Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22 resultaten - Pagina 1 van 2

1 - 2
[7] Na deze woorden van Mij gaan allen weer staan en MATHAËL zegt: " Ja waarlijk, alleen een God vol wijsheid en liefde kan zo spreken! O, hoe geheel anders denk en voel ik nu dan ik voorheen heb gedacht en gevoeld! - O Heer, laat echter dit ene verzoek van mij niet onverhoord: Laat het nooit meer toe dat onze ziel nogmaals in zo'n beproeving terechtkomt als die, waaruit Uw liefde, mededogen en macht ons zojuist heeft verlost!"
Hoofdstuk 36: De ware aanbidding van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De kennis geeft iemand wel enige hulp in dit tijdelijke leven, maar brengt hem voor het opwekken van zijn geest zeer veel schade toe. Zodra de kennis echter in de loop van de tijd zonder meer uit het licht van de geest ontstaat, bevat zij ook alle levenswarmte en is dan net zo levend als het licht van de zon, dat niet alleen licht geeft als geen ander licht, maar ook leven geeft, omdat haar licht de levenswarmte bevat en die, waar het licht terechtkomt, ook meedeelt en de reeds aanwezige levenswarmte nog meer leven geeft en tot leven wekt.
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar laten we het niet hebben over de verhoudingen die hier aan déze kant heersen, want die zijn de vrucht van de verdorvenheid van de ziel, die we nu grondig kennen, maar laten wij ons eens richten op de meer dan ijzingwekkende gevolgen in het toekomstige, grote hiernamaals! De haren rijzen te berge alleen al bij een serieuze gedachte aan de meer dan afgrijselijk erbarmelijke toestand waarin zo'n verdorven ziel terechtkomt! Welke vloek is kleurrijk genoeg om dat door een menselijke mond te laten beschrijven?! Slechts de grootste kwellingen van het vuur, dat in de ziel zelf woedt, kunnen haar door middel van een onbeschrijfelijk gevoelige les in een wat draaglijker toestand brengen, waarvoor altijd meteen zoiets als een eeuwigheid, in de tijd gezien, nodig is! Hoe ontzettend veel zielen zullen dus vanaf nu, over myriaden jaren pas goed in de diepste en ijzingwekkendste ellende terechtkomen, om het pas weer na nogmaals myriaden aardse jaren maar net een haartje vrijer en zodoende draaglijker te krijgen!
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar wie in de Schrift enkel de pure materiële beelden voor alles aanziet, bewijst dat hijzelf nog puur materie is, die gericht is en ook wel moet zijn, en dat hij het gericht van de materie in zijn bewustzijn en in zijn gevoel gedurende zijn leven steeds behoudt, en in de voortdurende vrees en angst leeft dat hij ook met zijn ziel na het afvallen van zijn lichaam in die puur materiële toestand terechtkomt waarin de Schrift door middel van beelden de toestand van de materie voorstelt en beschrijft.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar IK ging staan en zei tegen hen: 'Ja, het slaat ook op jullie! Blinde dwazen! Wat door de mond naar binnen gaat en via de mond in het lichaam terechtkomt en langs de natuurlijke weg weer het lichaam verlaat, verontreinigt de mens niet; maar wat door de mond uit het hart komt als slechte gedachten, slechte en onfatsoenlijke praatjes, eerroof, meineed, allerlei leugens, bedrog, nijd, gierigheid, ontucht, hoererij en echtbreuk en vraat en zwelgzucht, dat verontreinigt de hele mens ook als hij reine spijzen eet!
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Waarlijk, Ik zegje: Ik ageer niet tegen het juiste en zeer nuttige verkeer tussen mensen onderling, want Ik wil immers Zelf dat een mens in zeker opzicht van de ander afhankelijk moet zijn en dan bevindt zich een passend verkeer tussen de mensen onderling immers zonder meer in de hoogste orde van de naastenliefde. Maar je zult toch hopelijk ook wel inzien dat Ik voor pure, totaalliefdeloze woeker geen goed woord over kan hebben! Een rechtschapen koopman moet voor zijn moeite en werk zijn dienovereenkomstige loon krijgen; maar hij moet niet voor tien zilverstukken honderd zilverstukken en nog meer winst willen hebben! Begrijp je dat? Ik veroordeel alleen de woeker, maar niet het noodzakelijke, rechtmatige verkeer. Begrijp dat goed, opdat je niet in kwade verzoeking terechtkomt!'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Om deze gemakkelijk te begrijpen redenen verloopt de echte verbetering van een ontaarde ziel aan gene zijde werkelijk heel langzaam. Want wil een ziel blijven bestaan, dan mag Mijn almacht slechts in Zoverre op haar inwerken, dat zij in levensomstandigheden terechtkomt die haar als een noodzakelijk gevolg van haar kwade handelingen moeten voorkomen. En alleen daardoor is het mogelijk om zo'n ziel in en uit zichzelf werkelijk en daadwerkelijk te beteren. Of dat nu vroeg of laat gebeurt, blijft voor Mij uiteindelijk gelijk, en ook ten opzichte van de eeuwigheid, waarin alle voorbije en toekomstige tijden helemaal gelijk gemaakt worden, zoals het voor Mij ook geen verschil maakt, of een mens vele duizenden jaren vroeger of later op deze aarde lichamelijk geleefd heeft; want in de eeuwigheid zal de eerste mens van deze aarde niets voor hebben op degene die als laatste op deze wereld geboren is.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Een mens is halfblind in zijn ziel zolang hij weliswaar groeit in het geloof in Mij en in zijn liefde voor Mij, maar door de veelsoortige inwerking van de wereld in allerlei kleine twijfels en afgestompte levenstoestanden terechtkomt en Mij daarom, ook al ben Ik dikwijls heel dicht bij hem en handel en spreek Ik met hem als een zeer goede vriend, toch niet gewaar wordt en Mij dan ook vol hoogachting, echt geloof en ook volliefde vraagt waar Ik ben en of hij Mij ooit wel eens te zien zal krijgen, en hoe en wanneer en of dat misschien al in deze wereld of pas later in de andere, eeuwige bestaanswereld zal zijn.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar op heel grove toon brulde hij mij toe: 'Er bestaat hier geen uitweg! Wie eenmaal in deze kloof verdwaald is geraakt, komt er niet meer uit; want wij zien meteen wanneer iemand hier bij ons terechtkomt en versperren hem dan de weg naar buiten, zodra hij onze schatten is gaan bewonderen. In deze kloof hebben al buitengewoon veel machtigen en groten der aarde hun ondergang gevonden, en jij zult niet een van de laatsten zijn!'
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nu trad de commandant naar voren en zei: 'O Heer en Meester, aangezien U nu gewag hebt gemaakt van de hel -het oord waarvan de Joden geloven dat de slechte zielen daar door de ergste duivels eeuwig gemarteld worden, terwijl ook de heidenen zo'n oord van verschrikking kennen onder de naam Orcus of ook wel Tartarus -zeg ons nu ook, zo helder dat ook wij het kunnen begrijpen, hoe het met die hel gesteld is, waar die is, en wie er na zijn lichamelijke dood in dat oord van verschrikking terechtkomt!
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk maar eens hoe het de ziel van een misdadiger te moede is, als hij overeenkomstig de wetten naar de plaats van terechtstelling wordt gesleept om te sterven! Die ziel ziet in de eerste plaats al de lichamelijke dood voor zich en voelt en smaakt die op zeer kwellende wijze, en in de tweede plaats duurt de dood voor die machteloze en geestelijk dode ziel aan gene zijde nog heel lang voort. Dat laatste komt ten eerste doordat zij in haar machteloosheid en volledige verlatenheid zich niet meer overeenkomstig de in haar brandende woede kan wreken op degenen die haar lichaam gedood hebben, en ten tweede doordat ze in de diepste levensduisternis terechtkomt, waaruit ze geen uitweg vindt en zo de ergste kwelling ondergaat, net zolang tot ze haar eigen slechtheid begint in te zien en haar lot geduldig verdraagt. Wil dat soms niet zeggen dat zo'n ziel de dood ziet, voelt en smaakt?!
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Daarom moet er met zulke zielen heel behoedzaam te werk gegaan worden, om ze geleidelijk aan, zonder dat ze daar iets van merken, op de juiste weg te brengen. Maar daar is wel een allerhoogste goddelijke liefde, wijsheid en geduld voor nodig; want men moet een dergelijke ziel, steeds alleen maar als het ware van buitenaf op haar inwerkend, door haar willen streven en handelen steeds in zulke situaties laten komen, waarin ze zich bewust begint te worden van het feit dat ze zich in grote dwalingen bevindt. Als een ziel die in zichzelf begint waar te nemen, wordt in haar ook de wens wakker om te weten te komen waarom ze bij wijze van spreken niet op groen gras, maar slechts op tamelijk duistere en onvruchtbare woestenijen terechtkomt.
Hoofdstuk 129: De onsterfelijkheid van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] En kijk nu verder, Mijn vriend Pellagius! Jouw gevangene zal je daarop beloven alles te doen wat je hem ook maar zult opdragen, omdat je beloofde hem in ruil daarvoor zijn rijk en zijn troon terug te geven. Maar denk je dat zijn gemoed daardoor geheel en al anders zal worden? Voor de schijn, ja, maar in werkelijkheid zeker niet; want als je hem weer op de troon zet, zal zijn hele streven er in het geheim op gericht zijn zich op jou te wreken. Want een hoogmoedige en trotse koning zozeer te verdeemoedigen dat hij van de hoogste schitterende troon ver beneden de bedelstaf terechtkomt, betekent hetzelfde als een volmaakte duivel van hem te maken, die dan in het rijk van de eeuwige duisternis vrijwel nooit meer te helpen is.
Hoofdstuk 114: De vergeefse poging om een tiran op te voeden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Johannes antwoordde: 'Heer, Lazarus was U bijzonder dierbaar vanwege zijn rechtvaardige levenswandel in Uw ogen, en moest toch sterven aan een ziekte, die hij zichzelf door eigen schuld op zijn hals had gehaald. Is dat niet een duidelijk teken dat een mens, zodra hij niet bewust voor uw ogen wandelt dat wil zeggen dat hij gelooft dat hij door Uw alwetende ogen gadegeslagen wordt -ondanks al zijn rechtvaardigheid toch maar al te gemakkelijk in allerlei fouten kan vervallen, waardoor hij in een geestelijke sluimer des doods terechtkomt, waaruit alleen U hem weer kunt redden?
Hoofdstuk 43: De betekenis van de opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] die daardoor volledig in de hemelse machtssfeer van de geest terechtkomt en volledig een met haar wordt.
Hoofdstuk 299: Hoogst belangrijke uiteenzetting over Jezus' Wezen en over de verhouding van het menselijke tot het goddelijke in Hem. Over de bevrijding der zielen en bun éénwording met Gods Geest - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
1 - 2