De bezorgdheid van Kisehel over de macht van Satana en de geruststellende woorden van de Heer. De gebroken macht van Satana.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 19 / 366 »»
[1] Na deze machtige repliek van de Heer zei Kisehel tegen de Heer: 'O allerliefdevolle heilige Vader, ik, en Henoch en Lamech beslist ook, erken Uw oneindige goedheid en erbarming vanuit hun fundament; maar als ik nu bedenk welk een ontzettende macht U aan Uw vijand heeft toegekend over de gehele schepping, en dus ook over ons, dan word ik buitengewoon bang en vrees voor het lot van de hele mensheid van deze aarde.
[2] Want heeft deze vijand vanaf het begin in zijn gebroken macht U en de aarde en ons allen al zoveel schade berokkend, wat zal hij dan doen met die door U aan hem nu verleende volmacht?!
[3] Vandaar dat ik U wil vragen aan de toekomst te denken en Uw vijand niet zo'n ontzettend grote macht toe te staan; anders heeft het heilige dat U, o liefdevolle Vader, voor ons heeft opgericht heel weinig nut!
[4] Want voor U erop bedacht bent zal hij in Uw huis de grootste schade aanrichten! En wij zijn voor hem niet veilig, ook al zou U voortdurend, zoals nu, zichtbaar in ons midden verblijven! Bedenk daarom, o Heer en Vader, wat U doet!'
[5] De Heer sprak nu enigszins ernstig tegen Kisehel: 'Ik zeg je, houd je tong in bedwang als je niets beters uit jezelf te berde kunt brengen; anders kom je mij ergerlijker voor dan Satana!
[6] Ik weet wat Ik doe; maar jij weet niet wat je zegt! Ik zorg voor de instandhouding van de eeuwige orde en van alle wezens uit en in die orde; maar jij hebt alleen zorgen over de instandhouding van de wereld.
[7] Denk je dan dat Ik de vijand meer zal geven dan ieder van jullie? Wat zou Ik dan wel voor een heilige God zijn?!
[8] Maar Ik zeg jullie: de grootste macht van de vijand op de sterren en op de aarde en in jullie is bij elkaar genomen niet groter dan die van elk van jullie afzonderlijk in de liefde tot Mij !
[9] Dat heb Ik je aangegeven door de stok waarmee je de vijand hebt geslagen. Deze stok blijft bij jullie tot aan de grote tijd der tijden, waarin Ik een ander hout zal oprichten dat aan de vijand alle macht over de sterren en over de halve aarde zal ontnemen; en het zal hem dan vergaan naargelang zijn werken!
[10] En hij zal nu vernemen dat alle gevangen kinderen hem uiteindelijk niets zullen opleveren; want het nieuwe hout (het kruis op Golgatha) zal hen weer van hem wegtrekken, en hem zal niets anders overblijven dan zijn eigen grote onmacht en het gericht daaruit.
[11] Jullie zijn volkomen vrij, en die vrijheid kan de vijand niet van je afnemen en ook niet aan banden leggen in jullie; jullie kunnen eigenmachtig doen wat je wilt, en hij kan doen wat hij wil.
[12] Maar aangezien jullie verreweg de machtigsten kunnen zijn en dat nu ook in de grond der zaak zijn, zal het van jullie afhangen de vijand te overwinnen of je als een dwaas door hem te laten overwinnen.
[13] Welke man is zwakker dan zijn vrouw als hij een rechtvaardige, wijze man is?!
[14] Maar als jullie al heren zijn over jullie vrouwen, die altijd om jullie heen kunnen zijn, dan zullen jullie ook wel heren over deze vrouw zijn, die veruit zwakker is dan de zwakste vrouw onder al jullie vrouwen!
[15] Indien je je vrouw getuchtigd zou hebben, dan zou zij zich tegen je hebben verzet; heeft deze vrouw dat ook kunnen doen?!
[16] Zo zal het verder door blijven gaan en Mijn macht zal nooit van jullie wijken als jullie in de liefde tot Mij zullen blijven.
[17] Het verbond tussen jullie en Mij is opgericht en de macht van een vrouw of van een vijand zal eeuwig nooit in staat zijn dat volledig te verbreken!
[18] Begrijp dat, en spreek geen onzin meer ten overstaan van Mij ! Amen.'
[19] Hierdoor werd Kisehel geheel gerustgesteld en bad de Vader om vergeving voor zijn grote dwaasheid.
[20] En de Heer zegende hem en zij daarop: 'Wees dus ware heren over al het vlees van de vrouwen, dan zullen jullie verwekkingen niet op aarde, maar in de hemel plaatsvinden, opdat jullie vruchten van de genade, van de kracht zullen worden en er lieflijk uit zullen zien! Amen.'
[21] Toen zuchtte Satana diep en zei: 'O Heer, welke vruchten zullen dan uit mij worden verwekt? Moet ik eeuwig smachten en onvruchtbaar blijven als een verdorde doornhaag?!'
[22] En de Heer zei tegen haar: 'Keer je tot Mij in je hart en je zult vruchten dragen zoals de eeuwigheid nog nooit heeft gezien; anders zul je alleen maar vruchten van de eeuwige dood voortbrengen, die jou eens als de grootste hoer zullen richten!
[23] Begrijp dat! Want van nu af aan zal door Mij alleen het geringe worden aangezien, en Ik zal aan de nederige eenvoud Mijn eeuwige welbehagen hebben!
[24] Richt jezelf daarnaar, dan zul je Mijn gericht ontgaan! Amen.'
«« 19 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.