Swedenborg over de Kerk.

Hemelse Leer
Hoofdstuk 19.
Over de Kerk.

Over de Kerk.

241. Wat bij de mens de hemel maakt, dat maakt ook de kerk, want zoals de liefde en het geloof de hemel maken, aldus maken ook de liefde en het geloof de kerk. Alsus blijkt uit wat over de hemel eerder is gezegd, wat de kerk is.

242. Kerk wordt geheten waar de Heer wordt erkend en waar het Woord is; want de wezenlijke dingen van de kerk zijn de liefde tot en het geloof in de Heer uit de Heer. Een het Woord leert hoe de mens zal leven opdat hij de liefde en het geloof kan opnemen uit de Heer.

243. Opdat er een kerk zij, zal er leer vanuit het Woord zijn, aangezien zonder leer het Woord niet wordt verstaan. Maar de leer alleen maakt niet de kerk bij de mens, maar het Leven volgens haar. Daaruit volgt dat niet het geloof alleen de kerk maakt, maar het leven volgens het geloof, zijnde de naastenliefde. De echte leer is de leer der naastenliefde en tevens het geloof, en niet de leer van het geloof zonder haar. Want de leer over de naastenliefde en tevens over het geloof, is de leer des levens, niet echter de leer van het geloof zonder de leer der naastenliefde.

244. Zij die buiten de kerk zijn en één God erkennen en volgens hun godsdienstige in een zekere naastenliefde leven, zijn in gemeenschap met hen die van de kerk zijn. Niemand die gelooft in God en goed leeft wordt verdoemd. Daaruit blijkt dat de kerk van de Heer overal in het gehele wereld is, hoewel in het bijzonder daar waar de Heer wordt erkend, en waar het Woord is.

245. Iedereen bij wie de kerk is wordt gezaligd, maar iedereen bij wie de kerk niet is, wordt verdoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *