Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

79 resultaten - Pagina 1 van 6

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
[11] Zulke grovere specifica van plantenzielen blijven in de materie achter, zoals in de stam en in de houtvezelstof, de wat edeler deeltjes komen in het zachtere lover, de nog edeler deeltjes vormen zelf de vrucht en wat daar voor en na komt, en de meest edele deeltjes verenigen zich dan al tot een op zichzelf staand intelligent kiemleven, dat dan reeds in staat is óf zichzelf opnieuw tot een soortgelijk leven te wekken om de oude activiteit van voren af aan te beginnen óf door als voedsel door dier of mens gebruikt te worden meteen in de dier of zelfs mensenziel over te gaan.
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Jullie hebben nu de macht van de goddelijke wil in Mij gezien, en Jeruzalem en de tempel zouden het allang verdiend hebben dat Ik met de tempel zou doen wat Ik nu met de steen heb gedaan. Maar nee, de tempel moet blijven en doorgaan tot het zijn tijd is. Door zijn werken zal hij zichzelf vernietigen, maar niet zoals Ik deze steen vernietigd heb, die daardoor slechts overgegaan is in een vrijer bestaan van de specifica, die daarmee een vrij geestelijk zieleleven hebben gekregen. De tempel echter vernietigt zichzelf als een zelfmoordenaar, wiens ziel daardoor in een nog zwaarder gericht en in een veelvoudige dood overgaat! Daarom laten we hen begaan tot de maat van hun tijd vol is, opdat zij later niet kunnen zeggen:'Jullie hebben ons niet gewaarschuwd en toch vernietigd. -Begrijpen jullie nu dit teken dat Ik voor jullie ogen heb verricht?
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, hier heb Ik een tarwekorrel in zijn totale eenheid en eenvoud! Zijn bestemming is kennelijk tweevoudig. In de eerste plaats dient hij tot voedsel voor de mens, en in de tweede plaats is hij als zaadkorrel dienstbaar aan zichzelf voor zijn eigen voortplanting en vermeerdering. Als voedsel geeft hij aan het menselijke lichaam en daardoor ook aan het formeel substantiële lichaam der ziel zijn veelvoudige specifica, en hij gaat als zodanig over in een hoger en vrijer bestaan. Hoe dat gebeurt zullen jullie pas precies te weten komen als jullie geestelijk wedergeboren zijn, zij het hier ook niet helemaal volmaakt -omdat onder de invloed van deze zon niets kan bestaan wat helemaal volmaakt is, en ieder weten en kennen min of meer onvolmaakt is -, maar daarna aan gene zijde des te volmaakter, omdat ook jullie je daar voor wat betreft je geest buiten de invloed van tijd en ruimte zullen bevinden en jullie zien, kennen en weten niet meer onvolmaakt zal zijn.
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Om nog duidelijker in te zien dat in de atmosferische lucht een ontelbare hoeveelheid luchtgrondstoffen of - zoals de geleerde wereld zegt - specifica aanwezig zijn, moet men tot dát punt worden geleid, waar men als het ware ontegenzeggelijk tot inzicht komt, waar deze specifica vandaan komen en wat de oorzaak is van hun ontstaan, hun bestaan en hun verdwijnen.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Dit alles in te zien is niet moeilijk voor diegene, die maar enigszins van goede wil is en geen op diploma's gebaseerde geleerde is, wiens diplomatie hem als een sluier van Mozes voor ogen hangt; alleen niet om dezelfde reden, doch opdat hij niet datgene zal zien en begrijpen wat met weinig moeite de eenvoudigste mens kan zien, waarnemen en begrijpen. Wie dus maar enigszins - ik zeg het nog eens - van goede wil is en geen sluier voor zijn ogen heeft, voor diegene ligt het voor de hand, dat deze talloze specifica in atmosferische lucht niet zomaar uit de lucht gegrepen zijn, maar - zoals alles - wel degelijk gegronde redenen hebben.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als alleen al het licht van de sterren door het mensenoog in zeer afgezwakte staat al zo'n duidelijke inwerking heeft, hoeveel sterker zal dan de werking van het sterrenlicht door middel van het grote aardoog op de aarde zelf zijn! Want de atmosferische lucht is aan haar oppervlakte, waar de ether op rust, een glanzende spiegel, waarin elk gesternte al zeer groot afgebeeld wordt. Dat beeld wordt nu op de vaste aardoppervlakte geprojecteerd en wel in steeds meer geconcentreerde lichtsterkte volgens bekende optische wetten. De inwerking van geconcentreerde licht, of het geconcentreerde licht zelf, is op zichzelf al een heel eenvoudig specificum in de atmosferische lucht, omdat het op de met haar overeenstemmende delen van de aarde en op de oppervlakte daarvan oplossend of samentrekkend werkt. Nu hoef je alleen maar de talrijke sterren te tellen - als dat mogelijk zou zijn - dan zul je tegelijkertijd ook het onmetelijke aantal eenvoudige specifica in jullie atmosferische lucht kennen. Alles wat lichamelijk in en op de aarde voorhanden is, is een wederzijdse werking van de sterren en wel daarom, omdat Ik, de Schepper, het grote wereldmechanisme zo heb ingericht.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Een andere ontdekking van de astronomen is die, volgens welke het licht van zeer verre sterrengebieden of nu of pas over vele jaren op de aarde zal aankomen. Ten gevolge daarvan moeten dus nieuwe specifica en daardoor ook nieuwe vormen op de aarde ontstaan, die voor de al eerder op aarde aanwezige wezens of gunstig of nadelig inwerken, al naar gelang de ster waar het specificum van uitgaat een goede of een slechte is. Want er zijn goede en kwaad aardige sterren, zoals er dientengevolge ook goede en kwaadaardige planten en dieren zijn.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Tegelijkertijd krijgen de meesten ook een grote eetlust en dorst en kunnen vaak op zo'n hoogte van spijzen genieten zonder dat het hun zwaar op de maag ligt, terwijl ze beneden in het dal die spijzen niet eens durfden te bekijken. De oorzaak daarvan is alleen in de grote zuiverheid van de lucht te zoeken en toont een grote gelijkenis met de toestand van de zaligen, die ook van alles kunnen genieten zonder dat het hen ook maar enigszins schaadt, omdat voor de reinen alles steeds meer gereinigd wordt en al wat schadelijk is daar niet meer schadelijk kan worden, waar het door gebrek aan de daartoe benodigde specifica geen verder vormende voeding meer vindt.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] In de dieren verenigen de substanties uit deze derde luchtregio zich nog opvallender. Weliswaar zijn ze hier in zekere zin al uit de tweede hand en daardoor al niet meer zo zuiver etherisch zoals bij veel planten. Maar het merg in het hoofd dat gewoonlijk door de haren de specifica uit de lucht opzuigt en zeer in het bijzonder ook de heel zuivere vloeistoffen van het oog - vooral die van onder het eerste hoornvlies alsook het hoornvlies zelf - worden door de wenkbrauwen en oogleden uit de lucht geabsorbeerd en in het oog geleid. De derde luchtregio lijkt dus in zekere zin op het oog en wel daarom, omdat ze naast de hierboven beschreven doeleinden ook datgene voor de gehele aarde is, wat het oog is voor mens en dier.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Op gelijke wijze oefenen ook de kometen en andere lichtmeteoren, al zijn ze van nog zo korte duur, een merkbare invloed op aarde uit; in niet mindere mate is de wisseling van het licht van de maan van invloed, en vooral zeer duidelijk voelbaar is de verandering van tijdsduur van het schijnen van de zon; want ieder die het onderscheid tussen zomer en winter niet bemerkt, die is er treurig aan toe. Dat het licht, hoe kort het ook duurt, een machtige invloed uitoefent op een of ander ding op aarde, bewijst zeker het maar kort durende licht van de bliksem, dat - zoals bekend is - de kreeften doodt als deze zich niet, voordat het onweer begint, in de modder hebben verscholen. Uit het tot nu vertelde zal het ieder, die ook maar een beetje beter inzicht heeft, zeker helder en duidelijk zijn, waar de vele specifica uit de lucht vandaan komen, hoe ze bewerkt worden en wat voor invloed ze zelf noodzakelijkerwijs uitoefenen.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Daar moet op geantwoord worden dat zulk een bewering zelfs mathematisch onjuist zou zijn. Want de stralen van die zeer vele, ver verwijderde sterren zijn op deze hoogte nog te weinig gecondenseerd. Ze kunnen daarom op deze plaats nog niet die specifica vormen, die ze ongeveer 1000 klafter (* 1 Weense klafter is 1.9 mtr) lager zeker wel veroorzaken. Dat kan afgeleid worden uit de omstandigheid, dat men van zulk een hoogte 's nachts sterren van de vierde, vijfde en zesde grootte met het vrije oog niet meer kan zien, nog minder die van de zevende, achtste en nog verdere grootten, terwijl iedereen met gezonde ogen vooral aan de zeekust in een heldere nacht nog sterren van de zevende en achtste grootte met het blote oog kan waarnemen.
