Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 1 van 111

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Kijk, deze Jezus van Nazareth, die volgens jullie tijdrekening geboren is in Bethlehem in het 4151 ste jaar na het ontstaan van Adam, en wel te middernacht op de zevende dag van de maand januari, is wat zijn uiterlijke geboorte betreft evenzeer een jood als jullie dat zijn!
Hoofdstuk 86: Het getuigenis van Marcus over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar Christus kwam heel arm en klein en, zo op het oog, zwak op de aarde, deed bijna dertig jaar lang geen teken voor de ogen van de machtigen, maar werkte hard, was net als Jozef een timmerman en ging daarna ook nog met het hele gewone volk om. Hoe kon Hij dan zo in de ogen van de trotse en wijze Joden de zo lang verwachte Messias zijn? 'Weg met zo'n godslasteraar, zo'n magiër, die zijn daden alleen met behulp van de overste der duivels uitvoert! Zo'n doodgewone, boven het eikenhout verruwde en grove timmermansgezel, die ergens met behulp van de satan toveren geleerd heeft, blootsvoets over de weg gaat en de vriend is van ingemeen gespuis, met hen omgaat, hoeren aanneemt en met maar al te bekende zondaars eet en drinkt en bijgevolg met zijn doen en laten de wet overtreedt; zal dat de beloofde Messias zijn?! Nee, zo'n godslasterlijk idee hopen we nooit te krijgen!'
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Philippus was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de Schrift wist gaf hij onderwijs aan de arme vissers. Hij kende Jozef van Nazareth persoonlijk, en kende Mij ook en wist daarom veel van wat er bij Mijn geboorte en in Mijn jeugd was voorgevallen. Hij was ook een van de weinigen, die in Mijn persoon heimelijk de Messias verwachtten; maar omdat Ik vanaf Mijn twaalfde jaar niets wonderbaars meer deed, maar net eender leefde en werkte als ieder ander heel normaal mens, verdween bij veel mensen de eerste wonderbare indruk die Mijn geboorte achterliet, geheel en al. Zelfs de meest enthousiasten van toen, zeiden nu, dat Mijn geboorte slechts door een opmerkelijk samenvallen van alle mogelijke omstandigheden en verschijnselen zo wonderlijk beroemd was geworden, maar dat Mijn geboorte daar beslist niets mee te maken had gehad. Ook zou Ik het geniale uit Mijn jeugd zo totaal verloren hebben, dat er, nu Ik man was geworden, niets meer van te ontdekken viel! -Maar Philippus en nog enkelen hadden een zekere hoop behouden, want ze kenden de voorspelling van Siméon en Anna, die bij Mijn besnijdenis in de tempel uitgesproken werd, en daar verwachtten ze veel van.
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Jezus en Zijn leerlingen werden ook op de bruiloft genodigd.2:2) Dientengevolge had Ik in bijna alle betere huizen in de hele omgeving van Nazareth, zelfs in bijna geheel Galiléa, de verwachting gewekt een binnenkort optredende bevrijder van het Romeinse juk te zijn. Pas sinds een paar maanden was Ik begonnen met het nemen van enige maatregelen die in die richting duidden, waardoor in de bevriende huizen de aan Mijn persoon verbonden voorspellingen weer tot leven kwamen, zoals zoveel wat sinds achttien jaar ingeslapen en vergeten was. Dat was dan ook de reden waarom Ik, tesamen met Mijn leerlingen, Mijn moeder Maria en een aantal andere familieleden en bekenden zelfs naar Kana, een oud stadje in Galiléa, dat niet ver van Nazareth lag, uitgenodigd werd bij een voorname bruiloft, waarop het echt blij en vrolijk toeging. De vier leerlingen maakten daarover tegen Mij de opmerking:
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Deze bruiloft kondigde op die manier profetisch aan, wat na drie jaar met Mij gebeuren zou, en daarbij werd in wat ruimere zin tevens aangekondigd, dat Ik na drie jaar beslist als eeuwige bruidegom met Mijn volgelingen en degenen, die Mij werkelijk liefhebben, een echte bruiloft, namelijk hun wedergeboorte tot het eeuwige leven, houden zal!
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (En het Joodse Paasfeest was nabij en Jezus ging op naar Jeruzalem. Joh. 2: 13) Het Paasfeest der Joden naderde al en Ik trok daarom met allen die bij Mij waren, op naar Jeruzalem. Daarbij moet men niet denken dat het oorspronkelijke Joodse Paasfeest op dezelfde datum plaats vindt als waarop in de verschillende christelijke gemeenten het gelijknamige feest gevierd wordt, vaak al in maart; maar bij hen vindt het ongeveer een kwart jaar later plaats! Want op het Paasfeest dankte men Jehova voor de eerste oogst, die uit gerst, rogge en tarwe bestond, en men at dan reeds het nieuwe brood, dat volgens de wet ongezuurd was en niemand mocht in deze tijd een gezuurd brood eten.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ten tijde dat Ik optrok naar Jeruzalem was Kaiphas hogepriester. Deze had kans gezien om al meer dan een jaar beslag te leggen op deze waardigheid, die veel geld in 't laatje bracht. Het naleven van de wet van Mozes was in die tijd gedegenereerd tot een totaal inhoudsloze ceremonie en de priesters hielden er net zoveel rekening mee als met sneeuw, die honderd jaar geleden gevallen is. En deze totaal inhoudsloze ceremonie had men ten top gevoerd om het volk met open ogen er in te laten lopen.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een onbekende oude Jood, die hoorde wat er gezegd werd, kwam dichterbij en zei: 'Beste vrienden, jullie weten nog lang niet alles, maar ik was drie jaar geleden zelf een gewone knecht in de tempel en ik heb daar toen huiveringwekkende dingen meegemaakt!'
