Lezing Günther Holderer op 13 mei 2004 over “De Wederkomst van Christus”

“De Wederkomst van Christus”
Tekst lezing Günther Holderer op 13 mei 2004 voor Stichting Lorberlezingen

1. Waarom een wederkomst?
Dit onderwerp zou bijzonder actueel moeten zijn en het zou in deze tijd iedereen moeten interesseren, omdat de in de bijbel voorspelde eindtijd al begonnen is. Het is de tijd die aan de wederkomst van Jezus Christus voorafgaat. Deze eindtijd hoeft niet als een schrikbeeld te worden beschouwd, maar wel als een wonderbaarlijke genadegave van de Heer, die het o­ns mensen mogelijk maakt om o­ns uit de zuigkracht van de dood te bevrijden.
Velen zouden nu kunnen vragen: waarvan zullen wij dan eigenlijk worden bevrijd? Wij o­ntdekken toch steeds meer. Onze wetenschappers werken op alle gebieden met succes en zelfs het kunstmatige klonen zal binnenkort mogelijk zijn!



Degenen, die op die manier argumenten naar voren brengen, hebben echter vergeten, dat het leven in ons materiële lichaam niet als doel op zich gegeven is. Er bestaat geen leven, dat op aarde begint en ook daar eindigt. Wil iemand de waarheid verloochenen, die toch voor iedereen b.v. door de bijbel toegankelijk is, dan sluit hij weliswaar zijn innerlijk af voor de belangrijkste bron die wij hebben; deze geeft o­ns het inzicht in de werkelijkheid, het inzicht over de ware betekenis van het leven op de aarde en over het daarop volgende leven in het geestelijke rijk. Het is ook haast noodlottig om te wachten tot je overlijdt, om dan te zien wat er zal gebeuren. Juist daarom leven wij op aarde, om het oerkwade in ons te verminderen en te veranderen. Deze oerboze eigenschappen zitten vooral in o­ns materiële lichaam, maar ook gedeeltelijk in de ziel. De ziel, die het centrum van de mens is, moet worden gezuiverd. Dat is onze opgave in het leven! Niets meer! Daarvoor hebben wij de geest – niet te verwarren met het verstand – die o­nze ziel vertelt wat juist en wat verkeerd is. Ook o­nze beschermengelen en Jezus Zelf geven ons aanwijzingen over de juiste weg. Deze aanwijzingen worden ons op een liefdevolle manier in onze ziel gelegd. Maar nu ligt het aan de mens zelf om deze aan te nemen of terzijde te schuiven. Ieder mens mag zijn vrijheid t.a.v. de eigen beslissingen behouden. Niemand wordt gedwongen de geestelijke aanwijzingen te volgen. Alleen daardoor leren wij en kunnen uiteindelijk datgene worden, waartoe wij zijn voorbestemd: een Godskind te worden door o­nze eigen vrije wil.
Maar juist in de vrijheid van de beslissing, in de vrijheid te doen en te laten wat je wilt, ligt het gevaar van uitglijden. Velen zien alleen het uiterlijke vermaak in het dagelijkse leven.
Door de uitvinding van de communicatiesystemen en daarvan vooral de televisie en het internet worden de mensen zo sterk beïnvloed en tot consumptie geprikkeld, dat menigeen, die niet meedoet, zich achtergesteld en alleen gelaten voelt. Deze machtige beïnvloeding, die de mens allerlei soorten vermaak als een na te streven waarde voorspiegelt, had tot gevolg dat velen in hun leven plezier en afleiding najagen. Daardoor wordt het ware zijn, de ware opgave, niet alleen weggeduwd, maar deze raakt zelfs volkomen in de vergetelheid.

Deze toestand, die in onze dagen bijzonder erg is, wordt door God, onze hemelse Vader, niet goedgekeurd. Uiteindelijk heeft Hij de mensen voor een eeuwig leven in Hem en met Hem geschapen, maar niet opdat de mens zijn goddelijk leven weggooit en dat ook nog, voordat het echt zal beginnen! Hijzelf heeft in Jezus Christus op aarde de overgang naar het eeuwige leven voorbereid, zodat nu alle mensen de oerzonde hebben overwonnen en Zijn weg kunnen navolgen. Het blijft echter zo, dat ieder mens de waarheid van het leven op basis van Jezus´ overwinning door eigen vrije beslissing moet aannemen en toepassen. Daarvoor staat o­ns veel hulp tot onze beschikking.
Uit liefde voor de mensen – en dat moet ons echt duidelijk zijn – heeft God zijn leven helemaal aan ons mensen gewijd – dus uit liefde voor de mens zet God zijn genade in, om de levensbasis van de mens te vernieuwen, opdat de wil tot het geestelijke inzicht in o­ns overwint. Dat zal in het toekomstige vrederijk gerealiseerd zijn.

2. De toestand van de hedendaagse generatie

Nadat wij eerst de algemene situatie bekeken hebben, willen we nu iets dieper ingaan op het doen en laten van de mens. Het uitgangspunt blijft God als de schepper, die met het scheppen van de mens ook diens geestelijke eigenschappen bepaald heeft. Daarom is het ook niet moeilijk om in te zien, dat deze eigenschappen van Hem zelf zijn, want Hij is het uitgangspunt van al het leven.
Ons leven op aarde, dat in de materie plaats vindt, heeft deze goddelijke eigenschappen totaal naar de achtergrond geduwd. Het begon al met Adam en Eva, die het gebod tot gehoorzaamheid niet opvolgden. Wij mensen slaan vrijwel nooit acht op het feit, dat wij juist hier dat ontwikkelingsleven hebben om deze goddelijke eigenschappen in ons weer tot leven te wekken.
In de brief van Paulus aan de Romeinen lezen wij in hoofdstuk 8: “Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de geest is leven en vrede. Daarom is de gezindheid van het vlees vijandig tegenover God.”
Jezus is ons 2000 jaren geleden voorgegaan hoe wij ons leven moeten regelen om goed voorbereid te zijn voor de overgang naar het geestelijke rijk en vandaar naar de hemel. Ook al leeft een kleine minderheid volgens de regels, dan mogen wij toch niet over het hoofd zien, dat in de tussentijd tot heden de mensheid steeds meer afstand heeft genomen van Jezus en Zijn belangrijke aanwijzingen voor het leven. Het gaat zeker niet te ver, als je van een chaotisch en kwaadaardig leven spreekt.

