Jezus Christus, de almachtige God – G.K. Holderer

Jezus Christus, de almachtige God
–  G.K. Holderer –

1.) Het onderwerp laat vermoedelijk bij velen de vraag opkomen, of Jezus Christus wel de zoon Gods is en niet God zelf! De kerken leren het zo. Daarom willen wij ons met deze bewering bezig houden, om aan het einde duidelijk te zien dat Jezus echt God zelf is!

Jezus werd door Maria, de dochter van Joachim en Anna, geboren en dat zonder toedoen van een man. Hier moet ons klaar worden dat wij van Jezus, de mens, spreken. Hij had een normaal lichaam zoals wij allemaal. Maar een mens heeft niet alleen een lichaam, maar ook een ziel en een geestvonk door God gegeven. En juist hier verschilt de mens Jezus van de andere mensen. Terwijl zijn ziel ook zo was als alle andere mensenzielen, was zijn geest – en dat zal zo blijven in alle eeuwigheid – de goddelijke geest hemzelf.

Met welke opgave heeft Jezus op de aarde geleefd?
Hiervoor moeten wij iets verder in het verleden zoeken. In het NT bij de apostel Johannes staat onmiddelbaar in het begin: “in het begin was het woord en het woord was God en woonde onder ons. En de wereld heeft het ( hem ) niet herkend.” Degene die wij niet herkend hebben, was Jezus, in die de goddelijke geest woonde.

Eigenlijk hoort onze ziel bij de geest, maar zij is nog niet weer zo zuiver dat zij met de geestvonk een eenheid kan vormen. Bij de geboorte van de mens heeft de ziel goede maar ook slechte – anders gezegd onvolkomene – eigenschappen. Hier in het aardse leven gaat het erom die nog onrijpe eigenschappen in een noodzakelijke reine toestand te brengen. Alle eigenschappen zoals haat, egoïsme, hoogmoed zijn het die aangesproken zijn. Liefde tot God, de hemelse Vader, naastenliefde, geduld, deemoed zijn de na te streven eigenschappen, die de ziel nodig heeft om weer met haar geest een eenheid te kunnen vormen. Dat was ook zo bij Jezus. Hij vocht in zijn jeugd tot aan het begin van de verkondiging van zijn leer met de zuivering van zijn ziel, die hij ook bereikte. Dat noemen wij ook de wedergeboorte van de geest in de ziel. Eerst wanneer de slechte eigenschappen uit de ziel weggehaald zijn, kan de verbinding met haar geest worden voltrokken.

Bij Jezus was dit bijzonder belangrijk, want zijn geest was niet zoals bij ons mensen een van God gegeven geestvonk maar het was de goddelijke geest zelf. Zijn gedemonstreerde “wonderen” leggen getuigenis hiervoor af. Geen enkel mens is in staat deze wonderen met een enkel woord uit te voeren zoals Jezus het deed. Zijn geest volbrachte deze wonderen, zijn geest die met zijn ziel verbonden was.

Jezus leerde de mensen dat het in het aardse leven niet om macht en geld gaat, maar dat het aardse leven een tijd van voorbereiding is voor een daarop volgend leven in de geest. Wij weten van de Bijbel dat God Geest is en wij zullen na dit materieel leven van voorbereiding in zijn geestelijk rijk leven.

2.) Waarom kwam God als mens Jezus op onze aarde?

De mensen werden oorspronkelijk van God als geestwezens geschapen maar niet als materiele wezens. Maar dat ligt ontelbare tijden terug. Na het afvallen van een gedeelte van de geestwezens onder leiding van Luzifer (ook Satana genoemd), besloot de liefde in God om al deze wezens een mogelijkheid te geven om terug te keren in hun vroegere sfeer, het geestelijke rijk Gods. Want na de afscheiding van God hadden zij geen toegang meer tot de goddelijke energie van de liefde, wat betekende, dat zij allemaal de eeuwige dood tegemoet liepen.

De liefde in God was de initiatiefnemer en had allen wezens het leven gegeven. De liefde Gods is met andere woorden de Vader van allen geschapen wezens en de liefde voelde zich ook verantwoordelijk deze voor hun ondergang te redden. Het voorbeeld van de ‘verloren zoon’ is hiervoor kenmerkend. Als je bedenkt dat de Godheid het gehele universum tot in alle eeuwigheid inneemt en dat plaatselijk als ook tijdelijk, dan zien wij ook, dat alle van God geschapen wezens in de Godheid zelf leven en wonen. Zouden deze afvalligen sterven, dan zou dat betekenen dat een gedeelte van God de dood zou vinden. En dat is absoluut onmogelijk! Daarom moest de liefde van God als de initiatiefnemer een weg vinden om de afvalligen terug te leiden.

De weg terug kon niet direct binnen het geestelijke rijk plaatsvinden, maar er moest eerst een “tussenstation”, namelijk een materieel levensbereik, geschapen worden. Daarom leven wij mensen, waarvan de meesten tot de afvalligen horen, op deze materiele aarde. Hier hebben wij de mogelijkheid om onze slechte eigenschappen af te leggen.

Adam en Eva, de eerste mensen met een geestvonk Gods, faalden bij hun opdracht gehoorzaam tegenover God te zijn om hun slechte eigenschappen te verbeteren. Nu was het nog steeds niet mogelijk in de hemel, de hoogste sfeer van het geestelijke rijk terug te komen.

De liefde van God, die onze Vader is, besloot daarom zelf als een materieel mens naar de aarde te gaan om de opgave van de zuivering van de ziel te volbrengen. Dat lukte de mens Jezus ook! Zo werd het bewijs gegeven, dat bij ieder mens zijn oorspronkelijk onreine ziel weer volledig kon gezuiverd worden en er weer toegang tot de hemel bestond. Maar hiermee was het nog niet genoeg. Jezus naam de volle deemoed aan en lied zich aan het kruis doden, hoewel hij de macht had al zijn tegenstanders te vernietigen.

Laat ons herinneren, dat alle mensen, dus alle van de liefde geschapen wezens in het geestelijke rijk terug geleid moeten worden. Niemand mag verloren gaan, ook niet de beulsknechten die hem de dood brachten. Door deze ongelooflijke daad heeft Jezus Luzifer voor altijd overwonnen en heeft de – hoe wij het noemen – de oerzonde, dat is de afval van Luzifer van de liefde Gods, op zich genomen en overwonnen.

3.) Waar gaan de mensen naartoe na hun lichamelijke sterven?

Jezus heeft een keer gezegd: “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen.” Het huis Gods is het gehele geestelijke rijk. De hemel daarin is de hoogste sfeer van reinheid en daar is ook de hemelse stad Jeruzalem, de woonplaats van de goddelijke Liefde, dus van Jezus! Het tegengestelde van de hemel is de hel. Mensen die nog hun slechte eigenschappen hebben, omdat zij deze in het aardse leven niet wilden veranderen, zullen zich in de hel tegen komen. Maar dat betekent niet dat zij daar voor altijd moeten blijven, maar wel zolang zij hun eigenschappen niet willen veranderen, verbeteren. Er is geen algemeen of individueel oordeel door God nodig om de mensen te veroordelen, waar naartoe zij na hun overlijden in het geestelijke rijk moeten gaan, want dat is al in de eeuwige orde Gods vastgelegd. De daar aankomende mens wil conform zijn aard van de ziel daar naartoe, waar hij gelijkgezinde mensen vind. Heeft hij een zuivere of tenminste merendeels zuivere ziel, dan zal hij direct in een hogere sfeer, als b.v. het paradijs, door een engel geleid worden. Ook daar is het nog noodzakelijk om verder te leren, voordat men de hoogste stap naar de hemel aankan.

Het leren, dat wij zoals God ook geest zijn en daarom ons ‘zijn’ moeten gestalten, kan met het materiele lichaam op aarde beduidend rapper gebeuren dan in het geestelijke rijk. Hier op de aarde kunnen wij ons door de vele verschillende indrukken van de buitenwereld relatief snel aanpassen en veranderen. Tegenovergesteld – bevinden wij ons al in de geestelijke sfeer, waar wij geen vleselijk lichaam meer hebben, dan willen wij ook daar blijven, waar de medemensen gelijkgezind zijn zoals wij zelf.

Het verschil in tijd voor een verbetering van de ziel is in het geestelijke rijk zeker honderd tot duizend keer langer dan op de aarde. Wie hier op aarde te gemakzuchtig is, zal daardoor op een enorme omweg terecht komen om aan de overkant eens gelukkig te worden, en daar zijn nog niet het verdriet en de pijn genoemd die degene moet doorstaan om een verbetering te bereiken.

Spreken wij nu van Jezus Christus, dan is dit de mensenzoon, die ook zijn discipelen broers noemde. De innerlijke geest van de mens Jezus is de levende God zelf. Na zijn opstanding was zijn lichaam en zijn ziel, die beide menselijk waren, in zijn geest herboren. Vanuit de menselijke Christus is nu de Liefde van God te voorschijn gekomen, die onze hemelse Vader is. Wij zijn zijn kinderen, goddelijke kinderen! Met dit weten zou het toch mogelijk zijn voor ons het tijdelijke leven op de aarde zo te gestalten dat wij ons tijdens de overgang in het eeuwige zijn kunnen verheugen!

==================

G.K. Holderer, maart 2018.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *