Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

184 resultaten - Pagina 1 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[1] De drie Grieken zeggen nu: 'Die raad van jou is niet zo slecht gemeend; maar toch bevalt hij ons niet helemaal! Hoe lang moet die gruwelijke heerschappij van deze volksbedriegers nog duren?! Hoewel we met hen niets meer te maken hebben, zijn we ze toch zat geworden; ze bespotten ons voortdurend, ze belasteren ons in hun scholen en vervloeken ons bij iedere gelegenheid, Hoe lang moeten we ons dat nog laten welgevallen? Bovendien zijn ze ook nog burgerlijk rechter, en als we een uitspraak van het gerecht willen hebben dan moeten we het altijd duur betalen. Wel, dat is voor ons een heel slechte zaak, en daarom vinden wij dat hier morgen voor altijd een eind aan die heerschappij gemaakt moet worden; want alle hier wonende Joden gaan morgen naar onze kant over, en de Farizeeën zullen, daar ze voor ons totaalonbruikbaar zijn geworden, eruit gegooid worden, behalve jij, als je bij ons wilt blijven! -Weet je, dat is ons plan, en dat is al zover uitgevoerd dat er zich onder de burgers van dit plaatsje nu geen echte Joden meer bevinden! Wat vind je van dit plan?'
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] IK zeg: "Ga en haal hem eruit opdat hij gezond worde, en ook allen die hij al besmet heeft toen zij hem vingen en in huis opsloten!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De BURGERS zeggen: "O meester, wie zal hem eruit halen? Wie hem aanraakt is al zo goed als zeker van een verschrikkelijke dood!"
Hoofdstuk 67: De genezing van de razende.(27 .10.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als jouw plaats in het vervolg hier is, laat mij dan maar mijn gang gaan, en dan is Galiléa op zichzelf binnen enkele jaren volkomen onafhankelijk van de tempel! Galiléa staat in de tempel toch al helemaal op het laatste perkamenten blad! Wat maakt het nu uit of we ook dit laatste blad eruit scheuren? De Romeinen en Grieken staan aan onze kant, dat is zeker, daarbij nog een beetje van de almachtige, levende genade van God, en het zal voor de tempel heel moeilijk worden om onze hysopstruiken af te likken!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl Ebahl, bij wie al een ander licht opgaat, nog steeds overlegt, komt de hoofdman ook al weer terug en vertelt vol vreugde en verwondering, hoe hij alles prima in orde heeft aangetroffen, en hoe verbaasd zijn onderkommandanten waren, omdat hij volgens hun zeggen voor de tweede maal kwam om te vragen of alles wel in orde was, terwijl hij toch een half uur eerder zelf alles reeds zo goed mogelijk geregeld en opgedragen had! Hij had zich eruit gepraat door voor te geven dat dit slechts een slimme controle was, en daarmee waren allen zonder verdere vragen geheel tevreden gesteld.
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Als de gescheiden persoonlijke polen zich echter uiterlijk raken, neemt hun kracht af en lijken ze op een wijnzak die steeds rimpeliger wordt naarmate men hem meer van zijn geestrijke inhoud heeft beroofd. Als je je echter een wijnzak voor zou kunnen stellen, die zelf steeds dat zou kunnen. produceren wat men eruit haalt, dan zou je op zijn oppervlak nooit die vouwen en rimpels ontdekken die zijn uiterlijk er zo oud doen uitzien. - Begrijp je dat goed?"
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] CORNELIUS zegt: "Niet alleen vanwege het licht, maar veeleer vanwege Degene die hem hier liet komen! Maar laten we daar nu over ophouden! Morgen zullen we hem bij daglicht wel gemakkelijker kunnen bekijken en beoordelen dan nu; want dan zullen onze ogen door het zonlicht minder gevoelig zijn dan juist vandaag, dat wil zeggen nu in deze donkere nacht, waarin de wolken eruit zien alsof zij een behoorlijke landregen voorspellen. Laat we nu echter stil zijn, want de Heer zal een aanvang maken met wat Hij ons beneden aan tafel heeft beloofd!"
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De leren zak is toch ook nooit de wijn zelf, maar slechts een voorwerp om de wijn in te bewaren. Wie zal echter zo dom zijn om vanwege de verlokkende geur meteen in de zak te bijten en deze te beschadigen, terwijl hij toch kan weten dat hij de zak slechts op de juiste plaats behoeft te openen om de pure wijn eruit te krijgen?
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Hier staan verscheidene planten; daar een geneeskrachtige, daar een giftige! Let eens bij het dagheldere licht van onze lichtbol op hun vorm! Zie eens hoe meegaand, lieflijk, zacht en bescheiden de vorm van de geneeskrachtige plant is en hoe hoekig, gespleten en hier en daar ook verdacht glad daarentegen de vorm van de gifplant eruit ziet, en toch bestaan beide soorten uit één en dezelfde oersubstantie, staan in dezelfde aarde, nemen dezelfde dauw op, exact dezelfde lucht en hetzelfde licht! En toch is in de geneeskrachtige plant alles geneeskrachtig en in de gifplant alles geheel en al gif! De oorzaak ligt alleen in het veranderen van de structuur.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Omdat Ik dus eerder al zei dat de knaap wat betreft ziel en lichaam puur uit deze aarde stamde, kunnen jullie gezien zijn verwaarloosde opvoeding nu wel begrijpen waarom zijn ziel in de boom aanvankelijk, nog voor hij eruit viel, reeds zichtbaar was in de vorm van twee vleermuizen op het moment dat hij, deels door het zich te ingespannen vasthouden aan de boom en deels verstikt door de rook, in een krampachtige flauwte terechtkwam, die zorgde dat hij gedurende enige tijd nog in de boom bleef hoewel hij daar zelf niets meer van wist.
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] RAPHAËL zegt: "Kijk, ook dat moest eruit bij jou, en nu kun je pas aan de Nazarener voorgesteld worden, volg mij daarom nu!"
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Als Roclus aan zijn metgezellen meedeelt wat hij van Mij heeft vernomen, zijn deze er zeer verheugd over, en DEGENE DIE AL EERDER SPRAK zegt: 'Kijk vriend, hoe goed het was dat ik je voorstelde om hierover bij de Heer Zelf, nu Hij nog hier is, raad te gaan halen! Nu weten we waar we aan toe zijn, en hoeven we niet te liegen om ons eruit te redden, -maar we komen met de naakte waarheid naar voren en brengen allen die ons ter verantwoording willen roepen met weinig woorden tot zwijgen! O, dat is een grote en heilige raad! Ja, ja, wie door de Heer wordt geholpen, wordt waarachtig geholpen en dus is hij ook voor alle tijden waarachtig geholpen!"
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En daarom lijkt me ook, dat de mensen onder de heerschappij van de zuivere waarheid moreel gezien evenmin zouden kunnen bestaan, als hun lichamelijk wezen zonder de slaap. Wat de slaap dus voor het lichaam is, dat is een goed geconditioneerde leugen voor de hele morele mens. En dan is het natuurlijk niet zo belangrijk, hoe een leugen eruit ziet! Als ze de morele mens maar een zekere bevredigende en zeer verkwikkelijke rustige hoop geeft en een voor de helft beschenen en gemakkelijk aanvaardbaar vertrouwen, dan is de leugen goed en de zuiverste waarheid moet het daar dan tegen afleggen.
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK dronk eruit, reikte hem aan Mijn leerlingen en toen deze gedronken hadden, reikte Ik de kruik ook aan Aziona en zei: 'Drink ook jij hieruit opdat ook jij proeft hoe goed het water is datje in je nieuwe kruik hierheen hebt gebracht!'
Hoofdstuk 174: Geloof doet wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] HIRAM zegt: 'Dat is nu helemaal in orde en wij hebben nu niets meer tegen je in te brengen; want nu geloven wij jou, omdat jij zeker alleen weet en duidelijk genoeg kunt begrijpen, dat het zo is en niet anders. Wij kunnen dat natuurlijk noch inzien noch begrijpen, omdat wij niets weten van die talloos vele vreemde hemellichamen en nog minder van het wezen van hun hoogst raadselachtige bewoners, hoe ze zijn, hoe ze eruit zien, en welke geest hen bezield. Maar ik ben wel van mening dat althans een paar betere mensen van deze aarde hierover bericht van boven zouden moeten krijgen nog tijdens hun aardse leven, om zich dan tegen zulke mensen te kunnen keren en wapenen!"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13