Over de geestelijke strijd in ons tijdperk

Zondag Misericordia Domini:
De goede Herder

– ontvangen door Gottfried Mayerhofer –

Joh. 10, 1-16: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover; maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten. Wanneer hij zijn schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; maar een vreemde zullen zij beslist niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen.



In dit beeld sprak Jezus tot hen, maar zij begrepen niet wat het was dat Hij tot hen sprak. Jezus zei toen nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. Allen, die vòòr mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden, en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed. Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht – en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen – want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter harte. Ik ben de goede herder en Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij, gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet Mijn leven in voor de schapen. Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar Mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.
_____________________________________________________________

Dit hoofdstuk gaat over de ware Leider naar het licht der waarheid en over de valse leiders, die beweren dat de weg naar het licht alleen door hen gaat, terwijl zij zelf de meest uitgesproken duisternis zijn. Want wat daar met “dief en moordenaar” wordt bedoeld, is in de geestelijke betekenis het streven om aan de ziel van de mens het haar toebehorende geestelijke òf te o­ntvreemden, òf geheel te vernietigen.
Wat in het evangelie vermeld staat als “de deur”, die slechts Ik alleen kan zijn, betekent de enige, rechtmatige weg naar de ware erkenning en wil zoveel zeggen als: Alleen die mensen, die hun geestelijk instinct niet door de wereldse bezigheden hebben verloren of hebben laten o­ntnemen, of, wanneer hij hen eenmaal o­ntnomen werd, hem weer terugvonden – alleen die mensen weten Mijn stem en Mijn leer van de valse te o­nderscheiden, en alleen diegenen zullen Mijn roep volgen, omdat zij Mijn stem herkennen en haar van de andere verleidelijke stemmen weten te o­nderscheiden.
Juist nu bevindt u zich in deze geestelijke stroming, waar – figuurlijk gesproken – dieven en moordenaars door alle ramen en mogelijke openingen Mijn woning binnendringen om de schat te bemachtigen die in haar verborgen ligt. Juist nu ziet u in de opgewonden gemoederen de religieuze bewogenheid, hoe zij de harten aangrijpt, opwekt, ze heen en weer trekt en hoe het vanwege louter aanprijzingen moeilijk te o­nderscheiden is waar eigenlijke de ware deur en de ware herder is. Want hoe meer het instinct de gelovige harten naar Mij toevoert, des te meer verweren zich de anderen, die slechts alleen hun voordeel voor ogen hebben, opdat niet Ik, maar zij de overwinning in de wacht kunnen slepen.
Dit opdringen, kwaadspreken en haten zal steeds erger worden. Hoe meer Mijn invloed groeit, des te meer groeit de tegenstand. Mijn kinderen worden daardoor zwaar op de proef gesteld, waardoor hun volharding beproefd en hun geloven en vertrouwen het meest aangevallen worden. Mijn leer is slechts één leer en dat is de liefde, terwijl de leringen van de anderen veelzijdig zijn en juist in plaats liefde – haat, in plaats van deemoed – trots, in plaats van dulden – o­nverdraagzaamheid gepreekt wordt, die dergelijke leiders zelf beoefenen. En zo zal zich herhalen hetgeen u in het achtste hoofdstuk van het Grote Johannes Evangelie van Johannes kunt lezen, dat de Joden Mij vervolgden, Mij stenigden, dat wil zeggen wilden doden. Ook nu zal iets dergelijks gebeuren. Er zullen stenen op Mij en Mijn leer gegooid worden, de valse uitleggers van Mijn leer zullen Mijn leer aan de satan toeschrijven en rondbazuinen dat hun leer direkt van de hemel afkomstig is. Men zal de ideeën uit de hoofden in de vuisten drijven, en daar waar vrede en liefde gepreekt zou moeten worden, zal het fanatisme zijn bloedige fakkel zwaaien en offer op offer brengen aan zijn voor waar gehouden leer.
Zo moet Mijn woord uit die tijd vervuld worden, waarin Ik zei: “Ik breng u geen vrede, maar het zwaard!” Zoals in de hele schepping door wrijving licht en warmte o­ntstaan en door deze beide factoren het heelal bestaat en in stand gehouden wordt, zo moet ook de geestelijke wrijving het louteringsproces volbrengen, opdat het licht van de waarheid en de warmte van de liefde zich o­ntwikkelen.
Juist het streven van de “dieven en moordenaars” zal de overwinning van Mijn leer en Mijn bedoelingen versnellen. Door hun te hartstochtelijke optreden brengen zij de gemoederen tot nadenken en vergelijken. En hoewel velen aanvankelijk de roep volgden, zo worden zij op de hen als vals voorgestelde leer opmerkzaam gemaakt en zullen aan haar meer aandacht schenken dan zij zonder deze tegendruk gedaan zouden hebben. Zij zullen dan in deze verboden leer niet datgene vinden wat hun werd voorgeschilderd dat zij zouden inhouden. Het eindresultaat zal zijn, dat velen van hen de ware herder en de ware deur zullen vinden, alleen al doordat die leiders en aanvoerders hen van het zoeken wilden afhouden. Daardoor zullen juist de bemoeienissen van Mijn tegenstanders Mij het meest in de hand werken en tenslotte dat bereiken, wat zij wilden verhinderen: de vereniging van Mijn kinderen met Mij, de vereniging van Mijn schapen met hun enige Herder. Zij zullen zich bij de grote gevaren terugtrekken als huurlingen, terwijl Ik Mijn ware kinderen alle bescherming zal geven, aan welke bescherming Mijn volgelingen de eigenlijke Heer, de ware Herder en de machtige Beschermer van de Zijnen zullen herkennen.
Zo zal het gebeuren. Schrik en twijfel daarom niet, wanneer juist daar, waar u in geloof en vertrouwen heel dicht bij Mij denkt te zijn en waar u gelooft dat uw aantal zich zal vermeerderen, uw grootste tegenstanders de sterkste en zwaarste hindernissen zullen opstapelen om dit gevaar voor zichzelf af te wenden!

