Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 1 van 33

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[13] Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?! Wat zullen jullie zeggen als Ik jullie openbaar dat de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en maken, waarmee zij in de diepste diepten van de sterrenhemel kunnen kijken, en heel andere berekeningen zullen maken dan de Egyptenaren gedaan hebben?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met stoom en vuur in ijzeren wagens rijden zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt! Zij zullen elkaar met metalen vuurwapens bevechten, en hun brieven door de bliksem over de hele wereld laten verspreiden, en hun schepen zullen zonder zeilen of roeiriemen door de kracht van het vuur over de grote wereldzee varen zo snel en gemakkelijk als de arend door de lucht vliegt; -en nog duizend en één andere dingen waarvan jullie je geen voorstelling kunnen maken.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Is het niet heerlijk spoorwegen op te richten, waardoor in de eerste plaats een heleboel voerlui en andere ambachtslieden hun verdienste kwijtraken en ten tweede juist door het aanleggen van deze prachtige straten zoveel landerijen van de boeren vernield worden, dat deze weldra tot de bedelstaf geraken? En wat is er ten derde voor groot nut aan verbonden: dit bestaat daaruit, dat langs zulke wegen allerlei luxe en daarmee verbonden industrie des te sneller bevorderd kan worden, opdat de arme mensheid des te vlugger lichamelijk en geestelijk te gronde wordt gericht en de harten van de rijken zo snel mogelijk zo hard worden als de straten, waarop ze met elkaar verkeren krachtens handel, ruil en bedrog.
Hoofdstuk 13: 'Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn' .(Matth. 24: 37 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[1] Bij de beschrijving van de planeet Uranus hebben jullie al gehoord, dat onder zijn bewoners het grondbeginsel geldt, dat alle straten recht moeten zijn. Hoewel het aanleggen van rechte wegen op de tamelijk grote planeet zelf al op vele duizenden moeilijkheden stuit, zijn al deze moeilijkheden toch slechts gering vergeleken met die, welke op deze gordel de aarde of liever de bodem van deze grote zonnewereld biedt.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] (Jezus antwoordde en zei tot hem: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien'. Joh. 3:3) Op deze vraag van Nicodémus antwoordde Ik net zo kort als het vers dat aangeeft, namelijk: 'Waarlijk, waarlijk zeg Ik u: Tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het Rijk van God niet zien en nog minder binnengaan!', wat zoveel wil zeggen als: ' Als u uw geest niet volgens de wegen, die Ik u met Mijn leer en daad aangeef, opwekt, kunt u het goddelijk levende van Mijn woord beslist niet herkennen, Iaat staan in de leven gevende diepte daarvan binnengaan!'
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] 'In de eindtijd zal de berg, waar des Heren huis is, zeker hoger zijn dan alle bergen en zal boven alle heuvels verheven worden en alle heidenen zullen er heen gaan. En ook zullen vele volken er heen gaan en zeggen: Komt, laat ons op de berg des Heren gaan, naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons Zijn wegen wijst en wij op Zijn hellingen wandelen! Maar toch zal Zijn wet uitgaan van Sion en het woord des Heren van Jeruzalem komen (Jesaja 2:2-3).
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De opperpriester zegt: 'Ja Heer, voor het hoogste moet de mens ook het hoogste inzetten! Wie genieten wil van het uitzicht op een hoge berg, die moet eerst de moeite en de bezwaren van het klimmen willen doorstaan. Wie oogsten wil, moet daarvoor eerst ploegen en zaaien, en iemand, die weet dat hij iets kan winnen, moet eerst iets op het spel zetten; degene, die niets waagt uit angst om te verliezen, die zal onmogelijk ooit iets winnen! Daarom, als ons Uw wegen bekend gemaakt worden, o Heer, zal het voor ons ook helemaal niet moeilijk zijn om datgene te bereiken, wat U ons eerder verkondigd hebt, namelijk -net zo volmaakt te worden als de Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] En al kwamen alle engelen uit de hemel en leerden de mensen zulke wegen om het eeuwige leven te bereiken, en het gebruik van zulke middelen om de hemel te verdienen, dan zouden zulke domme leraren de wereld uitgeslagen moeten worden en hun domme hemel zelf op moeten vreten! -Alleen al het tegenstrijdige daarin! -'Tand om tand' en 'oog om oog' vindt Hij onrechtvaardig en gruwelijk; Hij predikt de grootste zachtmoedigheid en het grootste geduld, zet zelfs voor alle dieven de deur wijd open, als Hij zegt: 'Wie uw rok vraagt, geef die ook de mantel erbij!' Mooie leer! -Maar daarentegen moeten de mensen zich zelf wel de ogen uitrukken en handen en voeten afhakken! -Wie van u heeft er ooit grotere onzin gehoord?!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] En daarna zal het ook op verschillende plaatsen van de aarde zo zijn, dat de halstarrige mensen de verkondigers van het evangelie lichamelijk zullen doden. Maar juist zo'n dood zal hen gelovig maken, omdat ze daardoor zullen zien, dat al degenen, die hun geestelijk leven gebaseerd hebben op Mijn woord, nooit gedood kunnen worden! Want de gedoden zullen bij hun respectievelijke leerlingen terugkomen en ze zullen hen Mijn wegen leren!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] O, zij die zo komen, daarvan weet God elk ogenblik maar al te goed hoe het met hen is, en Hij Zelf leert en begeleidt ze op al hun wegen; maar die van Hem niets weten willen, daarvan weet God dan ook in alle ernst niets!
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] 'Ja, Heer', zegt Matthéus, 'dat begrijp ik nu allemaal erg goed, zuiver en helder. Maar vindt U niet dat ik deze heerlijke leer, die de mensen toch erg zou moeten aansporen om God zonder ophouden te zoeken en Hem te vragen ze bij de hand te nemen en op de goede wegen te leiden, niet onmiddellijk moet opschrijven?'
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik ken net als u de hele schrift, maar Ik heb altijd naar de daarin gegeven wetten van God gehandeld; daarom ken Ik God volkomen en kan Ik u dan ook uit de oorspronkelijke bron meedelen, dat er nog nooit iemand van u en van uw soort God heeft gekend en op uw slechte wegen ook nooit zult leren kennen, want u bent allemaal godloochenaars!
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] In Kapérnaum leefden twee bedelaars, die vanaf hun geboorte stekeblind waren en zodoende nog nooit het daglicht en het nachtelijke sterrenlicht gezien hadden. Ook deze beiden hoorden over Mij en wat Ik gedaan had. Toen Ik van Kapérnaum terug naar Nazareth ging, en de overste met zijn vrouwen al zijn kinderen en veel van Zijn vrienden Mij begeleidden, kwamen wij heel rustig wandelend langs een plaats. waar een aantal wegen elkaar kruisten. Op deze plaats zaten de beide blinden gewoonlijk te bedelen. Toen die twee van de voorbijgangers hoorden, dat er een grote groep mensen aankwam en dat daar zelfs de hoogste machthebbers van Galiléa bij waren, en dat temidden van die machthebbers zich de heiland Jezus uit Nazareth bevond, van wie net als van zijn vader gezegd werd dat hij in rechte lijn afstamde van David, gingen ze vlug staan en volgden Mij daarna zo goed hun dat mogelijk was, waarbij ze hard riepen: ' Jezus, ach, zoon van David, ontferm U over ons! (Matth. 9:27) Die titel gaven ze me maar, omdat ze dachten dat Ik daar wat om gaf, en daardoor gevleid, eerder iets voor hen zou doen. .
Hoofdstuk 130: Nazareth. De twee blinde bedelaars. (11.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] 'Begeef je in de eerste plaats niet op de wegen van de heidenen! Dat betekent:
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ga niet met geweld te werk en vermijd de volken, die als te woest bekend staan; want aan honden en varkens moet je het evangelie van het Rijk van God niet verkondigen. Want een varken blijft een varken, en de hond keert altijd gulzig naar zijn braaksel terug. Dat bedoel Ik als Ik jullie aanraad om je niet op de heidense wegen te begeven.
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar ons, die in al dergelijke geheimen zijn ingewijd, kunnen ze de ogen niet verblinden, en daarom is het onze heilige plicht om deze mens op alle wegen en paden in de gaten te houden en daar, waar hij te ver gaat, snel in te tomen.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...