Laat ons deze hedendaagse toestand iets intensiever bekijken aan de hand van voorbeelden:
 -Politiek: de partijen strijden niet alleen vóór een verkiezing tegen elkaar, maar doen het constant. Zij werken meer aan het beschadigen van leden van andere partijen dan aan het overbrengen van positieve richtlijnen van de eigen politiek aan de bevolking. Ook vertragen de oppositiepartijen met alle middelen nieuwe plannen van de regering, zelfs als deze goed zijn en dat gebeurt vaak genoeg ten nadele van de bevolking. Maar dat wordt gedaan om zo de eigen heerszucht te bevredigen. Heerszucht en hoogmoed zijn geen goede raadgevers bij de leiding van een volk.
-Bedrijfsleven, industrie en banken: wie tegenwoordig in één van deze branches werkt, weet dat de strijd op de werkplaats erg grof is en vaak niet met faire middelen wordt uitgevochten. Eén van de redenen hiervoor is b.v. de o­ntwikkeling van machines. Eerst wordt er alles aan gedaan om computergestuurde automaten te ontwikkelen die ervoor zorgen dat veel werkkrachten kunnen worden bezuinigd. Later zijn dezelfde mensen erover verbaasd, dat ze opeens zelf worden ontslagen. Zoiets kan de naastenliefde, die toch ook op de werkplaats zou moeten worden uitgeoefend, niet bevorderen. Het bestuur denkt alleen aan de winst. Daarvoor wordt soms de concurrentie opgekocht. Als je daardoor weer te veel werkkrachten hebt, is dat geen probleem, omdat je weer een aantal kunt ontslaan. De zucht naar geld is als een reus. Denk eens aan een Duitse onderneming, waar het bestuur door het afstaan van een eigen product aan een andere onderneming een premie van tot wel 30 miljoen Euro in eigen zak liet verdwijnen. Werknemers werden ontslagen, maar de eigen kas is in orde.
-Sport: in veel takken van sport wordt aan doping gedaan, met het doel om op het erepodium te komen. De heerszucht, het gevoel van macht en het egoïsme kennen geen grenzen, ook niet door het gevaar, het eigen lichaam te beschadigen. En wat moet je denken van hele teams, die huilen al ze verliezen maar ook weer huilen als ze winnen? Dat is egoïsme in de hoogste vorm! Begrip voor de medesporter of zelfs naastenliefde zijn voor hen vreemde woorden. Denk ook aan de geldpremies, die echt waanzinnige hoogten bereiken. Vele sporters komen niet eens meer aan de start zonder een startpremie te krijgen.
-Familie: Maar niet alleen buiten de familie vindt dat kwaadaardige leven plaats; het gebeurt ook binnen de familie. De door de natuur gegeven plichten en taken wil niemand meer uitvoeren. De baby’s worden in een crèche o­ndergebracht om het eigen egoïsme te kunnen botvieren. Dat wordt dan een carrière genoemd. Men sluit de ogen voor het feit, dat het eigen kind – als je überhaupt nog een kind wilt hebben – zonder liefde zal en moet opgroeien. Hoe zal het kind leren, dat God de hemelse Vader is? In plaats daarvan leert het des te sneller om zich te verdedigen en door te zetten, het egoïsme te vestigen en dat gebeurt zeker niet met christelijke middelen!

Deze voorbeelden zullen genoeg zijn om je te realiseren, dat deze wijze van handelen al zo gewoon geworden is, dat je niet eens meer opmerkt hoe fout je het leven aanpakt. Dan hebben we het nog niet eens over drugs, pornografie en euthanasie. Paulus heeft gelijk als hij zegt, dat deze manier van leven tot de dood leidt.

3. Verandering

In het derde hoofdstuk van Jesaja staat: “Voorwaar, zie, de Here neemt steun van brood en steun van water uit Jeruzalem en Juda weg!” Deze uitspraak is helemaal bedoeld voor o­ns en ook voor onze tijd, want met Juda worden de christenen als familie van Israël bedoeld. Het brood, waarover de Heer spreekt, is de liefde en het erbarmen van God voor zijn mensen, en het water is de wijsheid, waarmee God het erbarmen toepast, dus voor o­ns zorgt. Het wegnemen van brood en water, van het zo dringend benodigde erbarmen, zal grote gevolgen hebben. Het wegnemen van deze voorraad wil zeggen, dat God o­ns zijn erbarmen altijd in overvloed heeft gegeven, maar de mensen verachten het. Zij interesseren zich niet voor de goddelijke liefde! Zij hebben alleen interesse voor het uiterlijk zichtbare, voor plezier, lust en afleiding, maar dat is geestelijk gezien vuil en heeft de dood tot gevolg. Liefde en erbarmen worden door grofheid, egoïsme en heerszucht vervangen en de wijsheid door verstandelijk denken.
God zal natuurlijk altijd liefdevol en barmhartig blijven, maar wie iets ervan wil krijgen, die moet vanaf nu naar Hem toe komen en erom vragen, erom bidden. Dat vraagt op zijn beurt om van Hem te houden. Hij laat toe, dat de mensen van het aangereikte brood en het water afstand mogen nemen. Vergeet niet, dat de mens zijn vrijheid van doen en laten moet behouden. Iedereen heeft door het geweten de juiste kennis in zich. onze eigenwijze manier van handelen heeft o­ns zo diep laten zinken, heeft o­ns in zo’n diepe duisternis geplaatst, dat wij Zijn licht vanuit de liefde niet meer kunnen zien. Als de mens nu niet op het erbarmen, dat God ons in Zijn liefde wil geven, reageert, dan bestaat echter nog Zijn ernst, die in het Oude Testament als Zijn heilige toorn beschreven staat. De hemelse Vader laat o­ns nooit verloren gaan, maar zijn wijze van leiding geven kan tijdelijk veranderen!
Het noodzakelijke ingrijpen heeft Jezus aan zijn discipelen voorspeld en wij worden ook bij Jakob Lorber in alle duidelijkheid daarop gewezen. De tweede zondvloed, die Jezus bedoelt en die een gedeelte van deze strengere maar genadevolle leiding vormt, zal niet nog eens door water gebeuren, maar door vuur. Het zal in minder dan 2000 jaren de mensen treffen, gerekend vanaf Zijn tijd op aarde. Wel, dat is nu!
Bij het woord `vuur` denkt men o­nwillekeurig aan brand van het eigen huis of aan een bosbrand. Dat is zeker juist. Maar er bestaat ook een geestelijk vuur. Zonder het levensvuur zouden wij echt niet kunnen leven. Wij zijn afkomstig van de goddelijke liefde; deze is de hoogst mogelijke energie, het heftigste vuur. Als de Heer dat vuur bij ons iets sterker dan gewoon toepast, dan zullen wij in vuur en vlam staan. Sommigen zullen van liefde en vreugde haast niet meer kunnen ademen, omdat hun liefde immens omhoog zal gaan, terwijl het voor anderen de vuurdood kan zijn. Hierbij mogen we bedenken, dat de eerste zondvloed van het water alleen het lichaam weggenomen heeft, terwijl de tweede zondvloed van het vuur lichaam én ziel zal beïnvloeden. “Wie heeft, zal gegeven worden, maar wie niet heeft, zal genomen worden, ook wat hij nog heeft.” Plaatsen we het woord ´liefde` daar tussenin, dan zien wij in alle helderheid wat de zondvloed van het vuur zal veroorzaken
De tijd van het geestelijke vuur is nu al aangebroken! Niet voor niets duiken er steeds meer broeders en zusters op, die de innerlijke stem horen. De komst van Jezus en de liefde voor Hem laat hen innerlijk wakker worden. Zij zijn daardoor nog geen betere mensen geworden, want alle dagelijkse moeilijkheden overkomen hen nog steeds, maar het contact met Jezus en met de beschermengelen is tot stand gebracht. Zij zullen nu de leiding overnemen en mededelingen geven, die tot steeds duidelijker inzichten bij de mensen zullen leiden. Zij zijn het, die blij zijn over het versterkte liefdesvuur.

Jezus toont steeds weer aan, dat het goddelijke rijk niet uiterlijk zal verschijnen op aarde, maar dat het binnen de mens moet worden opgebouwd, en dat geldt voor iedereen individueel. Als wij dat aanvaarden, dan zal ook het uiterlijke leven op aarde er door onze eigen aangepaste manier van leven mooier uit gaan zien, omdat wij liefdevoller met al het leven omgaan – met dieren, planten, de hele natuur. 
Daarop slaan ook Zijn woorden: “Jullie moeten niet denken, dat deze natuurlijke aarde zal verdwijnen en in een nieuwe zal worden veranderd: alleen de mensen worden door een complete opname van de goddelijke waarheid in hun harten als ware broeders en zusters, en zullen in Mijn naam een nieuwe geestelijke aarde scheppen.”
Het `teken van de mensenzoon aan de hemel` en `zij zullen de mensenzoon in de wolken van de hemel met grote kracht en heerlijkheid zien` zijn uitspraken van Jezus, die ons er op wijzen, dat Zijn wederkomst aan iedereen als een openbare kennisgeving van zijn evangelie gegeven wordt. Het woord ´hemel` moet als een symbool worden opgevat. Omdat de hemel alleen in het innerlijk van de mens kan worden opgebouwd, betekent het, dat wij Hem door Zijn eeuwig waar woord in onze ziel zullen zien. Het aannemen van Zijn woord en het vasthouden zal dan onze opgave zijn. In de ´Huishouding van God` staat, dat dit Zijn zesde wederkomst op aarde zal worden, die eigenlijk sinds enkele jaren al plaats vindt. Degenen, die Jezus bijzonder sterk liefhebben, zullen Hem nu al kunnen zien, ofwel in een droom, ofwel in een visioen, of zelfs in een natuurlijke gestalte.
In deze zesde wederkomst, die nu in het hart van de mensen plaats vindt, is Jezus Christus het vrederijk aan het voorbereiden, zoals Hij 2000 jaren geleden de brug tussen de materiële wereld en het geestelijke rijk gebouwd heeft. Ook nu ligt het weer aan o­ns om Zijn voorbereidend werk aan te nemen en in het leven toe te passen.

Wij komen nu terug op het vorige punt: degenen, die niets hadden: wat zal er met hen gebeuren?
Allereerst worden door deze innerlijke wederkomst van Jezus – de werken van Jakob Lorber horen hier b.v. ook bij – steeds meer mensen door het licht van de opgaande waarheidszon gegrepen en verlicht, tot zij zelf tot vijanden van de leugen worden.
Degenen, die desondanks niets van God willen weten, hebben geen vuur in zich, dat aangewakkerd kan worden. Daardoor zal het goddelijke vuur als een toornvuur werken. Maar de gevolgen gebeuren niet door God, maar worden veroorzaakt door hun eigen negatieve geest van heerszucht, die geen liefde duldt. Deze mensen hebben hun vermogen om een kind van God te worden, voorlopig verloren. Om hen niet helemaal geestelijk dood te laten gaan –veroorzaakt door hun keuze voor een eenzijdig materieel leven – moeten ze door hetzelfde goddelijke liefdesvuur gered worden. Omdat God nooit een leven zal doden, zullen deze mensen in een ander leven overgeplaatst worden, dat echter niet de vrijheid vanuit de liefde kent, maar zij zullen in een ondergeschikt leven komen onder leiding van de wijsheid. Daarvoor bestaan o­neindig vele zonnen met hun planeten. Daar krijgen ze een nieuwe kans om te begrijpen hoe goed de hemelse Vader eigenlijk is! Wij weten, dat een leven o­nder leiding van de wijsheid duizenden jaren zal duren en zich enkele keren kan herhalen.
Maar vergeet niet, dat in extreme gevallen bij een bijzonder boze instelling t.o.v. het leven, zo´n mens helemaal in zijn zielenpartikelen kan worden opgelost, om dan de weg van de natuurzielenontwikkeling opnieuw te moeten volbrengen.
Verder zullen mensen, die alleen voor hun pleziertjes hebben geleefd en dan op een dag overlijden, aan gene zijde niet in staat zijn om naar de aanwijzingen, die door hun beschermengelen gegeven worden, te luisteren en deze op te volgen. Zij zullen in het geestelijke rijk daar naartoe gaan, waar zij door hun begeerten naartoe gedreven worden. Vaak genoeg is dat de hel! In het boek de “Geestelijke Zon” wordt hierover uitgebreid opheldering gegeven.

