Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 1 van 458

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Maar toen een rondtrekkende wijze je vertelde, dat er ergens in de eindeloos grote scheppingsruimte een wereld is waarop de mensen vroeger of later volledig kinderen van de grote God kunnen worden, als zij kunnen besluiten hun ziel van deze wereld los te laten maken, om op die aarde van God nog eens in een onbeholpen lichaam een leven in de vrijheid van de liefde door te maken -echter zonder enige herinnering aan deze prachtige wereld, omdat het leven dáár niet de ziende wijsheid, maar alleen, vooral in het begin, de volkomen blinde liefde als basis heeft -, stemde je daarmee in. En kijk, daarna werd je meteen veranderd, en je vrij geworden ziel werd al gauw daar in een aards moederlichaam verwekt, en wel in de prachtigste stad van de aarde van God, opdat je in bepaalde, verlichte dromen niet een heimelijk verlangen zou krijgen weer hier te zijn!
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] In deze wereld gaan jullie daar minder onder gebukt, omdat jullie je zelf heel goed weten te troosten met alle dingen van de wereld; maar als jullie ziel zich weldra zonder aards lichaam, in de geestelijke wereld in haar eigen sfeer zal bevinden, die uit haarzelf voortkomt en die zonder liefde en zonder licht in zich zelf is, -hoe zal het haar dan vergaan?!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: 'Luister! Mijn rijk, dat Ik nu weer opnieuw vestig onder de mensen op deze aarde, is geen aards rijk zoals dat van een koning, die jij "hebt gediend en waarvan er nog legio zijn op de hele aarde, maar Mijn rijk is een geestelijk rijk en is niet met allerlei pracht en praal zichtbaar voor de ogen van het lichaam; want het bestaat inwendig in de mens en de sterke burcht, die eeuwig nooit door een macht overwonnen kan worden, is het gelovige, liefdevolle hart dat vol vertrouwen is en zonder hoogmoed, zonder afgunst of jaloezie, zonder leugen en bedrog, maar in plaats daarvan vol deemoed, zachtmoedigheid, geduld en barmhartigheid; daarin zal Ik, de ene en enig ware Heer en Koning van alle bestaan en leven, Mijn intrek nemen bij ieder mens wiens hart en gemoed die genoemde eigenschappen zal bezitten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] (Toen zeiden de Joden: 'Zes en veertig jaren had men voor het bouwen van deze tempel nodig, en u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de tempel van Zijn lichaam sprak. Joh. 2:20-21) Toen ze Mijn besliste uitspraak hoorden, zetten de Joden grote ogen op en waren wat van hun stuk gebracht. Na een poosje bedacht één van hen echter dat voor de bouw van de tempel ruim zes en veertig jaren nodig waren geweest en dat vele duizenden handen er ononderbroken aan hadden gewerkt. Daarom richt deze historisch onderlegde Jood zich tot Mij en zegt: 'Jonge man! Heeft u wel bedacht wat voor doms u nu heeft gezegd? Bedenk eens, zes en veertig hele jaren waren nodig voor de bouw van deze tempel en dat gaf vele duizenden handen zeer veel werk, en u wilt dat helemaal alleen in drie dagen doen, zonder hulp van anderen!? O, o, o, wat heeft u nu over uzelf ten beste gegeven, en dat nog wel in de tempel, waar men toch z'n uiterste best zou moeten doen om verstandig te praten!
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de Heer hier over twee ogen, handen en voeten sprak, bedoelde Hij daarmee niet de twee ogen en de twee handen en voeten van het lichaam, maar alleen het kennelijk dubbele gezichts-, bezigheids -, en verplaatsingsvermogen van de geest, en Hij waarschuwt niet het vlees, dat geen eigen leven heeft, maar de geest, om zich liever niet met de wereld bezig te houden als deze hem te veel zou aantrekken. In dat geval is het beter zonder alle kennis van de wereld het eeuwige leven in te gaan, dan door te veel wereldse kennis tenslotte door het onafwendbare wereldse gericht opgeslokt te worden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De genezene zegt: 'Jawel, jawel, je hebt gelijk! Maar God was toch zonder twijfel ook met Adam, en toch is het de satan met een heel sluwe list gelukt om Adam weg te kapen! En Michaël heeft na een gevecht van drie dagen het lichaam van Mozes toch aan de satan moeten afstaan! God is wel almachtig, daar is geen twijfel aan, maar de satan is vol heel gemene listen, en hij heeft het volk van God al menige schade toegebracht. Als je oog in oog staat met een tijger, is, net zolang als deze leeft, voorzichtigheid geboden, alleen na zijn dood kan men pas onbezorgd helemaal vrij ademhalen!'
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Het zou toch erg onzinnig zijn om een geheel verbeterd mens te straffen, omdat hij vroeger één of meer keren in zijn blinde dwaasheid en zwakte gezondigd heeft; dat zou onwaardig zijn voor een echt mens, en tegen de goddelijke orde in. Zo'n straf zou op een haar na precies lijken op die van een domme dokter die, nadat zijn zieken gezond zijn geworden, naar hen toeging en zei: ' Jullie zijn nu weliswaar weer helemaal gezond , maar je begrijpt ook wel dat jullie lichaam, en wel dit of dat bepaalde deel, tegenover jullie gezondigd heeft en nu gestraft dient te worden in die mate waarop het je geplaagd heeft!' Als de genezenen dan hun lichaam, dat nog maar net genezen is, met allerlei kwellingen zullen laten bestraffen, of als men hen gewelddadig martelt, wat zal er dan van hun genezing terecht komen?! Wel ze zullen daardoor beslist tien maal zieker worden dan ze eerst waren! De vraag is dan: Wat was het nut van zo'n ontijdige bestraffing van het vlees? -Is de behandeling zelf dan al niet voldoende bestraffing van het vlees? Waarom dan nog een straf achteraf, die het gezonde vlees weer ziek maakt?! Als zo'n behandeling in het vleselijke al oerdom genoemd kan worden, hoeveel te meer als dit zonder een spoortje medelijden in het geestelijke toegepast wordt?!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Waarlijk, Ik zeg jullie: Ieder, die het leven van deze wereld zoekt, en het ook zonder moeite vindt, zal het eeuwige leven verliezen, en Ik zal hem niet op de jongste dag, terstond na het afleggen van het lichaam, opwekken, maar hem voor de eeuwige dood in de hel werpen.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wel heeft er vóór hem nooit een mens een zo streng leven geleid als hij -want, als hij een begeerte in zijn lichaam voelde, at en dronk hij dagenlang niets en was op die manier de grootste boeteling der aarde, zonder ooit gezondigd te hebben -; maar toch zeg Ik jullie allen: Als een zondaar zich bekeert en vol liefde in zijn hart tot Mij komt, staat hij hoger dan Johannes!
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Kisjonah zei ook: 'Nu zijn al mijn wensen vervuld. Bij alles wat ik heb, en bij deze berg die mijn aards bezit is, ik zou de helft van al mijn bezittingen geven als ik nu een paar van de belangrijkste Sadduceeën en Essenen, die niet geloven in een leven na de dood van het lichaam, hier kon hebben! Wat zouden deze wijzen hier hun neus aan de geestenwereld stoten! Zelf was ik eens al helemaal door hun leer gegrepen, maar ik liet deze geleidelijk aan weer los, omdat een toch wel behoorlijk griezelige verschijning van mijn vader mij gelukkig uit de droom hielp.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar als dus in de materiële mens slechts de ziel, zolang ze in het lichaam woont, het voedsel van de aarde gebruikt, dan mag ik als ziel en geest, zolang ik mijn voeten op deze aarde zet om u te kunnen dienen, en daarvoor een bepaald soort uit luchtmaterie geschapen lichaam heb, toch ook wel aards voedsel tot mij nemen?! -Wat dunkt u?'
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ook al wist je alles, dan zou je ze daarvoor toch onmogelijk meer dan één keer kunnen doden. Je kunt wel de marteling verzwaren, maar Waarvoor? De marteling in de hoogste graad -om in jullie rechtbanktaal te spreken -is ook direkt dodelijk, en als ze gematigder is maar des te langer duurt, merkt de gestrafte daar echt niet veel méér van dan jij van een lastige vlieg. Want de ziel, die te zeer vreest voor de zekere dood van haar lichaam, mag nog zo materialistisch zijn, ze trekt zich dan toch direkt terug in haar innerlijkste vertrekken en begint zich vrijwillig los te maken van haar lichaam, waarin het niet om uit te houden is. Het lichaam wordt bij zulke gelegenheden totaalongevoelig. Zo'n lichaam kun je dan kwellen zoveel je maar wilt, het merkt daar weinig of helemaal niets van. Als je het zielelichaam echter zeer veel pijn tegelijk laat lijden, zal de ziel dat niet lang vol houden, maar zich uit alle kracht losscheuren, en dan kun je een geheel dood lichaam koken en braden zonder dat het iets van de straf voelt.
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Laat ieder de neigingen van zijn hart onderzoeken, dan zal hij snel bemerken met welke geest zijn hart is vervuld. Trekken zijn neigingen het hart en zijn liefde naar de wereld, en voelt hij een verlangen in zich om iets groots en voornaams te worden in de wereld, - heeft het hart, dat hoogmoedig wil worden, een onbehagen aan de arme mensheid, en voelt het de drang in zich om, zonder door God gekozen en gezalfd te zijn, te willen heersen over de anderen, dan ligt het zaad der hel reeds in het hart. Dit zaad zal, als het niet bestreden en verstikt wordt, de mens na de dood van het lichaam zeer zeker nergens anders dan in de hel doen belanden.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De wetgever en uitvoerder van de straf moet nooit vergeten dat de geest van de mens, hetzij goed of kwaad, niet gedood kan worden, maar blijft leven! Zolang hij nog zichtbaar op de aarde rondwandelt kun je je nog tegen hem verweren en hem verjagen als hij je achtervolgt. Maar is hij eenmaal uit het lichaam, en kan hij je op duizend manieren benaderen om je op ieder ogenblik kwaad te doen, zonder dat je hem ziet of waarneemt, -vertel dan eens met welke wapens je hem dan te lijf kunt gaan?
Hoofdstuk 30: Samenhang tussen straf en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarom, vriend, is het beter voor je om je geestelijke beschermers niet te zien zolang je in je lichaam moet blijven. Als je echter eens het lichaam verlaten zult, dan zul je ze als geest zonder meer eeuwig kunnen zien en aanraken -niet slechts deze twee, maar ontelbaar velen."
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...