Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

26524 resultaten - Pagina 1 van 1769

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Petrus heeft genoeg aan dit antwoord en vraagt Mij, of we gedurende die twee dagen in Kana helemaal niets zullen doen. Maar Ik zeg: 'Dat zeker niet; maar zo inspannend als in Sichar zal het niet worden! Wij zijn hier in aardse termen gesproken, in het eigen vaderland, en je weet hoeveel een profeet in het eigen land waard is! Daarom zullen we hier ook in onze eigen kring niet veel doen en Ieren; want waar het geloof ontbreekt, daar is voor ons weinig werk. We willen ons daarom hier, zoals gezegd, een paar dagen lang laten verwennen en ons op het toekomstige een beetje uitgebreider voorbereiden!'
Hoofdstuk 89: Twee rustdagen in Kana. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Wat Matthéus schrijft, heeft alleen maar voor deze aarde een bijzondere waarde, maar wat jij schrijft, dat heeft waarde voor de hele eeuwige oneindigheid! Want in alles wat jij schrijft, verbergt zich het puur goddelijke besturen van eeuwigheid tot eeuwigheid door alle reeds bestaande scheppingen en ook door die, welke in toekomstige eeuwigheden in de plaats zullen komen van de nu bestaande! En ook al zou Je in vele duizenden boeken opschrijven, wat Ik jou en jullie allen daarover nog zal onthullen, dan zou de wereld die boeken met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, en zulke boeken zouden daarom voor de wereld geen nut hebben. (zie Joh. 21:25)
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Daarop zegt Judas: 'Heer! Als de zaken er zo voor staan, zullen we over het algemeen niet veel bereiken! Wat hebben we aan het toekomstige jongste gericht in de geestenwereld, waaraan haast geen mens meer gelooft? Als wij met de goddelijke totale macht die we nu van U hebben gekregen, niet een zeer scherp en noodzakelijk jongste gericht over de verscheurende wolfmensen kunnen of mogen uitspreken, dan kunnen we maar beter thuis blijven! Want als we tegenover zulke wolven, waarvan vooral de steden uitpuilen, ook maar iets te luid over U zullen getuigen, dan zal men ons grijpen, boeien en naar het raadhuis slepen en daar hard over ons rechtspreken; en men zal ons dan, als de vonnissen niet te hard zijn, toch minstens voor de Joden in de scholen geselen en ons tot slot als vogelvrijen de stad uitjagen. Echt, voor zo'n geschenk bedank ik vooraf al! Wat heb je aan alle wijsheid, waarheid en de grootste eerlijkheid, als daartegenover het meest willekeurige geweld in haar blinde ijver woedt?
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Want als de mens eenmaal door oefening wat vaardigheid heeft verkregen in de beschouwing van zijn innerlijk, dan ontdekt hij in zichzelf ook heel gemakkelijk en heel snel welke valstrikken de satan voor hem heeft opgezet, en dan kan hij deze behoorlijk onklaar maken en vernietigen en tijdig maatregelen nemen tegen alle toekomstige valsheid van deze vijand. Dat weet de satan maar al te goed en daarom is hij zo ijverig mogelijk bezig om de ziel zelf met allerlei naar buiten gerichte begoochelingen af te leiden, en onderhand heeft hij dan niet veel moeite om onzichtbaar voor de ziel allerlei vallen uit te zetten, waarin zij tenslotte zo verstrikt raakt dat ze dan niet meer tot zelfbeschouwing kan komen, en dat is heel erg.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Slechts wij twaalven waren met dit geheim bekend, en buiten onze dertig handlangers weet geen Farizeeër er iets van af. De helpers weten alleen niet voor welk doel het is. Tegen hen is gezegd, dat alles bewaard wordt voor de toekomstige Messias, die de Joden in deze tijd zal bevrijden van het juk van de Romeinen. Maar ik ken natuurlijk wel een andere reden, en dat is in de eerste plaats: een uitermate luxueus leven, -en in de tweede plaats een geweldige mogelijkheid tot omkopen, als men in belangrijke gevallen de Romeinen naar zijn pijpen wil laten dansen, of om een functie van overste in de tempel te kopen, wat natuurlijk altijd ontzettend veel geld kost. Nu weet u alles; u kunt ook alle dertig ondervragen, maar zij zullen u hetzelfde zeggen.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Daarom is het beter om zo'n grot, die het duister bijgeloof zeer in de hand werkt, voor alle toekomstige tijden ontoegankelijk te maken. Dus gaan wij nu naar buiten opdat Archiël zijn opdracht betreffende deze grot uit kan voeren!"
Hoofdstuk 6: Het ontstaan en verdwijnen van de druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zei: "Als de oudere voorbij is, komt er na de oudere dag steeds een jongste; en omdat Ik niemand op een reeds voorbije dag kan opwekken, moet dat natuurlijk op een jongste dag gebeuren, omdat een voorbije oudere dag daarvoor onmogelijk meer te gebruiken is. Is iedere nieuwe dag die men beleeft niet een jongste dag? Of kan iemand soms nog een jongere beleven, dan degene waarop hij leeft? Zie eens, wij leven allemaal vandaag toch zeker op een zo jong mogelijke dag! Want die van gisteren kan geen jongste meer zijn, en die van morgen is er nog lang niet. Daaruit is toch hopelijk voor iedereen duidelijk dat er tenslotte voor iedere mens net zoveel jongste dagen zijn en moeten zijn als het aantal dat hij beleefd heeft! Ik zeg u dat u allen op de jongste dag zult sterven en ook onmogelijk anders dan op een jongste dag uit de dood naar het leven zult opgewekt worden; en als een mens of alle mensen hem moeten doorstaan, dan zal dat ook onmogelijk op een oude voorbije dag gebeuren, maar op de een of andere toekomstige, dus duidelijk jongste dag plaatsvinden! Welke daarvoor bestemd wordt, is noch door Mij, noch door de een of andere hemelse geest vooruit bepaald; want daarvoor is iedere komende dag volkomen geschikt en zeer bruikbaar. - Begrijpen jullie dat nu?"
Hoofdstuk 42: De jongste dag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als je hierover meer wilt weten, vraag het dan aan de Heer Zelf. Voor Hem is alles zonneklaar wat de toekomstige eeuwigheden diep verborgen houden. Maar wij denken dat Hij dat, vanwege de scherpe oren van de satan, waarschijnlijk aan geen sterveling zal openbaren. Want de vijand heeft duizendmaal duizend oren, en als men over hem spreekt, moet men heel behoedzaam zijn wil men hem niet nog erger maken dan hij al is!"
Hoofdstuk 61: De waarde van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Ah, het zou iets geheel anders zijn, als iemand op deze wereld alleen maar om de toekomstige eerste in de hemel te zijn, de minste en dienaar van allen wilde worden! Oh, die zal óók een van de laatsten in het rijk van God zijn! Aan gene zijde wordt alles met de zuiverste weegschaal afgewogen en met de secuurste maat gemeten. Waar ook maar iéts zelfzuchtigs te voorschijn komt, zal de weegschaal geen uitslag geven en niet voldoen aan de hemelse maat! Daarom moet je zonder enige reserve de volle waarheid in je hebben, anders kun je niet binnengaan in het rijk van God. Slechts de zuivere waarheid zonder valsheid en achterbaks bedrog kan en zal jullie vrij maken voor God en al Zijn schepsels! Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] BARTHOLOMÉUS zegt: "Dat heeft te maken met een zekere vernuftige berekening, waarmee precies het moment moet kunnen berekend worden van een toekomstige natuurlijke zonsverduistering, die, zoals er mij één eens verklaarde, door de maan veroorzaakt wordt als deze overdag voor de zon langs trekt. Het belangwekkende is dus alleen maar deze berekening, omdat die echt thuis hoort in het gebied van de menselijke wetenschap en kennis, en de Essenen hebben deze van de Egyptenaren geleerd. Maar wat betreft de eerst lege en vervolgens gedekte tafel vol spijzen, dat heeft ook te maken met een heel eenvoudige machine, die ongeveer werkt als de geraamtebanken in de donkere kamer!
