Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 1 van 72

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Omdat hij in doorlopend contact stond met de bron, en Deze geheel los kon zien van zijn eigen licht, gaf hij ook een waarheidsgetrouw getuigenis van de bron (hij was wel uit de bron ontstaan, maar dat hield niet in dat hij zelf de bron was, het betekende wel dat hij deze herkennen en juist beschrijven zou). Hij wekte daardoor zoveel echt licht op in de harten van de mensen, dat zij daardoor, eerst wel zwak maar later steeds beter en duidelijker, konden zien dat de bron van alle licht, Die nu in het vlees was gekomen, Degene is Waaraan alle wezens en mensen hun zelfstandig bestaan te danken hebben, en dat ze dit licht, als ze dat willen, zelfstandig voor eeuwig kunnen behouden.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] (Die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. Joh.1:13) Dit vers is slechts een nadere aanduiding en verklaring van het voorgaande vers, en bij elkaar gevoegd zouden de beide verzen ook zo kunnen luiden: Die Hem opnamen en in Zijn naam geloofden, gaf Hij de macht 'Kinderen Gods' te heten, die niet uit het bloed, noch uit de wil van het vlees (begeerte van het vlees), noch uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Het is duidelijk, dat hier geen sprake is van een eerste geboorte als vlees uit het vlees, maar alleen van een tweede geboorte uit de geest van de liefde tot God, en uit de waarheid van het levende geloof in de levende naam van God, die Jezus-Jehova-Zebaoth heet. Een goede omschrijving van deze tweede geboorte is -de wedergeboorte des geestes door de doop uit de hemel.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als zo'n overgang eenmaal uit de vrije wil van de mens tot stand is gekomen, en als alle liefde van de mens zich in God bevindt, dan bevindt door zo'n heilige liefde ook de gehele mens zich in God, en wordt daar tot een nieuw wezen gevormd, van kracht voorzien en gesterkt, en zo na het bereiken van de juiste rijpheid door God opnieuw geboren. Na zulk een tweede geboorte, die niet afhankelijk is van de begeerte van het vlees, noch van de verwekkingswil van de man, is dan de mens een echt Godskind; en dit wordt veroorzaakt door de vrije macht van Gods liefde in de mens, die 'genade' genoemd wordt.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En het woord werd vlees en woonde onder ons, en wij zagen Zijn Heerlijkheid, een heerlijkheid als van de eniggeboren zoon van de Vader, vol genade en waarheid. Joh. 1:14) Als de mens zo door de wedergeboorte een echt kind van God wordt, welke geboorte als het ware door God of de liefde tot God plaats vindt, dan komt hij tot de heerlijkheid van de bron van alle licht in God, ofwel tot het eigenlijke goddelijke bestaan. Dit bestaan is de werkelijke eniggeboren zoon van de Vader, zoals het licht inwendig verborgen rust in de warmte van de liefde, zolang de liefde het niet opwekt en uit zich naar buiten Iaat stralen. Dit heilige licht, dat zo naar buiten straalt, is in wezen de werkelijke heerlijkheid van de zoon van de Vader en het doel van iedere wedergeborene; daar wordt de wedergeborene gelijk aan die heerlijkheid, welke eeuwig vol genade (Gods licht) en vol waarheid is, en dit is de echte werkelijkheid of, anders gezegd, het vlees geworden woord.
Hoofdstuk 3: De menswording van het eeuwige woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Dit was het oordeel van de hoge en wijze Joden over Mij toen Ik geheel en al in het vlees aanwezig was op de aarde; en miljoenen hebben op dit moment nog precies datzelfde oordeel over Mij, want ze willen beslist niets horen over een zachtmoedige, vriendelijke en Zijn woord houdende God!
