Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 1 van 82

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] AI gauw na ons kwamen ook mijn metgezellen met de talrijke kudden en kamelen. Toen zij bij de weide kwamen, wachtten zij niet tot het ongedierte mogelijkerwijs voor ons en onze kudden zou wegtrekken, maar zij namen meteen zonder de minste aarzeling volledig bezit van de weide en haar vruchten liepen direkt heen en weer over het grote terrein van de weide, en al het ongedierte verdween zo snel naar de Nijl, dat de oppervlakte ervan er ongeveer een half uur lang helemaal mee bedekt was; ook vier Nijldraken namen haastig voor mijn metgezellen en mijn kudden de vlucht.
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] IK zeg: "Nu dan, toon dan eerst jullie oermenselijke beheersing van het element van het water en loop over de oppervlakte ervan als over een droge, vaste vloer en toon ook jullie grote behendigheid op het vochtige vlak!"
Hoofdstuk 210: Over de onbedorven oertoestand van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] En kijk, precies dezelfde omstandigheden vinden jullie in de zon. Binnen in haar bevindt zich een geweldig vuur, waarvan de lichtkracht de lichtsterkte van de uitwendige lichtatmosfeer onnoemelijk veel malen overtreft. Uit dit licht ontwikkelt zich voortdurend de zuiverste zonnelucht, en deze lucht wordt zelf aan de oppervlakte van de zon vuur en licht, echter in mindere mate dan het vuur en het overweldigende licht ervan in het machtige centrum van de zon. Maar de buitenste zonlichtatmosfeer is derhalve in wezen toch geheel gelijk aan het vuur in het centrum van de grote zon! Zodra zij even sterk geactiveerd wordt, zal zij ook geheel gelijk zijn aan het inwendige vuur.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Het kostte Raphaël moeite om je op andere gedachten te brengen; en toen was je nog niet volledig tevredengesteld, want je begon meteen verder te onderzoeken en de geestelijke grondslag ervan moest je helemaal duidelijk gemaakt worden, namelijk hoe langs de puur geestelijke weg van de wil zoiets mogelijk is en hoe men zich dat moet voorstellen. Dit werd dan aanjou en allen die hier aanwezig zijn tot in de kern duidelijk gemaakt, en daarmee was je beslist tevreden; want anders zou je zeker niet zelfbij bijna iedere verklaring gezegd hebben: 'Dat is me nu volkomen duidelijk!' En als je dat zei, dan was het je ook duidelijk; want met onduidelijkheden en een mysterie zou je nooit genoegen hebben genomen! En kijk, zoals het met jou was, was het ook met de betrekkelijk vele aanwezigen hier; niemand nam er genoegen mee om alleen de oppervlakte van de zee te zien, maar ze wilden ook te horen krijgen wat er op haar diepe bodem schuilgaat!
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar wat is een appel als lichaam, vergeleken bij het grote lichaam van de aarde? Kijk, dat bezit ook zo'n kracht in zichzelf, dat het het water en ook alle andere vrije lichamen zodanig naar zich toe kan trekken en kan vasthouden, dat nog geen zonnestofje zich ervan kan verwijderen! Die kracht neemt toe met de grootte en de zwaarte van de lichamen en de werking daarvan reikt veel verder dan de oppervlakte van de aarde; zo wordt ook de maan nog zodanig door deze aarde vastgehouden, dat ze op aarde zou neervallen als dat niet verhinderd werd door haar middelpuntvliedende kracht, die haar om de aarde doet draaien.
