Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

19 resultaten - Pagina 1 van 2

1 - 2
[3] Thans zijn er in de oneindige ruimte een enorm aantal van zulke systemen of hulsgloben, waarbij overal een dergelijke oercentraalzon het gemeenschappelijke middelpunt is van talloze gebieden van werelden. Deze oercentraalzonnen zijn nu de ineengeschrompelde gemeenschappen van oorspronkelijke geesten waaruit na onvoorstelbaar lange tijden alle andere zonnenheelallen, zonnengebieden, nevencentraalzonnen, planetaire zonnen, planeten, manen en kometen zijn ontstaan.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zij hebben zich in grote gemeenschappen zo ontzettend ver van elkaar gevestigd, dat die afstanden voor jullie onvoorstelbaar zijn. Iedere gemeenschap wilde niets meer van enige andere horen, zien en gewaarworden, om zich toch maar geheel te kunnen overgeven aan de eigenliefde. Door dit steeds meer opgaan in eigenliefde en zelfzucht, in de daardoor gaandeweg ontwakende hoogmoed en de absolute heerszucht schrompelden de ontelbaar vele levensvormen tenslotte volgens de wet der zwaartekracht, die zich uit de eigenliefde en de zelfzucht vanzelf had ontwikkeld, ineen tot een enorm grote klomp, -en zo ontstond de stoffelijke centrale oerzon van een hulsglobe * (*)De verzameling van een enorm groot aantal zonnengebieden, die als aparte planeten om hun zon, zich in onmetelijke, uitgestrekte banen om de oercentraalzon bewegen. (J.L)
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ja, er zullen zich wel hier en daar grotere en kleinere gemeenschappen vormen die uw leer aannemen, begrijpen en ook een tijdlang zuiver zullen houden; maar al gauw zullen er ofwel, zoals wij hier een paar uur geleden hebben gezien, machtige wereldse booswichten op hen afkomen en hen bederven, of de gemeenschappen zullen nieuwe leraren en hoeders van deze nieuwe leer aanstellen, waaruit zich in de loop der tijd geheel dezelfde priesters zullen ontwikkelen als wij nu met duizenden tegelijk overal kunnen zien.
Hoofdstuk 203: Hirams voorstelling van de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Denk je dan eens de eindeloos grotere ruimte van de hemelen van God in en het eveneens eindeloze aantal van haar gemeenschappen, die zo overeenkomen met de werelden in de materiële ruimte dat bijvoorbeeld van deze aarde, die vrijwel het kleinst is, er tot op heden al honderdduizend maal honderdduizenden als reeds bestaand kunnen worden aangenomen! Hoeveel mensensoorten er nog uit deze aarde gevormd worden, weet God alleen, omdat Hij de oneindige aantallen als een eenheid duidelijk voor Zich heeft. Als er echter uit de mensen van deze aarde zo talloos vele gemeenschappen in het grote hiernamaals gevormd kunnen worden, hoeveel dan wel niet uit al de ontelbaar vele werelden, waarvan er veel fysiek al zo groot zijn dat deze aarde daarbij vergeleken nauwelijks een zandkorrel is ?
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En zo zijn er voor iedere soort kwaad en bedrog heel grote gemeenschappen, die slechts kort in een schijnharmonie met elkaar leven. Als zij een bepaalde andere gemeenschap bestormd, uit elkaar geslagen en buit gemaakt hebben, dan wil bij de verdeling iedereen aanvoerder geweest zijn en dus ook het grootste deel van de buit binnenhalen. Daardoor ontstaat er dan strijd binnen de winnende gemeenschap. Eerst worden loten getrokken. Als iemand door het lot het grootste deel wordt toegewezen, dan vraagt men hem of hij denkt dat hij nog allerlei proeven van echt helse aard durft te doorstaan. Daarbij worden hem de schitterendste dingen voorgespiegeld, zelfs het kronen tot koning en god van alle gemeenschappen. Als hij niet op de proef gesteld wil worden, krijgt hij het kleinste deel van de buit, wat hem natuurlijk al heimelijk woedend maakt; als hij daarentegen het voorstel aanvaardt, wordt hij vreselijk gemarteld en moet hij alle mogelijke bespottingen ondergaan en zelfs de grootste pijn standvastig verdragen.
Hoofdstuk 238: De gevechten in de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Van tijd tot tijd worden ook betere leraren naar zulke zeer ontredderde gemeenschappen gestuurd; maar het vergaat hen niet veel beter dan het de engelen in Sodom en Gomorra vergaan is. De slechte geesten zouden hen graag als sterke wezens gebruiken om al hun vijanden te vernietigen. Hieraan kun je wel zien hoe het met de verbetering van deze geesten staat.'
Hoofdstuk 238: De gevechten in de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ja, enkelen zoals ik en zeker nog wel verscheidene anderen, zullen dat allemaal met de grootste vreugde aannemen; maar zodra zich in het zuivere licht van de Geest groepen en gemeenschappen gaan vormen, zullen de priesters bij de keizer aankloppen en net zolang druk op hem uitoefenen, tot hij zelfs het zwaard zal moeten trekken tegen zulke gemeenschappen. Dan zal de oude dwingende wet pas echt met ijzeren klemmen en ketenen om de arme volkeren geslagen worden. Wee degene die het dan nog zal wagen om deze leer van U onder de mensen te verbreiden!
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als zich echter menselijk gemeenschappen vormen, die zich uit hoogmoed, heerszucht en zelfzucht alsook uit traagheid met alle hun ten dienste staande middelen tegen het goede en ware teweerstellen, dan is het gemakkelijk te begrijpen dat zulke mensen en het volk dat hun aanhangt van dag tot dag dieper in de duisternis wegzakken en dat ze die door de Godheid gewekte mannen vervolgen, die het wagen hun met de waarheid tegemoet te treden. En ik heb de indruk dat dat bij jullie Joden niet pas nu, maar al sinds heel lang betreurenswaardig genoeg zo is geweest, dat jullie al die mannen hebben vervolgd die bij jullie de oude goddelijke waarheden weer hebben willen invoeren.
