Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 1 van 91

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[21] Hun lichtuitstraling wordt alleen veroorzaakt door hun oppervlak, dat naar jouw begrippen onbegrijpelijk glad is en waarop zich voortdurend een hoeveelheid statische elektriciteit verzamelt, die de in de ontzettend harde materie vastgehouden geesten steeds weer opnieuw activeert. Bovendien is deze steen uitermate doorzichtig, waardoor heel gemakkelijk iedere, ook de meest inwendige activiteit van de geesten als uiterlijk zichtbaar licht naar buiten straalt en natuurlijk door de snel over het zeer gladde oppervlak van de bol voorbijglijdende luchtgeesten die aan de buitenzijde werkzaam zijn, in hoge mate wordt versterkt.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Betere geesten ontworstelen zich gewelddadig aan de steeds toenemende druk van de materie door met de kracht van hun wil hun eigen materie op te lossen. Zij konden meteen overgaan in de orde van de zuivere geesten, maar de oude prikkel doet ook nog steeds zijn oude kracht gelden. De eigenliefde wordt meteen weer wakker, de plant zuigt, het dier vreet, en de mensenziel zoekt nauwelijks opnieuw in de oude goddelijke vorm terugkomend, begerig naar stoffelijke kost en een ongestoord, traag genieten. Zij moet zich daarom meteen weer met een stoffelijk lichaam omhullen, dat echter toch niet zo hard is als de oude, zondige materie. Ondanks het zachtere lichaam neemt daarin de ziel toch zodanig in eigenliefde toe dat zij weer helemaal in de hardste materie zou veranderen als Ik in haar hart niet een bewaker, een vonkje van Mijn liefdegeest, gelegd zou hebben."
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Juist nu, nu Ik Zelf alle materie zegen doordat Ik Mijzelf in jullie oude vloek heb gehuld en hem daardoor de zegen heb gebracht! De gehele oude orde van de hemelen houdt op en ook de hemelen houden op, en nu wordt op het fundament van de thans door Mij gezegende materie een nieuwe orde en een nieuwe hemel gemaakt, en de hele schepping moet, evenals deze aarde opnieuw ingericht worden. .
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Dat zijn reeds concrete mensenzielen van deze aarde die de weg van het vlees nog met hebben doorgemaakt. Zij hebben daar tot op heden ook nog niet veel zin in omdat zij te bang zijn om opnieuw in de materie opgesloten te worden. De gekleden hebben zelfs een soort taal, die evenwel nog niet erg ontwikkeld is; maar een zekere apenintelligentie hebben ze allemaal!"
Hoofdstuk 115: Jarah en de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Zulke grovere specifica van plantenzielen blijven in de materie achter, zoals in de stam en in de houtvezelstof, de wat edeler deeltjes komen in het zachtere lover, de nog edeler deeltjes vormen zelf de vrucht en wat daar voor en na komt, en de meest edele deeltjes verenigen zich dan al tot een op zichzelf staand intelligent kiemleven, dat dan reeds in staat is óf zichzelf opnieuw tot een soortgelijk leven te wekken om de oude activiteit van voren af aan te beginnen óf door als voedsel door dier of mens gebruikt te worden meteen in de dier of zelfs mensenziel over te gaan.
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ik zou Mij echter ook op dezelfde wijze kunnen mee activeren, maar dan was het met jullie gedaan, net zoals het met alle om deze zon cirkelende hemellichamen gedaan zou zijn, zodra de uitstralende lichtatmosfeer van de zon de kracht zou aannemen van het vuur en het licht van het binnenste van de zon. De kracht daarvan zou alle geesten in de uitgestrekte scheppingsruimte dermate activeren, dat deze ogenblikkelijk veranderen zou in een oneindige, kolossale vuurzee die in eenmaal alle materie zou oplossen! Wel, het binnenste van de zonnematerie is natuurlijk zo ingericht, dat het dit vuur kan verdragen, en de steeds maar voortdurend daarop stromende, geweldige waterstroom van de voortdurende kringloop -zoals bij de mens de bloedsomloop -geven het vuur voortdurend werk om de lucht te ontbinden en opnieuw te vormen en daaruit weer water te vormen, en het kan daarom het eigenlijke zonnelichaam niet aantasten; en ook al worden daarvan ook steeds delen opgelost, dan zorgt het toestromende water weldra weer voor nieuwe. Alles moet dus steeds ordelijk blijven verlopen.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk, alle materie van deze aarde - van de hardste steen tot de ether hoog boven de wolken - is zielestof, maar in een noodzakelijk gerichte en daarom vaste toestand. Haar bestemming is echter weer in het ongebonden, zuiver geestelijke bestaan terug te keren zodra zij, juist door middel van deze afzondering, de levenszelfstandigheid bereikt heeft. Om deze levenszelfstandigheid door een steeds grotere zelfwerkzaamheid te bereiken, moet de uit de gebonden materie vrijgemaakte ziel alle mogelijke levensfasen doorlopen en zich in iedere nieuwe levensfase ook weer opnieuw in een ander stoffelijk lichaam verpoppen, waaruit zij dan weer nieuwe levens en bezigheidssubstanties tot zich trekt en zich eigen maakt.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu was weer zo'n punt bereikt dat, zonder Johannes en zonder Mij, in het hele joodse land iedere vonk van de ware Godskennis verstikt zou zijn, en daarom moest Ik Zelf als mens naar deze wereld komen om alle goedwillende mensen het verloren levenslicht terug te geven, en hun opnieuw de wegen naar de ware kennis van God te tonen. Er zal weliswaar nog vaak strijd zijn tussen Mijn kinderen en de wereldse kinderen omdat het aantal der Mijnen op aarde steeds kleiner zal zijn dan het aantal wereldse kinderen; maar uiteindelijk zullen toch de Mijnen over de hele wereld zegevieren, en deze zal hen geen schade meer kunnen berokkenen. Want ook.al vinden jullie alle materie nu nog zo hard en onverwoestbaar, zij zal uiteindelijk toch moeten wijken voor de macht van de geest.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het ene, eerste, en bijgevolg allerbelangrijkste kamertje komt overeen met wat van de geest en derhalve van het eigenlijke leven is, en wij zullen dat het 'beamende', het 'positieve' en dus het ware noemen. Het tweede, in zekere zin minder belangrijk, hoewel voor het natuurlijke leven van het lichaam ook absoluut noodzakelijk, zullen we het met de materie overeenkomende, dus ook het 'ontkennende' noemen. Dit heeft op zichzelf geen leven, maar is slechts een opnamevat voor het leven, dat het met iedere nieuwe hartslag uit het beamende kamertje als het ware opnieuw opneemt en dat vervolgens via het bloed aan het hele lichaam meedeelt.
Hoofdstuk 56: De bijzondere plaats van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daar komt echter nog bij, dat er vanuit de zon en de ether die haar omgeeft steeds opnieuw materie aan die van de aarde wordt toegevoegd, waarvan de hoeveelheid overigens kleiner is dan de jaarlijkse hoeveelheid verloste materie, en in dat licht bezien zullen jullie nog eens te meer begrijpen wat voor zeer lange bestaansduur deze aarde tot aan haar laatste tijden nog beschoren is. Alleen, dat is allemaal door Mij sinds eeuwigheid zo bepaald, en die tijd schijnt alleen de mens lang toe, die nog de last van het vlees draagt; maar in Mijn rijk zullen jullie de tijd en haar duur met heel andere ogen en met een heel ander inzicht en andere wijsheid beschouwen. - Kijk, zo staan de zaken er voor!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Dan komt het op het ware verstand en de wil van de ziel zelf aan om zich van alle banden van de oude, onder het gericht staande materie vrij te maken en zich niet weer door de materiële wereldse lusten als het ware opnieuw gevangen te laten nemen en te laten verslinden.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Kijk, dat is een beeld dat staat voor de waanwijsheid en de nieuwsgierigheid en wereldse genotzucht van de mens, waardoor hij aan de harde materie geketend wordt. Ook al komt er van tijd tot tijd een adelaar uit de hemelen naar hem toe die hem krachtig waarschuwt dat hij zich van de materie los moet maken, dan levert dat weinig op; want nauwelijks is de adelaar een poosje weg, of daar is in de ziel van zo'n mens de lever, die het symbool van zijn wereldse lusten is, alweer helemaal aangegroeid, en de hemelse adelaar kan weer opnieuw beginnen die te gaan eten. -Begrijp je dit goede beeld?
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Als de spijzen eenmaal hun belangrijke deel aan het lichaam, de zenuwen en de ziel hebben afgegeven, wordt het in feite onzuivere deel van de materie, die je tot je hebt genomen om je lichaam in leven te houden, via de twee natuurlijke uitgangen uit het lichaam verwijderd.Als een mens echter in ieder opzicht een zwelger is geworden en zijn buik tot afgod heeft gemaakt, dan kan het tot zich genomen voedsel alsook de teveel in de maag gegoten wijn niet meer volledig afgescheiden worden in de twee magen, die Ik je heb uitgelegd. Daardoor komen er nog veel delen -die het lichaam, de zenuwen en de ziel in leven moeten houden maar die niet aan het voedsel onttrokken zijn -in de grote buik en de darmen terecht en voor een ander deel via de lever en de milt in de urineblaas; daar veroorzaken ze opnieuw gistingen, waaruit zich mettertijd allerlei ziekten voor het lichaam ontwikkelen en die de ziel traag, afgestompt en gevoelloos maken.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[35] De lichamelijke dood van Jezus is feitelijk de diepste afdaling van de Godheid tot in de staat, waartoe alle materie veroordeeld is, waardoor de totaal nieuwe verhoudingsmogelijkheid tussen Schepper en schep­ping pas volledig tot stand kwam. Eerst door de dood van Jezus wordt God-Zelf volledig mens, en door en vanuit die hoogste goddelijke genade-ingreep wordt de geschapen mens tot nieuw verwekt Kind Gods­ tot god dus! Daardoor kan die mens ­een schepsel! -als volkomen evenbeeld tegenover zijn Schepper staan! Daarin kan hij nu zijn God zien, zijn Schepper en Vader schouwen, Hem spreken, Hem erkennen en boven alles liefhebben! En daardoor alleen ook is hij in staat het volmaakte onvergankelijke leven in God, uit God en met God te beërven­ Daardoor is echter ook Satans heerschappij ( of beter: diens drijven) in zoverre doorbroken, dat hij niet langer bij machte is deze meest inten­sieve toenadering van de Godheid naar de mensen toe, en omgekeerd die van hen naar de Godheid, te verhinderen. Nog korter gezegd: Door de dood van Jezus kan de mens zich nu volop ,met God verbroederen, terwijl het voor Satan onmogelijk is geworden dat nog te beletten, en dat is dan ook de reden, waarom tot de vrouwen, die het heilig graf kwamen bezoeken, wordt gezegd: 'Gaat heen en zegt het Mijn broeders' ...Satans wroeten in de uiterlijke dingen moge dan nog steeds merkbaar zijn, ...nooit meer zal hij in staat zijn het eenmaal verscheurde voorhangsel tussen God en de mensen opnieuw aan te brengen; noch ooit opnieuw een onoverbrug­bare kloof te doen ontstaan tussen enerzijds de Godheid en anderzijds de mensheid. Door deze korte uiteenzetting van deze stof nu, kan voortaan iedereen, die bereid is innerlijk, geestelijk te denken en te mediteren, heel gemakkelijk en duidelijk het grenzeloze nut inzien, dat de lichamelijke dood van Jezus voor hem of haar betekent. Amen!
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] De tweede bedoeling is: de laagte trekt, ofwel de wereld trekt door haar snelle industriële voortgang het geestelijke mee in een des te sneller verval; want het geestelijke wordt in de wereld door de materie gedragen en is er om de gevangen materie te verlossen, zoals die van de geestelijke Henoch nu in de laagte was om de materiële Lamech te verlossen en hem opnieuw te verbinden met de zijnen; diepzinniger gezegd: met zijn verhoogde en gereinigde begeerten.
Hoofdstuk 36: Lamech holt de zijnen tegemoet, Henoch volgt hem. De drievoudig profetische betekenis van deze handeling van Henoch. Echte profetie en de vrijheid van de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...