Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 1 van 216

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] En, vriend, in Mijn rijk dat gevuld is met alle hoogste zaligheden, zal datgene, wat je hier oneindig ver weg toeschijnt, op een zalig lichte wijze en heel snel komen! Nu kunnen jij en geen van Mijn leerlingen op de hoogte gebracht worden van alle hemelse wijsheid, -maar over enige jaren wanneer je gedoopt wordt met de heilige geest uit God, dan zal deze geest jou en alle anderen inwijden in alle hemelse wijsheid. Dan pas zul je alles heel duidelijk zien, wat nu nog donker en verward voor je moet zijn! -Maar bewaar hetgeen je nu geopenbaard is alleen voor jezelf en Iaat niemand daar iets van merken, want dat moet nog lang geheim blijven!"
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH zegt: "Met hulp van de Heer heb ik het wel begrepen, maar het begon mij wel weer erg te duizelen! Want ik ben daardoor tot de volle overtuiging gekomen, dat een geschapen geest een eeuwigheid nodig heeft om ook maar een van die oneindig grote hoofdmiddenzonnen door en door te leren kennen. Jij hebt daarvan verteld dat hun aantal in de eindeloze eeuwige ruimte naar menselijke begrippen ontelbaar is, en dat elk van hen de draagster of liever de heerseres is van drie ordes middenzonnen met hun aardezonnen, die in eindeloos grote banen om haar heen draaien en waarvan het aantal door geen sterfelijke geest bevat kan worden! Maar als zo'n ontzettend grote hoofdmiddenzon iedere geschapen geest al een eeuwigheid kost om te bezichtigen, hoe lang zal hij dan met al die ontelbare anderen bezig zijn!?
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] JOSOË is nu even stil en zoekt een juist antwoord, maar hij vindt er geen. Na een poosje zegt hij wat kleintjes: "Heer, daarop weet ik, door de nog te grote beperktheid van mijn inzicht, echt geen zinnig antwoord. Het kan alleen maar zijn dat U mij slechts voor de schijn die vraag gesteld heeft, zoals een leraar zijn leerling iets vraagt, wat hij als leraar lang eerder wist dan zijn leerling. Maar dan is er toch een oneindig groot verschil tussen U en een leraar die zijn leerling test! Die weet namelijk wel wat hij zelf weet, maar zonder test weet hij niet of zijn leerling het ook weet. U weet echter maar al te goed en duidelijk niet alleen alles wat ik vooreerst weet, maar U kent ook de geheimste gedachten van alle mensen en engelen -en toch stelt U mij die vraag!? Kijk, dat maakt het voor mij tot een onontwarbare Gordiaanse knoop! Omdat ik echter nog lang geen Alexander ben, kan ik hem niet ontwarren!"
Hoofdstuk 196: Verschillende gaven, en zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De ENGEL zegt: " Ja, mijn beste vriend, als je zo gaat vragen zijn we nog lang niet klaar, want je geest ligt nog diep onder de huid van je lichaam verborgen, terwijl de geest van Ribar al ver buiten zijn huid is doorgedrongen, waardoor met hem gemakkelijk gepraat kan worden. Je zou net zo goed kunnen vragen, waarom God op aarde zoveel stenen heeft geschapen en waarom niet alleen maar zachte, vruchtbare aarde, waarom zoveel water op de wijde vlakten waarop men geen akkers en wijngaarden kan aanleggen, waarom zoveel doornstruiken en zoveel soorten distels waaraan echt geen druiven en geen vijgen groeien. Maar ik zeg je, dat dat allemaal in hoge mate nodig is en dat het ene niet zonder het andere zou kunnen bestaan. Om je in 't kort en heel oppervlakkig de wijze redenen daarvan te laten zien zou een periode van vele duizenden jaren vergen, terwijl een ontwaakte en rijpe geest al dat oneindig vele in enkele ogenblikken helemaal kan begrijpen, als hij zich daarvoor interesseert. Maar omdat een volmaakte geest veel hogere en betere levenszaken te doen heeft dan naar de oorzaak van de stenen, het water, de dorens en distels te zoeken, Iaat hij dat graag over aan de wijze voorzorg van de Heer der oneindigheid. "
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De weg, die de Heer nu Zelf gaat, zal nog de weg van alle oergeschapen geesten van alle hemelen worden. Dat zal natuurlijk niet van vandaag op morgen gebeuren, maar geleidelijk aan, gedurende een steeds doorgaand verloop der nooit en te nimmer ergens eindigende eeuwigheid, waarin wij uit God als in een oneindig grote kring op en neer en heen en weer gaan, zonder ooit aan de uiterste rand te komen. Maar ook al laat iets nog zo lang op zich wachten, het gebeurt uiteindelijk toch, omdat het getrouwen waarachtig thuis hoort in de grote orde des Heren. Wat zich eenmaal daarin bevindt, gebeurt ook, - het 'wanneer' is echt niet zo belangrijk! Is het eenmaal gebeurd, dan is het er, alsof het er al altijd was.
Hoofdstuk 180: De taak van engelen en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] De drie drenkelingen zijn echt weer in het leven teruggeroepen, maar het is nog maar de vraag of ze werkelijk helemaal dood waren, of dat het soms simulanten waren! Kortom, daden bewijzen nog lang niet alles! Maar zijn machtige woord bewijst naar mijn mening méér dan de beide wonderen. Zo oneindig wijs en eeuwig waar spreekt geen mond van een sterveling! Schabbi, denk nu alleen maar eens na over de uitleg van de enig ware aanbidding van God, dan zul je ontdekken wat voor alles doordringende wijsheid daarin ligt. Dat is voor mij het bewijs van iets ontzaglijks. Ja iets, dat ik nauwelijks durf uit te spreken!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[26] STAHAR zegt: "Goed dan, als je dat beseft, vraag dan niet naar de reden van die dingen en verschijnselen die Gods wijsheid al van eeuwigheid heeft geregeld! Wij mensen begrijpen oneindig veel niet, ja, wij begrijpen eigenlijk helemaal niets. Want al ons verstand is vergeleken met de goddelijke wijsheid nauwelijks een zonnestofje, en kan de mens dan rekenschap van God vragen waarom Hij dit of dat beschikt en bepaald heeft?! Wij zijn nog lang niet bij de eerste aanzet tot de ALPHA gekomen en vragen reeds naar de essentie van de OMEGA! O, hoe blind en dom moeten wij nog zijn!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar wat is tijd voor de eeuwige God?! Een ziener uit de voortijd zei: 'Duizend jaar zijn voor God als een dag!' Ik zeg jullie: Duizendmaal duizend jaar zijn voor God in alle ernst nauwelijks een moment! Voor iemand die lui is, worden van pure verveling de uren dagen en de dagen jaren. Voor de ijverigen en voor hen die veel bezigheden hebben, worden de uren ogenblikken en de weken dagen. God is echter van eeuwigheid af vervuld met een oneindige werkijver en steeds maar oneindig bezig, en het gelukkige gevolg daarvan is dat tijden die voor jullie onvoorstelbaar lang duren, Hem voorkomen als enkele ogenblikken, -en de complete schepping van een zon duurt in Zijn ogen dan ook maar heel kort.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] De ziel van jouw zoon stamt van één van die grote werelden waarvan er talloos vele boven en onder deze aarde het oneindig grote hemelruim vullen. Omwille van haar heil was naast de beproeving van het dragen van het vlees ook deze noodzakelijk, waardoor ze nu reeds in de jeugd die kracht verwierf die menig andere ziel niet verkrijgt, ook al zou ze honderd jaar lang de druk van haar zware vlees te verduren hebben.
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Om het oneindig overheersende van de goddelijk-geestelijke kracht over alle natuurkrachten, hoe groot die ook mogen zijn, nog duidelijker te tonen, hoef Ik je slechts te zeggen: Als de grootste krachten van deze aarde gezamenlijk myriaden en aeonen aardse jaren lang in de grote scheppingsruimte woest tekeer zouden gaan, dan ~ouden zij, tegen de kracht van de goddelijke wil in, in de hele schepping nog geen atoom kunnen vernietigen; maar één engelgeest zou in staat zijn om slechts door het te willen, als God het toeliet, in één ogenblik de hele eindeloze ruimte van alle materiële schepselen te ontdoen, en er zou daarin geen zon en geen aarde meer bestaan.
Hoofdstuk 29: De mate van kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE TOLLENAAR zei: 'Dat lijkt mij allemaal volkomen juist. Dat men alleen door de kennis van de regels geen meester, maar nauwelijks leerling wordt, is een waarheid die in de praktijk talloze bevestigingen vindt; maar er is immers al oneindig veel gewonnen als men voor het bereiken van zo'n doel maar eenmaal de zekere middelen en wegen heeft. De rest is dan natuurlijk alleen onze zaak. Dat overigens ook de aankomende leerling in zichzelf nog lang niet tot het heldere bewustzijn van een meester kan komen, maar pas wanneer hij het door veeloefening zelf tot meesterschap heeft gebracht, is allemaal zonneklaar; maar dat zonder u en vóór u nog nooit iemand deze allerbelangrijkste regels ook maar in de verste verte heeft kunnen vinden, dat is iets wat mijn verstand absoluut niet wil en kan begrijpen. Noch het oude Egypte noch Kanaän, noch Griekenland en Rome, noch Perzië en Indië kunnen bogen op een wijs man die voor deze kunst ook maar enigszins de juiste regels kon vinden. U bent dus de enige die deze kunst niet op een of andere wijze geleerd, maar kennelijk uit uzelf verkregen heeft! -Vertel eens, hoe was u dat als mens mogelijk?!
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Het goddelijke geduld zou met de eerder genoemde vijf geesten in God wel één of ook wel talloos vele mensen op de hemellichamen scheppen en ook blijvend onderhouden, maar dan zou een mens of ook talloos vele mensen in het zware vlees een eindeloze tijd voortleven en van een uiteindelijk vrij worden van de ziel uit de banden van de materie zou dan eeuwig lang geen sprake zijn. Tevens zouden dieren, planten en mensen zich steeds maar vermeerderen en tenslotte door hun aantal op de beperkte ruimte van een hemellichaam zo dicht op elkaar gedrongen wonen, dat de een niet meer voor de ander opzij zou kunnen gaan. Met dien verstande dat een hemellichaam onder het beheer van het eindeloze goddelijke geduld ooit nog zover rijp zou kunnen worden dat het planten, dieren en mensen zou kunnen dragen en voeden. ja met de zes geesten waarmee ik je tot nog toe alleen maar heb laten kennismaken, zou zelfs het scheppen van een stoffelijke wereld oneindig traag gaan en het zou zeer de vraag zijn of er wel ooit een wereld in de materie te voorschijn zou komen.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Dat deze aarde een dermate hoge leeftijd heeft, dat jullie het aantaljaren dat ze bestaat niet kunnen vatten, ook al zou Ik het jullie meedelen, heb Ik jullie op de Olijfberg al laten zien. Maar om kort te gaan: als hemellichaam bestaat de aarde voor jullie begrippen al bijna oneindig lang en heeft veel veranderingen op haar oppervlak moeten ondergaan tot ze haar huidige gedaante heeft aangenomen. Vuur, water, aardbevingen en andere grote stormen, vooral in haar oertijd, waren de handlangers die volgens Mijn wil datgene van haar gemaakt hebben wat ze nu is. En opdat ze voortbestaat en nog geschikter wordt voor het tijdelijk voeden van nog veel meer mensen en andere schepselen, moeten vuur, overstromingen, aardbevingen en kleine en grote stormen nog steeds in haar, op haar en boven haar werkzaam zijn, al naar gelang het nodig is.'
Hoofdstuk 70: Over de natuurwetenschappelijke inhoud van het 6e en 7e boek van Mozes. De ouderdom van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[25] De maat van de tempelgruwelen zal echter weldra vol worden en voordat er nog zes keer tien jaar zullen verlopen, zal men nauwelijks meer de plaats kunnen vinden waar Jeruzalem en de tempel gestaan hebben. Mijn geduld en lankmoedigheid zijn weliswaar groot en bijna onbegrensd, maar op de hemellichamen toch niet oneindig! Mijn wil, die te boosaardig geworden werelden vernietigd heeft, kan ook steden en volkeren vernietigen, als de maat van hun gruwelen vol is geworden. -Maar laten we daar verder niet meer over spreken, Jij en je broeders kunnen nu wel naar buiten naar de binnenplaats gaan; want die twee zullen niet lang op zich laten wachten!'
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[65] En luister, toen ik dat met een van liefde vervuld hart deed, begon de mij oneindig voorkomende zuil terstond steeds dieper en dieper in de afgrond van de eeuwige nacht te verzinken. En dat wegzinken was nog niet lang aan de gang of een ver verwijderd ruisen van zeer grote wateren, niet ongelijk aan het donderend rollen der sferen, drong tot mijn scherp luisterende oren door. Nog voordat ik mij helemaal had kunnen omdraaien, luister, 0 vaderen en kinderen, of daar zag ik reeds massa's schuimende vloeden als werelden zo groot, steil omlaag storten in de duistere, eindeloze ruimten van de eeuwige nacht die de bonte zuil daarvoor had omgeven. En luister, dit neerstorten had niet lang geduurd of ik zag de vroegere plaats van de eeuwige nachten geheel gevuld met nog troebel, doch eindeloos voortkabbelend water. Ook zag ik het einde van de zuil, die mij eindeloos had toegeschenen, afdalen uit de eeuwige hoogten van de hemel en neerzinken naar die troebel, golvende vloeden van de nieuwe wateren. En op de lichtende top stond in lichtende glorie Lamech, Methusalahs zoontje, als een geschikte lieflijke heraut van de goddelijke, heilige wil. En toen hij ook mij opmerkte, begon hij weldra de volgende woorden tot de vloeden te richten:
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...