Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe

Jakob Lorber - De natuurlijke zon

«« 6 / 74 »»
[1] Nadat we nu hebben leren kennen waar de zonnen hun licht vandaan krijgen en hoe ze dat weer doorgeven, zou menige piekeraar erop komen te zeggen: Wat mij betreft heb ik helemaal niets tegen deze lichthypothese van de zon; ze is aannemelijk en mag gehoord worden. Maar er moet alleen aangetoond worden waar die genoemde hoofdcentraalzon haar specifieke vlammende licht vandaan heeft. Wat is trouwens dit stralen van deze zogenoemde vlammen? Waardoor worden deze vlammen teweeggebracht? Wat is eigenlijk de eeuwige brandstof, die door zulke intens hevig stralende vlammen nooit opgebruikt kan worden?
[2] Kijk, dat zijn echt stevige vragen. Maar op de achtergrond zit een nog steviger vraag verborgen, en iemand zou het volgende kunnen zeggen: Hoewel de hele kwestie met grote waarschijnlijkheid hout snijdt, blijft het desondanks uiterst problematisch, of er werkelijk een dergelijke hulsglobe aan te nemen valt, en of daarin werkelijk zo’n ongelooflijk grote centraalzon brandt. Wanneer dat in de eerste plaats bewezen kan worden, willen wij natuurkundigen en astronomen de kwestie wel aannemen; maar zolang zo’n bewijs niet geleverd kan worden, kunnen wij deze hele verlichtingshypothese niet anders beschouwen dan als een goed geslaagd en keurig produkt van dichterlijke fantasie.
[3] Kijk, daar hebben jullie bij deze gelegenheid bijna letterlijk de bezwaren, die we langs natuurlijke weg kunnen tegenkomen. - Maar om te zorgen dat zulke kritische piekeraars zich niet eventueel eerst tot de schrijver wenden om aan hem het door hen verlangde bewijs te vragen, maar datgene, waartegen zij in deze kwestie bezwaar menen te moeten maken, ook reeds hier bewezen zullen vinden, willen wij dat alles direct op zeer doelmatige wijze aanpakken.
[4] Wat de hulsglobe betreft: deze heeft talloze overeenstemmingen in ieder kleinste schepsel alsook in een planeet, in een zon en, kortom, in alles wat jullie maar willen bekijken. Waar is er een ding, waarvan de oneindig vele delen waar het uit bestaat niet aan de buitenkant rondom door een schil, ring of huid omgeven zijn?
[5] Bekijk het oog van een mens of een dier eens! - Het komt volledig overeen met een hulsglobe, aangezien zich eveneens in het midden de kristallen pupil bevindt, die in de eerste plaats met name bij veel dieren een eigen licht heeft en het licht van andere voorwerpen op vrijwel dezelfde manier opneemt als een zon, van welke aard ook, doordat die zich binnen de huls bevindt. Bekijk dan (aan de binnenkant) de wanden van het oog, hoe die alle stralen, die ze door de kristallen lens heen en ondersteund door het eigen licht van diezelfde kristallen lens van buitenaf hebben opgenomen, onmiddellijk weer op iedere denkbare afstand naar buiten kaatsen. Want jullie moeten weten dat jullie niet de voorwerpen zelf zien, maar alleen de overeenkomstige afbeeldingen ervan, en dat komt doordat deze beelden door de aan de achterkant gelegen spiegelhuid door de kristallen lens heen worden opgenomen en onmiddellijk na het opnemen volkomen door en door verlicht weer buiten jullie gekaatst worden. Pas daar nemen jullie dan de voorwerpen waar op de plaats, waar de voorwerpen zich als zodanig buiten jullie in hun natuurlijke gesteldheid bevinden. Want als jullie de voorwerpen zelf zouden zien, zouden jullie die niet anders dan in hun echte natuurlijke grootte waarnemen, waarbij jullie dan natuurlijk op de plaats, waar jullie nu een stofmijt zien, een olifant, dat wil zeggen een dier zo groot als een olifant zouden zien, en met je geestelijke oog zelfs een wezen zo groot als een planeet.
[6] Dat jullie echter alle dingen door de hulsglobe-achtige inrichting van het oog slechts in sterk verkleinde afmetingen waarnemen, wordt toch al meer dan voldoende bewezen door het feit dat alle voorwerpen, hoe klein ze ook zijn, onder de glazen van een microscoop tot buitengewone afmetingen vergroot kunnen worden, welke vergroting op zichzelf niets anders is dan het steeds dichter benaderen van het geziene voorwerp ofwel veeleer van het lichtbeeld ervan tot de werkelijke grootte van het voorwerp zelf.
[7] Als dat niet zo zou zijn, zouden op zo’n vergroot voorwerp ook onmogelijk verrassend genoeg verscheidene volkomen regelmatig ontwikkelde delen ervan ontdekt kunnen worden, die het oog als zodanig nooit kan ontdekken. Maar vraag jezelf af, of zo’n ontdekking niet aantoont, dat het ongewapende oog de voorwerpen onmogelijk zelf ziet, maar enkel hun sterk verkleinde afbeeldingen, op de zojuist genoemde wijze? (Hoe zouden anders bijvoorbeeld hele massa’s infusie- en andere diertjes in een waterdruppel, nauwelijks zo groot als een speldenknop, ontdekt kunnen worden, als ze er niet zouden zijn?).
[8] Wie ook maar enigszins een gewekte geest bezit, moet hierbij toch wel vrijwel op het eerste gezicht de gelijkenis tussen het oog, een planeet, een zon en derhalve ook een hulsglobe ontdekken.
[9] Op dezelfde wijze lijkt ook de gehele mens op al die dingen. Wat is zijn hart in natuurlijk opzicht? Is het niet een centraalzon van het hele lichaam? En al die talloze zenuwen en vezels - nevenzonnen, enzovoort? De uiterlijke huid als omhulsel omspant het gehele levende organisme. Zou een mens echter zonder dit uiterlijke omhulsel kunnen bestaan, dat een goede en deugdelijke bescherming vormt voor het hele levenskrachtige innerlijke organisme van het lichaam van een mens alsook van ieder dier? - Hier hebben wij dus weer een overeenstemmend beeld van een hulsglobe!
[10] Bekijk verder eens het ei van een vogel. - Wat is het? - In zijn breedste betekenis een afbeelding van een hele hulsglobe, van een centraalzon als zodanig alsook van een nevenzon, van een planeet, en evenzo van ieder ander op zichzelf bestaand geheel. - Op dezelfde wijze kunnen jullie zelfs een planeet bekijken, en als jullie slechts een beetje willen nadenken, zullen jullie ook direct moeten ontdekken dat zonder een uiterlijke omhulling van de hele planeet uiteindelijk in het geheel niet voorstelbaar is dat hij kan bestaan. Want neem maar eens de ene uiterlijke laag na de andere weg, dan zullen jullie daardoor tenslotte genoodzaakt zijn het laatste punt van een planeet weg te doen, aangezien ook dat punt, zolang het er is, voor zijn bestaan een uiterlijke omhulling moet hebben, waardoor zijn delen nog omsloten en bij elkaar gehouden worden.
[11] Kortom, overal waar zich leven manifesteert, moet voor die uitdrukking van leven een geschikt organisme aanwezig zijn, waarvan de onderdelen zo geplaatst zijn, dat in een hoge orde het ene in het andere grijpt en dus ook het ene organische deel het andere stimuleert, voorttrekt en opwekt; zoals bij een klok, waarin het ene rad in het andere grijpt, het voorttrekt, aanduwt en opwekt.
[12] Zouden de raderen van een klok op zichzelf eigenlijk wel datgene doen, wat ze doen, als de assen ervan niet in de eerste plaats een stevige boven- en onderlaag zouden hebben, als het ware een omhulling, waarbinnen zij geplaatst of gezet worden om te bewegen? Maar wanneer dit alles er al is, wat mankeert er dan nog om de raderen ordelijk te laten bewegen? - Een centraalzon mankeert er nog, en dat is de veer in de klok. De klok zou dus niet kunnen bestaan, wanneer ten eerste alle raderen geen omhulsel en ten tweede geen innerlijke aandrijvende kracht zouden hebben.
[13] Zo is het ook met het organisme van de meest onbeduidende plant, die eerst een uiterlijke omhulling moet hebben, binnen welke pas een geschikt organisme geplaatst kan worden, dat op zijn beurt werkzaam is vanuit het centrum van de plant, waar de levenwekkende kracht als het licht van een centraalzon door het gehele organisme heen levenbrengend werkzaam is tot aan de uiterlijke omhulling, waar deze naar buiten toe werkende kracht zichzelf weer gevangen neemt en naar het centrum terugkeert. Zou dit bewerkstelligt kunnen worden zonder een uiterlijke omhulling? Beslist niet. Want zonder een vat kan er nog geen druppel water in huis gebracht worden, laat staan een organisch leven in stand gehouden worden.
[14] Zo moet dus ook het organisme van een dier en ook dat van een mens met een uiterlijk omhulsel omvat worden, waarbinnen pas het organisme geordend en vanuit het centrale punt ook tot leven gebracht kan worden.
[15] Hetzelfde is het geval bij een planeet, en zonder die inrichting zou er ten eerste geen planeet denkbaar zijn, maar nog minder met zodanige eigenschappen, dat hij in staat zou zijn levensonderhoud te verschaffen aan een veelvormig leven. - Dit zou nog sterker het geval zijn bij een zon, die reeds een centraal punt van een heel planetair organisme is en dus eveneens een meervoudige omhulling moet hebben, zoals ook het hart in het menselijke lichaam - omdat haar organisme ten behoeve van de grotere werkzaamheid veel verscheidener en volmaakter moet zijn dan dat van een andere planeet. - En zo heeft ook zelfs ieder zonnestelsel, met een zon in het centrum, een eigen etherische omhulling, waarbinnen het hele stelsel beweegt, leeft en de delen ervan elkaar over en weer aantrekken, voortduwen en opwekken.
[16] Nog sterker is dit het geval bij een eerstvolgende centraalzon, waar omheen soms al verscheidene miljoenen kleinere zonnen met hun planeten bewegen, die dus al een veel reusachtiger en verscheidener werkzaam organisme voorstellen dan dat van een kleinere zon met haar planeten. Kijk, ook al deze miljoenen zonnen hebben op zichzelf een etherische omhulling, en om die reden zijn zulke veraf staande zonnegebieden ook als tamelijk scherp afgegrensde nevelvlekken te zien; dat zou niet mogelijk zijn, als zo’n zonnegebied niet in zekere zin door een etherische huid omgeven was. Dit is te vergelijken met hoe iedere afzonderlijke zenuw in het menselijke of dierlijke lichaam door een eigen huidje omgeven is, zonder welk het niet zou kunnen bestaan of levend werkzaam zou kunnen zijn.
[17] Jullie weten, dat zulke afzonderlijke zonnegebieden weer een centraal hemellichaam hebben, waar omheen ze zich bewegen en levend werkzaam zijn door de kracht van dit centrale hemellichaam. En evenzo hebben, ook weer in uitgebreidere betekenis, zulke zonnegebieden zelf weer een uiterlijk omhulsel ofwel afgesloten etherische huid. Zo’n lichaam van zonnegebieden, waarin verscheidene, ja zeer vele zonnegebieden rondom een nog groter centraal hemellichaam een zeker zonnen-al vormen, wordt op zijn beurt weer omgeven door een nog grotere etherische huid. - En tenslotte draaien zulke lichamen van zonnen-allen in grote aantallen rond een gemeenschappelijk, zeer groot centraal punt, namelijk rond de werkelijk uit zichzelf stralende centraalzon, en met hun allen zijn ze levend werkzaam en actief onder een algemene, buitengewoon uitgestrekte omhulling ofwel huid. - En dat is dan een hulsglobe ofwel een volmaakt, op zichzelf bestaand zonnelichaam.
[18] Wat zou er met dit lichaam gebeuren, wanneer men het deze zeer noodzakelijke, uiterlijke, etherische waterhuid zou afnemen? - Er zou precies hetzelfde mee gebeuren - en dus tenslotte ook met ieder afzonderlijk deel van dit grote zonnelichaam - als wat er zou gebeuren met een oog, wanneer men daar het uiterlijke hoornvlies van weg zou nemen, of van een ei de schaal, of van een plant de hele uitwendige bast, of van een dierlijk lichaam de huid of tenslotte van een planeet de uiterlijke korst. Datzelfde zou, zoals gezegd, het geval zijn bij een heel zonnelichaam, doordat het voor een deel zou vervloeien, voor een deel verdorren, voor een deel in het oneindige verstrooid raken, tenslotte helemaal ophouden te bestaan en zou vergaan. - Zo hebben we nu dus het bewijs geleverd, dat zo’n hulsglobe er als een volmaakt zonnelichaam noodzakelijkerwijs moet zijn en derhalve ook een innerlijk drijfveer, een hart of een algemene centraalzon moet hebben. En laat onze kritiserende natuuronderzoekers nu nog maar eens een poging doen deze theorie ook als een hypothese van geslaagde dichterlijke geaardheid af te schilderen.
[19] Rest ons dus nog het stralen en vlammende branden van de centraalzon te bewijzen. Als we dat hebben gedaan, dan kunnen wij ons heel kalm en welgemoed op de velden en rond de vulkanen van onze zon gaan zitten en daar in alle rust de heerlijkheden en wonderen ervan bekijken.
«« 6 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.