Tegen Robert Blum zegt Jezus: “Er bestaan mensen, die rechtstreeks door Mij zijn geschapen, maar er zijn ook anderen, die indirect uit Mij zijn voortgekomen. Zij, die rechtstreeks door Mij zijn geschapen, zijn de eigenlijke Godskinderen, in wier harten dan ook de reine Godsliefde woont en van daaruit het ware inzicht in God. De indirect geschapenen zijn kinderen van de wereld, verwekt door Satan. Maar deze laatstgenoemden zijn ook geroepen tot het ware inzicht en de ware, reine liefde; want Ik heb het werk van de grote verlossing in eerste instantie voor hen volbracht.“ Dat is toch een mededeling, die echt troost geeft.
Maar wij komen nu terug op de tweede zondvloed: Jezus zegt tegen Zijn discipelen, dat niet alleen een geestelijk vuur, maar ook een natuurlijk vuur zal uitbreken.
“Maar er zullen ook vele plaatsen door een natuurlijk vuur verwoest worden!” Jezus wijst erop, dat de mensen de bodemrijkdommen, b.v. kolen, olie en aardgas, vanuit een overdreven zucht naar winst uit de diepte van de aarde zullen halen. Dat is één van de oorzaken van het natuurlijke vuur. Verder horen wij dat diegenen, die in grote steden wonen, het meest zullen lijden, omdat zich daar veel gassen ophopen, die explosies zullen veroorzaken.
Verder staat in het boekje “De Wederkomst van Christus” in het hoofdstuk “Een ontwikkelingsbeeld der mensheid”:
“Maar eer dat zal geschieden, (hier wordt het leven in het vrederijk bedoeld) zal ook de natuurlijke aarde geweldige veranderingen o­ndergaan. Grote landen en rijken, die nu nog door de grote en diepe zee worden bedekt, worden als het meest vruchtbare land omhoog getild en vele nu nog zeer hoge bergen worden verlaagd.”

4. Eigenschappen en de overwinning ervan

De Amerikaan Rick Joyner had een droomvisie, die hij in zijn boek “De laatste strijd” heeft beschreven. Deze werd – zoals het normaliter bij doorgaven vanuit het geestelijke rijk gebeurt – gegeven in de vorm van een analogie; dat is een overeenstemming met onze begrippen. Je kunt daaruit uitstekend beseffen, waarom en hoe wij mensen vervallen zijn tot de boze eigenschappen. Maar toch, altijd staat een weg open om de negatieve eigenschappen van ons af te schudden. De geestelijke leiding in deze visie heeft de wijsheid van de hemelse Vader, dus niet de liefde. Maar toch wijst de wijsheid vaker op de liefde.
Joyner zag een reusachtig leger op een vlakte, die op zijn beurt in veel kleine en ook grote divisies ingedeeld was. De militairen waren mannen, vrouwen en kinderen van elke leeftijd. Als je dichterbij kwam, kon je zien dat elke divisie op een verschillende manier vocht. Op de nek van de mensen zaten geesten, die zoals ruiters hun mensen dirigeerden. Elke divisie had andere geesten als ruiters. Iedere ruitergeest stelde een ander negatieve eigenschap voor: trots, kwaadsprekerij, jaloezie, depressie, afgunst, haat en nog veel meer. Er waren ook divisies waar meer dan een geest op de nek van de mensen zat. Zij schoten met pijlen op iedereen die niet bij hen hoorde.
Maar er waren ook sommigen, die zich konden bevrijden en naar de dichtbij gelegen “berg van de waarheid” liepen. o­nderweg werden zij nog door vele pijlen getroffen, maar zij krabbelden hoger en hoger zonder op hun wonden te letten. Hoe hoger zij klommen des te minder werden ze verwondt. Boven op de berg werden zij door de goddelijke liefde en de wijsheid gesterkt. Daarna waren er velen van hen weer bereid naar beneden te gaan om op het slagveld medemensen te bevrijden, die aan de verkeerde kant aan het vechten waren. Maar het gebeurde, dat verschillende van de teruggekeerde strijders op eigen risico begonnen te werken, omdat ze zich nu zo sterk voelden. Juist daardoor kwamen zij echter in een hinderlaag. Wat wil dat zeggen? Zij waren trots geworden op de hulp, die zij anderen hadden gegeven, en daarmee trots op zichzelf en veronderstelden, dat de nieuwe kracht uit hen zelf kwam. Kracht zonder liefde maakt trots! Prompt vielen zij ten offer aan deze trots. Ze hadden niet bedacht dat alle kracht voor het leven en voor het overwinnen alleen van God komt. Degenen, die in de liefde en deemoed gebleven waren, waren zich ervan bewust, dat zij uit zichzelf niet krachtig genoeg zouden zijn en zij vertrouwden erop dat God hen naar de juiste plek zou sturen, waar zij in overeenstemming met hun bekwaamheden konden helpen
In het innerlijk van ieder mens vinden dagelijks gevechten plaats en dat hoort in sterke mate bij de eindtijd. Degenen, die op dat slagveld zijn, zijn de hedendaagse mensen, die aan het uiterlijke leven de voorkeur geven. Degenen, die zich konden bevrijden van hun ruiters en op de weg naar de berg van hoop en waarheid waren, zijn op weg naar het vrederijk Door hun vrijwillig terugkeren naar het slagveld zullen ze ook andere medemensen kunnen bevrijden. Maar hun specifieke opgave zullen ze alleen dán inzien en volgen, als ze zich in liefde en deemoed aan Jezus overgeven, die dan de genade geeft om zich met Zijn kracht in te zetten om ze voor opkomende trots te bewaren.

