Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17 resultaten - Pagina 1 van 2

1 - 2
[5] Ah, bij een zuiver werelds mens, wiens innerlijke leven nog helemaal als het ware levenloos en volledig opgesloten ligt in de dood en wiens gehele denken en willen bestuurd wordt door de hersenen en de uiterlijke zintuigen, kan men haarfijn vaststellen hoe en wat hij denkt, voelt en wil. Maar dat is niet mogelijk bij mensen die hun geheelontwaakte geest gebruiken om te denken, te voelen en te willen vanuit het centrum van hun levensbron, want die mensen hebben reeds deel aan de oneindigheid en slechts door God kan de waarheid die daarachter verscholen ligt doorgrond worden.
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] In mijn hart zie ik dat heel natuurlijk en echt menselijk als volgt: Eeuwen her heeft U Uw ideeën omgevormd tot vaste vormen. Eerst waren die vormen star en stijf, zoals alles wat nu nog voor onze zintuigen geheel levenloos schijnt te zijn. Uit deze grote en schijndode vormen ontwikkelde U van tijdperk tot tijdperk steeds minder harde en meer van zichzelf bewuste levensvormen met meer of minder bewegingsvrijheid en activiteit. Dat alles is en was slechts een voorbereiding en voorproef voor het geheel vrije leven in de daarop uit alle ontwikkelingen ontstane geheel vrije mens, aan wie U, o Heer, de hoofd en basisvorm van Uw eigen fundamentele Wezen gaf.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Het is een arme vader met zijn beide dochters, een arme Jood. Zijn vrouw heeft zich met behulp van een boom, die in het water lag, het naakte leven gered. Maar haar man en de beide dochters, die de in groot gevaar verkerende moeder te hulp kwamen, werden door de steeds sterker wordende watervloed in zee gespoeld, en verdronken in de woeste golven. De zee wierp hen geheel levenloos op de oever en de beide sterke zoons van onze gastheer vonden hen nu dood daar liggen, en hebben hen zoëven hier beneden aan land gebracht.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] DE ROMEIN zei: 'Hoor eens, man, je bent zo ontzettend dom en je ziel is zo levenloos, dat iemand van ons op zo 'n uitspraak - en nog wel waar het volk bij staat! - geen antwoord meer kan geven! Ik heb toch al met heel velen over geestelijke dingen gesproken, maar nog nooit, zelfs niet bij de meest fanatieke heidenen, ben ik zo'n stekeblinde dwaas tegengekomen! Ik als heiden zou wel honderden sprekende bewijzen kunnen geven die het leven van de ziel na het verlaten van het lichaam in het helderste en zekerste licht stellen, - en jij als priester praat dommer dan het slechtste dier zou doen, als het kon spreken!
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maak je daarom een precies tegenovergestelde voorstelling van de eeuwig oneindig grote ruimte; stel je voor dat daarin niet één enkel puntje levenloos en zonder intelligentie is, en dat zelfs datgene wat in jullie ogen dood en volkomen levenloos lijkt te zijn, niet dood en levenloos is, maar door Gods almachtige wil gericht is, zoals jullie dat zelfheel goed kunnen waarnemen bij een hemellichaam of de levenloos lijkende bestanddelen daarvan!
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Wanneer God, die identiek is met de eindeloze ruimte en diens eeuwige tijd, in Zichzelf geheel en al het hoogste en meest volmaakte Leven is, hoe kan dan datgene wat alleen uit Hem voortkomt, dood, levenloos en zonder intelligentie zijn?!
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De zeven Egyptenaren zijn daar een sprekend voorbeeld van. Wie heeft hun bericht dat Ik hier ben? Door die grote en algemene intelligentie werden ze zich daar in zichzelf van bewust, evenals van de weg die hen hierheen bracht. Als de ruimte tussen hier en Opper-Egypte levenloos en zonder intelligentie zou zijn, dan zouden ze ook onmogelijk te weten zijn gekomen wat er hier is en gebeurt.
Hoofdstuk 29: De verhouding tussen de wezens en de universele intelligentie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Maar wanneer dat zo is, kan God er dan iets aan doen als de mensen, die in het bezit zijn van hun volkomen vrije wil, zich van God afkeren en een leven leiden volgens hun wereldse liefde? Of zou God ten gevolge van Zijn liefde, goedheid, wijsheid en macht soms voortdurend al die ellende en nood onder de mensen niet moeten laten bestaan? Luister, als God die niet zou toelaten, dan zou het er onder de mensen al heel gauw nog afgrijselijker uitzien dan nu! Wat zou er in de loop van de tijd van de mensen worden? Niets anders dan een uiterst grof en volkomen geestloos en levenloos onbehouwen werkstuk, net als de heidense afgoden van steen, metaal en hout!'
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Dat kunnen jullie doen krachtens het levende woord, dat Jezus Christus is, ofwel de eeuwige liefde en wijsheid in Mij, waaruit al het goede en ware vloeit. De liefde is je vanaf het allereerste begin gegeven; want zij is het werkelijke leven in jullie, alsmede de macht in Mijn schepselen, die weliswaar ook uit Mijn liefde voortkomt, maar toch niet de liefde zelf is, omdat er in haar geen vrijheid is, maar alleen de uitwerking van de liefde, die echter op zichzelf beschouwd levenloos is, - vandaar dat ook alles wat uit macht voortkomt op zichzelf beschouwd dode stof is, waarvan het leven slechts schijn is, - in werkelijkheid is het echter de dood. (22 maart 1840)
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En er was ook nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond­ of hing ­stil in zijn bedding! Het leek wel of op de aardbodem alles plotseling levenloos was geworden. ..; je zag geen enkele beweging!
Hoofdstuk 15: Maria in de grot. Jozef zoekt te Bethlehem een vroedvrouw. Wondere ervaring van Jozef. Getuigenis van de natuur. Jozef ontmoet een vroedvrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] O Abedam, meer dan heilige God en Vader! Nu hebt U ook het middelpunt van de aarde en de bergen, de zee en alles wat er ook maar enigszins levenloos was, een eeuwig onvergankelijk leven gegeven!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] O bovenal benijdenswaardige steen, kon ik maar zijn zoals jij, waarlijk - al had ik duizend van de meest volkomen levens in me -, dan zou ik die allemaal weggeven voor één atoom van jouw allergelukkigste wezen, vooropgesteld dat je werkelijk zo levenloos en ongevoelig bent als je lijkt te zijn!
Hoofdstuk 127: De trage Enos staat afwijzend tegenover het leven en prijst het niet-zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Een druppel van dat vergif - dat is zoveel is een nog zo kleine en onschadelijk lijkende visite in naam van de wereld in jullie - vergiftigt gemakkelijk de hele gezonde geest. Die wordt daardoor heel zwak en levenloos in jullie ziel, waardoor de ziel dan zeer ontvankelijk wordt voor het aanwakkeren van de hoogmoed en steeds meer begint te zoeken hoe en waar ze de juiste erkenning van haar verhevenheid kan vinden!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Wat betekent trouwens 'doden'? Betekent doden enkel het lichaam levenloos maken of betekent het de geest van zijn hemelse levenskracht beroven? Als enkel het doden van het lichaam van de mens wettelijk wordt beperkt, dan kan daarmee toch onmogelijk het doden van de geest worden bedoeld, want er staat immers geschreven dat elke mens in zekere zin zijn vlees zou moeten doden om zo zijn geest te verlevendigen, zoals ook de Heer Zelf zegt: 'Wie zijn leven, dat wil zeggen het leven van zijn vlees, liefheeft, zal het verliezen; wie het echter om Mijnentwille ontvlucht, hij zal het behouden'.
Hoofdstuk 78: Het vijfde gebod in de vijfde zaal, geestelijk belicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Na deze woorden zijn ze helemaal stil en HET DRIETAL zegt tegen Martinus, Petrus en Johannes: 'Ach, daar heb je het nu! Als jullie dit al van te voren hebben geweten, waarom vroegen jullie ons dan, ons onbedekte gezicht aan hen te laten zien? Nu liggen de arme schepsels hier levenloos voor ons. Wie zal hun nu weer een nieuw leven geven? Kunnen jullie dat soms? Oh, als jullie dat kunnen, wek die arme vrouwen dan weer op, want wij hebben veel medelijden met ze. Ach, hadden wij ons maar niet voor hen onthuld!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2