De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 73 / 214 »»
[1] Nu zeiden de leerlingen: 'Heer en Meester, deze les van U is goed te begrijpen - maar toen U eens in KapernaĆ¼m, waar zoveel volk uit alle streken rond Jeruzalem U achterna gereisd was, een soortgelijk onderricht gaf over het eten van Uw vlees en het drinken van Uw bloed, was dat kennelijk een harde leer, met name voor die mensen die Uw eenvoudige, duidelijke woord niet begrepen hebben zoals het naar de ware betekenis begrepen moest worden, en daarom hebben toen vele toenmalige leerlingen U verlaten. Wijzelf begrepen het aanvankelijk niet, maar de waard, die nooit een leerling van u was geweest, heeft het ons uitgelegd, en als wij nu die leer met deze vergelijken, wil die hetzelfde zeggen als wat U nu heel duidelijk en glashelder hebt uitgelegd. - Hebben wij gelijk of niet?'
[2] Ik zei: 'Jazeker, want brood en vlees zijn een en hetzelfde, zoals ook wijn en bloed, en wie in Mijn woord het brood der hemelen eet en door volgens dat woord te handelen, dus door de werken van de ware, meest onbaatzuchtige liefde voor God en zijn naaste de wijn des levens drinkt, eet ook Mijn vlees en drinkt Mijn bloed. Want zoals het natuurlijke brood dat door de mensen wordt gegeten in de mens in vlees wordt veranderd en de gedronken wijn tot bloed wordt, zo wordt in de ziel van de mens het brood van Mijn woord in vlees en de wijn van de daadwerkelijke liefde in bloed veranderd.
[3] Als Ik echter zeg: 'Wie Mijn vlees eet', dan is daarmee ook al aangegeven dat hij Mijn woord niet alleen in zijn geheugen en in zijn hersenen heeft opgenomen, maar tegelijkertijd ook in zijn hart, dat -zoals Ik al zei - de maag van de ziel is, en dat ook heeft gedaan met de wijn van de daadwerkelijke liefde, die daardoor geen wijn meer is, maar reeds het bloed des levens; want het geheugen en het verstand van de mens verhouden zich precies zo tot het hart als de mond tot de natuurlijke maag. Zolang het natuurlijke brood zich nog tussen de tanden in de mond bevindt is het nog geen vlees, maar brood; als het echter fijngekauwd in de maag aankomt en daar met de maagsappen wordt vermengd, is het wat zijn fijne voedende delen betreft al vlees, omdat het overeenkomt met het vlees. Zo is het ook met de wijn of met water, dat zeker ook wijnstof bevat, omdat zonder water, dat de aarde in zich draagt om alle planten en dieren te voeden, de wijnstok zou sterven. Zolang je de wijn in je mond houdt, gaat hij niet in het bloed over; maar in de maag zal hij daar heel snel in overgaan.
[4] Wie dus Mijn woord hoort en het in zijn geheugen bewaart, houdt het brood in de mond van de ziel. Als hij er met zijn verstand ernstig over na begint te denken, kauwt hij het brood fijn met de tanden van de ziel; want het verstand is voor de ziel wat de tanden in de mond zijn voor de lichamelijke mens.
[5] Als Mijn brood, Mijn leer dus, door het verstand fijngekauwd ofwel als volle waarheid begrepen en opgenomen is, moet die vervolgens ook door de liefde voor de waarheid in het hart worden opgenomen en door de vaste wil overgaan in de daad. Als dat gebeurt, dan wordt het woord. omgezet. in vlees en door de ernstige daadkrachtige wil in het bloed van de ziel, dat Mijn geest in haar is, zonder welke de ziel even dood zou zijn als een lichaam zonder bloed.
[6] De ernstige daadkrachtige wil komt overeen met een goed verteringsvermogen van de lichamelijke maag, waardoor het hele lichaam gezond en sterk wordt gehouden; als de verteringskracht van de maag zwak is, dan is het hele lichaam al ziek en zwak en wordt het zelfs van het beste en zuiverste voedsel al ziek.
[7] Hetzelfde geldt voor de ziel, in wier hart de wil om de leer in daden om te zetten verzwakt is. Ze bereikt uit de volle, gezonde geestelijke kracht, blijft halverwege steken, raakt gemakkelijk in allerlei twijfels en bedenkingen en begint nu eens het ene en dan weer een ander voedsel te proberen, om te zien of die misschien een betere en meer versterkende uitwerking heeft. Maar daarmee is de ziel, die eenmaal wat ziekelijk is, toch niet helemaal geholpen. 'Ja " vragen jullie je nu af, 'is een ziekelijke ziel dan eigenlijk niet meer helemaal te helpen?' O ja, zeg Ik. Maar hoe?'
«« 73 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.