Hoofdstuk 22: De twaalf tekenen aan de hemel en de invloed die ze uitoefenen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Op die hoogte in de bergen waar we al over spraken, kan deze ondersteuning echter niet die uitwerking hebben als in een lager gelegen streek, omdat, zoals al werd uiteengezet, de stralen daar nog niet voldoende dichtheid bereikt hebben. Dit komt omdat de luchtkring om de aarde een lensvormig rond doorzichtig lichaam vormt. Het is als het ware een groot brandglas, waarbij de invallende zonnestralen niet dadelijk achter de lens hun volle sterkte hebben, maar pas verder weg, op een afstand die gelijk is aan de halve doorsnede van de periferie, waaruit het bolvormig oppervlak van het brandglas is genomen; maar de stralen komen achter het brandglas steeds dichter naar elkaar toe en krijgen dus een steeds sterkere werking tot ze tenslotte in het brandpunt hun hoogste kracht bereiken. Het brandpunt van de grote luchtlens zou pas in het middelpunt van de aarde vallen, waar echter nooit een zonnestraal doordringt. Desalniettemin wordt de lichtstraal, die op de oppervlakte van deze grote aardlens valt, in deze steeds dichter en werkzamer hoe meer hij de aarde en tegelijkertijd zijn brandpunt nadert. Objecten als bijvoorbeeld de bergen, liggen al meer in het minder dichte deel van de lichtstralen dan de dieper gelegen dalen en vooral de zeegebieden der aarde; de stralen van de ver verwijderde sterren kunnen in de bergen nog geen merkbare dichtheid hebben en dus ook geen invloed op de vegetatie uitoefenen. Met andere woorden: deze lichtstralen vormen op zulke hoogte nog geen specifica. Daarom kunnen de plantensoorten, die deze specifica nodig hebben, op zulke hoogten niet meer gedijen.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Hoe herkent de geest echter wat van hem is? Dat ligt in de eeuwige ordening besloten. Zoals elk grasplant je zijn specificum uit de eindeloze mengeling van specifica precies weet te vinden, nog nauwkeuriger vindt de geest wat hem toebehoort.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De geest op zichzelf, als het oerprincipe van het leven uit Mij, heeft voor zijn voleinding weliswaar niets van de aarde nodig. Maar zijn wezen wat betreft de vorm, dat is de ziel, moet tot op het laatste atoom datgene weer in zich verenigen, wat haar eens uit de volheid van Mijn haar vormende idee werd verleend. Dit gegevene bestaat uit eindeloos veel intelligentiedeeltjes, die vanzelfsprekend bij het sterven van de mens niet in één ogenblik vrij gemaakt kunnen worden. Daar zijn delen van zijn lichaam en specifica, die hij tijdens zijn leven in- en uitgeademd heeft; ook alles wat van zijn lichaam afkomstig is, zijn tranen en andere afscheidingen van het lichaam, zelfs zijn kleding, zijn behuizing; kortom alles wat hij op de een of andere manier met zijn kracht heeft voortgebracht en gedaan, moet mettertijd als het ware als gelouterd, psychisch specificum door de ziel worden opgenomen, opdat de geest dan in zichzelf een totale beschouwing en hierdoor een duidelijke herinnering heeft aan alles, wat er met zijn complete wezen is gebeurd en hoe die hele, lange weg er uitzag, waarlangs hij nu weer in zijn oereerste volkomenheid terug is gekomen.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De al zuiver geworden geesten moeten nog langere tijd in deze regio verblijven om hun psychische specifica op te nemen, of duidelijker gezegd, ze moeten in de derde regio zo lang wachten tot hun lichaam vergaat en via het vergaan in de ziel wordt opgenomen; men moet dit niet als een straf beschouwen maar als een zelfde soort noodzakelijkheid, zoals ook een aards leven een bepaalde tijd moet duren, bij de één korter, bij de ander langer, zodat tijdens deze levensduur de geest de tijd wint om zijn wezen steeds meer te ontwikkelen en zich te manifesteren.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6