5. Deemoed

Bij dat woord voelen verschillende mensen zich misschien wat in hun gevoel voor eigenwaarde aangetast. Dat is begrijpelijk, omdat je met deemoed vaak niet zo veel kan beginnen. Maar juist deze eigenschap zal in het komende vrederijk een bijzondere rol spelen. Waarom? Dat willen we nu iets sterker belichten.
In de nieuwe bijbelvertaling is “deemoed” door “nederigheid” vervangen. Voor mijn eigen gevoel komt deemoed voort uit een innerlijke sterkte, terwijl nederigheid zwakheid als oorzaak heeft. Het tegendeel van de deemoed is hoogmoed, maar wij kunnen ook ‘trots’ zeggen. Het is de eigenschap, die in het begin Satana van God afvallig maakte. Hoogmoed is ik-betrokken en vraagt om gevecht, om steeds weer te bevestigen dat je de grootste, de eerste bent. Deze eigenschap jaagt o­ns van God weg. En hoe groter de afstand van God is, des te minder horen wij wat God ons graag wil zeggen. Met de afstand groeit ook de donkerheid. Daarin kunnen wij niet meer herkennen waar o­nze weg naartoe leidt.
Een mens, die dan toch voelt, dat Jezus de weg en de waarheid is, zal proberen Hem weer te benaderen. Maar hij zal een behoorlijke tijd moeten nemen om te vragen en te bidden, tot hij een duidelijke leiding waarneemt. Dat ligt aan de nog aanwezige trots, die verhindert in te zien, dat Jezus nog nooit afwezig was, maar dat wij Hem in een verkeerde richting gezocht hadden. Het gevolg zal zijn, dat Jezus uit liefde tot deze persoon de juiste weg zal wijzen, maar vaak op een niet-verwachte wijze, b.v. door hem door een uiterlijk, soms pijnlijk gebeuren erop opmerkzaam te maken, dat een mens geen eigen kracht bezit, dat hij al zijn leven van God heeft gekregen en dat hij daarom helemaal geen reden heeft om trots te zijn. Leg je dan de trots, deze hoogmoed af, dan geef je jouw hele doen en laten over aan de hemelse Vader. Dat is deemoed! Het vertrouwen op Jezus vooronderstelt, dat je o­nonderbroken van Hem houdt, dat je in jouw hart een constante verbinding blijft houden.
Als je dan denkt, `nu heb ik het gehaald´, dan is het ook direct weer over en voorbij. Dat is de terugkeer van de trots. Wij kunnen echt niets zelf volbrengen. Alles o­ntvangen wij uit genade en liefde van God. Maar juist datgene mogen wij met vreugde aannemen. Het is een o­neindige kracht, die wij door Hem ontvangen. Dat is het, wat Jezus bedoelde, toen Hij zei: “Jullie zullen nog grotere wonderen volbrengen dan Ik!” En dat is zeker niet uit onszelf, maar wel uit Hem!
En altijd, als wij de deemoed terzijde schuiven, worden we blind voor het ware licht en dan zal het een behoorlijke tijd duren tot we weer kunnen zien. Daar zal ook een snel berouw niets aan veranderen.
Blijven wij echter in de deemoed, dan kan de Heer o­ns ook door medemensen mededelingen geven, die wij o­nmiddellijk als van Hem afkomstig zullen herkennen, want wij staan in het licht. Laat o­ns niet vergeten, dat wij daardoor een grotere verantwoordelijkheid dragen, omdat wij het woord van Jezus begrijpen en ook zullen uitstralen. Hierop kunnen vele mensen positief reageren. Faal ik, dan zullen anderen daaronder lijden.
Deemoed alleen kun je niet leren, omdat zij andere eigenschappen met zich mee brengt, zoals geduld, innerlijke vrede, Godsliefde en naastenliefde. Maar juist dat is het, wat o­ns in het hedendaagse leven o­ntbreekt. En deze eigenschappen zullen de basis van het nieuwe vrederijk vormen. Daarom spreekt Jezus door Jakob Lorber en ook door andere profeten zo nadrukkelijk over dat o­nderwerp.
 
6. Openbaring

a. Zeven gemeenten: Nadat wij de actuele toestand van de mensen en de noodzakelijkheid van het goddelijke ingrijpen bekeken hebben, willen wij nu ook een blik in de openbaring van Johannes werpen. Zij is – zoals het bij Lorber staat – een zinnebeeld van de tijden, beginnend met de verrijzenis van Jezus tot Zijn wederkomst.
Die voor ons moeilijk te begrijpen beelden hebben hun oorsprong in de geestelijke taal van God, die in menselijke beelden omgezet is. Omdat zij 2000 jaar geleden aan Johannes werden gegeven, moesten deze beelden natuurlijk in een vorm gegeven worden, die in overeenstemming waren met zijn taalgebruik. De beschrijvingen in de openbaring zijn van toepassing op de o­ntwikkeling van de individuele mens, maar ook op hele volkeren. En er zit ook nog een geestelijke zijde in, omdat de eeuwige waarheid vanuit het geestelijke rijk komt.
De eerste hoofdstukken van de openbaring gaan over de zeven gemeenten, om te laten zien – en dat is ook voor o­ns bedoeld – hoe in het begin een ceremonieel en formeel gemeente stapsgewijs gaat veranderen tot een leven met geestelijk inzicht. Hierbij gebeurde het en het gebeurt nog steeds, dat het begrip van Gods woord door verschillende mensen ook verschillend opgevat wordt. Maar dat is echt toelaatbaar! Belangrijk is, dat het zeven gemeenten waren. Op geestelijk gebied is alles uit de getallen 3 en 7 opgebouwd, omdat het uitgangspunt de zeven hoofdeigenschappen van God zijn. De centraal geplaatste eigenschap is de orde: zij vormt de grondpijler van alles wat geschapen is. Links van de orde zijn de eigenschappen liefde, wijsheid en wilskracht, terwijl aan de rechterkant van de orde de eigenschappen ernst, geduld en barmhartigheid staan. En het zijn deze eigenschappen die in samenhang met de zeven gemeenten staan.

b.Troon van God: Wij zullen nu een kleine sprong maken, om nog andere beelden van de openbaring te bekijken.
Johannes zag God op een troon zitten en daarvoor zeven brandende fakkels. Ook zij stellen weer de zeven eigenschappen voor. En de vier dieren, die voor de troon van God liggen, zijn kenmerken van God: de leeuw staat voor Zijn almacht, het kalf is het zinnebeeld van Zijn zachtmoedigheid, de mens staat voor de geestelijke vermogens van God en de adelaar is het zinnebeeld van de beheerser van het heelal. Verder zag hij nog een glazen zee, die zich voor de troon uitstrekte. Ook dat is weer een zinnebeeld, namelijk voor Gods alwetendheid.
Dan wordt het boek met de zeven zegels aan het lam – dus aan Jezus – overhandigd. Dat boek is Gods enige ware leer, die in de twee belangrijke liefdesgeboden is samengevat. Breek je de zegels van het boek open, dan kom je ruiters tegen, van wie elk een paard heeft met een andere kleur. Iedere ruiter staat voor één van de genoemde goddelijke eigenschappen. Wij zien daaruit, dat deze eigenschappen van een bijzonder groot belang zijn en dat wij deze zo goed mogelijk in o­ns moeten verwezenlijken.

>c. Vrouw met kind: Wij bekijken nu de volgende tekst in de openbaring:
“Een vrouw, met de zon bekleed, met de maan o­nder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. En zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle volkeren zal hoeden met een ijzeren staf en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en Zijn troon.”
Op het eerste gezicht heb je wel een vermoeden, maar het is toch moeilijk om het echt te begrijpen.
De ´vrouw` is het edele beeld van een mens, die bekwaam is voor bevruchting en voor verwekking, maar geen eigen verwekkingkracht bezit. Maar het geeft verder ook een beeld van de reine leer, die uit God voortvloeit.
Deze genoemde vrouw is gelijk aan de geestelijke mens, die o­ntvankelijk is voor de leer van God, en de verwekkingkracht van de leer komt altijd uit God. Het ´kind` is de Godsliefde, waarmee Zijn leer in de mens wordt bevrucht. Omdat het bij het getoonde beeld om een volmaakte vrouw gaat, is het begrijpelijk, dat zij met de zon is bekleed. Deze hemelse vrouw is alleen in staat de hemelse liefde op te nemen. De maan betekent de wereldliefde en de eigenliefde, waar met de voeten tegenaan getrapt wordt. Op haar hoofd heeft zij een krans met twaalf sterren. Dat zijn de tien geboden aangevuld met de twee liefdesgeboden.
De vrouw wordt door de goddelijke leer bevrucht en de vrucht van deze zwangerschap is niets anders dan de wedergeboorte. Het kind is de zuivere liefde tot God, de wedergeboorte! Het kind, dat geboren wordt, is een jongen, omdat in de Godsliefde de scheppende kracht van verwekking ligt en moet liggen – zoals dat ook ligt in de man.
De vrouw voelt pijn bij de geboorte, dat wil zeggen: de uiterlijke mens heeft het moeilijk met de nodige zelfverloochening, omdat hij midden in zijn materiële leven deze levende leer moet toepassen, als hij de wedergeboorte wil bereiken. Het kind, of anders gezegd de uit de goddelijke leer geboren goddelijke liefde in de mens, zal dan de volkeren met een ijzeren staf leiding geven. Dat doet de liefde in God, die de mens sterkt en die geen wereldse neigingen zal toelaten.

d. Schalen van gramschap: “Het gevecht van de vrouw met de draak” laat o­ns aan de ene kant het gevecht zien van de menselijke hartstochten en wereldse belangen tegen de geestelijke vooruitgang van de liefde, maar aan de andere kant ook de algemene strijd tussen het kwade en het geestelijk goede.
Hierbij horen ook de bazuinen, die waarschuwingen aan de mensheid geven, omdat die haar boze doelen niet wil opgeven, terwijl de schalen van de gramschap plagen zullen uitstorten als de mensen geen gehoor geven aan de waarschuwingen.
In het bijzondere is hier de strijd van de katholieke kerk bedoeld, dat zijn de godsdienst-oorlogen, de bloedige gevolgen van de reformatie, het achtervolgen door de kerkelijke inquisitie, het knechtschap van de koningen door de paus, de kruistochten en het opklimmen van het kwade onder de bescherming van de religieuze cultus.
Na deze middeleeuwse tijd was er een verval van alle religiositeit door het ontdekken van de wetenschappen, die vervolgens de mensheid in het materialisme leidden. In de voorgaande beelden is dan ook de val van de roomse kerk voorspeld en deze val gebeurt niet door de goddelijke wil, maar door de eigen werken.
De genoemde strijd van de draak tegen de hemel, diens achtervolging van de vrouw met haar kind Jezus, die de stichter van de vrede moet worden, leidt tot een ontknoping. Dan zal duidelijk worden, wie de winnaar en wie de verliezer is. Die tijd zijn we nu ingegaan. Ze is o­ns o­nder het beeld ´eindtijd´ gegeven en daarop zal het duizendjarige vrederijk volgen.
Maar voordat het vrederijk zal beginnen, zal nog een of andere schaal van gramschap over de mensheid worden uitgegoten, maar dan door de mensen zelf.  Belangrijk is het om te weten, dat het meeste uit de voorspellingen door de openbaring al gebeurd is, maar het ergste staat o­ns nog te wachten. Dat mogen wij als een zuivering opvatten, zoals bij benauwd weer een o­nweer de lucht zuivert.

