Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

69 resultaten - Pagina 1 van 5

1 - 2 - 3 - 4 - 5
[4] ZOREL zegt: "Van welke God dan? Soms van Zeus, Apollo, Mars, Mercurius of Vulcanus, Pluto of Neptunus? Ik verzoek je, laat Pluto er alsjeblieft buiten, want met diens stormachtige kracht zou ik echt niet vervuld willen zijn!"
Hoofdstuk 48: Zorel komt tot zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wilt U daarmee soms zeg­gen, dat onze hoofdgoden, Zeus, Apollo, Mercurius, Vulcanus, Pluto, Mars en Neptunus, Juno, Minerva, Venus en de anderen niets meer zijn dan simpele pro­dukten van de menselijke fanta­sie?'
Hoofdstuk 76: Verwondering van de drie priesters over de Wijsheid van het Kind je en van Jozef. Jozef geeft les in mythologie der goden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] De bewoners van het stadje liepen te hoop, en één van hen, die, net als veel anderen in deze stad nog een heiden was en geloofde in Jupiter en de andere goden van het heidendom, hield een toespraak en zei: 'Heb ik het vanmorgen niet gezegd: Als twee door de furiën gekwelden stil worden, maar de zee bij heldere hemel door de storm wordt opgezweept, dan komt er een godheid naar de aarde, en zal er een gericht plaats vinden; want de goden komen nooit zonder roede en zwaard van de sterren naar de aarde! En nu is het gebeurd: De furiën, die de beide zondaars plaagden, woelden eerst de zee op, omdat ze zeker wisten, dat er een godheid zou afdalen en hen zou verdrijven uit de beide zondaars. Dat ze zich toen in de vorm van zwarte horzels op onze varkens stortten en deze dieren als een storm in zee dreven, dat is me zo duidelijk als de zon op een hellichte middag! Er blijft ons nu niets anders over dan in alle deemoed en boetvaardigheid van ons gemoed met een groot aantal mensen naar de godheid, waarschijnlijk Neptunus of Mercurius, af te dalen en hem zeer nadrukkelijk te vragen, of hij deze streek weer zo snel mogelijk wil verlaten; want zolang een god zich zichtbaar in een streek op aarde ophoudt, kun je slechts een opeenstapeling van ongelukken verwachten! Want, zoals reeds gezegd, een god komt nooit zonder roede, zwaard en gericht van de sterren naar de aarde omlaag!
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De Grieken zeggen: 'Heer en vriend! Wij hebben zoveel goden! Welke van die vele goden moeten we dan boven alles liefhebben? Zeus, Apollo, Mercurius of soms een andere van onze twaalf hoofdgoden? Of moeten we zo de god van de Joden liefhebben? Maar de god van de Joden is waarschijnlijk dezelfde als onze Chronos; hoe kunnen we deze buitengewone god boven alles liefhebben?!'
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De HOOFDMAN zegt: "De weigering van het gevraagde getuigenis spreekt niet ten gunste van de rechtvaardigheid van jullie. harten, integendeel! Ex trunco non quidem mercurius ('Een standbeeld is nog nooit tot leven gekomen!') - maar we zullen wel zien!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuiver goddelijke waarheid, ja ik zou zelfs zeggen: Zij is zelf al puur leven. Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven. Adam zou ondanks zijn geroemde Eden een arme stakker geweest zijn vergeleken bij een Caesar Augustus of een Lucullus en nog honderden zoals zij. 'Dat kan men zich door Zeus, Apollo, Mercurius enz. verschaffen, men kan naast deze fantasiegoden oneindig goed leven! Waarvoor dan waarheid, waarvoor liefde, zachtmoedigheid, geduld en wijsheid?' Zo zullen de groten en machtigen der aarde filosoferen en Uw echte heilige leer van de vriendschap bij iedereen achtervolgen, zoals de hongerige wolven een lam achtervolgen. .
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Kijk, het is meer dan voldoende als jullie in Mij geloven, Mij liefhebben als een van jullie beste broeders en vrienden en Mijn woorden navolgen. Méér dan dat heeft geen nut, omdat ik absoluut niet in de wereld ben gekomen om Mij door de mensen als een afgod te laten vereren, zoals bijvoorbeeld Mercurius of Apollo, -maar omdat Ik ben gekomen om al de zieken naar ziel en lichaam gezond te maken en de mensen van deze wereld de juiste weg naar het eeuwige leven te wijzen!. Dat is het enige wat ik van jullie verlang, al het meerdere is ijdel, dom, heidens en leidt tot niets.
Hoofdstuk 36: De ware aanbidding van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JULIUS zegt: "Weten jullie dan niet dat bij God alle dingen mogelijk zijn? Pas datgene, wat hij jullie nu heeft gezegd, in de praktijk toe, dan zullen jullie zelf wel ondervinden hoe een mens in zo korte tijd zo'n graad van wijsheid kan bereiken! Ex trunco non fit Mercurius (Een boomstronk zal nooit een Mercurius worden) zegt reeds een Romeins spreekwoord; een stronk is onbeweeglijk en er is geen activiteit aan te bekennen, terwijl in de figuratieve godenleer van de Romeinen geen god zo druk bezig was als Mercurius. Met Mercurius wordt hier dus zeer druk bezig zijn bedoeld en met een boomstronk de grootst mogelijke passiviteit; daarom zal een boomstronk nooit een Mercurius worden. Het wijze woord zegt dan ook, dat je geheel en al bezig moet zijn om tot de ware wijsheid te komen, een andere bekende weg daarheen is er niet. Zij is niet net als een andere wetenschap te leren, maar is alleen maar te verkrijgen door het ware bezig zijn volgens de leer der wijsheid.
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] OURAN zegt: "Kijk, dat was een goede inval van jou, en die zal ons misschien ook goede vruchten opleveren! Maar omdat de hoogste God Zelf ons de wijze Mathaël heeft toegewezen om ons te onderwijzen, kunnen wij ons alleen maar via hem tot deze God wenden! Maar Mathaël schijnt zelf ook op z'n minst een zeer machtige halfoppergod te zijn, net als die jongeman, die ik, weet je Helena, weliswaar heimelijk, toch zonder meer voor de god Mercurius houd."
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] HELENA zegt: "Ja, ja, ja, dat zal wel zo zijn, die jongen is Mercurius! Maar, nu schiet me weer wat te binnen! Misschien zijn wij op aarde reeds gestorven, goed door het grote gericht heen gekomen en hebben wij uit de Lethe gedronken en daardoor de herinnering verloren dat wij op aarde geleefd hebben en misschien eerst kort geleden gestorven zijn?! Wij zijn misschien al in het Elysium, maar de goden willen ons dat niet meteen openbaren en laten ons dat door allerlei omstandigheden zelf ontdekken!?
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: "De Romeinen hebben een spreekwoord, dat zegt: Non statim fit Mercurius! (*Een houten Klaas wordt niet gauw een koopman.) En zo is het ook ongeveer bij jullie en Ik Zelf zou jullie zo nu en dan wel eens willen vragen: Hoe lang zal Ik jullie nog moeten verdragen aleer jullie diep in je hart iets zullen gaan verstaan en begrijpen?
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De op zichzelf kleine, lichtloze planeten, zoals deze aarde, haar maan, de zogenoemde Venus, Mercurius, Mars, Jupiter en Saturnus en nog meer soortgelijke planeten die bij deze zon horen, zullen na voor jullie ondenkbaar vele aardse jaren geheel in de zon opgaan, evenals de vele kometen die later ook mensendragende planeten worden, deels doordat er zich op bepaalde ogenblikken telkens een verenigt met een planeet die reeds mensen draagt, en deels omdat ze rijp geworden, een zelfstandige planetaire eenheid zijn.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zoals de wijzen deze kring en zijn beelden op juiste wijze benoemden, zo benoemden zij ook vele andere sterrenbeelden, hoewel niet alle, en zij waren ook de eerste ontdekkers van de jou bekende planeten, uitgezonderd de maan en de zon. Deze laatste is, zeker voor onze aarde, natuurlijk geen planeet, omdat de zon niet om de aarde, maar de andere planeten en de aarde zich in verschillende tijdsbestekken om de zon bewegen. Dat heeft echter niets te maken met de dagelijkse, schijnbare omlooptijd, die ontstaat door de eigen draaiing van de aarde om haar as maar het heeft te maken met de omlooptijd van de aarde om de zon in een jaar, terwijl Venus en de zelden zichtbare Mercurius kortere en Mars, Jupiter en Saturnus langere omlooptijden hebben dan de aarde.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Kortom, ik droom eigenlijk ook nog meer dan dat ik mij geheel wakker en thuis voel. Mijn ziel beseft nu wel veel, ja, ik overzie de gehele vorm van de aarde, mijn blik dringt tot in haar diepste diepten; ik overzie de maan als een heel treurige, armzalige, kleine wereld, bestemd voor nog kleinere en armzaliger mensen en andere schepsels; ik zie Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus en ik zie daarboven nog soortgelijke, kleine en grote hemellichamen. Saturnus ziet er zeer wonderlijk uit, hij is zeer veel groter dan onze aarde en zweeft precies in het midden van een reusachtige ring, waarboven zo'n zeven manen, groter dan die van ons, ronddartelen als bijen om hun korf; ik zie ook de wonderbaarlijk schone, ver uitgestrekte streken van de grote zon; maar bij al die dingen voel ik me bij lange na niet zo vreemd als hier in de merkwaardige, vreemdsoortige nabijheid van de Schepper van al de talloze werelden en hun wonderen!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ten eerste zijn het dochters van een zeer geleerde Griekse opperpriester van de god Apollo en de god Mercurius, dat wil zeggen volgens hun heidense begrippen.
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5