Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

82 resultaten - Pagina 1 van 6

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
[10] Dan begint er pas een nieuw stadium. De door de allerfijnste buisjes gaande sappen vormen nu knoppen en bloemen, die voorzien worden van organen die alle mogelijkheden in zich hebben om het hogere leven uit de hemelen als zaad te ontvangen.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Zeker; want als jij het brood eet, wordt de materie van het meel weldra weer langs de natuurlijke weg uit het lichaam verwijderd, maar het kiemleven gaat dan door zijn geestelijke vorm meteen in het leven van de zielover en wordt volgens zijn overeenstemmende geaardheid, één me:t haar. Het meer materiële van de levenskiem, dat haar altijd, zoals het Mozaïsche water bij de geest van God, als solide ondergrond diende, wordt voedsel voor het lichaam en gaat uiteindelijk, als het naar behoren gezuiverd is, ook in de zielover .Dat dient haar tot vorming en voeding van de organen der ziel, zoals haar ledematen, haar haren enz. en verder voor de vorming en voeding van al datgene, wat je van a tot z aan een menselijk lichaam vindt.
Hoofdstuk 218: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Wel, de reden is zo duidelijk, dat je er haast over zou struikelen! Als je twee stukken hout stevig tegen elkaar wrijft, worden zij warm, heet, en gaan tenslotte zelfs ontbranden en beginnen fel te branden. Waarom gebeurt dat? Omdat de in het hout en in de cellen en organen hiervan aanwezige, natuurgeesten met te veel geweld gewekt worden uit hun zwijgende en doffe rust, al gauw ieder voor zich in een sterk vibrerende beweging raken, en dan als licht en vuur zichtbaar worden. Daardoor activeren zij ook de wat tragere, aangrenzende geesten en tenslotte raken zo alle natuurgeesten in een zeer heftige beweging, of liever, in brand. Als deze beweging of het branden ten einde is, koelen weldra al deze natuurgeesten snel af; hoe heftiger een activering plaats vindt, des te sneller treedt daarna vermoeidheid bij de natuurgeesten op, daarmee de rust en daarmee de koude.
Hoofdstuk 147: De oorzaak van warmte en koude. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar als Ik jullie de dieper liggende uitleg, zullen jullie die toch eerder begrijpen, dan wanneer Ik jullie het organisme van het lichaam uit zou leggen en de samenhang daarvan met de ziel. Eigenlijk is dat ook helemaal niet uit te leggen, omdat het al meer dan Methusalems leeftijd, bijna duizend jaar, in beslag zou nemen om het voor jullie bijna onnoemelijke aantal zeer uiteenlopende organen alleen maar van het eerste tot het laatste te tellen, laat staan de speciale eigenschappen en het doel van ieder orgaan te begrijpen, en de algemene verbinding, de wisselwerking en duizend en één verschillende zaken van een enkelorgaan te leren kennen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Door deze voorziening vallen alle enkeIvoudig geactiveerde lichtstralen weg en komen slechts de belangrijkste omtrekstralen gebroken op het uiterst gevoelige netvlies en vandaar op de oogzenuw, waardoor dan het beeld pas via de geëigende organen op een met het beeld overeenkomstige wijze of in overeenkomstige tekens op de hersenplaatjes wordt ingeprent en voor de ziel aanschouwelijk wordt gemaakt.
Hoofdstuk 219: De werking van het zonlicht. Het menselijk oog. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Deze Moren hebben wel een zeer zwarte huid, maar daarentegen een des te lichtere ziel. Zij kennen ook voor het grootste deel de voornaamste organen van hun inwendige, lichamelijke levensorganisme, en de hersenplaatjes kennen zij heel goed, want hun oervolmaakte zielen kunnen van binnen uit hun lichaam bekijken, en als daar iets aan mankeert, zien zij de plaats waar het euvel zich bevindt en ook waaruit het bestaat.
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Het gezicht van de ZWARTE klaart helemaal op en hij zegt: "Ja, ja, ja, -nu begrijp ik dat ook helemaal en ik geloof bovendien nu ook nog veel te begrijpen van wat ik vroeger nooit zo erg goed begrepen heb! Zo verstaan wij kennelijk volledig de taal van de dieren, en wie zich moeite wil geven het geringe aantal geluiden van de dieren op gevoelsmatige wijze en met zijn natuurlijke intelligentie van de ziel te moduleren -waarvoor natuurlijk enige oefening vereist is -, kan letterlijk met de dieren, net als met mensen, spreken en van hen veel belangrijke zaken te weten komen. Ik heb het zelf geprobeerd, maar ik heb het toch niet tot een voor alle dieren verstaanbare taal kunnen brengen, omdat mijn organen daar niet op ingericht waren en ook nu niet ingericht zijn; maar verstaan kan ik alles wat een willekeurig dier met zijn soortgenoten bespreekt.
Hoofdstuk 258: De taal van de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dan zullen de mensen als voltooide geesten pas de inwendige hoedanigheid van de werelden die hen eens hebben gedragen, volkomen leren kennen, en in alle vreugde zal hun verbazing geen einde nemen over de buitengewoon wonderlijk gecompliceerde, inwendige organische inrichting ervan, van de kleinste tot de grootste organen.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wel, evenals dat bij mensen, dieren en zelfs bij planten noodzakelijk is, omdat zij anders niet in leven zouden blijven, is dat ook bij een hemellichaam het geval! Een hemellichaam moet organen hebben om zijn inwendige overtollige vuil naar buiten op zijn huidoppervlakte te kunnen uitstoten. En nu kijken we nog een keer naar ons gevaarlijke meer en dan ontdekken we dat het een even noodzakelijk orgaan van de aarde is om het inwendige, niet meer bruikbare afval naar buiten te brengen, als een aantal vergelijkbare organen van het menselijke lichaam, die je wel niet onbekend zullen zijn.
Hoofdstuk 114: De aarde als organisme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Als dus de aarde door haar eigen organen en poriën nog heden ten dage doet wat zij volgens de zeer wijze regeling van de eeuwig grote Schepper al ondenkbaar lange tijd geleden heeft gedaan en doen moest, dan kan men dat niet slecht noemen, maar dan is alles goed.
Hoofdstuk 114: De aarde als organisme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] In het hart bevinden zich twee uiterst kleine kamertjes, die overeenkomen met de beide grote bloedkamers. Voor jullie ogen zouden deze beide kamertjes amper als heel kleine puntjes zichtbaar zijn. Hoe klein deze puntjes echter ook zijn, toch hangt alleen van de inrichting daarvan in de eerste plaats het leven van het hart af en daardoor ook het leven van het hele lichaam en al de talloze delen en organen daarvan.
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De eerste bewegingen van het leven brengen stap voor stap het hart in beweging. Van daaruit gaat de activiteit via het bloed over naar de longen, de lever en de milt en van daar naar de overige organen en naar het hoofd met al zijn onderdelen.
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Deze mensen hebben ook af en toe op dromen gelijkende vermoedens dat er ergens kinderen van de allerhoogste, eeuwige geest bestaan,.en ze koesteren heel in het geheim ook niet zelden het verlangen om tegen iedere prijs Mijn kinderen te worden; maar meestal is zoiets absoluut onmogelijk. Want alles moet in de eigen orde blijven bestaan, zoals bij een mens, bij wie ook de delen en organen van het kniegewricht niet in de edele ogen van het hoofd veranderd kunnen worden en de tenen van de voeten in ieder geval niet gemakkelijk in de oren. Alle ledematen van het lichaam moeten blijven wat ze nu eenmaal zijn; en ook al verlangen de handen nog zo zeer om ook te kunnen zien, dat helpt niets, -ze blijven geheel gezond en gelukkig blinde handen, krijgen echter toch ruim voldoende licht door de edele ogen in het hoofd. .
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar als dat God mogelijk is, waarom laat Hij het dan toe dat de mens eerst in een vrouwelijk lichaam verwekt moet worden, en vervolgens daarin van periode tot periode en van deel tot deel moet groeien en zich moet ontwikkelen? Als hij in het moederlichaam na vrij lange tijd voldoende ontwikkeld is, komt daar de moeizame geboorte, terwijl er nog heel wat aan zijn lichaamsdelen ontbreekt. Na verloop van tijd worden deze steeds meer volgroeid; de tong wordt soepeler en begint woorden te stamelen, de organen ordenen zich steeds meer, en de krachtiger en mondiger wordende ziel kan zich daar meer en meer van bedienen, en zo gaat dat van fase tot fase op en voorwaarts net zolang, tot de mens, zo ongeveer na dertig of veertig j aar, een krachtige, ervaren, verstandige man is. Alle kennis en ervaring heeft hij zich door eigen moeite en arbeid eigen moeten maken om voor zijn medemensen als nuttig medeburger waardevol en achtenswaardig te zijn. Ja, maar waarom moet dat alles met de mens gebeuren als God almachtig is en meteen zonder geboorte en opvoeding volledig wijze, sterke mensen uit de lucht of zelfs maar uit het niets kan maken?
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Dat is dus de ene en meest voorkomende soort van de op deze aarde voorkomende meteoren. Een ander en zeldzamer soort meteoren zoals die van daarnet er een was, ontstaat echter hier op aarde zelf. Temidden van het grote aantal bergen op onze aarde zijn er ook die in verbinding staan met het binnenste van de aarde en door bepaalde grote organen voortdurend gevoed worden. Deze voeding gaat langzaam maar zeker steeds meer gisten, waardoor inwendige grote holle ruimten opgevuld worden met gassen, die gemakkelijk ontbranden wanneer zij te veel onder druk komen te staan. Als zich zo'n inwendige ontbranding voordoet, verwoesten de brandende gassen de minder vaste delen van de berg, breken er als laaiende vuurmassa's doorheen en sleuren de losse stukken mee en slingeren die -net als die we eerder zagen -dan met overeenkomstige, Immense kracht hetzij recht omhoog, of vaak ook in de een of andere richting schuin over de aarde, soms tot op enkele uren afstand van de plaats van hun ontstaan. Daar vallen zij dan naar beneden zonder de aarde daardoor enige schade te berokkenen.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6