Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13 resultaten - Pagina 1 van 1

1
[3] En daarom moet ook het volmaakte bestaan van God zelf in ieder opzicht ook plaats bieden aan de verfijndste tegenstellingen, omdat het zonder die tegenstellingen eigenlijk geen bestaan zou zijn. Deze tegenstellingen zijn verwikkeld in een ononderbroken strijd, maar steeds zo dat de onafgebroken overwinning van de ene kracht ook steeds dient als steun voor de in zekere zin overwonnen kracht, zoals wij dat gezien hebben bij de voortdurende overwinning van de vaste bodem over de bewegende zwaartekracht van onze reus.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Zij hebben zich in grote gemeenschappen zo ontzettend ver van elkaar gevestigd, dat die afstanden voor jullie onvoorstelbaar zijn. Iedere gemeenschap wilde niets meer van enige andere horen, zien en gewaarworden, om zich toch maar geheel te kunnen overgeven aan de eigenliefde. Door dit steeds meer opgaan in eigenliefde en zelfzucht, in de daardoor gaandeweg ontwakende hoogmoed en de absolute heerszucht schrompelden de ontelbaar vele levensvormen tenslotte volgens de wet der zwaartekracht, die zich uit de eigenliefde en de zelfzucht vanzelf had ontwikkeld, ineen tot een enorm grote klomp, -en zo ontstond de stoffelijke centrale oerzon van een hulsglobe * (*)De verzameling van een enorm groot aantal zonnengebieden, die als aparte planeten om hun zon, zich in onmetelijke, uitgestrekte banen om de oercentraalzon bewegen. (J.L)
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk, het staat je vrij om op die van hieruit naar het zuiden gelegen, ongeveer vijfhonderd manslengten hoge rots te klimmen en je dan moedwillig voorover van de hoge rotswand naar beneden te laten vallen! Volgens de noodzakelijke wet van de zwaartekracht die voor alle lichamen geldt, zal die moedwil je zeker je lichamelijk leven kosten. Vraag jezelf eens af, of Mijn toorn en Mijn wraak daar de oorzaak van zijn!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Dat alles zou de uitwerking en het gevolg zijn van een grote of zelfs zeer grote wanorde in het wezen van de zon. Zij zou geen heer en wetgever meer zijn voor de vele andere, kleinere, haar omcirkelende hemellichamen. Deze zouden, zoals gezegd, weldra zelf in een verschrikkelijke wanorde geraken en zich direkt afkeren van de zon omdat deze zelf zo 'n enorme val heeft gemaakt. De zon zou dit niet kunnen verhinderen, omdat zij naar buiten toe helemaal geen uitstralende levenskracht zou hebben om de vrijgekomen zwaartekracht van de planeten hetzij tegen te houden of op z 'n minst te matigen.
Hoofdstuk 215: De uitstralende sferen van mens en zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Want wij kennen geen god -behalve de god, die uit onze fantasie voortkwam. Wij kennen wel iets, namelijk dat er in de grote natuur geheime krachten zijn waaraan onder vele, verschillende, toevallig optredende omstandigheden ook de mens zijn treurige bestaan dankt, maar deze krachten zijn net zo min bepaalde intelligente en van zichzelf bewuste godheden, als dat het water een godheid zou zijn omdat het door zijn volkomen stomme, blinde zwaartekracht steeds naar beneden stroomt, wat aloude ervaring geleerd heeft omdat men nog nooit een beek tegen een berg naar boven heeft zien stromen en kabbelen. Daarom zijn duizend goden en het grootste bijgeloof onnoemelijk veel heilzamer en nuttiger voor een mens dan welke zuivere waarheid dan ook. Wel, wat geeft het wat voor geloof een mens van de wieg tot het graf heeft gehad, als dat geloof hem maar een duidelijke verzekering gaf voor een dragelijk en voortdurend leven van de ziel na de lichamelijke dood?
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar Ik kan Mijn orde, waardoor alleen het voortbestaan van alle dingen mogelijk is, niet omkeren ter wille van de lichtzinnigheid en de door eigen schuld veroorzaakte blindheid van de mensen. Als iemand weet dat zijn lichaam pijn voelt als het geslagen of gestoken wordt, maar zichzelf toch slaat en steekt, is het immers zijn eigen schuld als zijn lichaam daarbij veel pijn voelt; want ter wille van de onzinnige dwaasheid van de mensen zal Ik een ziel niet van een ongevoelig lichaam voorzien en er ook niet voor zorgen dat men vanwege de zwaartekracht niet van het dak op de grond zou kunnen vallen. -Dat zeg Ik jullie dus ook nog, zodat jullie je daarnaar kunnen richten.'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Zo rust ook het hele gewicht van de aarde op haar kleine, nietige middelpunt. Hoe kan dit wel zo'n van alle kanten daarop inwerkende zwaartekracht weerstaan? Om de eenvoudige reden dat volgens de eeuwige goddelijke ordening in de gehele oneindige schepping niets voorhanden is dat vernietigd kan worden en het allerkleinste zich tegenover het allergrootste voortdurend kan handhaven, zo niet in deze, dan toch weer in een andere vorm.
Hoofdstuk 108: In de hele schepping is niets voorhanden dat vernietigbaar is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ten eerste is ijzer zwaar. Waardoor wordt dat gewicht veroorzaakt? - Door een specificum dat uit de binnenste ruimten van de aarde opstijgt waardoor het, hoewel het hier aan dit metaal gebonden is, nog altijd zijn intelligente aantrekkingskracht daarheen richt, waar het zo lang was verbannen. Deze aantrekking (deze zwaartekracht) in dit specificum is als het ware de liefde naar omlaag.
Hoofdstuk 45: Mineraal, plant en dier - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Er zijn veel belangrijke en minder belangrijke natuurverschijnselen, waarvan de natuurwetenschap de oorzaak niet weet. Daartoe behoren bijvoorbeeld het noordpoolmagnetisme, het noorderlicht, de bliksem, de vorming van de wolken, kometen en vallende sterren. Verder de vorming van kristallen, de oorzaak van eb en vloed, de zwaartekracht en vele andere verschijnselen. Daartoe behoren ook de trillingen der aarde te worden gerekend en de langer durende bevingen en stoten, welk geweld vaak hele streken in weinige seconden te gronde richt
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Laten we het op zichzelf zo onsamenhangende water eens bekijken, dat zich zonder voelbare weerstand laat verdelen in talloze druppels. Dit hoogst belangrijke natuurelement, dat zowel alle oerkiemen van het dierlijke als van het plantaardige leven in zich bergt en tegelijkertijd bezwangerd is met door jou onberekenbare krachten, luistert in vrije toestand onvoorwaardelijk naar de in hem aanwezig zijnde wet van de zwaartekracht. Volgens deze wet, die het door eigen waarnemingsvermogen opmerkt, voelt het de zachtste glooiing van een terrein aan. Het begint zich meteen voort te bewegen naar een meer laag gelegen gebied en heeft rust noch duur tot het de diepste laagten in de zee heeft bereikt. Dit element heeft ook nog de bijzondere eigenschap dat het pas dan volkomen helder wordt als het het diepste punt van de zee bereikt heeft. Het duidt om zo te zeggen daardoor aan, dat ook de mens pas dan tot het heldere bewustzijn van zijn ware, eeuwige bestemming komt, als hij op aarde niet naar de hoogste rang streeft, maar naar de laagste plaats, dat is: de ware door Mij zo vaak aanbevolen deemoed die echter nooit door heersen maar enkel door gehoorzamen kan worden bereikt!'
Hoofdstuk 19: Rede over de gehoorzaamheid. Voorbeelden uit het rijk van de natuur - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Stel je nu de hele, enorm grote hoofdcentraalzon voor, overdekt met zulke uiterst intens lichtende vlammen, en oordeel dan, hoe ver haar stralen, die het uitzwermen van vrij geworden geesten zijn, wel niet zouden kunnen reiken! Dan zal het jullie waarschijnlijk wel duidelijk worden, hoe zo’n zon heel goed een algemene kroonluchter in het grote zonnewerelden-vertrek van een hulsglobe kan zijn. - Als jullie dat nu hebben begrepen, zullen jullie ook heel gemakkelijk begrijpen op welke wijze vervolgens ook iedere planetaire zon en ook iedere planeet een eigen licht kan ontwikkelen, waarbij de intensiteit van diens karakteristieke licht zich altijd richt naar de grootte van zijn volume en derhalve ook van zijn zwaartekracht.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] De maag van de aarde ligt vlak onder het hart, tamelijk in het midden van de aarde. Het is een ongeveer 10 vierkante mijl omvattende holle ruimte, die in alle richtingen door kleine en grotere dwars zuilen - vele met een doorsnede van wel 200 klafter (** Oude lengtemaat (vadem). 1 Weense klafter = 1,9 m.) als het ware in alle richtingen deels groter wordt gemaakt, deels wordt ondersteund. Deze maag en de zich daarin bevindende dwars stutten, die er uitzien als ovale stroken en ook als ovale zuilen met bovengenoemde doorsnede, bestaan niet uit een vaste massa, maar ze hebben ongeveer dezelfde hoedanigheid als een grote elastische gummizak, waarvan de binnenwanden ook met dezelfde gummi achtige massa verstevigd zijn, zodat ze niet door een van buitenaf werkende zwaartekracht samengedrukt kunnen worden.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] De natuuronderzoekers, de vaak ijdele natuurdwazen, hebben wel in alle materie bepaalde basiskrachten ontdekt, zoals de aantrek kende en afstotende kracht waarvan de aantrekkende als cohesie of zwaartekracht en de afstotende als de centrifugaal kracht wordt aangenomen. Daarnaast zijn er nog over de elasticiteit of expansiekracht, de deelbaarheid en de doordringbaarheid van de materie heel geleerde verhandelingen gehouden en ze zijn ook onder de krachten ingedeeld, die tot de grondeigenschappen van de materie behoren. Maar waren deze geleerde natuurdwazen, als zelflevende mensen, maar een stapje verder gegaan en hadden ze de alles beheersende en alles vullende levenskracht een plaats in hun boeken ingeruimd, dan zouden ze al lang met hun wetenschap een grote stap voorwaarts gemaakt hebben en hadden ze niet noodzakelijkerwijs dode krachten - wat de grootst mogelijke onzin is, moeten onderzoeken en ontbinden, maar hadden ze dadelijk met de basisvoorwaarden van alle zijn te doen gehad. Dan hadden ze zichzelf en alle materie allang volkomen en met gemak kunnen doorzien vanaf het juiste, effectieve, ware standpunt. Het is eigenlijk allerdomst dat de levenden in louter dode krachten rondtasten en tenslotte ook nog willen bewijzen, dat de levende kracht een mengeling en samenstelling van louter dode krachten is!
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1