7. Inzicht

Met de zuivering wordt de tweede zondvloed bedoeld, die we al genoemd hebben. Deze bevordert vooral de ziel van de mens. Uitgangspunt daarbij is, dat de hemelse Vader al zijn kinderen bij zich in de hemel wil hebben. De actie van zuivering door de tweede zondvloed zal ons dichter bij dat doel brengen. Maar het ligt aan onszelf, of en hoe snel wij de hemel zullen bereiken. Jezus wil ons op het hart binden, dat wij niet angstig naar de gauw te verwachten verandering moeten kijken die aan het vrederijk vooraf gaat. Wij kunnen beter in onszelf de geest wakker schudden, die ons het inzicht zal geven. Dit inzicht zal o­ns altijd één ding zeggen: houd de twee liefdeswetten vast, oefen dagelijks!
Hiervoor hebben wij in o­nze ziel de geest ontvangen, die ons zal en wil leiden. Zijn kennis van het ware leven zal hij ons doorgeven als wij dat willen. Deze kennis noemen wij inzicht, die onze ziel opnemen en begrijpen kan. Wanneer de ziel ze oppakt, zal ze ons in het aardse leven ter beschikking staan. Deze inzichten kunnen wij in geen geval met ons verstand door uiterlijke belevenissen evenaren. Neemt de mens deze leer van het geestelijke leven in zich op, dan zal hij daardoor weten, wat hij moet doen om zijn hart te zuiveren, namelijk deze leer vrijwillig in zijn dagelijks leven toepassen. Dan trekt Jezus het hart binnen en niets kan dan nog gebeuren waardoor Hij ons weer verlaat.
Komt zo´n mens, die de hemelse inzichten in zich heeft opgenomen, in een moeilijke situatie, dan kan hij in zijn eigen hart de hemelse manier van leven bekijken en dienovereenkomstig in zijn leven toepassen.
In tegenstelling tot vroeger ontvangen wij Gods woord open en duidelijk en zo kunnen wij de hemelse en de geestelijke zin ervan begrijpen. Hiermee wordt ons onze hoofdopdracht – namelijk het bereiken van de geestelijke wedergeboorte – duidelijk zichtbaar gemaakt. Daarnaar moeten wij streven. Gaan wij erop in, dan sluit zich de kring, want wij zullen dan de overeenstemmende gegevens uit de geestenwereld leren begrijpen en deze in het aardse leven overnemen. Het is vanzelfsprekend, dat de levensverhoudingen van ziel en geest van een andere aard zijn dan de wensen en doelen van het lichaam.
Wij zullen daarom aan o­nszelf moeten werken, maar toch zullen wij nooit alleen gelaten worden, wanneer wij Jezus willen naderen. Dat herken je ook aan doorgevingen, die aan mijzelf gegeven zijn; een voorbeeld ervan is als volgt:
“Door de vrije kracht van de mens om beslissingen te nemen, kan Ik jullie niet zichtbaar en bewust leiden, maar dat gebeurt door het voor jullie onzichtbare geestelijke leven. Maar jullie hebben van binnen zovele geestelijke begaafdheden, dat jullie deze tot volkomenheid kunnen ontwikkelen. Dan kunnen jullie met het `geestenland` leven en spreken. Dan zullen de wonderbaarlijke voorwaarden van het leven hier niet meer onbekend blijven en ze kunnen in jullie leven op aarde toegepast worden.
Een vereiste is noodzakelijk: het kennen van Mijn twee geboden van de liefde. Ook materiële gebeurtenissen horen bij Mijn leiding. Maar, maar de consumptie van bedwelmende middelen – wat het ook zij – benevelt jullie zielen zo erg, dat er geen toegang meer naar het geestelijke leven is. Jullie hebben dan het eigen doodvonnis geveld.”

8. De zondvloed

De details van de tweede materiële zondvloed werden ons niet bekend gemaakt en dat heeft een goede reden. Er valt te vrezen, dat velen zich al van tevoren uit angst het leven zouden benemen. Sinds kort bestaan er steeds meer uitspraken, die van een overplaatsen van gelovigen spreken en dat zou zijn kort voordat de materiële verandering begint. Het heeft echt geen zin zich op één systeem vast te leggen, omdat God Zijn plan nog in de laatste seconde kan aanpassen.
Twee eigen doorgevingen uit het jaar 2004 wil ik hier noemen, ze luiden:
“De liefde is voor jullie mensen het allerbelangrijkste en moet constant uitgeoefend worden. Juist in de tegenwoordige tijd probeert de Antichrist jullie van de liefde weg te trekken. Kijk naar de velen, die alleen door materiële gebeurtenissen enthousiast worden en helemaal niet meer naar hun innerlijk luisteren. Ja, deze hebben totaal vergeten, dat er een innerlijke o­ntwikkeling bestaat en dat deze in het leven op de eerste plaats zou moeten zijn. Blijf in het hart denken, dan zal je engel het nodige aan jou op tijd kunnen meedelen.
Je wilt in je hart nog graag iets over de aangebroken eindtijd weten. Goed dan:
De geestelijke ontwikkeling grijpt eerst mijn kinderen, die van boven gekomen zijn om hun broeders en zusters te helpen de goede weg terug te vinden. Na deze geestelijke tijd van omvorming, die al een tijdje loopt, zullen de tegenstrijders steeds agressiever worden en zullen veel op aarde verwoesten. Daarna is het tijd om de grote vuurzee toe te laten, om na de geestelijke voorbereiding ook de materiele zuivering op aarde uit te voeren. Maak je hierover geen gedachten en zorgen! Blijf gewoon in de liefde, dan ben je beschermd voor het kwade. Al het leven zal doorgaan, alleen de vorm ervan zal veranderen. Waar vandaag het kwade blijkbaar sterker is, zal daarna het werkelijke, het ware te voorschijn komen en mijn kinderen in een vrolijk, tevreden leven van groei brengen. Dat alles gebeurt op een rustige manier voor degene, die gelooft en lief heeft.”
En nog een gedeelte uit een andere doorgave:
“De dagen gaan voorbij en het ´menselijke onheil` komt steeds dichterbij. Het zal plotseling losbreken en allen verrassen en heel erg laten schrikken. Je kunt alleen in je hart gaan, daar blijven en afwachten wat de uiterlijke gebeurtenissen zullen brengen. Denk eraan, dat Ik met jullie allen ben, maar er zijn wel volgens de aard en ontwikkeling van de ziel echter verschillende toepassingen voor het toekomstige leven nodig. Want uiteindelijk zullen allen de hemel ingaan, zelfs als dan de individuele opgaven zeer verschillend zullen worden! Denk erom, dat alles tot jullie welzijn geschiedt.”

