Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 1 van 42

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Daarom is het beter een gegeven wet te handhaven, dan deze snel weer op te heffen. In plaats daarvan kan men de wet welongemerkt buiten werking stellen en bij overtredingen consideratie toepassen en niet te streng oordelen. Als er dan een andere bestuurder komt, heeft hij de vrijheid om de nagelaten wetten van zijn voorganger helemaal op te heffen en overeenkomstig de geest van het volk te vervangen door mildere. Alleen in het geval dat men je er om zou smeken, kun je wel het strengste deel van een eenmaal gegeven wet te niet doen, maar altijd met het voorbehoud dat de wet di rekt weer in alle strengheid toegepast wordt, als er zich tekenen voordoen die aangeven dat men doorgaat met het benadelen van de door de wet beoogde goede zaak!
Hoofdstuk 55: Volk en bestuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dat doet de geest wel; maar omdat hij in eerste instantie in de mens het levensbeginsel van de ziel is, kan deze, daar ze zelfbewust is, ook overeenkomstig haar eigen wezen als een spiegelbeeld handelen. Precies zoals een echt spiegelbeeld niet zou kunnen ontstaan zonder dat er een object aanwezig is dat er volkomen aan gelijk is, zo kan ook de ziel haar oordelen alleen maar zelf te kennen geven, wanneer die als reflecties van haar geest uitgaan. Maar zoals een spiegelbeeld alles omgekeerd weergeeft, precies tegengesteld aan het object, en toch waar is, zo gebeurt dat ook hier, zolang ze beiden niet proberen in elkaar op te gaan.
Hoofdstuk 50: De wedergeboorte van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Op dit moment kan ik dat echter nog niet doen. Ik heb deze lelijke duivelsknechten nu een­maal schuldig bevonden. Dien­overeenkomstig moet ik hen dus tot een zeer pijnlijke dood ver­oordelen.
Hoofdstuk 71: Jozef vertedert Cyrenius en wijst op het oordeel van de Heer. Cyrenius geeft toe. Schijnveroordeling tot de kruisdood als middel om de drie te corrigeren - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Ik zeg: 'Mijn dierbare Thomas, je bent nog erg dom! Ik droeg Judas niet op met Mij het brood in de schotel dopen, want Ik wist dat het hem tot oordeel zou strekken, omdat hij onwaardig was met Mij het brood des levens te eten. Jou echter nodig Ikzelf uit, omdat Ik in jou niets onwaardigs ontdek, en daarom kun je zonder bezwaar doen wat Ik nu van je verlang. Bovendien houdt hier iedere gerechtelijke toerekening op, omdat iedere daad hier zonder meer zijn gevolgen heeft in overeenstemming met de geest waarin hij werd begaan. Omdat iedere geest naargelang zijn daden hier volkomen eigen rechter is, heb je ook van geen enkele kant een vreemde invloed meer te duchten. Wat jij wilt, zul je ook doen, en dat handelen zal jou oordelen overeenkomstig jouw wil, die de eigenlijke drijfveer is van iedere handeling.
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Kijk, daaruit zal toch wel enigszins duidelijk worden dat Ik, die de oerkracht Zelf ben, wanneer Ik Mij vanuit de allerzuiverste geestelijke, eeuwige orde tegenover de uiterlijke wereld wil uiten, ook steeds deze twee regels uiterst nauwkeurig in acht neem, aangezien Ik ze zelf ingesteld heb; en dat doe Ik, doordat er bij een openbaring aan het eigenlijke Goddelijk-Heilige in Zijn volheid geen afbreuk wordt gedaan, maar Het overal in zijn allerhoogste volmaakte gesteldheid innerlijk aanwezig moet zijn. Wat echter het in een vorm uitdrukken naar buiten toe betreft, dat moet zich op zijn beurt toch voegen naar de uiterlijke omstandigheden en dus noodzakelijkerwijze in de uiterlijke verschijningsvormen in allerlei opzichten tegenstrijdig naar voren treden, terwijl het in zichzelf toch de allerhoogste harmonie overeenkomstig de orde bezit - evenals de eikenbomen als zodanig qua bouw dus toch steeds hetzelfde zijn en, te oordelen naar hun voortbrengselen, steeds op dezelfde fundamentele orde stoelen, ook al schijnen ze qua uiterlijke vorm nog zo tegenstrijdig met elkaar te zijn.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] (Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij deze zou oordelen, maar opdat ze door Hem behouden zou worden. Joh. 3: 17) Nu moet u echter niet een soort wereldgericht verwachten, zoals oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel dat alle heidenen verteert; want zie, God heeft Zijn eniggeboren Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij deze wereld zou oordelen, maar opdat ze door Hem geheel en al zalig zou worden; wat betekent dat ook al het vlees niet te gronde gericht zou worden, maar met de geest zou opstaan tot het eeuwige leven. Maar om dat te bereiken moet de stoffelijke hoogmoed in het vlees vernietigd worden door het geloof, en wel het geloof dat de Mensenzoon, Deze altijd al uit God geborene, in deze wereld gekomen is, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben, die in Zijn naam zullen geloven en zich daaraan zullen vasthouden!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als de Heer ons nu iets zuiver geestelijks vertelt, terwijl wij toch met z'n allen in het starre keurslijf van de natuurlijke orde zitten, dan kan Hij dat alleen maar doen door middel van de overeenkomstige beelden in gelijkenissen. Om deze echter goed te kunnen begrijpen, moeten wij proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nathánaël zegt: 'Tot hiertoe moest ik met u spreken, het verdere ligt geheel in de hand van de Heer. Wat hij wil, dat zullen ook wij willen en doen. Want wij zijn allen geestelijk nog zeer arm; daarom moeten wij bij Hem blijven, opdat het hemelrijk ons deel wordt. Wij willen met de Heer ook elk leed en iedere vervolging dragen, opdat we door en in Hem de ware troost hebben. In Zijn naam willen wij zachtmoedig zijn in al onze gedachten, oordelen, wensen en begeerten, en in al ons doen en laten, opdat we echte bezitters van de ware voedingsbodem, de zuivere liefde Gods in onze harten, worden.
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De Messias is nu als mensenzoon niet gekomen om deze wereld te oordelen, maar alleen om allen, die nu in de duisternis des doods wandelen, uit te nodigen voor het rijk van de liefde, het licht en de waarheid!
Hoofdstuk 62: De Heer opent voor allen de weg naar de hemel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar de mensen, die in het geheel niet met Mijn leer in aanraking komen, krijgen aan de andere zijde gidsen, die hen naar deze brug zullen brengen. Als de met Mijn leer onbekende geesten de gidsen volgen, zullen ze ook over de brug tot het ware leven komen; als ze echter hardnekkig bij hun eigen leer blijven, dan zullen ze overeenkomstig hun leer als schepsel slechts naar hun levenswandel geoordeeld worden en nooit het kindschap van God bereiken! -Kijk, zo zit het in elkaar! Denk er over na en zeg Mij, wat je er van denkt, -maar vlug; want weet je, Mijn tijd in deze plaats is bijna verstreken!'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] In het dorpje Seba, een vissersdorp aan de Galilese zee, zetten de vele bewoners en ook diegenen die Mij uit andere dorpjes daarheen gevolgd waren, grote ogen op over Johannes de doper en zeiden: 'Hoe is het mogelijk dat hij een zonde beging? Want dat hij U, o Heer, nadat hij U toch herkend had, niet gevolgd is, dat was dan toch een hoofdzonde waarvoor hij nu moet boeten!? Heer plegen wij onrecht, als wij zo oordelen?'
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De mensen zeggen: 'Heer! Als dat zo is, dan is het toch niet rechtvaardig dat U hem nu in de kerker laat! Te oordelen naar Uw daden, die buiten God zeker geen mens tot stand kan brengen, zou het voor U toch niet moeilijk zijn om de doper, omdat hij voor U gewerkt heeft, te bevrijden! Heer, dat zou U toch wel moeten doen en U zou hem nu niet in de steek moeten laten!'
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ja, ja, nu wordt me opeens alles duidelijk! - Er staat: 'De vrouw werd uit de rib van Adam geschapen; hoe begrijpelijk is dat nu! - Zoals de bergen heel zeker het hardere en in die vorm ook het meer hardnekkige deel van de aarde zijn en als zodanig ook de onverzettelijkste geesten bevatten, zo vindt je daaraan overeenkomstig het halstarrigste deel van de eerste en ook van alle latere mannen in de beenderen van de man.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Want om de wereld te oordelen, moet zij vooraf datgene krijgen, waarmee zij zichzelf veroordelen zal en veroordelen moet, namelijk: de hemelse waarheid, die door Mij nu in deze wereld komt en, ook al wordt ze altijd vervolgd, blijven zal.
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Wat ernstiger zeg Ik: 'Zo had u moeten denken, oordelen en spreken: Ieder rijk, dat in zichzelf verdeeld is, wordt chaotisch, en iedere stad of ieder huis in zichzelf verdeeld zijnde, kan niet bestaan! (Matth,12:25) Als de ene satan de andere verdrijft, dan is het toch duidelijk dat hij eerst zijn eigen mening heeft moeten veranderen! En dan vraag Ik: Hoe kan zijn slechte rijk dan stand houden?! (Matth. 12:26) Naar Mijn mening ligt dat toch wel voor de hand!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...