Hoofdstuk 244: De kritiek van de waard op de Joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Inmiddels bevinden wij ons nu allemaal op de grond van het gelijkvloerse venrek en willen daar meteen het noodzakelijkste in ogenschouw nemen. Kijk naar de vier grote wanden. In iedere wand zien jullie drie deuren. Door deze deuren hebben jullie toegang tot alle werelden en hemelen en hun gemeenschappen die zich in de hele oneindigheid bevinden; alleen niet tot deze hoogste en binnenste hemel waarin jullie nu zijn. Kom nu naar de noordzijde; dan zullen we vlug een begin maken.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Als je het aantal wilt weten: het zijn er twaalfmaal honderdduizend! Maar dat zijn nog lang niet allen, die Mijn huis bewonen. Meer dan tienmaal zoveel zijn voor belangrijke bezigheden afwezig en zijn actief bezig op de verschillende werelden en zonnen in alle hemelen en hun talloze gemeenschappen. Begrijp echter goed: dit zijn allemaal uitsluitend slechts bewoners van Mijn huis, dat Ikzelf bewoon en waar Ik zorg voor Mijn kinderen.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Als we naar de wetten van ons Romeinse recht kijken, die alleszins goed zijn, en derhalve het meest dienstig voor het voortbestaan van de gemeenschappen van mensen en zelfs volkeren, dan lijkt ook onze veelgodenleer, die natuurlijk erg vervormd is maar uiteindelijk toch de grondslag gevormd heeft voor onze wijze en zo rechtvaardig mogelijke staatswetten, nog altijd de leer te zijn die het meest gelding heeft. Maar de Joodse leer van één God, die veel overeenkomst vertoont met de oer-Egyptische leer, lijkt toch veel dichter bij de grote levenswaarheid te staan, hoewel ze nu onder de Joden veel sterker vervormd is dan die van ons; want men hoeft maar met een enigszins scherpe blik naar het uiterst goddeloze en gewetenloze doen en laten van de Joodse priesters in Jeruzalem te kijken, om te zien en te erkennen dat het veel dommer en slechter is dan dat van onze veelsoortige en verschillende priesters.
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Nu stond ook de opperstadsrechter, die naast Mij aan onze tafel zat, op en zei: 'Heer en Meester, U weet dat ik een Romein ben die goed thuis is in alle wetenschappen, anders had men mij niet aangesteld als opperstadsrechter van een van de grootste gemeenschappen op het Haurangebergte. Omdat ik mij echter al van kind af aan op allerlei kennis en wetenschap heb moeten toeleggen, om na het afleggen van strenge examens te kunnen worden wat ik nu ben en nog steeds meer kan worden. Het is dus in zekere zin vanzelfsprekend dat ik reeds in mijn vroegste jeugd de volstrekte leegheid en betekenisloosheid van ons afgodendom voldoende heb leren kennen en verachten, en een wijs man, of het nu een Griek of een Romein was, was mij duizend keer liever dan al onze Egyptische, Griekse en Romeinse halfgoden en goden.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zeg echter tegen hen: 'Mijn lieve vrienden, van een voortdurend dragen van deze tekenen is immers geen sprake; maar jullie moeten ze toch aannemen en bezitten. Er zijn hier zeer uiteenlopende levensomstandigheden en opdrachten, vaak de schitterendste bezoeken uit de talloze wereldgebieden en heel veel missies naar verschillende werelden en zonnen. Eveneens naar de twee onmetelijke lagere hemelen en vooral naar hun talloze gemeenschappen, alsook zendingen naar de talloze geestenregionen van werelden in alle soort en maten. Voor zulke gelegenheden moeten de van hier uitgezonden aartsengelen van waardigheidstekenen zijn voorzien en deze dragen als duidelijk bewijs, dat zij zelf de machtigste overwinning op zichzelf hebben behaald en nu met Mij heren zijn over de hele oneindigheid.
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Als je deze enorm grote mens vol van het helderste licht nauwkeuriger bekijkt, zul je gemakkelijk ontdekken dat ook hij bestaat uit ontelbaar vele prachtige sterren; zowel zijn gewaad als zijn gehele lichaam. Elk van deze sterren is onmetelijk groter dan de hele door de tweede deur geziene mens met zijn talloze hulsglobes. Want deze sterren zijn gemeenschappen, die bewoond worden door de zaligs te geestmensen, van wie iedere kleinste duizend keer groter en machtiger is dan die eerste mens, die je hier geestelijk gezien ten opzichte van deze tweede hemelmens, ziet afgebeeld als een gekromd wormpje onder diens kleine teen. Hij is ten opzichte van de werkelijke grootte van deze tweede mens nauwelijks, wat een aardse zandkorrel is ten opzichte van de grootte van de hele hulsglobe-mens.
Hoofdstuk 153: Uitzicht vanuit de derde deur in de zuidelijke wand. De grote, schitterende Lichtmens van de nieuwe schepping. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[23] Wat de gemeenschappen betreft, die bestaan niet uit één gebouw, maar al naargelang het oppervlak toelaat soms uit honderd, soms ook uit duizend gebouwen. Niet alle gebouwen zijn echter even groot, maar de grootte en ook de vorm ervan wordt bepaald door het gebruiksdoel ervan.
Hoofdstuk 27: Woonhuizen en gemeenschappelijke nederzettingen op het eerste paar nevengordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
1 - 2