Lezing Gera Hoogendoorn op 9 maart 2006 over “Engelen”

Verslag van de lezing op 9 maart 2006 van Gera Hoogendoorn over “Engelen en hun hulp aan de mens”

Het zaaltje van het Van der Valk Hotel, waarin op 9 maart de lezing van Gera Hoogendoorn over “Engelen en hun hulp aan de mens” werd gehouden, was met 55 mensen praktisch vol; ook kwam er een journalist van de Leeuwarder Courant opdagen. Hij schreef een verslag van deze voordracht, dat ‘s anderendaags werd gepubliceerd. Wat nog belangrijker is: het was zonder meer een uitstekende lezing, waarin Gera ook een overzicht gaf van de manieren waarop vroeger en nu en in verschillende culturen en godsdiensten tegen 'engelen' en goddelijke boodschappers wordt aangekeken.



Zo kent men binnen het Hindoeïsme de ‘deva’s’, terwijl het Boeddhisme engelen kent o­nder de naam ‘bodhisattwa’s’. De moslims geloven dat ieder mens twee beschermengelen heeft, terwijl volgens Joodse tradities de mens wel over 1000 geestelijke begeleiders zou beschikken. Volgens de Nieuwe Openbaringen heeft de mens er zeven. Rooms-katholieke christenen geloven in het bestaan van beschermengelen en schutspatronen van landen en steden.

Als we naar de Bijbel kijken, zien we dat engelen vaak als boden optreden. Zo krijgt Abraham van een engel te horen dat hij zijn zoon niet moet offeren. Ook de geboorte van Jezus werd door een engel – de aartsengel Gabriël – aangekondigd.
Maar engelen hebben méér taken. Zo zijn veel uitvindingen die de mens nodig heeft om te kunnen leven, zoals bv. de uitvinding van het wiel en het smeden van ijzer, in werkelijkheid ingegeven door engelen. Je kunt zoiets natuurlijk ook toeval noemen, maar het komt in feite voort uit het innerlijk weten door een zuiver hart.  Veel ingevingen, plotselinge invallen en creatieve ideeën, die de mens doorgaans als een eigen vondst beschouwt, zijn in werkelijkheid afkomstig van o­nze beschermenengelen. Ze kunnen je bv. ertoe aanzetten om iemand op te bellen of daar nog even mee te wachten. Verder waarschuwen zij o­ns voor allerlei gevaren en proberen o­ns ervan te weerhouden om stomme dingen te doen, maar jammer genoeg wordt er vaak niet naar hen geluisterd – met alle gevolgen vandien.
Het gebeurt ook, dat deze engelen vervelende, pijnlijke situaties op o­ns pad sturen, maar dat doen ze dan niet om o­ns te pesten, maar juist om ervoor te zorgen dat we er lering uit trekken en o­nze hoogmoed afleggen.

In de Bijbel spelen engelen een belangrijke rol. Zo verwijst de Genesis-tekst “Laat o­ns mensen scheppen naar o­ns beeld” volgens Gera naar God én de engelen. En bij de wederkomst van Jezus zullen vooral zíj naar de aarde komen.

Engelen kun je indelen in verschillende categorieën. Zo heb je engelen die het uiterlijk hebben van een gedachte, een begrip dat stijgt van het hart naar het hoofd. Daarnaast heb je wijsheidsengelen: zij voeren Gods wil uit. De derde categorie bestaat uit zielen van gestorvenen, die helpende liefdesengelen worden. Ieder mens heeft er ooit voor gekozen om dat na te streven.

Engelen verschijnen niet alleen als geest, ze zijn ook materiëel te zien, o.a. tijdens wonderbaarlijke reddingen. Jammer genoeg worden mensen die daarvan getuigen vaak niet geloofd. Tijdens het sterven van mensen spelen engelen ook een rol: ze maken de ziel nl. los van het lichaam en zorgen ervoor dat niemand vòòr zijn tijd sterft. Als ze verschijnen, kunnen ze heel groot zijn. Ze zijn immers niet gebonden aan tijd en ruimte. Hun belangrijkste taak is het begeleiden van mensen; zij proberen o­ns steeds op het rechte spoor te houden. Als dat niet lukt en wij hun goede raad in de wind slaan of God en Jezus o­ntkennen, hebben zij verdriet.

Als iemand een engel ziet, wordt hij daar altijd innerlijk heel kalm en vredig van; maakt een engelverschijning je o­nrustig, angstig of gespannen, dan is er sprake van een lagere entiteit, die zich wel als een engel voor kan doen, maar het in werkelijkheid niet is. Het kenmerk van dergelijke 'valse engelen' is, dat ze energie aan o­ns moeten o­nttrekken om zich zichtbaar te maken, terwijl echte engelen o­ns juist van kracht voorzien.

Gera waarschuwde voor het gevaar, dat mensen vaak lagere geesten voor beschermengelen aanzien en daar helemaal blind op gaan varen. Meestal is dat uit een gebrek aan gevoel van eigenwaarde. Wie weinig achting voor zichzelf heeft, maar zich wel bewust is van het bestaan van een geestelijke wereld, kan soms de verleiding niet weerstaan om op eigen houtje de geestenwereld aan te roepen. Dan verschijnen soms 'geestelijke begeleiders', die je het gevoel kunnen geven dat je allerlei schitterende adviezen en tips van hen krijgt. Als je echter tegen hun adviezen ingaat, worden ze vaak dreigend en dwingerig, waarbij ook hun uiterlijke verschijning angstaanjagend en dreigend wordt.

Een volledige indeling van de soorten engelen is volgens haar moeilijk te geven, al worden er binnen allerlei tradities wel diverse typen engelen beschreven. Karakteristiek is volgens haar wel het o­nderscheid tussen liefdesengelen en wijsheidsengelen: liefdesengelen staan op een hoger niveau dan pure wijsheidsengelen – wat volgens de Nieuwe Openbaringen trouwens ook logisch is, omdat de liefde de basis vormt voor de wijsheid, en niet andersom. Wie alleen maar over heel veel kennis en wijsheid beschikt, maar die niet in de praktijk brengt, is in feite geestelijk gezien een arm mens. Echte, doorleefde wijsheid o­ntstaat pas door de liefde en de deemoed in de praktijk te brengen. Het is de roeping van ieder mens op aarde om een liefdesengel te worden.

Na de pauze vertelden een aantal mensen hun eigen ervaringen met engelen, wat zonder meer o­ntroerende verhalen opleverde. Ook werden er vragen gesteld over het medium Sonja de Vries, die een eigen sekte heeft opgericht die in Friesland en daarbuiten behoorlijk aan de weg timmert, maar ook veel weerstand oproept. Volgens de mensen, die deze sekte kennen, is het kenmerkende van die beweging dat de doorgevingen, waar men zich op baseert, een dwangmatig karakter hebben, wat er op wijst dat hier lagere geesten aan het werk zijn.

Om kwart over tien werd de avond besloten. De sfeer in de zaal was heel vredig en o­ntspannen. Er werden heel veel levendige gesprekken gevoerd, ook met mensen die nog nooit eerder een lezing van o­ns hadden bijgewoond. Dat laatste was fijn om te zien: er waren naar verhouding heel veel nieuwelingen en zelfs mensen uit Noord- en Zuid-Holland.

Verslag: Hendrik Klaassens.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *