Wat zeggen de Nieuwe Openbaringen ons over helderziendheid en spiritisme ?

Artikel lezen – printen versie


Uit tijdschrift ‘Das Wort’ , jan/feb 1982 uitg. Lorber Verlag, Bietigheim, Dtsl.

+ nog enige aanvulling van zaken die ikzelf (Steven) tegenkwam in de boeken
(verwijzingen naar een aantal teksten die over dit o­nderwerp gaan)


Tegenwoordig is bij veel mensen het juiste inzicht in spiritisme en helderziendheid verloren gegaan. Het opnieuw geopenbaarde Woord van o­nze Hemelse Vader kan o­ns hier weer op het juiste spoor zetten.
Laten wij eerst luisteren naar wat Dr. Walter Lutz, de vroegere hoofdredacteur van het Lorber Verlag (tijdschrift ‘Das Wort’) over dit o­nderwerp schreef (zie diens boek: “Die Grundfragen des Lebens”, uitgave Lorber Verlag, Bietigheim- N.B. dit boek is ook al in engelse vertaling beschikbaar).



Velen houdt de vraag bezig : bestaat er een verbinding, een mogelijkheid tot contact tussen deze wereld en de wereld aan gene zijde ? Kan zo’n vebinding voor ons, mensen van de aarde, van nut zijn ? Is het toegestaan een dergelijk contact te zoeken en tot stand te brengen ?


Wat zeggen de geschriften van de Nieuwe Openbaring van deze belangrijke vragen ?

Via Jakob Lorber vernemen wij, dat er en waarom er in dit aardse leven een sluier is gelegd over de toestanden in de geestelijke wereld en hun betrekking tot het leven hier.
Niet alleen de geestelijke wereld, maar ook het innerlijke wezen en worden van de mens en het wezen van God wordt versluierd en bedekt gehouden, om in de nog onvolmaakte aardse mens de behoefte op te wekken naar inzicht en licht, hem aan te zetten tot vragen en zoeken. Zo wordt hij tot zelfwerkzaamheid en zelfstandigheid gebracht in het vrije denken, willen en handelen, zodat hij zich het hoge geluk van een werkelijk goddelijk leven kan verwerven.
Zonder deze ‘sluier van Isis’, zoals de Egyptenaren deze zinnebeeldig noemden, zou er weinig mogelijkheid zijn tot een hogere levensvoleinding.
Door Jakob Lorber zien we verder, dat deze sluier voor ieder aan Gods hand voortschrijdend mensenkind allengs meer wordt opgeheven, naarmate dat mensenkind gewilliger en deemoediger zoekt en luistert naar Gods stem en hoe gewilliger hij begint te handelen volgens de aan hem geopenbaarde orde. Uiteindelijk zal de geheel gelouterde, van alle zelfzucht bevrijde ziel zich nauw verbinden, één worden met de haar ingeplante goddelijke Geestvonk en daardoor opent zich tenslotte in de mens het ‘geestelijk inzicht’ voor de gehele schepping.
Helderziendheid en ook helderhorendheid kunnen echter ook in zekere mate berusten op een erfelijke of ook wel op een ziekelijke aanleg van de ziel of van haar ‘zenuwgeest’. De zenuwgeest wordt gevormd door het bloed en de fijnste lichaamsvochten en is een half-stoffelijk, half-etherisch fluïdum, dat als een soort middelaar (etherlichaam) lichaam en ziel verbindt en waaruit de ziel ook telkens nieuwe natuurlijke krachten put. Door dergelijke aanleg en ook wel door een ziekelijk proces van verfijning, kan deze zenuwgeest zo gevoelig worden, dat hij functioneert als een geestelijk gevoelsorgaan dat invloeden en indrukken doorgeeft, die de mens vanuit de omringende geestelijke wereld binnenstromen.
Iemand met een dergelijke aanleg kan daardoor in zekere mate de zielen en de geesten waarnemen, dus ‘helder’ zien, horen of voelen, zoals ook een langs geestelijke weg innerlijk ontwikkeld en gerijpt wedergeboren mens daartoe in staat is. Deze mediale weg op erfelijke basis komt tamelijk vaak voor, maar zegt nog niets over de innerlijke rijpheid van die mens.

In aarde en Maan lezen we hierover :
‘Mensen met het zgh. ‘tweede gezicht’ zijn alleen daarom nog niet als wedergeborenen te beschouwen. Dit tweede gezicht staat in verband met hun zenuwgestel. Door middel van de zenuwgeest worden beelden vanuit hun geest in het bewustzijn gebracht, doordat hun overgevoelige zenuwen dat niet tegenhouden. Sterke zenuwen kunnen dat wel, zodat mensen met een sterk zenuwgestel ook zelden of nooit dit tweede gezicht hebben. Dit tweede gezicht kan men dus noch goed noch kwaad noemen. Het is een soort lichamelijk euvel, dat meestal ontstaat door allerlei nare gebeurtenissen in het leven van de mensen. Groot verdriet. Langdurige angsten, grote schrik zijn o.a. gewoonlijk de oorzaak ; maar ook magnetisme, dronkenschap en verdovende middelen kunnen het veroorzaken. Dat een dergelijke aanleg niet als wedergeboorte beschouwd kan worden is duidelijk waar te nemen aan de beelden die deze ‘zieners’ doorgeven en waaraan meestal iedere zinvolle samenhang ontbreekt.
De oorzaak hiervan is daarin gelegen, dat ziel en geest bij deze personen nog niet met elkaar verbonden zijn. Daarom is hetgeen ze zien zonder basis en heeft geen verbinding die voor iedereen aanschouwelijk en begrijpelijk is. Terwijl bij een wedergeborene, al is het aanvankelijk maar gedeeltelijk, elke uitbeelding van geestelijke zaken een goede basis heeft en met elkaar samenhangt.”
(Aarde en Maan, hoofdstuk 70, 212-213).

Het onderzoek op het gebied van occultisme en spiritisme heeft de laatste jaren een nieuwe wending genomen en men gebruikt vaak de slagwoorden occultisme en spiritisme. Hoe staat het met deze hartstochtelijke omstreden inzichten ?
Onder ‘occultisme’ verstaat men de leer over de buitengewone, geheime verschijningen en krachten van het menselijk zieleleven.
Met het woord ‘spiritisme’ duidt men twee dingen aan. Allereerst de theoretische verklaring van verschillende buitengewone verschijnselen van het menselijke zieleleven door het werk van onbelichaamde geestwezens ; praktische genomen het geestelijk verkeer met zulke wezens.
Over de betekenis, gegrondheid en doelmatigheid van deze leringen lopen de meningen zeer uiteen.
Het praktisch spiritisme, d.w.z. het werkelijk verkeer met de zielen van gestorven mensen, is evenwel onderhevig aan een zeer belangrijk maar, daar het ook zijn schaduwzijden en gevaren heeft.
Totaal te verwerpen is het lagere, uit amusement, gewinzucht of andere onzuivere gronden beoefende spiritisme. Dit uitoefenen lokt alleen de onrijpe geesten van het zgn. Middenrijk of zelfs de uitgesproken boosaardige, duivelse geesten naderbij en heeft de meest schadelijke werking naar beide kanten.
Ten eerste is deze vorm van spiritisme schadelijk voor de onrijpe, aan gene zijde vertoevende geesten zelf, die zich in de geestelijke wereld onder leiding van hogere geesten moeten ontwikkelen tot betere inzichten en het streven naar het zuiver goddelijke. Deze worden van hun scholing aldaar afgehouden door hen terug te roepen in de aardse omstandigheden. Het verkeer met de mensenwereld verleidt hen in hun onrijpe toestand alleen maar tot dwaasheden : ja de boosaardig en onder deze nog onvolmaakte geesten benutten die gelegenheid met voorliefde om schade te berokkenen en kwaad te doen.
Zo heeft dus deze lagere vorm van spiritisme voor de mensen die het beoefenen grote gevaren, doordat zij zich te gemakkelijk blootstellen aan de verwarrende invloeden van onrijpe en kwade geestwezens. Er zijn mensen, ja zelfs hele groepen, die op deze manier, door zich aan gene zijde bevindende geesten beïnvloed en rechtstreeks onderdrukt worden. Hoe vaak hoort men niet, dat op deze weg onnoemelijk leed en ongeluk wordt aangericht. De geesten van gene zijde verstaan maar al te goed de kunst om met allerlei vrome, deugdzame uitdrukkingen of allerlei voorspellingen en beloftes van materiële en geestelijke aard de mensen binnen hun invloed te trekken en zonder dat zij het merken hen volledig beheersen. Ja, niet zelden volgt van de zijde van gewelddadige geesten een volledige inbezitname met alle verschrikkelijke verschijnselen van bezetenheid.
Niet zonder gevaar is echter ook het zgn. hogere spiritisme, dat meestel vanuit een religieuze grondslag naar het goede streeft, daar het , door belering van de geesten over de toestanden van het hiernamaals, zoekt naar de geestelijke ontwikkelingsweg van de mens, of soms ook omgekeerd de onvolmaakte geesten aan gene zijde wil beleren, door predikingen en gebed. Ook al kan bij dergelijke omgang met geesten onder ervaren leiding de een of andere groep mensen wat vooruit gebracht worden, toch is er ook bij dergelijk verkeer voor een minder beoefende spiritist steeds gemakkelijk een vergissing mogelijk, die dan in zo’n geval door de schijn van licht aan des te grotere gevaren blootstaat. Zelfs een ervaren mensenkenner kan in ingewikkelde gevallen door zijn medemensen om de tuin geleid worden. Hoe veel te meer is dit te vrezen in de omgang met onzichtbare wezens, zeker als men bedenkt dat hierbij ook nog andere geestelijke invloeden uit de zielen van het medium en andere aanwezigen in het spel zijn!
Groot en zwaar is dan ook de verantwoordelijkheid bij deze hogere vorm van spiritisme. Wij mogen wel zeggen : God wil ook niet deze zgh. hogere vorm van spiritisme, het door media of schrijfapparaten tot stand gebrachte contact met geesten, als een alledaagse bezigheid voor iedereen, tenzij dit geschiedt onder ervaren, nuchtere leiding met het serieuze doel tot kennis en inzicht te komen.
In de boeken van de Nieuwe Openbaring vernemen wij bijvoorbeeld uit de mond van de Heer de waarschuwing aan nieuwsgierige vrouwen : “Verlang daarom in het vervolg niet dat een of andere geest u zal beleren, maar leef volgens Mijn leer zodat u daardoor bekwaam wordt met Mijn geest in volledige levensverbinding te treden, dan zult u de belering van zulke geesten gemakkelijk kunnen missen” (Uit Grote Johannes Evangelie , boedeel 6, hoofdstuk 125).

Wel is ons gezegd, dat vroeger de eenvoudige en natuurlijk levende mensen vaak helderziend en heldervoelend waren en met hun beschermgeesten en andere hogere geesten in voortdurend innerlijk contact stonden, en dat ook voor de hedendaagse mensen op dezelfde manier de kennis van de hogere werelden te beschikking staat. Maar dat is natuurlijk een ander soort van omgang met de hogere geestenwereld -niet door mediums of schrijfapparaten-, maar door het eigen hart, de eigen goddelijke Geest in ons, die onze ziel verbindt met de goddelijke Algeest en daardoor met alle geesten in de oneindigheid, vooral ook met onze beschermgeesten en beschermengelen. Op welke manier wij deze omgang met geesten bereiken, is ons hierboven al eerder aangeduid in de woorden van de Heer : “Leef naar Mijn leer!”. -En wat houdt deze leer in ? :
Zoekt en erkent God met een gelovig hart, hebt Hem boven alles lief en uw naaste als uzelf en handel daadkrachtig naar dit inzicht ! – Dit voert de mens langzamerhand ook terug naar die eenvoudige levenswijze van de vroegere helderziende mensen, zuivert ons van alle vertroebelingen van de materie en voert ons met grote zekerheid en zonder enig gevaar op de weg naar de wedergeboorte en tot het goddelijk doel, dat de Vader van het licht aan ons leven gesteld heeft.
Er wordt volkomen duidelijk verklaard, waarom voor de normale, onvolkomen mens de blik in de geestelijke wereld nog met de ‘sluier van Isis’ bedekt moet blijven. Hierbij zijn de mensen met het tweede gezicht als uitzondering te beschouwen. Zij hebben deze bekwaamheid als een soort ziekte van het lichaam meegekregen, en de door hen geziene beelden missen meestal het zinvolle verband
(noot van mezelf, Steven, : allicht worden hier die mensen met het 2° gezicht bedoeld die dit ziekelijk hebben, maar niet die, die dit door een reeds gedeeltelijke of volledige geestelijke wedergeboorte hebben, waar wél een zinvol verband waarneembaar is bij de beelden, gelet op wat de tekst verder zegt).
Het is echter Gods bedoeling dat bij de juiste volkomenheid de mensen voortdurend met de geesten aan gene zijde contact en omgang hebben, zoals ook vroeger de eenvoudige en godsvruchtige mensen dat hadden. Maar zoals al gezegd, is dat een andere vorm van omgang met de geestenwereld dan door het spiritisme, namelijk door het eigen hart en de goddelijke Geest in ons. Zeer indringend wordt op de grote gevaren en de grote verantwoordelijkheid bij het praktische spiritisme door de media gewezen.

NOOT van Steven tussenin : Rond helderziendheid en het tweede gezicht, vind je hier achter deze tekst uit das Wort, nog meer verwijzingen naar teksten die hierop betrekking hebben, die ikzélf uit de Duitse register van de Lorberwerken haalde en ook uit reeds door mij gelezen werken. Het stuk helemaal onderaan de tekst heb ik dus zelf geschreven en komt dus niet uit das Wort van januari/februari van 1982. EINDE NOOT

Als verdere toelichting (in de tekst uit das Wort van januari/februari 1982) volgt een citaat van hetgeen Gottfried Mayerhofer als goddelijke openbaring ontving :

Spiritisme

(Uit : Gottfried Mayerhofer, “Die Wahrheit über Spiritismus””, door het innerlijke woord ontvangen in 1886)

Spiritisme of verkeer met de wereld van de geesten, zoals jullie dat noemen, is eigenlijk niets anders dan een toelating van Mij, zodat door deze manifestaties vele materialisten en ongelovigen er opmerkzaam op worden gemaakt, dat er toch nog iets anders is dan datgene, wat ze zien en wat ze met hun handen kunnen grijpen. Ik liet het toe, zodat daardoor hier en daar zulke krachtige bewijzen opduiken, die men met alle filosofie niet kan loochenen, zodat zelfs de meest halsstarrigen zo langzamerhand niet meer weten waar ze aan toe zijn. In alle delen van de wereld worden reeds bijeenkomsten gehouden, waar enkele door Mij voor dit doel uitgezochte middelaars (mediums genoemd), deze geestelijke verbinding onderhouden. Overal worden vragen gesteld, maar zoals al Paulus zegt : “Zoals de boom valt, blijft hij ook liggen!”, dan wil dat zeggen : degenen die overgegaan zijn naar het hiernamaals, zijn niet verstandiger geworden dan ze hier op aarde waren en maar enkelen gaan langzaam vooruit. Dat is ook de reden, dat alleen die geesten zich melden, die zich nog graag op deze aarde, hun vroegere woonplaats, ophouden, omdat de zuivere sferen van de Hemel hen niet bevallen, – daarom horen de vragenstellers niet veel anders dan klagen over zaken die ze hier op aarde verzuimden en waarschuwingen voor degenen die achter bleven.-
Zo voed ik voor Mij veel kinderen op, nu met oppervlakkige, onbeduidende dingen, totdat ze tot rijpere kennis gekomen, deze dingen terzijde leggen en met vreugde naar datgene zullen verlangen wat hun dorst en geestelijke honger geheel kan stillen. Aangezien de wereld nu zo totaal materialistisch is geworden en zelfzucht en heerszucht de enige impuls is die haar verder drijft, moest ik tot andere middelen Mijn toevlucht nemen, voordat Ik tenslotte als laatste Mijn hand naar straf- en tuchtmiddelen uit zou moeten strekken, opdat door deze in stilte bedreven beuzelarijen Mijn geestelijke huis van de nodige bouwstenen zou worden voorzien.
We gaan naar de eerste vraag over : Dient dit zich in verbinding stellen met de geesten ergens toe ? Hierop moet ik antwoorden dat het de mens in zoverre nuttig is, als het de ongelovigen dwingt aan een andere wereld te geloven, wat hun vroeger als de grootste leugen toescheen, uitgebroed in het hoofd van een fantast ; maar zoveel als het in dit opzicht aan de ene kant nuttig is, is het aan de andere kant schadelijk, want het opent de geesten die hier nog wat op aarde ronddolen, een weg om zich te mengen in de omstandigheden van de mensen en wat nog erger is, in te werken op de ideeën van de mensen over geloof en waarheid, en daar komt maar zelden iets goeds uit voort.
Elke geest gelooft dat zijn manier om de wereld te bekijken de juiste is, iedere geest zou op deze wereld leerlingen en volgelingen willen hebben, hij heeft de behoefte door de fouten van anderen zijn eigen fouten gerechtvaardigd te zien. Zo gaat het verder, vandaag schrijft het ene medium wat een andere geest morgen verwerpt. Vandaag komt er iemand die zijn toehoorders graag zo zou willen maken als hij zelf was, dat wil zeggen een verdwaalde wandelaar op de weg naar Mij! Morgen komt een ander, die datgene verwerpt wat gisteren werd gezegd en prijst zijn eigen theorie, zijn levensopvatting aan ; gaat dit niet zo gemakkelijk als hij zich had voorgesteld en stoot hij op hindernissen, die ontstaan omdat zijn toehoorders hem niet willen geloven, dan neemt hij zijn toevlucht tot leugens, neemt namen aan van mensen die eens wereldberoemd waren, vromen, heiligen, engelen en ja, zelfs ook Mijn naam, om daardoor deze vroeger ongelovigen nu tot het ‘goede geloof’ te brengen en ze zo op de weg te leiden, waarop hij zelf zijn hele leven heeft verspild en verdaan.
De tweede vraag is, of zulk een omgang met geesten vanuit het standpunt van Mijn leer geoorloofd is of niet ?
Hierop moet ik antwoorden : ja en nee! Ja, als het goede (zuivere) geesten zouden zijn, die jullie op de weg naar Mij toe zouden brengen, en neen, omdat Mijn kinderen deze middenweg niet nodig hebben, want ze kunnen en moeten zich alleen tot Mij richten en in Mij vertrouwen. Ik heb grote offers voor jullie mensen gebracht om jullie die menselijk-geestelijke waarde terug te geven die verloren was gegaan.Wat heeft de wereld van de geesten jullie dan voor offers gebracht ? Ik weet er geen. Ik was in jullie wereld en heb jullie een leer achtergelaten die je naar Mij toe kan leiden als jullie in je leven inderdaad daarnaar handelen. Ik heb in de evangeliën, het enige boek, de enige wegwijzer achtergelaten die je voor Mijn rijk rijp kan maken. Waarom zouden jullie de geesten nodig hebben, die net zo min als velen van jullie weten hoe men tot Mij, de Vader kan komen !
Het is dus ten eerste alleen maar verloren tijd, al deze buizelarij met de geesten en het brengt niemand ook maar een stap dichter bij Mij, Mijn werk en Mijn bedoelingen met jullie beter te leren kennen, ja het is zelfs zonde met de geesten in contact te treden, want jullie houden hen in hun ontwikkeling tegen en geven hun aanknopingspunten voor uiterlijke verstrooiing, terwijl ze zich eigenlijk op zichzelf zouden moeten concentreren ; jullie verhinderen op deze manier veel geesten tot dat punt te komen, waar Ik in Mijn en Mijn geesten graag zou hebben, d.w.z. , tot werkelijk besef van de hele geestelijke schepping en haar enige Heer en Schepper, die tevens de meest liefdevolle Vader van allen is en dat ook zijn wil!
Bij dit alles komt echter nog een andere omstandigheid, waar maar weinigen van jullie op letten, namelijk : het eigenlijke doel dat jullie in het oog zouden moeten houden en dat door de meesten niet vermoed wordt, is het religieuze doel, terwijl in het algemeen zoals het er nu voorstaat de voornaamste reden van het optreden van spiritisme alleen maar nieuwsgierigheid of amusement is.
Wie geloof je dan, dat zij zich daarbij het meest amuseert, jullie of de geesten ? Kijk, Ik zal het jullie zeggen : de geesten die in de andere wereld zijn aangekomen, staan vaak geïsoleerd en willen niets geestelijks of leerrijks aannemen, ze verlangen terug naar hun voorbije leven op aarde, en zij zijn het, die de gelegenheid opzoeken om op jullie in te werken door zich met jullie in verbinding te stellen, maar dat doen ze meestal alleen maar, om de tijd wat te verdrijven, maar niet om jullie te beleren en hoger te brengen ! Hoe zouden ze dat ook kunnen als ze zelf zo laag staan! Daarom ook verzinnen ze namen van heiligen, geleerden, enz…, om jullie te prikkelen nog meer te vragen en om iets anders te schijnen dan ze werkelijk zijn ; een fout die ze met jullie, mensen van de wereld, gemeen hebben, want ook hier wil iedereen iets anders, liever gezegd iets beters schijnen dan hij in werkelijkheid is.
Zo gebeurt het, dat de gewone amusementsspiritisten in een kringetje worden rondgeleid, maar niet ingelicht worden over datgene waar ze het meest behoefte aan hebben, namelijk over de troosteloosheid en armoede van het geestelijke leven aan gene zijde, indien men niet een behoorlijke schat aan geestelijke rijkdom meebrengt ; deze kan alleen maar op aarde en niet in de andere wereld het gemakkelijkst verkregen worden. Hier op aarde worden ze je nog achternagedragen, daar moet men ze, zoals een wereldse wijze deed, met een lantaarntje zoeken.
De verbinding met de wereld van de geesten heb ik toegelaten – ja, jullie kunnen familie, geliefde personen, uit het hiernamaals roepen. Soms komen ze, soms zijn het ook anderen die hun naam aannemen om jullie om de tuin te leiden. Weest op je hoede, geef je niet over aan illusies – de waarheid, zoals die is, kun je alleen maar van Mij te weten komen, ja je kunt die zelfs aan de zoekenden uit de andere wereld mededelen, en deze daardoor gelukkiger maken dan jullie jezelf wanen.
Er zit wel veel waars in die mededelingen, maar het is nog niet de overtuigende waarheid, die geen andere uitleg toelaat – niet de waarheid die het hart verwarmt, maar hoogstens het menselijk verstand bevredigt. Het is niet de waarheid, die, hoewel vaak gelezen, ons steeds nieuwe kanten toont en die je alleen op die trap kan verheffen, waarop je Mij herkent, van de ene kant als Schepper en Heer van een oneindig universum, van de andere kant ook als liefhebbende Vader die Zijn kinderen toeroept : “Komt gij allen, die beladen zijt!” Dit vind je in geen enkel spiritistisch geschrift, in welk land het ook gegeven en gedrukt is ; misschien dat je zoiets met belangstelling leest, maar je legt het weer onverschillig weg, om er nooit meer naar te kijken.
Dit is het onderscheid tussen Mijn woorden en die van de geesten”.

Uit : Gottfried Mayerhofer , “Die Wahrheit über Spiritismus”, dor het innerlijke woord ontvangen in 1886.

Het is opmerkelijk dat, volgens deze uiteenzetting, het spiritisme niet principieel afgewezen wordt. Het is namelijk daardoor te rechtvaardigen, dat het volledig materieel ingestelde ongelovigen van het bestaan van een geestelijke wereld kan overtuigen. Er moeten daarom zeer zeker vakkundig geroepenen zijn, die zich onderzoekend met het spiritisme bezig houden.
Maar de gelovige kinderen Gods wordt afgeraden zich bezig te houden met spiritisme ; zij zullen God en de wereld aan gene zijde niet door mediums en geesten zoeken, maar in hun eigen hart. Door dit gedoe met de geesten gaat voor de gelovigen alleen maar tijd verloren en het kan zelfs zondig zijn, al naar gelang de instelling waarmee het spiritisme bedreven wordt.

Over het tafeldansen, kloppen en schrijven is er een Goddelijke mededeling aan Jakob Lorber gegeven, die in de hoofdwerken tot nu toe nog niet is gepubliceerd. Hierin worden de gebeurtenissen bij tafeldansexperimenten nauwkeurig verklaard en tevens interessante bijzonderheden over de buitenlevenssfeer van de mens meegedeeld. Zij bevat ook raadgevingen, hoe men zich tegenover dergelijke experimenten zal gedragen. Vervolgens wordt uit deze bekendmaking aan Jakob Lorber, onder de titel “Bruggen tussen zintuigelijke- en geestelijke wereld” (24/02/1854), een uittreksel gegeven (waarbij in de tekst enkele verplaatsingen van zinnen moesten worden aangebracht):

Uit : “Bruggen tussen de zintuigelijke- en geestelijke wereld”, Jakob Lorber, 1854 :

“In de grond van de zaak maakt het geen verschil, of de zielekracht, die bij dieren en mensen in het goed geconstrueerde organisme alleen door de wil allerlei werkingen (=lichaamsbewegingen) tot stand brengt, ofwel dat de levenskrachtdeeltjes van de levenslustige ziel door een geschikte geleider in een zich buiten het mensenlichaam bevindend dood voorwerp geleid worden en daar op enigszins onbeholpen manier gaan werken.
Daarom is er van een zuiver geestelijk inwerken nog lang geen sprake. Het een of andere voorwerp zal dus in een des te heviger onbeholpen beweging gezet worden, naarmate de mensenzielen krachtiger zijn, die tot een keten verenigd, de overvloed van hun uit de natuur in zich opgenomen levenskracht, aan dat voorwerp meedelen. Om deze reden veroorzaken kinderen, wier zielen, afgezien van hun dikwijls zeer zwakke lichaam, een grote hoeveelheid overtollige levensfluïdum bezitten, vaak meer verbazingwekkende dingen en dat ook in kortere tijd, dan de lichamelijk veel sterkere mannen.
De oorzaak van dit verschijnsel lig heel eenvoudig hierin, dat bij mensen met sterke lichamen de zogenaamde overtollige levenskrachten van de ziel, dadelijk worden gebruikt ter versterking van het lichaam.
Dat mensen, vooral van het vrouwelijk geslacht en bij voorkeur in de jeugd, van wie de ziel zulke in haar rustende overvloedige levenskrachten voor de ontwikkeling van haar intelligentie nog niet is beginnen te gebruiken, bij de nu toe te lichten tafeldansexperimenten steeds verbazingwekkende verschijnselen tot stand brengen, is op grond van het tot nu toe besprokene hopelijk niet moeilijk te begrijpen. En dat dis des te gemakkelijker, omdat men logisch moet aannemen dat bij elk mens voortdurend een uitvloeien of liever gezegd een uitstromen van zijn teveel aan levenskracht elke seconde plaatsvindt, waardoor zelfs buiten de mens een odisch magnetische levenssfeer wordt gevormd, zonder welke geen mens uit de hem omgevende lucht zijn levensspecifica naar zich toe zou kunnen trekken. Uit deze levenssfeer worden door de zenuwether deeltjes voor de levensverzadiging van de ziel als een soort substantiële natuurlijke verzadiging naar de eigenlijke ziel gevoerd.
Door deze levensetherkring van de ziel die elk mens omgeeft, trekken de mensen, evenals de dieren, elkaar uiterlijk aan of stoten elkaar af, al naar gelang de levensetheruitstroming van een ziel met die van een ander correspondeert of niet.
Gaat nu bij de mens die juist volwassen wordt, de ziel niet in een zekere trage genotzucht over, maar werkt hard aan haar innerlijke vorming, dan versterkt ze de kiem van de atma * in zich en deze groeit dan snel, wordt tenslotte in de ziel zelf geboren en neemt die hele ziel dan in zich op en wordt één met haar. De op deze manier ver-edelde en vergoddelijkte ziel werkt dan weer op het lichaam in, veredelt de etherische levensdelen daarvan en maakt ze tot de hare, wat dan een ware opstanding van het vlees is.
Zo’n lichaam dat op de allergrofste materiële delen na, samen met de ziel al helemaal onsterfelijk is, veredelt en vergoddelijkt dan ook de levensetherkring, die elk mens aan de buitenkant omgeeft ; deze komt daardoor tot intellectueel leven en breidt zich, als de draden van een spin, naar alle richtingen uit als intellectueel voelend leven.
Door deze levenskring kan de ziel zich dan in de verste verten als het ware intellectueel uitbreiden en alles voelen, horen en zelfs zien, wat de verst verwijderde ruimten van de schepping vroeger voor haar verborgen hielden.
Zoals daareven aangeduid, wordt het zogenaamde tafeldansen alleen maar bewerkstelligd door de verenigde krachten van veel mensen die een sterke levensetherkracht bezitten. Deze mensen delen die kracht aan een of ander object mee op een even onfeilbare manier als de vaak befroede veelvuldige werking van de in de zogenaamde “Leidse flessen’ verzamelde vonkjes, die uit de eenvoudige geleider bijna zonder moeite tevoorschijn springen. Alleen is het bekende elektrische fluïdum een nog geheel ruwe, hoewel reeds in de transcendente sfeer overgaande natuurkracht, terwijl de od-psycho-electromangetische uitstralende levenskracht verder gelouterd is en daardoor ook al een zelfbewuste intelligentie heeft.
De intelligente sfeer van de door een mensenketen in een object geconcentreerde uitstralende levenskracht wordt natuurlijk groter als zich in die keten één of meerdere mensen bevinden, wiens levensetherkring, om redenen die al weren aangegeven, heel sterk en intensief is. Zou er zich zelfs een in de geest wedergeborene in de keten bevinden, dan zouden de intelligente verschijnselen, zoals het zogenaamde kloppen of tafelschrijven, zich op een wonderbaarlijke manier manifesteren, omdat de bijna eindeloos ver naar alle richtingen uitlopende levensstralen uit alle ruimten en tijden snelle informatie kunnen inwinnen en deze op hetzelfde ogenblik dat een vraag gesteld wordt op de daartoe juiste manier aan de vragensteller kunnen meedelen.
Dat in dergelijke omstandigheden ook min of meer betrouwbare informatie uit de werkelijke geestelijke wereld kan worden verkregen, kan niet ontkend worden. Maar zou deze voor honderd procent betrouwbaar willen zijn, dan zou men moeten uitgaan van de verenigde levensuitstraling van een hoeveelheid mensen, waarvan minstens de helft wedergeborenen zouden moeten zijn.
Zo’n onderneming, die door tenminste bijna helemaal in de geest wedergeborenen wordt bewerkstelligd, kan evenwel in de geestelijke sfeer helemaal zuivere en geloofwaardige resultaten opleveren. Maar dat wezens, die al geheel in de wereld van de geest leven, zoals engelen en demonen, zouden kunnen worden geciteerd en tot spreken gebracht, is volkomen onjuist en kan en mag krachtens de onveranderlijke goddelijke ordening ook niet gebeuren.

De vraag doet zich nu voor, of het ten eerste raadzaam is de experimenten met het zogenaamde tafeldansen, tafelschrijven of kloppen in praktijk te brengen en ten tweede of de mensheid voor haar geestelijke ontwikkeling er iets bij wint ?

———————————————————————————————————-
* Met “atma” wordt de goddelijke geestvonk in ons bedoeld

Het antwoord is het volgende :
Deze experimenten moeten alleen maar door daarvoor geschikte en in de transcendente dynamiek ervaren mensen worden beoefend ; oningewijden kunnen hoogstens als getuigen worden toegelaten. Want verrichten ook zulke mensen, die in elke dieper gaande wetenschapssfeer leken zijn, dergelijke experimenten, dan kan daaruit nooit iets tot het ware nut van de mensheid tevoorschijn komen, want een ezel brengt alleen maar weer een ezel ter wereld en een aap een aap.
Komen met deze experimenten de deskundigen ook achter grote, tevoren nooit vermoede diep geestelijke waarheden, waaruit de blinde wereld veel licht zou kunnen ontvangen, dan worden deze waarheden echter door een leger van mensen, die in de hogere wetenschapssferen totaal onkundig zijn, uitgelachen en als van geen nut en generlei waarde verklaard, omdat zij zichzelf bij zulke experimenten daarvan niet hebben kunnen overtuigen.
Men heeft nu zelfs duizenden zogenaamde profetische tafels in de handel gebracht en iedereen die het geld er voor over heeft koopt er een, experimenteert ermee en vraagt aan de tafel dingen en zaken waarvan hij het antwoord wel vermoedt.
Ook is het dwaas kinderen in het experiment te gebruiken. Hoewel hier het experiment een geheel ander karakter zou aannemen, is het toch niet geschikt voor voorlichting : Want ook al zetten de kinderen de tafel in beweging door de benodigde od-psycho-dynamiek, wie kan er dan optreden om de merkwaardige verschijnselen genoegzaam te verklaren.
De experimenterende kinderen zeker niet en de toeschouwers ook niet, en degenen die experimenten uitvoeren staan met hun mond vol tanden en beëindigen het experiment nog onbevredigender dan degenen die op een avond bij een beker wijn door een kwieke goochelaar geducht zijn beetgenomen.
Ik bedoel, dat bij deze ernstige zaak het algemene experimenteren hele schadelijke gevolgen moet hebben, bij sommigen voor het lichaam en bij bijna allen voor ziel en geest. Want wat de mens niet begrijpt, dat moet hij laten rusten, tenminste zolang tot hij zich voldoende kennis over de zaak heeft verschaft.
Maar ter zake kundigen en degenen die ernstig naar waarheid en licht zoeken, moeten de experimenten met ijver voortzetten en niet rusten, voordat hen niet alleen de voorhof, maar ook de hele tempel van licht opengegaan is, om bij steeds krachtiger experimenten op zekere resultaten en op de volle waarheid tot nut van de mensheid te kunnen rekenen ; dan zullen ze daardoor ook de hele wereld geestelijk en ook psychisch van onberekenbaar nut zijn.
Want in de schijnbaar dode materie sluimeren nu nog heel wonderljke krachten en de wereld kan alleen maar op deze weg, en geen andere, tot deze kennis komen.
Maar de waarheid in alle dingen is het ware Godsrijk, dat de geest van de mens vrijmaakt ; daarom moet men dit rijk in de eerste plaats ook ernstig zoeken ; wie het echter mijdt, die heeft het tenslotte aan zichzelf te wijten, als hij een buit van de eeuwige dood wordt.
Niemand moet dus, welk verschijnsel op het gebied van de levenskracht dan ook, verwerpen, maar moet zich door deskundigen daarover laten inlichten, anders is hij een vijand van het leven van zijn eigen ziel, zonder te weten, dat en hoe hij dit is.

Ontvangen door Jakob Lorber, 1854

———————————

In dit laatste wordt het thema zeer treffend als ‘verschijnselen op het gebied van de levenskracht’ beschreven, wat we wel moeten onderscheiden van het eigenlijke spiritisme als omgang met de geesten aan gene zijde middels mediums *. De tafeldansexperimenten zijn zo begrijpelijk mogelijk verklaard, namelijk als het overvloeien van de menselijke levenskracht in levenloze voorwerpen, waardoor die gaan bewegen. Dankbaar zullen we de verrijking van onze kennis over de buitenlevenssfeer van de mensen aannemen, die samenhangt met wat we de persoonlijke uitstraling noemen, en met onze sympathie, antipathie, en liefde tot het andere geslacht. Het algemeen experimenteren met zo’n ernstige zaak kan schadelijke gevolgen voor lichaam en ziel met zich meebrengen. Een vakkundig en van goede wil en licht naar waarheid bezield mens echter wordt dit soort experimenten tot nut van de mensen zelfs aanbevolen .

“want in de schijnbaar dode materie sluimeren nu nog heel
wondergelijke krachten en de wereld kan alleen maar op deze
en op geen andere, tot deze kennis komen….”

Men zou hier ook aan de wichelroede-effecten kunnen denken, die vanuit wetenschappelijk standpunt tot op heden nog niet opgehelderd zijn.

Wat kunnen wij,samenvattend, als leer voor onszelf hier nu uit opnemen?

Om te beginnen moeten wij de bovennatuurlijke verschijnselen als verschijnselen van het Licht niet verwerpen ; daartoe behoren de spiritistische contacten uit de geestenwereld via mediums en alle verschijnselen uit het gebied van de levenskracht. Met andere woorden gezegd, wij moeten rustig toezien dat zoiets werkelijk bestaat, ook al weten wij dat er door charlatans veel bedrog in het spel is. Het spiritistisch verkeer met de geesten van gene zijde moeten wij vermijden, daar het niet naar Gods wil is. Ook bij verschijnselen op het gebied van de levenskracht moeten wij terughoudend zijn met eigen experimenten en ons overwegend aan vakkundigen houden. Wij moeten er ook geen moeite voor doen overvloedige levenskracht in de buitenlevenssfeer te sturen, om een sterkere uitstraling op andere mensen te hebben of om het andere geslacht aan te trekken of om krachtiger te zijn
bij het tafeldansen, etc. In plaats daarvan moet de overvloedige levenskracht voor de innerlijke vorming en voor de opbouw van de ziel benut worden, om zo vlug mogelijk de geestelijke wedergeboorte te bereiken.

———————————————————————————————————-* In de parapsychologie spreekt met van animisme en spiritisme. Animistische verschijnselen (anima=ziel) worden bij Lorber ‘verschijnselen op het gebied van de levenskracht’ genoemd. Zij worden teweeg gebracht door de ‘buitenlevenssfeer van de mens, het krachtveld dat elk mens omgeeft. Onder spiritistische fenomenen verstaat men manifestaties die tot stand komen door inwerking van ‘geesten van gene zijde’, d.w.z. overleden mensen.

Het geheel uit dr. Dr. Walter Lutz boek ‘Die Grundfragen des Lebens’ (waarvan wel al een engelstalige, maar nog geen nederlandstalige vertaling voorhanden is) .

Ik kreeg deze tekst van de Jakob Lorberstichting of Piet Van Acoleyen, jàren geleden. Als er eventuele fouten zouden instaan, vergeef me dan, ik nam hier gewoon de tekst klakkeloos over, en heb het duitse tijdschrift (januari/februari 1982) waaruit deze tekst komt zelf niet gelezen.

Hierna geef ikzelf (Steven dus, en niet Walter Lutz) nog één en ander weer waar men inzake vnl. helderziendheid (of het 2de gezicht) nog meer kan lezen in de Lorberwerken.

1/In het boek “Weg tot geestelijke wedergeboorte” vindt men heel specifiek volgend uittreksel :

NOOT TUSSENIN : Bemerk dat er al 2 drukken zijn geweest van dit boek en in de 2 drukken zijn de teksten niet allemaal op dezelfde paginanummers terecht gekomen. Ook werd hier en daar een woord veranderd bij de 2de druk.
Ik gebruik hieronder paginaverwijzingen naar het boek uit de eerste druk (met een kruis met rozen erop als afbeelding op de voorflap), maar tracht door verwijzing naar het hoofdstuk waar het onder staat, ook bezitters van de 2de druk (met een tekening van een persoon op de voorflap) de tekst gemakkelijk in hun boek terug te doen vinden. EINDE NOOT TUSSENIN
Dit vindt men onder hoofdstuk 7 (p. 142-144 in de eerste druk) on afdeling “i/” :
“Ieder, die zich van zijn ketenen ontdoet, krijgt een heldere blik op mensen en natuur, eerst op die wijze dat hij meent dat zijn opmerkingsgave veel scherper is geworden ; maar in werkelijkheid is dat het levendig worden van de geest, die meer bewegingsvrijheid krijgt. Dan dient de mens het tot een gewoonte te maken in zichzelf te blikken, dat wil zeggen de beelden te onderscheiden, die zijn geestelijk oog onafhankelijk van zij zijn lichamelijke ogen ziet en kan gadeslaan ; hij zla dan snel, als hij in de liefde tot Mij staat en op deze grond voortbouwt, de eigenschappen van de geest verkrijgen, die men “helderziendheid” noemt. Dat is echter geen magische, maar een heel natuurlijke eigenschap van de ziel, waartegen zich zich overigens evengoed kan afsluiten, als men zich in het vlees tegen het ontwikkelen van verschillende talenten kan afsluiten.”

Onder afdeling b/ en c/ vindt men ook belangrijke dingen, met name :
-in “b/” over de kortste weg tot geestelijke wedergeboorte, waarin een gebed wordt aangegeven dat voorafgaat aan een aangeraden meditatie van 3/4 uur van liefde opwekken tot Hem (meditatie over de Heer).
(Toch moet dit gebed ook niet zomaar als “recept worden aanzien”, wordt nader uitgelegd in één van de duitse boeken (in Himmelsgaben, Lebensgarten of Festgarten) die nog niet in het nederlands vertaald zijn, alwaar de Heer een antwoord geeft op iemand die een vraag hieromtrent stelt, en specifiek over de 7/4 uren meditatie die na het innerlijk gebed dat in “b/” wordt aangegeven, waarvan hierboven sprake).
-In “c/” over zelfsbeschouwing.

2/ In “Aarde en maan” staat één en ander over toekomstvoorspellingen en hun betrouwbaarheid :
Het betreft hier heel specifiek de hoofdstukken 67, 68 en 69 over “Dromen en hun betekenis”, “Over bijgeloof I” en “Over bijgeloof II”

3/ In de volgende waarvan vele al in het nederlands vertaalde werken, vindt men over “helderzien” (en helderhoren) nog andere, volgende zaken, luidens de Duitstalige Lorber-index. Onderaan vindt met de uitleg bij de afkortingen in deze lijst en naar welk boek ze verwijzen (boekdeel, hoofdstuk, vers) en of het boek al in het nederlands vertaald is :

Hellsehen Verstorbener,GEJ.08.132;7
Hellsehen aus dem Glaubens- und Liebelicht,GS.02.10;3-11
Hellsehen aus der Magengrube (Solar plexus),GEJ.04.228;1+5
Hellsehen bei Sensitiven und Verzückten,GEJ.05.72;4
Hellsehen der Seele,GEJ.04.228;2
Hellsehen des Verzückten aus der Magengrube,GEJ.04.228;1
Hellsehen durch Diamanten; Rubine,GEJ.05.86;5-9
Hellsehen durch Diamanten; Rubine,GEJ.05.87;1-2
Hellsehen durch Geisteslockerung,GEJ.11.53
Hellsehen durch Gold,GEJ.05.87;11
Hellsehen durch Keuschheit,GEJ.04.230;2
Hellsehen durch magnetische Behandlung,GS.01.45;7-8
Hellsehen durch rechtgebildetes Gehirn,GEJ.04.228;5
Hellsehen; Bedingung hierzu,GEJ.06.111.17 + GEJ.05.178.3
Hellsehen; Bericht über,GEJ.03.24
Hellsehen; Grade desselben,GEJ.08.135-136
Hellsehen; Winke des Herrn,GEJ.11.18
Hellsehen; Zustand desselben,GEJ.07.58;10-24
Hellsehen; das Zweite Gesicht,Hi.01.302 ff
Hellsehen; höhere Grade hiervon,GEJ.08.136.1.ff
Hellsehen; und Hellhören,Hi.02. S.96.5 + GEJ.05.072.ff
Hellsehen; zweites Gesicht,EM 17;19 (S.212)
Hellsehen; zweites Gesicht,EM 35+70
Hellsehen; zweites Gesicht,Zwölf Stunden S.42 (10.Std.) (NOOT = vrij uitgebreid)
Hellsehen; zweites und drittes Gesicht,GEJ.04.191
Hellsehend im Verzückungsschlaf,GEJ.05.72;4-5
Hellseher sieht göttlichen Geist in der Seele,GEJ.03.24;5

Een gedachte over “Wat zeggen de Nieuwe Openbaringen ons over helderziendheid en spiritisme ?”

  1. Aanvulling :
    GEJ = GRoBe Evangelium Johannes (Grote Johannes Evangelie, 11Volumes)
    GS = die Geistige Sonne, (de Geestelijke Zon)
    Hi = Himmelgaben (Geschenken uit de Hemel Volume I, II of III => 1 en 2 al in het nederlands vertaald).
    Zwölf Stunden (nog niet vertaald = de 12 uren), specifiek het 10de uur
    EM = Erde und Mond (Aarde en Maan)
    Het grootste deel van de verbindingssteksten in het artikel zijn geschreven door Waltr Lutz,
    en enkele andere door mezelf (Steven, Vlaanderen).
    Walter Lutz schreef een uitgebreid inleidend werk op de Nieuwe Openbaring “Die Grundfragen des Lebens” (“De grondvragen van het leven”, nog niet in het nederlands maar wel in het engels al vertaald). Het boek komt soms voor in 3 Volumes (3 boeken dus), en soms in 1 uitgebreid Volume met de drie gedeeltes erin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Controlesom *