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] (Toen Hij dan opgewekt was uit de doden, herinnerden Zijn discipelen zich, dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en het woord, dat Hij gesproken had. Joh. 2:22) Want zelfs zij begrepen het pas nadat Mijn zeer wonderbaarlijke opstanding drie jaar later had plaats gevonden, en ook begrepen zij toen pas de Schrift, die dat over Mij voorspeld had.
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Vijf mannen heb je gehad, en die je nu hebt, is je man niet! Dat heb je naar waarheid gezegd.' Joh. 4:18) 'Want kijk eens, beste vrouw, vijf mannen heb je al gehad, en omdat hun natuur niet met de jouwe overeenkwam, werden ze al gauw ziek en stierven; want langer dan een jaar hield het er niet één met je uit. Er zit een dodelijke worm in je lijf en degene, die daarmee te maken krijgt, wordt daardoor al snel gedood. De man die je nu echter hebt, is je man niet, maar je ondergeschikte minnaar -tot zijn en jouw verderf! Ja, ja, je hebt dus echt wel de waarheid tegen Mij gezegd.'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Noch hier in Samaria of in welk ander oord dan ook, en toch ken Ik je al sinds je geboorte, zelfs nog van vroeger al en Ik heb je altijd al als Mijn leven liefgehad! Hoe bevalt je dat, ben je tevreden met Mijn liefde? Weet je wel, dat toen je op je twaalfde jaar in Samaria in een regenput viel, Ik het was die je er uit trok; maar je kon de hand niet zien, die je uit de put trok! Weet je dat nog?'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De opperpriester zegt een beetje verlegen: 'Heer, ik heb een lieve vrouw, die net als ik al enigszins op leeftijd is, en ik heb ook zeven kinderen, maar tot mijn spijt zijn het alleen meisjes van twaalf tot een en twintig jaar. Zoals U weet strekt het een Israëliet nu juist niet tot eer als hij geen mannelijke nakomelingen heeft, daarom - Heer, heb geduld met mijn zwakheid! - durfde ik niet met al die vrouwen in de openbaarheid te komen!
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nicodémus zegt: ' Ach, ach, beste Meester, dat zal moeilijk gaan! Want ik heb iedere dag zaken die direct afgehandeld moeten worden, en daar kan ik niet gemakkelijk onderuit! Denk U eens in dat er in de stad en naaste omgeving met de vreemden erbij geteld, meer dan achthonderdduizend mensen leven, waarvoor ik als overste heel veel te doen heb; daarnaast wachten er nog dagelijkse tempelzaken, die ik beslist af moet handelen. Als de genade mij daarom niet hier in Jeruzalem ten deel kan vallen, dan zal ik daar tot mijn spijt van af moeten zien! Kijk, op z'n allerminst zou ik voor deze onderneming drie volle dagen nodig hebben en dat zou dan voor mijn werk net zoveel achterstand opleveren als drie jaar bij iemand anders.
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Jezus antwoordde en zei tot haar: 'Ieder, die van het water uit deze bron drinkt, die zal na een poosje weer dorst hebben.' Joh. 4:13) Ik zeg: 'Ik zei al dat je geen besef hebt en daarom is het ook wel begrijpelijk dat je Mij niet verstaan kunt en wilt. Kijk, Ik zei je ook: Wie Mijn woorden gelooft, uit diens lichaam zullen stromen levend water stromen! Nu, Ik ben al dertig jaar in deze wereld en heb nog nooit een vrouw aangeraakt; waarom zou Ik dan nu opeens jou begeren?! 0, jij begripsloze zottin! En gesteld dat Ik het met je aan wilde leggen, dan zou je dorst toch weer terugkomen en zou je weer moeten drinken om je dorst te lessen. omdat Ik je echter levend water aanbood, daarom is het wel duidelijk dat Ik daarmee jouw levensdorst voor eeuwig wilde lessen! Want weet je, Mijn woord en Mijn leer is dat water!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De vrouw antwoordt: 'Ik heb in al die tijd heus niet zoveel gezondigd, als jullie tot mijn spijt nog steeds veronderstelt. Voordat ik met een man trouwde, heeft er nog nooit een man mijn lichaam aangeraakt; en nadat Ik getrouwd was, leefde ik geheel zoals dat voor een gehuwde vrouw behoort. Dat ik geen kinderen kreeg en dat ieder van mijn rechtmatige mannen, na gemeenschap met mij, weldra moest sterven, daar kon ik werkelijk niets aan doen. Daarvoor kan men niet mij, maar hoogstens degenen, die mij besmet hebben, aansprakelijk stellen. Nadat mijn vijfde man gestorven was en ik mijn hartzeer nauwelijks verdragen kon, heb ik besloten om nooit meer een man te trouwen. Maar na een jaar kwam, zoals jullie wel weten, een dokter naar Sichar met kruiden, oliën en zalven en genas veel mensen; ik ging ook naar hem toe, gedreven door mijn zeer voelbare nood, in de hoop dat hij mij kon helpen.
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...