! Als jullie in de toekomst dieper doordrongen zullen zijn van Mijn geest, zullen jullie alles wat Ik heb gezegd ook duidelijk begrijpen; op dit moment kan Ik het jullie echter niet helderder en duidelijker vertellen.'
[13] De leerlingen zeiden: 'Heer en Meester, dat is allemaal goed zo en wij geloven Uw woorden; maar waar en wanneer zal dat gebeuren, naar aardse tijd gerekend? Dat zou U ons toch ook nog wel kunnen zeggen!'
«« 70 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.