De wonderbaarlijke verandering van het gebied. Wilsvrijheid opgaan in Gods wil

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 217 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Let dan op, en Ik zeg je verder niets dan: Ik wil het! - En aanschouw jij nu, mijn beste Epiphanes, deze streek en zeg Mij hoe hij je bevalt!"
[2] Epiphanes, Aziona en Hiram en alle hier aanwezigen slaan zich op de borst en zijn totaal sprakeloos van verwondering, en Epiphanes kijkt met verbaasde ogen afwisselend naar de omgeving die er nu prachtig uitzicht de bergen vol bossen en de oeverstreek, die toch een oppervlakte van bijna duizend morgen had en waarop niets groeide dan slechts hier en daar een beetje gras voor enkele geiten en schapen om te grazen en er nu vruchtbaar en weelderig bij lag en dan weer met een onderzoekende blik naar Mij.
[3] Na geruime tijd vol verbazing gekeken te hebben, opent hij pas weer zijn mond en zegt (EPIPHANES): 'Ja, om zoiets in één moment te kunnen bewerkstelligen moet men bijna wel meer zijn dan een god! Want een god, zoals ik die van de verschillende godsdiensten van de Egyptenaren, Grieken, Romeinen, joden en zelfs Perzen en Indiërs ken, neemt de tijd en doet zijn wonderen op zijn gemak en schijnt zich daarvoor van een aantal grootse middelen en apparaten te bedienen. Er moet een zon zijn, een maan, meerdere planeten en talloze andere sterren. Deze helpen hem onder bepaalde omstandigheden, standen en constellaties de wonderen op deze aarde te verrichten, - waarbij dan, behalve bij een bliksem uit de wolken, alles heel kalmpjes aan gebeurt
[4] Maar u hebt hier in één enkel ogenblik iets tot stand gebracht waarvoor een god, zoals ik er meerdere uit de boeken en geschriften ken, zelfs met alle mogelijke menselijke hulp, zeker nog een paar honderd slepende jaren de tijd had genomen. Hieruit trek ik onmiskenbaar de conclusie, dat u blijkbaar meer God moet zijn dan alle andere goden waarover ik veel gehoord en gelezen heb! Heer en Meester van alle meesters der aarde! Hoe, hoe - en nog eens - hoe bent U daartoe in staat? En zou dit na verloop van tijd ook zelfs voor mensen zoals wij mogelijk zijn, als men geheel en al leeft volgens Uw nieuwe leer?"
[5] IK zeg: 'Ja, Mijn beste vriend Epiphanes, anders had Ik je dat niet gezegd! En hoe dat mogelijk is, heb Ik je al eerder gezegd en zelfs ook duidelijk uitgelegd, - en Ik voeg er ook nog aan toe, dat Mijn echte leerlingen mettertijd op deze aarde nog grotere dingen zullen doen en tot stand brengen dan Ik nu heb gedaan. Maar natuurlijk moeten al Mijn echte leerlingen steeds blijven erkennen en weten, dat ze alleen dan in staat zijn zoiets tot stand te brengen, als ze in hun geest volledig één zullen zijn met Mijn geest en bij iedere gelegenheid in hun geest met Mijn geest zullen overleggen of dit ook noodzakelijk is om een goed doel te bereiken. Want als iemand, al leeft hij nog zo precies volgens Mijn leer, het nodig acht een teken te verrichten ter bevestiging van zijn hoogste zending omdat een machtig iemand dat van hem vraagt, of zelfs om zijn lichamelijk leven te redden, en Ik hem in zijn geest zou zeggen: 'Doe het niet; want het is nu niet Mijn wil!', moet de leerling ook precies willen wat Ik wil; mocht hij dan echter toch van plan zijn om een teken te verrichten, dan zal hij er niet toe in staat zijn, omdat Mijn wil niet één is met de zijne.
[6] Alleen met Mij, dat wil zeggen in voortdurende vereniging met Mijn geest en Mijn wil, zullen jullie in staat zijn om alles tot stand te brengen, maar zonder deze niets; want Ik ben de Heer en zal dat eeuwig blijven. En zie, dat behoort ook tot Mijn leer! - Heb je Me begrepen?"
[7] EPIPHANES zegt: 'Jazeker, Heer en Meester aller meesters! Maar er is iets wat naar mijn beoordeling niet zo goed te rijmen valt met de eigenlijke volledige vrijheid van de menselijke geest. Want als ik bijvoorbeeld alleen maar een teken kan verrichten als U dat mede wilt, is mijn wil immers eeuwig afhankelijk van Uw wil en dus gebonden en niet vrij.'
[8] IK zeg: 'O, daarin vergis je je zeer! Het tegendeel is juist het geval! Hoe nauwer de geest van een mens met Mijn geest in verbinding staat, des te vrijer is hij in zijn geest en zijn wil, omdat Ikzelf de allerhoogste en onbeperkte vrijheid en macht in Mij berg. Men beperkt zichzelf in zijn vrijheid slechts in zoverre men zich niet met Mij verenigt; maar wie geheel één zal zijn met Mij, zal ook alles vermogen wat Ik vermag. Want buiten Mij bestaat er immers nergens een onbeperkte macht en een onbeperkt vermogen iets tot stand te brengen.
[9] De volste vereniging met Mij ontneemt niemand ook maar één atoom van zijn zelfstandigheid. Welk groter en zaliger levensvoordeel kun je je voorstellen dan met Mij, dat wil zeggen met Mijn geest, evenals Ik almachtig en daarbij toch volkomen zelfstandig te zijn?! Zeg Me nu hoe dit je bevalt!'
[10] EPIPHANES zegt: 'Grootste Heer en Meester! Ik ben in deze nieuwe en nog nooit eerder gehoorde levenszaken nog veel te weinig ingewijd om er echt iets zinnigs over te kunnen zeggen, en zoals iedereen gemakkelijk zal kunnen begrijpen, kan ik me er nog onmogelijk een duidelijk beeld over vormen en er daarom ook geen oordeel over uitspreken; maar voorzover ik me nu door Uw woorden een voorstelling kan maken, zou zo'n leven inderdaad zeer begerenswaard zijn. Want met een almachtige goddelijke geest mede almachtig zijn en daarbij toch volledige zelfstandigheid bezitten, is inderdaad wel het hoogste wat men zich van een volmaakt leven kan voorstellen, en het zal ook wel zo zijn, omdat U het mij en ons allen nu zo hebt verkondigd.
[11] Om het 'hoe' willen wij ons nu helemaal niet druk maken; want dat zou geen zin hebben, omdat ons als jongste leerlingen van Uw leer het begrip dat hiervoor nodig is nog te zeer ontbreekt. Bovendien zijn wij nu allen vanwege het ongehoord grote meesterlijke wonderwerk te verbluft en te verward om ons een rustig oordeel te kunnen vormen. Laat ons daarom, o Heer en goddelijke Meester, nu een beetje uitrusten en tot onszelf komen, opdat wij U dan, o Heer en Meester, in een grotere gemoedsrust een beter antwoord kunnen geven dan ik U zojuist gegeven heb!"
«« 217 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.