Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)

«« 89 / 214 »»
[1] (De Heer): 'Maar wat Mijn vraag betreft over de staat van het geloof bij de mensen in de nog verre toekomst als de Zoon des mensen weer op aarde zal komen, op de manier die Ik jullie al vaker heb verteld, zeg Ik jullie dat Hij over het algemeen nog minder levend geloof zal aantreffen dan nu. Want in die tijd zullen de mensen in veel wetenschappen en allerlei verworvenheden het heel ver brengen, grotendeels door hun onvermoeibare onderzoeken en berekenen onder de twijgen en wijd uitgestrekte takken van de boom der kennis, en ze zullen met de krachten in de natuur van de aarde, die nu nog helemaal voor de mensen verborgen zijn, wonderbaarlijke dingen tot stand brengen en zullen zeggen: 'Kijk, dat is God - er is geen andere!'
[2] Het geloof van die mensen zal derhalve zo goed als geheel verdwenen zijn. Bij die mensen zal Ik bij Mijn wederkomst dus geen geloof meer vinden!
[3] Een ander groot deel van de mensen zal zich in een nog veel dichter en duisterder heidens bijgeloof bevinden dan nu alle heidenen op de hele aarde. Geruime tijd zullen ze hun leraren, vertegenwoordigers en beschermers vinden in de groten en machtigen van de aarde van die tijd; maar de kinderen der wereld, die goed toegerust zullen zijn met alle wetenschappen en andere verworvenheden, zullen het zeer duistere bijgeloof met alle geweld onderdrukken en de groten en machtigen der aarde in meer dan grote verlegenheid brengen, omdat door de wetenschap allerlei soort kennis het gewone en lange tijd met alle geweld blind gehouden volk zal beginnen in te zien dat het alleen maar geknecht is geweest ter wille van de wereldse roem en het comfortabele leven van die groten en machtigen, die zelf geen geloof hadden. En als Ik dan kom, zal Ik ook bij hen geen geloof vinden.
[4] In de tijd van de grote duisternis zal Ik geen geloof bij hen kunnen vinden, omdat ze de domste en meest blinde knechten waren van degenen die hen overheersten, die heel goed inzagen waar die volslagen blinden goed voor te gebruiken zijn, en dat zienden zich dat nooit zo zouden laten welgevallen als volslagen blinden. Maar als de blinden ook eenmaal door de wetenschappers ziende zijn geworden, dan zijn ze aanhangers geworden van degenen die hen voor het grootste deel vrij hebben gemaakt van het harde knechtschap van de groten en machtigen; en als Ik dan zou komen en zeggen: 'Luister, volkeren der aarde, Ik ben nu weer naar jullie toegekomen en wil jullie opnieuw de juiste weg naar het eeuwige leven van jullie zielen tonen!' -wat zullen die mensen, die van ieder geloof gespeend zijn, daar dan op zeggen?
[5] Ze zullen Mij ten antwoord geven: 'Vriend, wie je ook bent, hou op met die oude, versleten en gelukkig in rook opgegane domheid, waarvoor sinds de tijd dat ze voor het eerst ontstond vele stromen van dikwijls geheel onschuldig bloed zijn gevloeid! Als die zogenaamde goede Vader in de hemel, die wij niet kennen en naar wie wij nu ook helemaal geen verlangen meer voelen, zo'n grote vriend van bloed is, dan kan Hij toch gemakkelijk de grote oceaan in bloed veranderen en zich daar uitermate aan verlustigen; maar wij hebben zo'n levensleer absoluut niet meer nodig, die in plaats van het beloofde Godsrijk alleen maar de reinste hel onder de mensen op de toch al schrale aarde heeft gebracht.Wij houden ons nu aan de wetenschappen en haar toepassingen van allerlei aard en leven daarbij in vrede en rust, al is het naar wij vertrouwen ook maar tijdelijk; want een tijdelijk, maar vreedzaam en rustig leven is ons nu veel liever dan een door onnoembaar leed en vele stromen onschuldig gevloeid bloed gekochte en daarbij toch in twijfel getrokken hemel met al zijn mooie zaligheden!'
[6] Als de mensen van die tijd zulke dingen zeggen zal Mijn vraag, of Ik bij Mijn wederkomst op aarde enig geloof zal vinden, wel zeer gerechtvaardigd zijn!
[7] 'Maar', zeggen jullie nu bij jezelf, 'ja, wiens schuld zal dat dan zijn?Van de hel soms? Heer, vernietig die dan! Of misschien van de valse, zelfzuchtige profeten, onder wier dekmantel dan ook weldra allerlei groten en machtigen als paddestoelen uit de aarde opschieten en naar alle kanten met oorlog over de aarde zullen trekken en de mensen zullen kwellen? Heer, laat die valse profeten in Uw naam dan nooit opstaan! Maar als U het Zelf zo wilt hebben, moet U het er ook mee eens zijn als U bij Uw volgende wederkomst op deze aarde geen geloof meer vindt onder de mensen!'
[8] Hierop zeg Ik: Het kortzichtige menselijke verstand oordeelt hier volgens zijn inzicht weliswaar helemaal juist, en van wereldse menselijke zijde valt er niet zoveel tegenin te brengen; maar God, de Schepper en eeuwige Instandhouder van alle dingen en wezens, heeft op Zijn beurt heel andere opvattingen en plannen met alles wat Hij uit Zichzelf heeft geschapen, - en daarom weet Hij ook het allerbeste waarom Hij het een en ander onder de mensen op deze aarde toelaat.
[9] Uiteindelijk zal al het bijgeloof met de wapenen van wetenschappen en techniek van de aardbodem weggevaagd worden, waarbij toch geen mens in zijn vrije wil ook maar in het minst gehinderd wordt.
[10] Daardoor zal mettertijd alle geloof onder de mensen verloren gaan; maar die toestand zal maar een zeer korte tijd duren.
[11] In die tijd zal Ik pas de oude boom der kennis zegenen, en daardoor zal de boom des levens in de mens weer zijn oude kracht herkrijgen, en dan zal er voortaan slechts één herder en één kudde zijn!
[12] Wie dat nu begrepen heeft, zal ook Mijn vraag begrijpen, namelijk of Ik in die tijd wel enig geloof zoals nu op aarde zal aantreffen. Zo'n geloof als nu zal Ik in die toekomstige tijden zeker niet meer aantreffen -maar een ander! Waar dat uit zal bestaan, daar kunnen jullie je nu geen voorstelling van maken; maar desondanks zal het toch eenmaal zo gebeuren als Ik jullie nu van tevoren heb gezegd!'
«« 89 / 214 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.