Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

14 resultaten - Pagina 1 van 1

1
[13] IK zei: 'Ja, ja, dat zijn nu niet bepaald erg gelukkige wezens, en zij hebben veel van de hel in zich, maar zij kunnen en zullen mettertijd toch naar een beter leven overgaan, -maar dat zal niet zo snel gebeuren. Degenen die zich al op de oppervlakte van die maanaarde bewegen en een bepaalde doorzichtigheid gekregen hebben, zijn er in ieder geval al beter aan toe; maar degenen die nog in de diepe holen, gaten en kraters wonen, maken het nog slecht, en het zal nog geruime tijd duren voor zij naar een betere levenstoestand zullen overgaan.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei tegen hem: 'Laat maar! De tijd is eeuwig en de ruimte oneindig; hoeveel er ook gebeurt, er is voor iedere daad plaats. Vannacht tijdens de maansverduistering zag je talloze sterren, en dat was nauwelijks het tienduizendste deel van de sterren die binnen het bereik van onze ogen liggen. Ik zeg je echter dat al deze mogelijk zichtbare sterren slechts een te verwaarlozen deel vormen van het totaal der sterren die nog nooit gezien werden, zelfs niet door het scherpst ziende oog van een Birmaan uit boven-Indië, terwijl veel van die scherpzieners uit boven-Indië zulke scherpe ogen hebben, dat zij de bergen en kraters op de maan goed kunnen waarnemen. En kijk, al deze oneindig vele werelden zijn scholen voor allerlei geesten, en daaruit kun je pas goed opmaken waarom in de Schrift staat, dat Gods raadsbesluiten onnaspeurbaar en Zijn wegen ondoorgrondelijk zijn! Maak je daarom niet druk over alles wat schijnbaar volkomen onbegrijpelijk gebeurt; want God weet alles en kent de geesten en de wegen waarop Hij hen naar hun doel laat gaan!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen het hele, grote gezelschap bij de voorhof aankwam, sloegen er onmiddellijk talloze bliksemschichten van het gouden dak van de tempel in de grote voorhof. Tegelijkertijd echter wenkten de tien ministers naar al de omliggende vuurspuwende bergen, en op hetzelfde ogenblik dreven deze hemelhoge vlammenzuilen uit hun kraters; en de met de vlammen ontsnappende reusachtige rookmassa's bedekten al spoedig het zichtbare uitspansel.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Waar mondt zo'n rivier dan in uit? Zo'n rivier ontspringt gewoonlijk uit de vele van grote vurige kraters voorziene bergen, verzamelt zich tot een niet zelden duizenden mijlen brede rivier en doorstroomt dan een gebied dat vaak heel wat langer is dan de afstand van jullie aarde tot aan jullie zon en mondt dan soms uit in een of andere grote zee, maar meestal in her en der liggende grote uitgedoofde kraters, vult deze geleidelijk op en maakt op den duur uit de grote en enorm diepe ravijnen vlak land, dat een voor jullie onbeschrijfelijke glans verspreidt. Maar mettertijd stolt het ook helemaal en kan als vruchtbaar land gebruikt worden.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zijn deze enorm grote woongebieden, waarvan er dus een zeer groot aantal is, onderling afgebakend of niet? Ze zijn onderling heel streng afgebakend. Waardoor dan? Meestal door eindeloos uitgestrekte rijen van vurige kraters, hier en daar ook door buitengewoon hoge gebergten, waarvan de toppen, als ze vanaf jullie aarde zouden oprijzen, heel gemakkelijk de baan van jullie maan zouden kunnen verstoren. Het oppervlak van deze bergtoppen is soms nog groter dan de helft van het oppervlak van jullie aarde.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, aldus heeft onze oudste allen uit de vlam voorgelezen. Maar wat zeggen nu de kinderen op deze voorlezing? Zij zeggen: grote God, het moet toch wel iets oneindigs zijn om een kind van U te worden, maar als Uw wil nog heftiger is dan de eindeloze gloed die onze wereld in haar diepe kraters draagt, wie kan die dan verdragen en daarbij in leven blijven? Laat ons daarom blijven wat we zijn en laat U altijd door ons een offer van onze wijsheid brengen! Neem daarom die schrikwekkende vlam op Uw altaar weer terug en laat ons gaan en in vrede leven!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Martinus kijkt nu aan alle kamen om zich heen, ziet geen huis meer, de Heer niet, niemand behalve zijn bovengenoemde begeleiders. Alles rondom is verwoest en vernietigd. Rook en reusachtige vuurzuilen stijgen met grote heftigheid uit de verwoeste zonnebodem op. Hier en daar gapen reusachtige kraters vol donderende gloed, waaruit van tijd tot tijd grote vuurmassa' s het wijde wereldruim in worden geslingerd. Hier en daar storten vele weer terug onder vreselijk gekraak en stuwen water in de grote gloeiende kraters, waardoor dan weer hevige nieuwe stoomexplosies veroorzaakt worden. En dat alles met een kracht, die een wereld als deze aarde miljoenen mijlen zou kunnen wegslingeren.
Hoofdstuk 190: Martinus met zijn hemelse begeleiders op de plaats van de verwoesting - De door Martinus veroordeelde Satan - Martinus' medelijden met de huilende Satan en diens bevrijding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De bergen hebben hier merendeels een vuurspuwend karakter. - Hoe groot de kraters ervan hier en daar zijn, is al eens gezegd.
Hoofdstuk 66: Het zevende paar gordels en de reusachtige bewoners ervan - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Dit land wordt gevormd door zeven kraters; dat is een belangrijk verschil met de noordpool, die slechts één krater heeft. De zuidpool is niet omgeven door ruwe ijs en rotsklippen zoals de noord pool; haar omgeving kan gedacht worden als bestaande uit grote, half ingedrukte kogels, die ten dele bestaan uit een zekere kalkmassa, maar merendeels uit eeuwig ijs,
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] In het midden bevindt zich een grote krater, waarin twee spiraalvormige windingen in een grote trechter uitmonden; zes kleine, ook op ingedrukte kogels gelijkende kraters bevinden zich daaromheen, die hun mondingen in een hoornachtige bocht naar bui ten van de hoofdkrater hebben afgewend. De doorsnede van de hoofdkrater bedraagt 50 Duitse mijlen.* (* I Duitse mijl = 7,42 km.) De tussenruimten zijn gemiddeld 10 Duitse mijlen en de doorsnede van de kleinere kraters is 30 Duitse mijlen, zodat deze samen rondom een kring van 40 mijlen doorsnede vormen.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Nu gaan er vanuit het middelpunt der aarde talrijke poriënachtige gangen van de hoofdkrater naar de zes nevenkraters. Deze nemen de grovere delen op, zoals bijvoorbeeld rook, die hier veel materiëler en intensiever is dan aan de noordpool en tevens worden ook de door het proces ontstane neerslag en dampen met grote kracht uitgestoten. Als dit alles in gloeiende toestand de oppervlakte heeft bereikt, dan wordt deze gloeiende massa door de bekende krateropeningen gestadig in noordelijke richting in de zee afgevoerd, waardoor een onophoudelijk koken, bruisen en dampen ontstaat. Opdat deze gloeiende massa's kunnen terugstromen naar de noordpool, hebben deze kraters de reeds eerdergenoemde hoornachtige buiging.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[16] Een vierde hindernis, waarvan het nauwelijks nog nodig is die te noemen, vormen de vele vulkanen en andere hoge bergen langs de oever van zo’n watercirkel. De vulkanen razen en woeden voor het merendeel onophoudelijk en hier en daar zelfs zo geweldig, dat jullie op aarde je daar geen duidelijke voorstelling van kunnen maken. Want daar zijn sommige kraters groter dan jullie hele Europa, en uit die kraters schieten ieder moment onder het heftigste geraas en gedonder triljoenen van de hevigste bliksems op. Van zulke geweldige natuurtaferelen zijn de zonnebewoners echter absoluut geen grote vrienden. Bij hen is het dus ook daadwerkelijk, zoals bij jullie in woorden: ‘Blijf flink uit de buurt, dan blijf je buiten schot’. - Deze vulkanen verhinderen ook de in het binnenland wonende mensen eventuele pogingen te doen de wereld rond te zeilen; en dus blijven zij, zoals jullie plegen te zeggen, steeds lekker thuis.
Hoofdstuk 9: De mensenrassen van de zon en hun woongebieden. De zonnegordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Deze berg was veel eerder bewoond dan de dalen en zijn eerste naam was 'Freitauwer'. Toen later de dalen bewoond werden door verslapte mensen, begonnen deze dalbewoners de bergbewoners van tovenarij te verdenken en de naam 'Freitauwer' werd weldra veranderd in de naam: 'Schockel' of 'Zauberberg'. Nog honderd jaar geleden was de berg zo berucht, dat geen mens die ook maar enig katholiek christelijke inslag had, het waagde de top van de berg te bestijgen, omdat iedereen van de kerk uit dringend werd gewaarschuwd voor de Schöckelheks. Daarom heeft men zijn hoogste top ontbost, om aan de Schockelheks haar schuilplaats te ontnemen, zodat ze zich niet kon verbergen als van alle kanten met gewijd buskruit op haar werd geschoten. Het weergat is nog te zien; dat daar echter nooit het weer uit voortkwam en er ook nog nooit een heks op de Schockel heeft gewoond begrijpt men wel. Maar dat de berg vroeger en ook nu nog door heel veel zogenaamde berggeesten wordt bewoond, en dat de oude bergbewoners vaak heel natuurlijk met hen omgingen en daarom veel wijzer waren dan de bewoners uit het dal, kan men zeker aannemen en ook dat deze berg eens een vuurspuwende berg was en zijn weergaten niets anders dan dode kraters zijn.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] De uit de zes kraters uitgedreven etherstroom stoot dan tegen die van de zon en ten eerste blijft de aarde daardoor op de juiste afstand van de zon. Ten tweede, omdat door de rotatie van de aarde de zes kraters om beurten onder de grote zonne etherstroom geraken, wordt daardoor de draaiing van de aarde door de zon gereguleerd en heeft deze een golvende beweging.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1