Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 1 van 41

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] (Het was in de wereld, en deze is Daardoor ontstaan, maar ze herkende Het niet. Joh. 1:10 ) Hoe Ik, de bron van alle licht, ondanks al de voorboden en verkondigers van Mijn komst miskend kon worden door deze wereld d. w .z. door de verduisterde mensen, die met hun hele wezen uit Mij of wat hetzelfde is, uit de bron (het Woord) ontstaan zijn, is reeds in het vijfde vers duidelijk naar voren gebracht. Alleen moet daarbij nog wel aangetekend worden, dat hier onder het begrip 'wereld' niet verstaan moet worden 'de aarde als draagster van verloren zielen, die tesamen de materie vormen', maar alleen 'de mensen' als zodanig. Zij zijn weliswaar voor een deel uit de materie genomen, maar als vrijgemaakte wezens behoren ze niet meer, of behoeven ze niet meer te behoren, tot deze vanaf de zondeval reeds veroordeelde zielsmaterie. Want het zou geen goede zaak zijn als Ik verlangen zou dat een steen, die nog in het diepste gericht ligt, Mij zou herkennen! Dat kan Ik alleen terecht verlangen van een vrij geworden ziel, die Mijn geest in zich heeft.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Maar Jezus vertrouwde hen niet; want Hij kende ze allemaal. En het was voor Hem niet nodig, dat iemand over een mens getuigde; want Hij wist heel goed, wat in de mens was. Joh. 2:24-25) Ik zag echter dat hij het niet meende en dat zijn wens om Mijn verblijfplaats te weten te komen, niet oprecht bedoeld was, daarom zei Ik tegen hem, zoals ook later tegen nog menige onoprechte vrager, het volgende aforisme: 'De vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen; maar de Zoon des mensen heeft zelfs geen steen waarop Hij Zijn hoofd neer kan leggen, en hier in deze stad al helemaal niet. Ga echter heen en maak uw hart zuiver en rein; kom dan terug met oprechte, maar niet met verraderlijke plannen, en zie dan eens hoe u aan Mijn zijde leven kunt.'
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Een wijze man uit het gezelschap van de Samaritanen zei: 'Gods wijsheid, almacht en goedheid kan nooit genoeg geroemd worden! De regen valt op de aarde, duizendmaal duizend vormen en soorten planten, bomen en struiken zuigen dezelfde regen op en staan in dezelfde aarde, en toch heeft iedere soort een andere smaak, een andere geur en een andere vorm! Iedere vorm is mooi en aantrekkelijk om te zien, en zonder nut groeit er niets, en zonder doel groeit zelfs niet de schraalste mosplant op een steen!
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg tegen de aanvoerder: 'Wel, waarmee zult u nu naar Mij slaan of steken?' De aanvoerder zegt, helemaal razend van drift: 'Dus zo wordt hier de macht van Rome gerespecteerd?! Goed ik zal dat aan Rome weten over te brengen, en bekijk dan over een poosje deze omgeving nog maar een keer en zeg dan, of die er dan nog net eender uitziet! Geen steen zal op de andere worden gelaten!
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als u door die innerlijke waarheid uw geestelijke armen voldoende krachtig gemaakt hebt, dan zult u zelf doen wat Ik nu voor u gedaan heb, en u zult dan tevens heel duidelijk beseffen, dat dat nog veel gemakkelijker gaat dan dat u met uw lichamelijke handen een steen opraapt en een aantal passen voor u uit gooit!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar deze kerels zijn doortrapte huichelaars! Uiterlijk doen ze zich streng en vroom voor, alsof ze allemaal zakkenvol levende goden met zich meedragen; innerlijk echter zijn ze nog te slecht voor de alleronderste onderwereld die wij uit onze mythen kennen. Werkelijk, als onze ongelofelijke drie furiën, voor wier afschuwelijkheid alles van angst en schrik In steen verandert, een van deze Jeruzalemse tempelkerels te zien kregen, dan zouden zij waarschijnlijk zelf ten gevolge van te grote angst en vrees in diamant veranderen! Ik zeg U: Voor de uiteindelijke ontwarring van deze allerboosaardigst verworden tempel en haar priesterkluwen moet zo snel mogelijk het scherpe zwaard van de koning van Macedonië komen, anders wordt binnenkort nog de hele aarde ingekapseld in deze noodlottige kluwen! O vriend! Ik zou U dingen over deze kerels kunnen vertellen waarvan de hele aarde koorts zou krijgen! Maar laat ik erover ophouden, dit is voorlopig wel genoeg; als U mij opzoekt, zullen we er nog veel met elkaar over spreken!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Een mens had eens een stenige akker, waar hij met veel moeite en ijver de stenen uit verwijderde; hij hield daarbij wel de volgende goede orde aan: Eerst verzamelde hij de grootste stenen uit de akker en legde deze buiten de akker in de vorm van een regelmatige, rechthoekige hoop. Daarna verzamelde hij de minder grote en legde deze op een tweede eveneens rechthoekige hoop. En zo deed hij vervolgens met de overige, natuurlijk steeds kleinere stukken steen en hij produceerde zo tien steenhopen, die per hoop even grote stenen bevatten.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als je de geesten in de stenen los wilt maken uit hun materie, zal je dat dan met lauw water gelukken? Zeker niet! Ik zeg je: De steen zal onder zo'n zachte en vreedzame behandeling net zo hard blijven als hij was en is. Er is een machtig vuur voor nodig om de geesten in de steen in een groot gevecht te verwikkelen; dan verbreken ze pas zelf de boeien van hun materie en worden vrij. En kijk, zo moet het hier ook gaan!
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Wat de geesten in de steen vrijmaakt, zoals het vuur, de strijd, zware druk en zware harde slagen, dat wekt ook de geesten in de mensenharten die veranderd zijn in harde stenen, en maakt ze vrij, vooral de harten van de groten en rijken, die harten van diamant hebben welke door geen aards vuur zacht gemaakt kunnen worden.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Beste kinderen, jullie, die hier bij Mij op de echte markt van het leven zit, Ik zeg je: Fluit niet meer voor deze dwazen; want hun geest is verlamd en kan daardoor niet meer dansen. En houdt ook maar op met klagen; want hun gemoed is een uitgedroogde steen!
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Houd je alleen maar aan de liefde en geef alle wijsheid op; want je kunt beter aan de tafel der liefde eten -dan op de maan de spaarzame dauw van de steen der wijzen likken!'
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Vriend! Wat je Mij nu gezegd hebt, wist Ik allang! Ja, Ik zeg je, zo zal ook het einde van Jeruzalem zijn! Maar eerst moet in die stad al datgene nog gebeuren, wat door al de profeten over haar voorspeld is, opdat de schrift vervuld en haar maat vol wordt. En het zal nu geen zeventig jaar meer duren tot er geen steen meer op de andere gelaten zal worden! En als dan iemand zal vragen waar de tempel stond, dan zal er niemand zijn die de onderzoeker kan inlichten!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Voordat Ik echter met de leerlingen het schip betrad, kwam een schriftgeleerde uit Kapérnaum op Mij af en zei: 'Meester sta mij. toe, dat ook ik u volg op uw tocht!' (Matth. 8,19) Ik doorzag echter direkt zijn geheime reden, die echt niet zo lofwaardig was. Het was hem daarbij niet om Mijn leer en al Mijn daden te doen, maar meer om de verzorging van zijn buik en zo mogelijk, als daarmee iets te verdienen zou zijn, heimelijke spionage. Daarom schudde Ik Mijn hoofd en zei tegen hem: 'De vossen hebben holen, en de vogels onder de hemel hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, zelfs geen steen in deze wereld als bezit, zodat Hij daarop Zijn hoofd neer kan leggen!' (Matth. 8,20)
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] En de schriftgeleerde begreep Mij, wendde zich af en ging naar huis. Want Ik gaf hem daarmee te verstaan, dat ook hij een sluwe vos was en daarom ook een hol (betaalde baan) had, en dat vogels van zijn pluimage, onder de hemel, d.w.z. ver beneden de zuiver goddelijke waarheid en liefde, hun nesten, d.w.z. hun voedings en rustplaats hebben waar ze hun prooi verteren; maar dat bij de Mensenzoon niets te vinden is van al de wereldse bedriegerijen, zelfs niet een zogeheten politieke kunstgreep (steen), waarop je zo nu en dan je geestelijke 'hoofd' kunt laten uitrusten! De schriftgeleerde begreep precies wat Ik bedoelde en ging, zoals gezegd, zonder nog een woord te zeggen, vlug naar Kapérnaum terug.
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het zaad dat op de rotsgrond viel, betekent het volgende: Een mens hoort het woord en aanvaardt het met veel vreugde. (Matth.13:20) Maar omdat zo iemand net als een steen te weinig levensvocht, waarvoor een moedig hart alleen borg staat, en ook te weinig grond, ofwel vaste wil, in en boven zich heeft en daarom ook net als een steen afhankelijk is van het weer om vochtig of droog te zijn, en dus met het weer meedraait, ergert hij zich erg en wordt kwaad als hij allerlei ellende en vervolging ter wille van Mijn woord moet ondergaan (Matth. 13:21) en lijkt daarom juist op een door de zon verhitte steen, waarop Mijn woord natuurlijk geen wortels kan krijgen en tenslotte helemaal verdorren moet.
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...