9. Het vrederijk

Bij het noemen van het woord `vrederijk` gaan onze gedachten snel naar een beeld van grote rust en verademing. Maar niets is minder waar, tenminste met betrekking tot het uiterlijke leven! God is in zich de hoogste werkzaamheid en daarom heerst in een rijk, dat Hem toebehoort, ook een bijzonder actieve bedrijvigheid, verbonden met innerlijke rust. Wij mensen moeten leren begrijpen, dat wij onze aandacht op de ontwikkeling van de ziel moeten richten en nooit op materiële gebeurtenissen, die misschien de volgende dag nog even in de krant vermeld worden, maar dan door andere nieuwsberichten worden afgewisseld. Niets materieels houdt stand, terwijl al het geestelijke eeuwig blijft bestaan.
Het vrederijk wordt ook onder de naam ´Duizendjarig Rijk` vermeld. Daar staat de “1” voor God en de drie nullen geven zijn almacht, zijn alwetendheid en zijn liefde aan. Het heeft dus niets met het getal 1000 te maken. Daarom mogen wij er vast in geloven, dat het vrederijk heel lang zal blijven bestaan. Jezus legde zijn discipelen uit, dat er nauwelijks een getal bestaat, dat het aantal aardjaren ervan kan weergeven. Het vrederijk is geschapen om voor ons een gemakkelijker ontwikkeling voor het eeuwige, geestelijke leven mogelijk te maken. 2000 jaren geleden heeft Jezus hiertoe aan het kruis de eerste voorwaarde gelegd.
En zo wordt het bij J. Lorber beschreven: “In die tijd zullen de mensen veelvuldig contact hebben met de reine geesten van Mijn hemel en deze zullen hun leraren zijn en hen in alle geheimen van het eeuwige leven in God onderwijzen.” De innerlijke doorgevingen, die nu al gedurende het geestelijke vuur vaak plaatsvinden, zullen dan tot het dagelijkse leven behoren. Verder zullen wij dan nog meer gesterkt worden; er zal namelijk niet alleen het horen van een boodschap mogelijk zijn, maar ook het zichtbare gesprek met engelen zal o­nze weg verlichten en ons vertrouwen in de hemelse Vader versterken. Ja, Jezus zal vaker zichtbaar zijn: “Als Ik terug kom, dan zal Ik niet alleen komen, maar allen die Mij toebehoren, die al lang in de hemelen bij Mij zijn, zullen samen met Mij in grote scharen komen en hun broeders en zusters, die nog op de aarde leven, sterken.” Let wel, wie niet meedoet, die ontvangt ook niets.
In die tijd zullen wij – zo te zeggen – burger van twee werelden zijn, van de aarde door ons materieel lichaam en tegelijkertijd van het geestelijke rijk door de verbinding met zijn bewoners. Wij moeten daarvoor ook ononderbroken aan onszelf werken en moeten in een dagelijkse, heilige afhankelijkheid van Jezus staan, om het doel van de zielenzuivering te bereiken, dat zich in de geestelijke wedergeboorte weerspiegelt. Dat is en blijft het voornaamste doel! In die tijd bestaat het weldoen hoofdzakelijk uit een juiste opvoeding van de kinderen, om hen alles te leren over de hemelse Vader, om Zijn liefde in het eigen leven te kunnen toepassen. Dan zal het niet meer voorkomen zoals tegenwoordig, dat huisdieren vaak genoeg de voorkeur krijgen boven de eigen kinderen, en dat de kinderen zelfs carrièrekiller genoemd worden.
In het vrederijk zal ook de angst voor de dood door het verworven geestelijke inzicht verdwijnen, omdat je het rijk in het hiernamaals al in het voorbereidende leven op aarde als begerenswaardig ziet.
Jezus zal zich dus in die tijd herhaaldelijk laten zien, om de sterking van de mensen te waarborgen.. Maar Zijn constante aanwezigheid zou voor ons schadelijk zijn, omdat wij dan onder dwang naar het hemelrijk zouden streven, dat – om het nog eens te herhalen – zich binnen de mens moet vormen en geen uiterlijke afbeelding kan zijn.
De laatste en tegelijk zevende komst van Jezus wordt voor veel later verwacht. Hierover zegt hij, dat het voor de mens zó of zó zal eindigen. Deze tijd zal na de vrijlating van Lucifer zijn, want dan moet ook hij een beslissing nemen hoe zijn toekomst zal worden.
Zo mooi als deze visie ook is, zo noodzakelijk is het voor o­ns, die toch in de voorbereiding op dat wonderbaarlijke vrederijk leven, dat wij aan o­nszelf werken en nu al voor deze heilige verbinding met Jezus bidden. De gedachten van ons verstand willen ons steeds wijsmaken, dat er toch nog tijd over is. Dat is echter een verkeerde conclusie van het kwade, dat ziet dat het zijn volgelingen verliest aan Jezus in het vrederijk.
Om het aan het einde nog eens naar voren te halen: God is de hoogste liefde en die geeft Hij aan ons in overvloed! Wij mensen – al Zijn kinderen – moeten ons deze liefde, die verbonden is met deemoed, wijsheid en geduld, door Hem laten onderwijzen en als ons levensideaal hoog in het vaandel houden en tegenover ieder medemens toepassen. Dat is het wat Zijn twee geboden van de liefde uitdrukken.
Laat ons nu beginnen en niet pas in het vrederijk, dat is Zijn wil!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *