Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

161 resultaten - Pagina 1 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[2] Nu moeten jullie bedenken dat deze hulsglobe, waarin zich deze aarde, met de maan, de zon en alle ontelbaar vele andere zonnen en hemellichamen bevinden, bij de inrichting van het hart van de Grote Scheppingsmens hoort, en dat juist deze zon met de planeten die om haar heen cirkelen het beamende, positieve kamertje voorstelt, en dat binnen dit levenskamertje juist door deze aarde op overeenkomstige wijze in de eigenlijke geestelijke basisstof van het leven wordt voorzien -iets waarvan een wereldse geleerde wel nooit het hoe en waarom zal kunnen inzien. Maar Ik, als Schepper van de oneindigheid uit Mijzelf, weet dat en kan jullie dus ook zeggen hoe het hiermee gesteld is
Hoofdstuk 57: Overeenkomst tussen de microkosmos en de macrokosmos De redenen voor de menswording van de Heer op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] De mens op deze aarde is dus volstrekt niet zo verlaten als jij je dat voorstelt; want het hangt allemaal van zijn vrije willen en handelen af, of hij door God beschermd en begeleid wil zijn of niet! Als de mens het wil, dan zal God het ook willen; wil de mens het echter niet, dan laat God hem helemaal vrij, en God bekommert zich ook verder niet om hem, behalve voor datgene, wat hem volgens de algemene natuurlijke ordening toekomt, zoals het natuurlijke leven en alles, wat als voorwaarde daarvoor nodig is. Maar verder bemoeit God Zich niet met de mens, en mag Hij Zich vanwege zijn onaantastbare vrijheid niet met hem bemoeien! Alleen als de mens God uit de vrije wil van het hart zoekt, en Hem vraagt, dan zal God dit vragen en zoeken direct beantwoorden, tenminste als het de mens helemaal ernst is.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Hoewel de bovengenoemde betere Joden en Farizeeën zich nu al strikt hielden aan wat Ik zei, trokken ze vaak hun schouders op bij Mijn verklaringen over het werkelijke ontstaan of liever de graduele schepping van de aarde en alle dingen in en op de aarde, zoals ook die van alle talloze andere hemellichamen, en zeiden bij zichzelf: 'Dat is dan toch wel rechtstreeks tegen Mozes in! Waar blijven dan de zes scheppingsdagen, waar de sabbat waarop God gerust heeft? Wat komt er dan terecht van datgene, wat Mozes zegt over het ontstaan van alles wat nu in z'n totaliteit de hele wereld vormt? Als deze wonderdoener uit Nazareth ons daarover nu een leer geeft die de leer van Mozes helemaal opheft, wat moeten we dan zeggen? Als Mozes echter niet meer geldt, dan gelden daardoor ook alle profeten en uiteindelijk hijzelf ook niet; want als Mozes niets voorstelt, dan stellen ook de profeten niets voor - en de verwachte Messias, die hij eigenlijk zelf is, ook niets!
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De WAKKER GEMAAKTE vraagt Mij nog wat slaapdronken: "Om Jehova's wil! Waar ben ik nu toch? Wat gebeurde er met mij? Ik was net nog in een. mooie tuin met veel speelgenoten, en nu ben ik opeens in de nauwe ruimte van dit duistere kamertje overgeplaatst!"
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Deze handeling was slechts figuurlijk bedoeld, en u zou daaruit allang hebben moeten Ieren, dat de bok alleen maar uw slechte, wereldse lusten voorstelt, zoals uw hoogmoed, die net als de bok afstotend is en buitengewoon stinkt, uw hoererij en uw smerige gewoonten, uw inhaligheid en nijd en uw afgunst! Met de vernietiging van de zondebok had u voor altijd de lusten van uw hart moeten vernietigen, dan zou u wezenlijk volgens het gebod van Mozes en Aäron hebben gehandeld en dan zou u diens zegen ongetwijfeld hebben geoogst! Maar nu heeft u wel de bokken gedood, wat nutteloos voor u was, maar u heeft uw met zonden gevulde harten gehouden; daarom heeft Jehova Zijn bedreiging uitgevoerd en zal die later nog verder uitvoeren als de maat van uw boosheid vol zal zijn.