Hoofdstuk 125: Juiste kennis van de natuur is belangrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zie, de aarde die jullie bewonen, is een rond lichaam! De oppervlakte ervan is ongevoelig, maar het inwendige is opgebouwd uit levensvatbare organen en het leeft dan ook net als een dier.(1)
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De tweede binnenzee stond daarmee niet in verbinding en draagt tegenwoordig nog de naam Middellandse Zee. Deze zee stond evenmin als voorheen, de Zwarte Zee, met de een of andere wereldzee in verbinding; maar de totale oppervlakte ervan was niet minder groot dan de hiervoor genoemde Zwarte of Noordelijke Zee. In de buurt van het huidige Fiume (Ital. naam voor Rijeka) strekt zich een breed en lang dal uit tot in Kroatië en vandaar verder met verschillende vertakkingen naar het stroomgebied van de Sava tot in Krain en daar tot aan de gebieden waar het hooggebergte begint. Aan de andere kant bedekte deze zee het tegenwoordige Venetiaans koninkrijk alsmede Lombardije en ook enkele oostelijke delen van Frankrijk, strekte zich in Afrika door het Nijldal uit tot aan de watervallen en bedekte ook de hedendaagse grote zandwoestijn.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiële verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] (En Johannes getuigde en zei vervolgens: 'Ik zag dat de geest van God neerdaalde uit de hemel, zo zacht als een duif die naar beneden zweeft, en deze Geest bleef boven hem' Joh. 1:32) Johannes getuigt hier, dat ook hij Mij voor het eerst in levende lijve voor zich ziet, en dat Mijn geest in hem dat aan hem heeft geopenbaard. De onderzoekers bekeken deze Man natuurlijk goed en sloegen Hem gade tijdens de kort durende handeling van de doop met het water, die Johannes Mij eerst niet wilde geven, omdat Hij ervan overtuigd was dat Ik meer bevoegd was om hem te dopen, dan hij Mij; -maar aan Mijn uitdrukkelijk verzoek, om het zo te laten gebeuren, gaf hij gehoor en doopte Mij toch, maar zag daarbij wat Ik door Mijn geest in zijn geest had geopenbaard, toen Ik hem naar Bethabara zond, namelijk: hoe Gods geest, dat wil zeggen Mijn eigen bron van alle geest, in de vorm van een licht wolkje, als een duif zwevend, uit de met licht gevulde hemel naar Mij neerdaalde en boven Mijn hoofd bleef hangen. Daarbij hoorde hij de bekende woorden:
Hoofdstuk 6: Johannes doopt de Heer met water. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dus zagen zij hier alleen maar de doop met het water, en ze ergerden zich niet weinig, toen Johannes hen vertelde wat hij had gezien en gehoord terwijl zij daarvan niets hadden bemerkt, en daarom betichtten zij Johannes ervan dat hij loog. Maar toen kwamen verscheidene leerlingen van Johannes naar voren en getuigden dat Johannes de volle waarheid had gezegd.
Hoofdstuk 6: Johannes doopt de Heer met water. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De kok gaat meteen met de bruidegom de eetzaal in en overtuigt zich ervan, dat de zes vaten geheel met de beste wijn gevuld zijn. Als hij zo het wonder in zich opneemt, zegt hij: 'Heer, vergeef mij mijn zonden! Dat kan alleen God doen, en God moet hier bij ons zijn! Want zoiets kan geen mens doen. ,
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Vriend houd het voor je, want Ik weet overal van. Maar wees ervan verzekerd dat de maat vol is, en op dit ogenblik nog zullen jullie zien hoe Gods macht en toorn zich met kracht in de tempel zullen doen gelden. Gaan jullie liever een eindje van de poorten van de tempel weg, opdat jullie ongedeerd blijven als zo dadelijk Gods macht de boosdoeners uit de tempel zal drijven; zo'n misdaad zullen zij later niet nog eens durven begaan. ,
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Nathánaël zegt: 'Wij hebben echter vrouwen, kinderen en bezit verlaten en zijn Hem gevolgd, en ondanks dat, leven onze vrouwen en kinderen! Ik zeg u wat ik ervan denk: Wie uit liefde voor Hem in deze wereld niet alles, onverschillig wat, verlaten kan, die is Zijn genade niet waard! Of ik u hiermee beledig of niet, het is nu eenmaal zo! Want mijn hart geeft het mij in, en in het hart is alles waar als eenmaal de geest tot het levende denken in God daarin is ontwaakt. Hij heeft ons niet nodig, maar wij hebben Hem nodig.
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Heb je dan nooit gehoord, dat er al van ouds her wordt gezegd: 'ledere heer heeft zijn dienaren en knechten!' Jij noemt Mij nu Heer, en dan is het dus passend, als ook Ik Mijn dienaren en knechten heb! Dat ze zeer beschaafd zijn getuigt ervan, dat hun Heer een wijze en liefdevolle heer moet zijn. De wereldse heren zijn harde en liefdeloze mensen en dus zijn hun dienaren net eender. Maar de Heer, Die een hemelse Heer is, en nu naar de aarde in de harde mensenwereld kwam, Die heeft Zijn dienaren ook vanwaar Hij gekomen is, en de dienaren lijken op Hem, omdat ze niet alleen Zijn dienaren, maar ook kinderen van Zijn wijsheid en liefde zijn. Heb je Mij goed begrepen?'
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar Ik waarschuw je, dat je zelf vast moet blijven geloven, anders zul je voor Mijn rijk maar weinig kunnen bereiken! Laat je niet op een dwaalspoor brengen door allerlei mededelingen, die je binnen enige jaren uit Jeruzalem over Mij zult ontvangen! Want Ik zal daar aan het gerecht worden overgeleverd, en zij zullen Mijn lichaam doden, maar op de derde dag zal Ik het weer levend maken, en op die wijze tot aan het einde der wereld bij en onder jullie blijven! Want het gespuis in Jeruzalem zal pas dan geloven, als het ervan overtuigd is dat Ik niet te doden ben!
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...