Hoofdstuk 98: Het bedrog van de Esseense wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Aan de grens van Egypte hebben de Essenen een grote opvoedingsinrichting voor mensen van alle mogelijke soorten en vormen. Zij maken heel bekwaam een afgietsel van de gestorvene, die zij daarna, snel en goed diep, in de aarde begraven. Met dit afgietsel gaan zij dan naar hun opvoedinrichting en kiezen uit de verscheidene duizenden kinderen van elke leeftijd het kind dat het meest op het afgietsel lijkt, nemen het mee en onderwijzen het dan zeer zorgvuldig in alles wat zij over de gestorvene weten, en brengen het vaak heimelijk naar de plaatsen waar de gestorvene vaak was. Zij nodigen beetje bij beetje ook diens vrienden in het klooster en laten de opnieuw gewekte voor weinig kosten met hen kennis maken. Zij leggen hem zo precies mogelijk de inrichting van het toekomstige ouderhuis uit, beschrijven alle kamers, zodat hij in staat is om zijn ouders overal naar te vragen, opdat de ouders echt plezier beleven aan hun zoon of dochter. Kortom, alles wordt zo goed uitgedokterd dat de ouders er niet de geringste twijfel over hebben dat de door de opwekkingsinrichting aan hen weer levend teruggegeven zoon of dochter echt is. Natuurlijk wordt er dan bij de teruggave met genoegen verschrikkelijk veel betaald.
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] En zo is het in werkelijkheid ook met ons mensen. Zouden wij reeds van het begin af aan verzadigd zijn door de zuivere waarheid, zoals deze komt uit de mond van God, dan zouden wij heel weinig belangstelling hebben voor een toekomstige nieuwe waarheid!
Hoofdstuk 202: Toepassing van de gelijkenis van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Het de arme mensheid steeds kwellende gevoel van de zekere dood en het verdwijnen van het levenstoneel doet de mens tenslotte alle moed voor een hogere daad verliezen, tenzij hij zich in alle dwaze wereldse vermakelijkheden stort, om daardoor de gedachte aan de toekomstige zekere dood te verjagen en zo het vergankelijke leven te genieten, alsof het een eeuwig leven zou zijn. Daarom is het zeer belangrijk om de mens zó'n gebod te geven, dat hij door zich daaraan te houden,' het eenmaal door Adam verloren paradijs in zichzelf weer terug kan vinden en voor eeuwig kan behouden. Het gebod van de echte en ware naastenliefde moet ons het verlorene weer terugbrengen.
Hoofdstuk 233: Over het weten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Als een gevolmachtigde, wijze onderzoeker zaken vindt die moeilijkheden kunnen opleveren, moet hij wachten met de toestemming voor het huwelijk en het toekomstige echtpaar heel duidelijk op de kwade gevolgen wijzen, en hun vertellen dat de geldige toestemming tot .het huwelijk niet gegeven kan worden zolang de genoemde zaken voort blijven bestaan.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan komt Raphaël, die intussen de slapenden heeft gewekt, net aangelopen en EBAHL zegt tegen hem: "Nu ben je alweer de oorzaak van een ietwat mislukte onderneming van zowel Jarah als Helena! Ik moet je eerlijk bekennen, dat de manier waarop jij met de jou toevertrouwde mensen omgaat en waarop je ze leidt, mij helemaal niet bevalt! Als een van je leerlingen iets wil doen wat niet helemaal goed is, moet je hem met raad en daad daarvan afhouden. Het is niet juist hem de verkeerde daad uit te laten voeren en die in zekere zin nog aan te raden, en hem pas door de kwade gevolgen die hij daarvan ondervindt, voor een toekomstige zonde te bewaren! Dat kan misschien voor geesten van jouw soort heel goed en doelmatig zijn, maar naar mijn mening gaat dat bij mensen nooit op!"
Hoofdstuk 133: Het zoeken van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...