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Daaruit kun je dan ook heel eenvoudig concluderen dat het verschil tussen Schepper en schepsel in een bepaald opzicht niet zo bijzonder groot is als jij het je voorstelt; want het schepsel is geheel en al de wil van de Schepper, die beslist volkomen goed en waardig is. Als deze vrije wil, die van de Schepper is uitgegaan en Zijn beeld draagt, zelf in zijn vrije persoonlijke bestaan onderkent wat hij eigenlijk is, en daarnaar handelt, is hij aan zijn Schepper gelijk en in het klein volkomen gelijk aan wat de Schepper in het oneindig grote is. Onderkent de door de Schepper vrij gelaten deelwil echter niet wat hij is, dan houdt hij weliswaar niet op datgene te zijn wat hij is, maar hij kan de hoogste bestemming niet eerder bereiken, dan wanneer hij bij zichzelf ontdekt heeft wat hij eigenlijk is.
Hoofdstuk 40: Schepper en schepsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Ik wist wel dat je daar bij Mij nog op terug zou komen, maar het is echt niet zo ingewikkeld als je je dat voorstelt. Maar omdat je nu eenmaal gekomen bent om ook daarover tot klaarheid te komen, moet ik je de zaak toch ophelderen. Luister dus:
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De OVERSTE zegt: "Nou, ik feliciteer je! Je bent een waardig leerling van je meester! Ik zie nu al, dat ik het voorlopig niet tegen je op kan nemen in de ware wijsheid. Maar ik zal alle mogelijke moeite doen om het met behulp van mijn beste vriend Chiwar in korte tijd zo ver te brengen, dat ik over dergelijke zaken met jou kan overleggen, want aan de huidige tempelwijsheid van Jeruzalem heeft men hier niet voldoende, -wat niet verwonderlijk is, omdat de tegenwoordige tempelwijsheid ook niet veel voorstelt!"
Hoofdstuk 93: De ideeën van Borus over de aard van de mens.(29.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar hier is de werkelijke aanwezigheid van een engel zo buitengewoon, dat men dat natuurlijk niet zo snel als een volle waarheid kan aanvaarden, als de snelheld waarmee men het aanvaardt van lang vervlogen tijden. Geloven is gemakkelijk, omdat men zich steeds de vroegere tijd als beter voorstelt dan de tegenwoordige. Die houdt men uit een zekere vrome eerbied altijd onwaardig voor zulke goddelijke verschijningen, zonder te bedenken dat het er in Sodom en Gomorra ook niet zo bijzonder Gode welgevallig toegegaan kan zijn, omdat Hij anders geen vuur van de hemel over die plaatsen zou hebben laten regenen.
Hoofdstuk 243: De verontschuldiging van de jonge Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar hoewel de weg nu heel duidelijk is omschreven, zal hij naar mijn mening toch zelden helemaal bewandeld worden, want daartoe hebben de teveel op het materiële gerichte, wereldse gewoontes op deze enige ware en goede weg een versperring aangebracht die dat verhindert. En velen die deze weg betreden, zullen daar tegenop lopen en halverwege omkeren, vooral als ze niet al gauw een wonderbaarlijke uitwerking bij zichzelf ge waar worden voor de moeite die ze doen. Dat gebeurt namelijk niet zo snel als men zich in het begin voorstelt, zeker als men voorheen al sterke bindingen had met de buitenwereld.
Hoofdstuk 15: Over de enige weg naar het levensdoel van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Niets is bij God onmogelijk; waar Hij geestelijk en natuurlijk helpt gaat alles! Maak je dus helemaal geen zorgen en vertrouw vast op de Heer en dan zal alles wel veel beter gaan dan jij het je nu voorstelt! -Beste Mathaël, heb ik nu gelijk of niet!"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De Essenen wekken ook doden op voor geld en meestal voor veel geld. Maar dat geheim heeft men intussen al ontraadseld en men weet wat het voorstelt.
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Je kunt God daarom niet erger beledigen dan wanneer je Hem aan mij als een eeuwige tiran voorstelt! -Ik geloof, dat je mij wel begrepen zult hebben!
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] IK zeg: "O, helemaal niet. Ten eerste houdt Mijn orde in, dat, wil iets voor jullie een levensdoel te hebben, het juist ook door jullie mensen ten opzichte van Mij vrij ontwikkeld en aanschouwelijk gemaakt moet worden en ten tweede is die zaak zeker niet zo moeilijk als jij je met je verstand voorstelt. ...
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] " Jawel, jawel!" zeg IK en vraag hem dan: "Wel, beste vriend, omdat je naar de mening van de mensen, in ieder opzicht zeer intelligent schijnt te zijn en veel dingen heel juist en scherp beoordeelt, zeg Mij dan eens naar eer en geweten, wat je je dan van de Messias, die je nu in Mij ziet, voorstelt! Welk doel beoogt nu eigenlijk het huidige optreden van de Messias?!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11