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Die drie toestanden zijn: ten eerste de beheersing van het vlees; ten tweede de reiniging van de ziel door het levende geloof, wat alleen bereikt wordt door de werken der liefde, zonder welke het geloof dood is; ten derde de opwekking van de geest uit het graf van het gericht, dit wordt door het beeld van de opwekking van Lazarus het beste verzinnebeeld. Degene, die deze hiervoor genoemde punten goed indachtig blijft, zal hetgeen nu volgt beter kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ik zeg echter zachtjes tegen Petrus: ' Je vlees heeft je dat niet ingegeven, maar de Vader, Die in Mij is, heeft het aan je geest geopenbaard. Maar van nu af aan moet je je wat inhouden; er komt later nog wel een tijd, dat je zo hard moet roepen, dat de hele wereld je hoort!' - Daarop kwam er weer rust onder de gasten en door deze daad geloofden nu allen in Mij en zagen in Mij de echte Messias, Die gekomen was om hen van alle vijanden te verlossen.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de geest geboren is, is geest. Joh. 3:6) Ik gaf hem ten antwoord, wat in het bovenstaande vers 6 geschreven staat, namelijk: 'Verwondert u er niet over, dat Ik zo tegen u spreek! Want zie, wat uit het vlees komt is ook vlees, ofwel dode materie ofwel buitenste omhulling van het leven; wat echter uit de geest komt, dat is ook geest ofwel het eeuwige leven en de waarheid zelf!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg u: De geest, die in en uit zichzelf geest is, is de enige, die weet wat de geest is en hoe zijn leven er uit ziet! Het vlees is echter alleen maar een buitenste bast en weet niets van de geest, tenzij de geest het aan het omhulsel, de bast, openbaart; uw geest wordt echter nog te veel door uw vlees beheerst en afgeschermd en het kent hem daarom niet. Eens zal uw geest echter, zoals Ik u dat al gezegd heb, vrij worden; dan zult u ons getuigenis begrijpen en aannemen!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] ('De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in Zijn hand gegeven Joh.3:35) Deze goede Vader heeft Zijn eeuwige Zoon zeer lief en alle macht en kracht ligt in de handen van de Zoon, en alles wat wij volgens de juiste maat hebben, hebben wij uit Zijn mateloze volheid geschept. Hij is volgens Zijn eigen woord nu een vleselijk mens onder ons en Zijn Woord is God, Geest en Vlees, hetgeen wij de 'Zoon' noemen. De Zoon is derhalve ook Zelf het eeuwige leven van al het leven ,
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de Heer hier over twee ogen, handen en voeten sprak, bedoelde Hij daarmee niet de twee ogen en de twee handen en voeten van het lichaam, maar alleen het kennelijk dubbele gezichts-, bezigheids -, en verplaatsingsvermogen van de geest, en Hij waarschuwt niet het vlees, dat geen eigen leven heeft, maar de geest, om zich liever niet met de wereld bezig te houden als deze hem te veel zou aantrekken. In dat geval is het beter zonder alle kennis van de wereld het eeuwige leven in te gaan, dan door te veel wereldse kennis tenslotte door het onafwendbare wereldse gericht opgeslokt te worden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Let op! Ik heb een hoofd, een lichaam en handen en voeten. Het hoofd, het lichaam, de handen en de voeten zijn gemaakt van vlees, en dit vlees is een zoon van de mensen, want wat vlees is ontstaat ook uit het vlees. Maar in deze Mensenzoon, die van vlees is, woont Gods wijsheid, en dat is de eniggeboren Zoon van God. Maar niet de eniggeboren Zoon van God, maar alleen de Mensenzoon zal net als de vroegere slang van Mozes in de woestijn verhoogd worden, en daaraan zullen velen zich ergeren. Zij, die zich niet zullen ergeren, maar aan Zijn naam geloven en zich daaraan zullen houden, die zullen de macht krijgen om Kinderen Gods te heten, en aan hun leven en hun Rijk zal voor eeuwig geen eind zijn.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij deze zou oordelen, maar opdat ze door Hem behouden zou worden. Joh. 3: 17) Nu moet u echter niet een soort wereldgericht verwachten, zoals oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel dat alle heidenen verteert; want zie, God heeft Zijn eniggeboren Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij deze wereld zou oordelen, maar opdat ze door Hem geheel en al zalig zou worden; wat betekent dat ook al het vlees niet te gronde gericht zou worden, maar met de geest zou opstaan tot het eeuwige leven. Maar om dat te bereiken moet de stoffelijke hoogmoed in het vlees vernietigd worden door het geloof, en wel het geloof dat de Mensenzoon, Deze altijd al uit God geborene, in deze wereld gekomen is, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben, die in Zijn naam zullen geloven en zich daaraan zullen vasthouden!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De geest moet echter tengevolge van de orde, die God genoodzaakt was in te stellen, een bepaalde tijd in de materie van het vlees van deze wereld ondergedompeld zijn, om sterk te worden in zijn vrijheid en bijna volledige onafhankelijkheid van God. Wordt hij dit niet, dan kan hij God niet zien en nog minder kan hij in, naast en bij God bestaan. (Juist wanneer de geest echter in de materie rijp wordt, en gehard wordt in de vrijheid en onafhankelijkheid van God, dan loopt hij onvermijdelijk gevaar zelf door de materie verslonden en tesamen daarmee gedood te Worden, uit welke dood men slechts zeer moeilijk en met veellijden weer tot leven in God gewekt kan en moet worden) -Op deze wijze zei de Heer dus niet tegen de vleselijke mens, maar tegen de geestelijke mens: 'Als het oog je ergert, ruk het uit en werp het weg, want het is beter met één oog de hemel in te gaan - dan met beide naar de hel!', wat zo ongeveer betekent: Als het licht van de wereld je te veel aantrekt, verzet je dan en keer je van dat licht af, want het zou je in de dood van de materie trekken! Ontneem je dus zelf, als geestelijke mens, het lege genot van de wereldse zaken, en wend je met je ziel naar de puur hemelse dingen! Want het is beter voor je om zonder alles, wat de wereld als kennis te bieden heeft, het rijk van het eeuwige leven binnen te gaan, dan met te veel wereldse kennis enerzijds, en te weinig geestelijke kennis anderzijds door de stoffelijke dood opgeslokt te worden!
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...