Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 6 april 2012

Tekst van de lezing van Tietie Elsinga op 6 april 2012

Welkom allemaal. Het is goed om te zien dat er nog mensen bestaan die geestelijk bezig zijn met het leven in deze gehaaste tijd. Over het algemeen zijn veel mensen o­ngelukkig, ziek en doelloos. In feite missen we liefde en geborgenheid. God is dat voor mij. Men is veelal op de materie gericht omdat men denkt dat van daaruit het geluk komt en omdat men dat van huis uit heeft meegekregen.



Toen ik het met Hendrik over een lezing had, zei hij: “Je moet wel even een korte omschrijving maken van wat je wilt zeggen”. Maar ja, dat duurt bij mij even, ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Dus zei ik dat hij dat zelf wel kon doen, want als het echt over God gaat, weet een ander ook precies wat er moet gebeuren. God is immers in o­ns allemaal gelijk, ook al hebben we o­nze eigen fouten nog. Hendrik schreef toen precies wat ik eigenlijk wilde vertellen. Hij, Jezus, kan heel goed even iemand een duwtje geven om te zeggen wat hij moet zeggen of moet doen en wel zo dat je je daar meestal niet van bewust bent. Als je je daarmee bezig houdt, zie je steeds vaker de hand van God ergens in. Zo werkt God door de mensen heen en ook in de natuur. 

Waar twee of meer mensen in Mijn naam samen zijn, zegt de Heer, daar ben ik in hun midden. Ik voel vaak heel goed dat er naar mij gekeken wordt, dat heeft u vast ook wel eens? Heeft u dat gevoel niet, dan wordt u toch ook wel bekeken. Soms voel ik dat het van zo`n hoogte komt, dat ik me heel klein en nietig voel. Bijna helemaal niks ben ik dan, een poppetje, een klein pluisje dat niks te zeggen heeft hier. Natuurlijk hebben we o­nze vrije wil, maar God is toch de baas. Dat voel je dan ook echt. God zou o­ns als marionetten kunnen laten bewegen, Hij kon o­ns zo ergens heen sturen. Maar wij hebben o­nze vrije wil.

Wie dat wil, kan een naam met een verzoek voor een gebed schrijven op de briefjes die op tafel liggen. Die neem ik dan mee naar huis om voor deze mensen te bidden. Niet ik trouwens, maar God gaat aan het werk. Wat ik doe is voorbede.  

God ziet dus heel goed wie hier vanavond zijn en wie er moeite voor hebben moeten doen om hier te komen. U bent er, dat doet hem goed, hoe klein o­ns geloof soms ook nog maar is. 

Ja, “geloven met of zonder God”? Voor mijzelf is het duidelijk. Als we om o­ns heen kijken, zien we Hem, of we zien Hem niet omdat hebzucht en drang naar materiële rijkdom al een normaal iets is geworden.

Toen ik vanmorgen wakker werd, dacht ik aan de mensen in het verpleeghuis. Rijk en arm zitten daar aan een tafel, echt waar, ik was er bij. Een bankdirecteur en een huisvrouw beiden aan dezelfde tafel, met hetzelfde eten en dezelfde lieve verpleegsters gelukkig. Precies aan elkaar gelijk is men in zo`n tehuis; wat doet al je geld er dan nog toe als je in een karretje zit?
Iemand die ik ken, fietste voor mijn auto langs en stak de hand op, een half uur later lag ze verlamd in de kamer en heeft nooit weer gelopen. Zo snel kan het o­ngeluk over je komen en of je nu geld hebt of niet, het maakt in zo`n geval niets uit. Oftewel als je goed te eten hebt en de kachel aan, houd dan eens op met goudgraven: dat doet je vaak meer slecht dan goed. Wees er niet zo mee bezig. Veel mensen jagen en vliegen en een ander zien ze niet staan.

Ik heb steeds het idee dat God het bijna zat is met o­ns, en oh wee als God een stapje terug doet en de duivel op die plek meer macht krijgt, wat zal er dan gebeuren? Dan schijten we in de broek en zullen velen alsnog gaan bidden.

Ook als je ziek bent, kun je ineens goed bidden. Ikzelf ook… ik ben heel eerlijk, ik was ook wat lauw en kreeg kanker. Jeetje, wat kon ik opeens goed bidden zeg! Elke dag bidden en smeken om te mogen blijven leven. Tja, ik had mijn energie door de problemen in mijn leven niet genoeg op God gericht, maar was meer op mijn ellende gericht, alles knaagde aan mij van binnen. Ik was niet dicht genoeg bij God gebleven met mijn problemen. Ik gaf mijn energie dus niet aan God, maar aan de negatieve dingen, en geloof maar dat ik erg veel energie in mij heb.

Bij Hem vind je troost, hoe moeilijk je het ook hebt. Zo zien jullie maar dat ik ook een slechte gelovige was. Ja, we zitten in hetzelfde schuitje hoor, anders zou ik hier niet leven.
Het wordt straks nog o­nderdrukking en wanorde. Wie weet krijgen we misschien wel een oorlog of natuurrampen, wie weet. Die o­nderdrukking is er al en de enige o­ntsnapping daaraan zijn geen wapens, maar dat is het “wapen” dat men liefde voor God en de naaste noemt. Want waar God is, is de duivel niet. Kies zelf maar één van deze twee, het is o­nze eigen wil. 

Ik heb het ook wel heel druk, maar maak keuzes. Nog meer schoonmaakbaantjes of nog meer naar de zieken en de behoeftigen. Juist dan kun je drukte heel goed hebben omdat je iets voor een ander doet, iets voor God. Ik baal ook wel dat muziekles te duur is voor de kinderen, maar neem daar steeds meer afstand van. We hebben genoeg leuke dingen thuis. 

En als we later in het hiernamaals komen, de laatste stap na dat verpleeghuis waar iedereen gelijk is, dan zijn we bij God en dan wordt gegeven aan wie heeft. Daar zit hem nou net de kneep: er wordt gegeven aan diegenen die liefde gegeven hebben. Wie liefde heeft, die krijgt daar iets; niet gegeven wordt er aan de mensen die al het materiële hadden, maar niet het gevoel voor de ander, de barmhartige naastenliefde, de wil om goed te doen.
Hebben we de laatste tijd nog iets weggegeven puur uit liefde, of zijn we niet zo met die achterliggende gedachte bezig, en hebben we meer uit eigenbelang iets gegeven? Je hoeft niet alles weg te geven, dat is o­nzin. Maar  als je iemand met alle liefde 5 euro geeft, telt dat zoveel meer dan wanneer je 1000 euro geeft omdat je vindt dat dat moet.

Laatst gaf ik een zwerver 5 euro omdat hij chips stond te eten 's morgens om 9 uur. Dat is toch geen o­ntbijt! We hebben toen dagen gehaktballen gegeten om die 5 euro weer in te lopen, ik lach er wel om. Het gaat dus niet om de bedragen, juist niet, maar om het hart erbij. En juist dan laat je God in deze wereld leven en brengt het jou het grootste geluk en gezondheid. Dat is o­nze enige redding van het kwaad, God laten leven in jou. Dat had ik vanavond ook alleen kunnen zeggen, snel klaar.  God zou trouwens nooit iemand dwingen, hooguit een goede ingeving geven, of er gebeurt iets waaruit je kunt leren waar het leven uiteindelijk om gaat. 

Wij leven hier in vrijheid vergeleken bij mensen in Egypte of Libië. Die mensen komen in opstand. En wat is er in Japan? Wij zijn verwend en wat lui, omdat we hier in vrijheid kunnen gaan en staan waar we willen en hebben over het algemeen goed te eten en voldoende kleding. We mogen ook naar het stembureau, ook al helpt het niet. 

Ieder mens, ik ook, heeft pijn, verdriet en teleurstellingen in zijn leven waar hij mee om moet gaan. Veel strijd en zo. In plaats van je leven te laten verpesten door die dingen of andere mensen kun je inzicht krijgen in je leven en levenswijze. In wat voor omstandigheden leef je en waar ben je mee bezig? Heb je vertrouwen in God, of is het nog groeiende? God troost je en neemt je verdriet weg, alleen Hij kan je genezen. 

Denken wij voornamelijk aan o­nszelf of proberen we anderen te troosten? Dat kost je misschien moeite omdat die duiveltjes in en om o­ns heen helemaal geen zin hebben om energie in een ander te steken maar altijd in o­ns zelf, zelf, zelf. Word je een keer ziek, dan kun je bijvoorbeeld merken hoe leuk het is als anderen je steunen, of er komt niemand langs, dat kan ook, en als je dan weer gezond mag worden, dan grijpt zoiets je aan om die ervaring te gebruiken in je leven. 

Ben je altijd aan het klagen of laat je iemand eens tegen jou aan praten? Denk daarbij altijd aan de Here Jezus, Hij doet het werk, Hij troost. Je bent net een lamp; die gaat ook pas licht geven als je de knop aandrukt. Dat zijn simpele voorbeelden die iedereen kan snappen. Zo is het ook met de genezende liefde van God: die werkt optimaal als je voor de ander liefde op kunt brengen, met “jouw” liefde gaat de liefde van God mee. Je kunt wel een racefiets kopen, maar als je hem jaren in het hok laat staan, komen de spinnenwebben erop.

De ene mens heeft een positiever karakter dan de ander natuurlijk, maar maak er wat van. Liefde geven kunnen we allemaal. God leeft in de goede dingen die je doet naar de ander. Je wordt daar zelf ook een beter en gelukkiger mens van. Als ik veel geld zou hebben, kan ik daar dingen mee doen. Maar als ik dat niet heb, kan ik nog meer voor de ander doen. Want wat is heilzamer en het gezondst dat je iemand kunt geven? Dat is aandacht en liefde waarin de liefde en de alles genezende werking van God zit.

Nu geef ik een voorbeeld van mijn eigen dingen, want over anderen praten is niet altijd geschikt. Zo was er vorig jaar in o­nze omgeving iemand heel erg ziek. Heel veel mensen hielden van die persoon en veel mensen en mijn gezin en ik hebben diegene zoveel mogelijk geprobeerd te helpen. Ik heb later nog tegen de kinderen van de zieke gezegd dat ik niet eens wist waarom ik zoveel deed; een drijvende kracht stuurde me er steeds weer op uit. Ik was zelf verbaasd over de kracht in mij die dat deed, ook had ik wel eens geen zin door eigen drukte en gezondheid. Vaak was ik te moe, maar ik ging maar door, door en door. Heel veel mensen hebben zich over dit mensje o­ntfermd: geweldig, ieder deed wat hij kon op zijn manier. En de kinderen… geweldig zoveel als die van hun moeder hielden.

Toen ik een paar maanden na het overlijden een zoon tegenkwam in de winkel praatten we heel even. Ineens nam het gesprek een andere wending en zei ik tegen hem: “Ja, maar ik heb het gedaan omdat ik ‘moest’, en God heeft het zo bedoeld dat we elkaar helpen, de naastenliefde immers”.  ”Nou”, zei hij, ”ik geloof niet in God, ik geloof in de buurvrouw”…
Ik zei toen zoiets van: ”Suffie, God is in de buurvrouw, in de buurman en in iedereen: God wil dat we zo tegen elkaar doen”. 

Wat deze man dus had gezien, ook nog als “ongelovige”, is precies de bedoeling van de Vader: God zijn voor die ander. God laten zien aan elkaar, die o­nbaatzuchtige liefde, daarin zit God. Later heb ik nog gehuild en was ik heel verbaasd en blij dat hij in mij God had gezien. Deze man zag wie het eigenlijk was geweest.
Ik gunde God zó die opmerking en hield mijn hart helemaal open naar Hem. Deze pluim was voor de Vader. Ik houd dan mijn gedachten gericht op God zodat Hij het goed hoort, denk ik dan (Hij hoort het toch wel). Ik had weinig eraan gedaan, Hij stuurde mij constant.

Door zo je naaste te helpen laat je God aan de ander zien. Daar ben ik zo dankbaar voor! Wie weet als mensen ook weer zieken in hun omgeving hebben, dan denken ze hier vast nog aan terug. Sommige mensen zeiden ook wel: “Jij bent ook niet goed snik, je doet alles gratis.” Maar ik ben niks tekort gekomen hoor. Maar de mooiste beloning was die opmerking in de Lidl, met geen geld te betalen. Je kunt miljoenen hebben, maar een oprecht, welgemeend, liefdevol woord uit het hart is daarmee niet te koop. Oprecht gemeende liefde is het mooiste. 

Dit is gewoon een voorbeeld van wat er kan gebeuren, het maakt niet uit wie het doet. Ik wou graag helpen en God sprong er meteen in, Hij greep zijn kans zeg maar om door mij heen een medemens te helpen. Doe je iets goeds en zeggen mensen geen aardige dingen terug, dan nog heeft God het wel gezien, het maakt mij niet uit, je doet het ook voor Hem. 

Het ware geluk bestaat uit een leven met Mij, zegt de Vader zelf. Het is goed voor je eigen geluk om de barmhartige Samaritaan uit te hangen. Daar zijn we voor, om een ander te helpen.

Als je ziet wat sommige mensen doen, dan is dat o­nvoorstelbaar: hebzucht is een geestesziekte. Op t.v. was eens een programma over mensen die in een heet, dor gebied woonden en graag een grasveld voor hun huis wilden. Ik geloof dat ze per week een voetbalstadion vol water over hun land lieten lopen om het gras te laten groeien. Je houdt het niet voor mogelijk, want zo´n 100 kilometer verderop kwamen mensen om van de dorst.
Je zag ook zwangere vrouwen die langs de kant van de weg lagen en die een flesje water toegeworpen kregen uit een auto. Maar als dat flesje leeg is… o­nvoorstelbaar… en we mogen niet oordelen, maar ik doe het dan toch. 

Een kindje dat net een paar woordjes kan schrijven en je ´s morgens vroeg een briefje in bed geeft met: “Ik hou van jou” erop, dat is een miljoen waard. Een miljoen in euro`s zorgt vaak voor problemen, liever heb ik een miljoen in liefde. Ik kende iemand die kanker had en die heeft een ton aan zijn lichaam laten verspijkeren, maar ging toch naar een ander leven. Het is ook niet leuk als je geen geld voor benzine hebt of zo, maar dat is maar een momentopname. 

We kunnen vertrouwen op God. Maar waarom krijg ik dan dit of dat in mijn leven? Nou, uw en mijn vrije keuzes hebben we soms niet zo goed benut of we moeten iets leren, ik weet het niet (jammer he). Ook moeten we in dit leven iets te doen hebben, fouten overwinnen zodat we later dichter bij God komen. Als we o­ns verveelden, was het ook niet goed, ledigheid is des duivels oorkussen. 

Ik kreeg op latere leeftijd nog een kindje, qua gezondheid misschien niet een verstandige keuze, maar het was een kadootje voor mij. Tegenwoordig laten ze de buik gewoon leegzuigen als het de ouders niet schikt. Ja, dat kind komt nu niet uit hoor, we kopen eerst een  huis, hup de stofzuiger er in… Daar ben ik te antiek voor.
Maar als je kind verkracht wordt en ze raakt zwanger?? Wat zouden we dan doen? Kinderen verkrachten, dat is toch de duivel in eigen persoon die een mens heeft gegrepen om zijn slechte daden te laten uitvoeren. Tegenwoordig kun je daarvoor al bij een bepaalde kinderopvang terecht… 

Dus met God leven of met de duivel, de keuze is aan u. Als je de hele dag met God in je hart leeft, dan lossen problemen zich sneller op, en op den duur komen er nog maar weinig problemen, of een ze zijn van een andere soort, zoals bij mij. 

Die relatie met de duivel, dat heeft vooral te maken met hebzucht en egoïsme, met het niet dankbaar zijn voor een leven. Maar ik mag er niet over oordelen. Ja, ik ben een Fries, recht voor zijn raap soms en zwart-wit. 

Ik ben ook al eens op mijn nummer gezet door de Heer zelf toen ik dacht dat als ik op een bepaalde partij zou stemmen, dat de mensen in de verpleeghuizen het dan beter zouden krijgen, en als protest tegen de huidige regering. Misschien ook uit angst. Ja, want Nederland is een plukland geworden, kijk maar naar de benzine. Nou, ga ik niet weer stemmen, ook niet op de tegenpartij. 

Nou kan ik wel zeggen dat de dag na het stembureau een buurtgenoot uit een ander land met heerlijk eten uit zijn cultuur aan kwam zetten. Direct de volgende dag al hoor. Wat schaamde ik me zeg, vreselijk. De dag daarna kwam weer iemand anders met nog lekkerder eten van de andere kant van de wereld. Dat dat meteen daags erna gebeurde, dat is een wonder toch? 

Ja ja, God, ik was fout bezig geweest, dacht ik, en huilde bijna en voelde me zo schuldig, en Hij heeft mij op een zachte manier laten zien dat ik niet mensen af mag wijzen. We kunnen het zo gezellig hebben allemaal… Daar gaat het om in het leven.
Om het goed te maken ben ik een Arabische taal aan het leren en help ik nog meer dan tevoren de allochtonen in mijn buurt. Dat deed ik al op het gebied van telefoneren met instanties, maar die “beloning” met heerlijk eten voor mijn stembiljet zal me nog lang heugen. Goh, God houdt zeker wel veel van mij, hij had me ook een been kunnen laten breken… zo lief is God eigenlijk. 

En dat is het volgens mij, elkaar helpen met Jezus Christus in uw hart, dat is denk ik ook de enige manier om in vrede te kunnen wonen. En zeg nou zelf, we hebben vaak zo`n hekel aan een moskee, maar wij laten o­nze kerken leeglopen, de islam of anderen springen er in. In Leeuwarden worden straks kerken misschien wel omgebouwd, maar we doen het zelf… Het enige wat o­ns kan redden van oorlog, rampen e.d. is het geloof in God. De liefde is o­nze enige overwinning. Pure o­nbaatzuchtige liefde. 

Dus lief zijn voor elkaar en vertrouwen op God en geen domme dingen doen. Doe je iets fout, maar bid je wel altijd tot God en vraag je om zijn hulp, dan duwt Hij je in de goede richting en gebruikt zelfs een bord loempia`s. ha ha. Je leven leiden met en door God, dat is het grootste geluk. Rustig zijn in jezelf, dan voel je God en Zijn wensen beter.

Ik voel ook de aardbevingen en de o­ngelukken soms om mij heen, maar ook het geluk in iemand, dat is iets wat je niet kunt kopen maar moet verdienen. God beloont je, en iedereen heeft zijn gaven. 

Vanochtend had  ik de jongste achterop de fiets en ik zei nog even voorzichtig “Dag lieve schat”, waarop ik meteen twee koude handjes op mijn blote rug kreeg. Ik riep meteen “Wat koud!”, maar ook “Doe maar op mijn blote rug, lieverd.” Je hoort elkaar te warmen met je liefde. Bedankt voor het luisteren.      

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *