Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1957 resultaten - Pagina 1 van 131

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Wordt echter je levenswaterpot op het ware vuur van de liefde, van grote deemoediging en veel lijden en pijnen gezet, O, dan begint het in de pot geweldig te koken en daardoor zullen al heel gauw de vrij gekomen levensdampgeesten zichzelf, hun eerdere koude, trage toestand, dat wil zeggen de zinnelijke ziel en de ondeugdelijke pot, herkennen. Het. zich nog in de pot bevindende, heet borrelende levenswater zal dan met duizend lichte oogjes de boven zich opstijgende levensgeesten zien en beseffen, dat het niet alleen een luie drager daarvan was, maar dat het daarmee één geheel vormt! Maar begrijp wel, vriend, de pot zullen de opstijgende vrije levensgeesten niet als een deel van zichzelf zien, maar slechts als een onplezierig uitwendig omhulsel dat later in scherven wordt gebroken en op straat gegooid. -Heb je nu enig idee van wat ik je eigenlijk heb willen duidelijk maken?" ..
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Een natuurlijke betekenis kan deze maaltijd niet hebben, maar alleen een geestelijke. Maar wie ontdekt die? Wie is de berg en wie dat vreemde vette maal? Ik vind, dat de mensheid daar eigenlijk mee voor de gek gehouden wordt! Op dezelfde berg zal de Heer, naar ik aanneem dus de Messias, het omhulsel dat de volken omhult, verwijderen en de bedekking van de gezichten der heidenen wegnemen. Dat zou nog te begrijpen zijn, maar de berg, de berg, waar is die dan en wat is hij?
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wat is dit lichtende omhulsel eigenlijk, in natuurlijk opzicht beschouwd? Dit lichtende omhulsel is de eigenlijke, atmosferische dampkring rond de eigenlijke zonneplaneet en glanst alleen aan het meest uiterlijke oppervlak zo sterk; naar de kant van de planeet zelf toe wordt hij steeds donkerder, en wel zo, dat vanaf de eigenlijke zonneplaneet door deze kring van lichtstof even ongehinderd naar buiten de vrije kosmische ruimte in gekeken kan worden als vanaf welke andere planeet ook. En dit lichtende omhulsel, waar doorheen men vanaf geen enkele planeet op het eigenlijke zonnelichaam kan kijken, is vanaf de zonneplaneet zelf in zeer hoge mate doorzichtig.
Hoofdstuk 4: Leer van het zonlicht. De dampkring als lichtend omhulsel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Zouden de raderen van een klok op zichzelf eigenlijk wel datgene doen, wat ze doen, als de assen ervan niet in de eerste plaats een stevige boven- en onderlaag zouden hebben, als het ware een omhulling, waarbinnen zij geplaatst of gezet worden om te bewegen? Maar wanneer dit alles er al is, wat mankeert er dan nog om de raderen ordelijk te laten bewegen? - Een centraalzon mankeert er nog, en dat is de veer in de klok. De klok zou dus niet kunnen bestaan, wanneer ten eerste alle raderen geen omhulsel en ten tweede geen innerlijke aandrijvende kracht zouden hebben.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Wat gebeurt er nu eigenlijk, wanneer een kracht, die verborgen is onder het omhulsel van Mijn liefdeswil (al is die kracht nog zo gering), door welke omstandigheden of invloeden ook geprikkeld, wakker geschud of aangestoten wordt? - Ze wordt daardoor uit haar orde of, wat hetzelfde wil zeggen, uit haar evenwicht gebracht, voelt zich daardoor in het nauw gebracht en nadelig beïnvloed en probeert dan ofwel haar draaglijke, vroegere toestand weer te herstellen ofwel, wanneer ze te sterk geprikkeld is, snel haar hele orgaan stuk te scheuren en zodoende naar de puur geestelijke toestand over te gaan.
Hoofdstuk 7: Het eigen licht van de zonnen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Om jullie dit duidelijker te maken, zal Ik jullie slechts een klein voorbeeld geven.: Kijk maar eens naar een oude boom! Vooropgesteld dat die helemaal gezond is, zouden jullie hem het best kunnen bekijken door zijn stam dwars door te zagen en daarna vanuit zijn kern met scherpe blik alle steeds wanordelijker wordende jaarringen rond de kern te bekijken - tot jullie bij zijn buitenste, grove bast zouden komen. Als jullie dan zouden zien hoe de kern en de directe omgeving ervan volkomen ordelijk gevormd is, valt toch wel te voorzien dat jullie door een grote bewondering over zo’n grote orde aangegrepen zouden worden. Maar als jullie dan gaan kijken naar de steeds verder van de kern verwijderde jaarringen, zullen jullie wanordelijke ringen tegenkomen, en dan zullen jullie zeker vragen: Waar komt die wanorde vandaan? Die is immers duidelijk in tegenspraak met de volmaakt ronde kern. Want wij ontdekken daar uit- en inbochtingen van niet zelden een tot drie duim, en toch is de kern rond! Wat heeft deze jaarring hier eigenlijk naar binnen gedrukt en daar weer naar buiten geduwd? - En als jullie dan tenslotte bij de buitenste bast komen - zeg Mij: waaruit zullen jullie de ruwe groeven in de boom verklaren? - Jullie zullen ongetwijfeld moeten zeggen: Hoe meer wij dit in het licht bekijken, des te grotere tegenstrijdigheid vinden wij tussen de kern en het uiterlijke omhulsel van de boom. - Kijk, dat leert één enkele doorsnede van een boom jullie al!
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Waaruit bestaat dit specificum nu eigenlijk? Uit een voor jullie onbegrijpelijk lichtvonkje in het daareven genoemde blaasje. Dit lichtvonkje is een psychische intelligentie van de vasthoudendheid van de wil en het blijft zolang rustig in zijn kerker, tot het door een druk of stoot wordt beledigd. Gebeurt dit, dan ontwaakt het in zijn omhulsel en duwt diens wanden uit elkaar, net zoals de lucht de wanden van een ballon doet wijken, zodra deze er in komt. Is de druk of stoot maar klein of zwak, dan geeft het zijn aanwezigheid door een trilling te kennen, waardoor gewoonlijk een klank ontstaat. Wordt de druk of slag heviger, dan scheurt het zijn huls en spat als hel lichtende vonken uiteen. Daarom wordt dit specificum in het vuur als helemaal vrij werkend zichtbaar en vernietigt het alles wat het tegen komt.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Maar daar hij niet kan doorbreken, trekt hij zich weer snel terug en probeert dan met vernieuwde kracht zijn omhulsel te verbreken. Menige geest is in staat dit gebeuren in één seconde vele duizenden malen te herhalen, terwijl hij daarbij steeds toorniger wordt. Wat is echter het zichtbare resultaat van dit gebeuren, dat terecht 'razernij' genoemd kan worden? Niets anders dan dat de nog rustige geesten die zich dichtbij de in woede ontstoken geest bevinden, met hun uiterlijke polariteit in een soortgelijke koorts geraken. De voortplanting van deze gemeenschappelijke koortsachtige woede kan zich snel voortzetten, daar de negatieve omhulsels der geesten, waaruit de lucht eigenlijk bestaat, dicht tegen elkaar aanliggen.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De uitdrukking 'In den beginne' is erg onjuist en versluiert de innerlijke betekenis in hoge mate. Zoals het er nu staat zou daarmee zelfs het eeuwige bestaan van het Opperwezen bestreden en in twijfel getrokken kunnen worden. Dit is dan ook door een aantal denkers van deze wereld gedaan, en men kan wel stellen dat de godloochenaars van deze tijd uit hun school zijn voortgekomen. Als we nu echter deze tekst herwaarderen, zal het omhulsel maar zeer dun blijken, en dan zal het niet moeilijk zijn de innerlijke betekenis, door dat nauwkeurig te onderkennen.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De uitdrukking echter die zegt: 'Hij die in des Vaders schoot is' betekent zoveel als: De diepste wijsheid van God ofhet eigenlijke innerlijke wezen van God bevindt zich in de liefde, zoals het licht thuis hoort in de warmte, en zoals uit de liefde een machtige warmte ontstaat en ontspringt en deze na enige tijd om zich heen ook warmte opwekt en deze warmte altijd weer licht opwekt. Zo ontstaat ook uit de liefde, die gelijk is aan de Vader en eigenlijk de Vader Zelf is, het licht van de goddelijke wijsheid, hetgeen gelijk is aan de Zoon, ofwel de eigenlijke Zoon Zelf is, die echter niet uit Twee bestaat, maar volledig Een is met diegene, die Vader heet. Het is te vergelijken met de manier waarop licht en warmte of warmte en licht één zijn, omdat de warmte voortdurend licht en het licht voortdurend warmte geeft.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] (De andere dag ziet Johannes Jezus naar zich toe komen en zegt: 'Kijk, Dat is Gods lam, dat de zonden der wereld draagt!' Joh. 1:29) De daarop volgende dag doet hij tegenover hen nóg een keer een uitspraak over Mij, toen die onderzoekers zich nog te Bethabara ophielden en daar informaties inwonnen over wat deze Johannes nu eigenlijk deed, en wat zijn boodschap voornamelijk behelsde. Dat gebeurt dan bij de bekende gelegenheid als Ik uit de woestijn naar hem toe kom en van hem verlang, dat hij Mij moet dopen met het water van de rivier.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (En toen de twee leerlingen Johannes zo hoorden spreken en volgden Jezus Joh.l:37) Het 37e vers, dat eigenlijk het vervolg beschrijft van de beide voorgaande, begint daarom met 'en' en geeft slechts heel eenvoudig aan wat gebeurd is, daarbij zo kort mogelijk de reden aangevend.
Hoofdstuk 7: Drie verzen als voorbeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Maar Jezus keerde Zich om, zag de twee volgen zei tegen hen: Wat zoeken jullie?' Zij zeiden echter tot Hem: 'Rabbi, waar houdt Gij verblijf!' Joh. 1:38) Ook deze tekst is een vervolg op de voorgaande en is meer geschiedkundig dan geestelijk, want hiermee begint in eerste instantie de bekende en op een bepaalde manier nog geheel stoffelijke opname van de apostelen. Het vindt plaats in dezelfde omgeving waar Johannes verbleef, en wel in Bethabara, een zeer armelijk, door arme vissers bewoond gehucht, en dat is dan ook de reden waarom de beide leerlingen al zo snel naar het onderkomen vragen, en eigenlijk van Mij willen weten in welke hut Ik woon.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' Joh.3:5) Op deze herhaalde vraag gaf Ik Nicodémus weer precies het antwoord, zoals dat in het bovenstaande vers 5 staat; dit antwoord verschilt met het voorgaande, want hier wordt nauwkeuriger aangegeven, waaruit men eigenlijk wedergeboren moet worden om in het Rijk van God te komen, namelijk uit het water en uit de geest, wat zoveel wil zeggen als:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg u: De geest, die in en uit zichzelf geest is, is de enige, die weet wat de geest is en hoe zijn leven er uit ziet! Het vlees is echter alleen maar een buitenste bast en weet niets van de geest, tenzij de geest het aan het omhulsel, de bast, openbaart; uw geest wordt echter nog te veel door uw vlees beheerst en afgeschermd en het kent hem daarom niet. Eens zal uw geest echter, zoals Ik u dat al gezegd heb, vrij worden; dan zult u ons getuigenis begrijpen en aannemen!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...