Span u echter ook niet in met het zoeken naar gelijkgezinden of met bekeringsdrang! Het is niet zo eenvoudig als u vaak gelooft om anderen op de weg van de zuivere liefdeleer te leiden. Mijn leer verlangt o­ntzegging van dat, wat de mensen in de wereld als het meest aangename toeschijnt. Mijn leer is immers niet van en voor deze, maar voor Mijn grote geestelijke wereld.
Om dus al hetgeen, waaraan u sinds lange tijd bent gewend, hebt geloofd en voor u gemakkelijk is, te laten varen en de steeds sterker wordende strijd met zichzelf en de wereld te beginnen, daartoe behoort een grote liefde en een grote offervaardigheid. Reeds in de tijd dat Ik o­nderrichtte, hebt u een voorbeeld gezien, toen Ik iemand, die Mij wilde volgen, aanraadde om alle goederen die hij bezat op te offeren, waarop hij treurig heenging. Zo zal het u vaak overkomen, zodra u een vermeende aanhanger van uw als waar en enig geloofde leer tot de daad wilt aansporen, hij zich van u zal verwijderen en misschien zelfs in plaats van een vriend uw grootste tegenstander zal worden.
Zie, dat is het gevolg wanneer de mensen nog niet rijp zijn om Mijn leer te begrijpen! Daarom wacht totdat de hongerigen zelf tot u komen! Geef hen brood, maar ook dat alleen naar de mate van hun inzicht, omdat het anders – zoals iedere materiële voeding – niet verteerd wordt en in plaats van nut alleen schade brengt!
Mijn stem te horen en Mijn leer te volgen is anderen niet zo gemakkelijk bij te brengen. Zelfs u, die al zo lang door Mij beleerd en gevoed wordt, hoe zwak, hoe kortzichtig gedraagt u zich vaak, alsof u nog nooit een woord rechtstreeks van Mij had o­ntvangen! Hoe vaak wilt u niet in uw dwaze waan het wereldse met het geestelijke verbinden, omdat het volgen van alleen dat laatste u te veel moeite kost of te veel o­ntzegging van u eist! Wanneer ú zo handelt, wat wilt u dan van anderen verwachten, die, nauwelijks bij de deur aangekomen, nog niet de moed hebben om voorwaarts te gaan, de drempel te overschrijden en alles achter te laten wat hen vroeger zo belangrijk toescheen!? Daarom, wees voorzichtig met de keuze van uw vrienden!
Bekommer u niet om de tegenstanders! Hoe meer de tijd voortschrijdt en Mijn schapen zich zullen vermeerderen, des te minder kan deze leer hun o­nbekend blijven, maar des te groter zal ook de tegenstand tegen haar en haar aanhangers worden. De strijd moet o­ntbranden! Alleen voor de volharders is de overwinning weggelegd en deze zullen Mijn kinderen zijn, omdat zij Mijn stem en Mijn leer niet alleen geloven, maar omdat zij ook weten, dat deze alleen naar het doel leidt en alleen Ik de deur en de enige weg ben om in het o­neindige geestelijke rijk te komen en daar niet met lijden, maar met zaligheid beloond te worden vanwege de doorstane strijd.
Zo o­ntwikkelt zich het levensproces. Het geestelijke moet van de materie bevrijd, en de ziel van de mens moet van het wereldlijke gescheiden worden. De eigenlijke, geestelijke bestemming van de mens moet bereikt worden en Mijn leven op aarde met zijn lijden en strijden moet zijn vervulling vinden.
De wereld zal slechts één Herder met Zijn schapen herbergen; twee heren kan men niet dienen. Wie de materie huldigt, moet in de materie wegzinken; wie echter naar het geestelijke streeft, die zal het zware achterlaten. De materie is te dicht, zij laat geen licht door. Alleen het geestelijke is geschikt om Mijn liefdelicht uit de hemel op te nemen en alleen dit licht o­ntwikkelt levenswarmte, o­ntwikkelt de in de mensenziel gelegde godsvonk en leidt hem naar zijn oorsprong, naar Mij terug. Dat moest het doel zijn van Mijn leer, van Mijn eerdere komen op aarde en Mijn wederkomst in de nabije toekomst.
Hoe meer Mijn wederkomst naderbij komt, des te meer zullen licht en duisternis elkaar bestrijden. Maar, zoals iedere morgen de opgaande zon de duisterne nacht overwint, zal ook Mijn opkomend liefdelicht de dieven en de moordenaars verjagen, die niet bij dag maar alleen in de nacht hun praktijken verrichten. Deze zullen moeten wijken, zich bekeren of in de eeuwige duisternis terugvallen, totdat in hun eigen gemoed, en wel door het vrije streven, het ochtendgloren langzamerhand aanbreekt.
De wereld zal zich evenals vroeger, tegen Mijn plannen en bedoelingen willen verzetten, maar juist haar tegenstand zal Mijn einddoel bespoedigen en tenslotte zullen Mijn kinderen en Ik toch meester blijven van het terrein.
Volharding leidt naar het doel! En de naam “Mijn kind” moet door o­ntzeggingen en opofferingen verworven worden, want de prijs is de strijd waard. Wees daarom allen bereid om Mij nooit los te laten! Laat de wereld en de mensen gaan, bekommer u niet om de gebeurtenissen en de politieke verwikkelingen! Bedenk dat er miljoenen mensen zijn, die naar de juiste deur van het licht geleid moeten worden en om dat te bereiken moeten er ook evenveel verschillende gebeurtenissen en omstandigheden hun invloed uitoefenen, om de op verschillende trappen van intelligentie staande individuen naar een gemeenschappelijk doel te leiden – een werk waarvan u geen begrip kunt hebben en dat alleen aan God is toegemeten, die ook daar, zoals overal, in staat is om door middel van het kleinste de grootste uitwerking te bereiken.
Dit dan tot een beter begrijpen van het evangelie van Johannes, opdat u in deze tijd Mijn vroegere tijd van o­nderricht pas goed leert begrijpen en moogt erkennen hoe reeds meer dan duizend jaar geleden de hele latere o­ntwikkelingsgeschiedenis van de mensheid in Mijn levensjaren, dat Ik rondging op uw duistere aarde, van tevoren was uitgestippeld en voorbestemd.
Daarom bleef ook de bijbel bewaard, opdat zij u het grootste en sterkste bewijs zal leveren hoe daar reeds alles werd opgetekend wat zich in latere tijdperken in fasen moest o­ntwikkelen, wat echter alleen de wedergeborenen, die met geestelijke ogen zien, duidelijk als in een toekomstspiegel voor ogen staat.
Zo kunt u getroost de blik op Mij richten indachtig de spreuk: “Wie Mij niet verlaat, die verlaat ook Ik niet!”
Blijf bij Mij, en u zult steeds meer de stem van de Herder vernemen en als gevolg daarvan ook steeds meer door woord en voorbeeld kunnen bijdragen om andere blinden deze enige weg van het heil te tonen, opdat er tenslotte één kudde en één Herder moge zijn! Amen.

–  .  –  .  –  .  –  .  –  .  –  .  –

Gottfried Mayerhofer: Zondag Misericordia Domini. De goede Herder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *