Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11264 resultaten - Pagina 1 van 751

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] leder mens heeft een bepaalde graad van eigenliefde, en moet die ook hebben, omdat hij anders niet zou kunnen leven, -maar, zoals aangetoond, slechts de minste graad! Eén graad méér doet de zuiver menselijke verhouding reeds te niet, en dat is op de weegschaal der goddelijke orde precies afgewogen! - Nu zijn de grenzen zichtbaar gemaakt, en wij zullen zien hoe je deze in de praktijk aan zult houden!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Ik kan en wil dat beslist niet slecht noemen; want het schaadt niet als de mensheid een gevoelig geweten heeft, en zekere wassingen en het zuiver houden van het lichaam hebben nog nooit een mens geschaad. Maar mij en mijns gelijken mag men deze niet opleggen als voorschriften van een god die nergens bestaat! Ik en mijn metgezellen weten hetgeen wij weten en niemand kan ons ten laste leggen dat wij voor onze zuivere wetenschap ooit leerlingen hebben geworven. Maar het zal ons toch in het geheim tenminste wel geoorloofd zijn, dat wij een X niet voor een U houden?! Wij zullen nooit iemand te na komen, omdat wij allen mensenvrienden zijn; maar wij vragen ook om ons met rust te laten. Waarom geven de priesters in Jeruzalem nu voortdurend af op ons Essenen? Laat hen zijn wat zij zijn, en wij wat wij zijn; want zij zijn voor het forum van het zuivere verstand geen haar beter dan wij, - en wij uiteraard ook niet beter dan zij. Wij vervloeken hen echter niet, maar betreuren alleen hun grove blindheid. Maar wie geeft hun het recht ons te vervloeken, terwijl wij ons toch zelf de moeilijke opgave gesteld hebben nooit een mens te oordelen en te gronde te richten, maar alleen iedereen met raad en daad te helpen?!
Hoofdstuk 34: Roclus vergelijkt menselijke met goddelijke daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt: 'Begrepen hebben we het zeker; maar dit begrip heeft weinig troostends voor de mensen van deze aarde! Wat heeft de beste leer voor zin, als de mensen daar mettertijd weer afvallig van kunnen worden en dan bijdragen tot het te gronde richten van de hele aarde! Ja, als wij, die nu Uw getuigen zijn, een minstens duizendjarig leven zouden hebben en onze jongste leerlingen dan ook nog eens zo'n lang leven, dan zou dat voldoende zijn om de leer zuiver te houden; maar als U ten eerste Zelf volgens Uw niet onduidelijke woorden daarover, deze aarde lichamelijk verlaat, en ten tweede de tekenen ook zeldzamer zullen worden, -ja, dan weet ik niet wie er dan de schuld van is als de aarde door de pure domheid van de mensen uiteindelijk geheel en al te gronde wordt gericht! Wat heeft het voor zin als de aarde van nu af aan nog ternauwernood een paar duizend jaar behouden blijft, maar dan kennelijk toch nog te gronde wordt gericht?'
Hoofdstuk 110: De toekomstige teistering van de aarde. De kinderen van God zullen geborgen zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Is het met al deze dingen dus alleen maar zo en nooit anders kan zijn, hoe onbeduidend lijkt dan jullie bezorgdheid over het zuiver houden van een tot jullie gericht woord! De mens heeft hier slechts heel weinig van nodig, maar een heel klein mosterdzaadje; als hij dit in de levensaarde van zijn hart legt en het dan ijverig en daadwerkelijk verzorgt, zal er een boom uit groeien en onder de takken van deze boom zullen ook de vogels van de hemelen hun woning vinden.
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Jullie zien nu, dat de ware, edele en laten we zeggen verstandige naastenliefde voor dit aardse leven de betrouwbaarste maatstaf is om na te gaan, of en hoe zuiver het er in de ziel uitziet. Gebruik deze daarom vóór alles, dan zullen jullie hiervan spoedig de zegenrijkste vruchten oogsten voor de schuren van het eeuwige leven in het licht van Mijn geest binnen in jezelf! - Mathaël, hoe denk je nu over het zuiver houden van deze leer die Ik nu aan jullie heb gegeven? Is ze zo voor alle mensen tot aan het einde aller tijden zuiver te houden of niet?"
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Onze onwetendheid, waar wij geen schuld aan hebben, kunt U als liefdevolle God, Heer en Meester, ons toch niet ten laste leggen? En ook al zou Uw eeuwig onmetelijke wijsheid iets bij ons vinden waar wij zelf schuld aan hebben, maar waar we echt niets aan kunnen doen, dan is immers Uw nog grotere onmetelijke liefde toch ruim voldoende in staat, om het weg te nemen! Ik en al mijn belangrijkste metgezellen hebben nu eenmaal al onze hoop op U gevestigd en vertrouwen er vast op, dat U ons dit keer uit deze vreselijke verlegenheid zult helpen; wij beloven U dan met heelons hart, dat wij er te allen tijde zorg voor zullen dragen om Uw heilige woord voor altijd zo zuiver te houden als wij het nu met de grootste dankbaarheid in ons hart van U vernomen hebben!"
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ja, er zullen zich wel hier en daar grotere en kleinere gemeenschappen vormen die uw leer aannemen, begrijpen en ook een tijdlang zuiver zullen houden; maar al gauw zullen er ofwel, zoals wij hier een paar uur geleden hebben gezien, machtige wereldse booswichten op hen afkomen en hen bederven, of de gemeenschappen zullen nieuwe leraren en hoeders van deze nieuwe leer aanstellen, waaruit zich in de loop der tijd geheel dezelfde priesters zullen ontwikkelen als wij nu met duizenden tegelijk overal kunnen zien.
Hoofdstuk 203: Hirams voorstelling van de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik geef deze leer alleen voor Mijn ware kinderen op deze aarde, en voor hen geldt ook de ware verlossing van de eeuwige dood. Zij zullen deze leer steeds zuiver houden en zich nooit overgeven aan de macht van het wereldbedrog, maar rotsvast aan de eeuwige levenswaarheid vasthouden.
Hoofdstuk 151: De kenmerken van de antichrist - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] En Ik heb dit nu tegen jullie gezegd, opdat jullie je ziel zuiver zullen houden; want een onreine ziel is tenslotte net zo materieel als haar lichaam en kan daar niet over waken, aangezien ook de geest die zich in de ziel bevindt niet over haar kan waken als ze vast slaapt, omdat de ziel dan niets van zijn invloed kan en wil merken.'
Hoofdstuk 98: De waakzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zeg: 'Let op! Ik heb een hoofd, een lichaam en handen en voeten. Het hoofd, het lichaam, de handen en de voeten zijn gemaakt van vlees, en dit vlees is een zoon van de mensen, want wat vlees is ontstaat ook uit het vlees. Maar in deze Mensenzoon, die van vlees is, woont Gods wijsheid, en dat is de eniggeboren Zoon van God. Maar niet de eniggeboren Zoon van God, maar alleen de Mensenzoon zal net als de vroegere slang van Mozes in de woestijn verhoogd worden, en daaraan zullen velen zich ergeren. Zij, die zich niet zullen ergeren, maar aan Zijn naam geloven en zich daaraan zullen houden, die zullen de macht krijgen om Kinderen Gods te heten, en aan hun leven en hun Rijk zal voor eeuwig geen eind zijn.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als de Heer ons nu iets zuiver geestelijks vertelt, terwijl wij toch met z'n allen in het starre keurslijf van de natuurlijke orde zitten, dan kan Hij dat alleen maar doen door middel van de overeenkomstige beelden in gelijkenissen. Om deze echter goed te kunnen begrijpen, moeten wij proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Nu dan - goed, er blijven er twee bij je en ze zullen zichtbaar in jouw huis aanwezig zijn zolang ze het naar hun zin hebben! Mijn vriend Jonaël zal je naderhand zo precies mogelijk Mijn leer uitleggen. Zolang jij en je gehele huis zich daaraan zullen houden, zullen ze bij je blijven en je in alles dienen, en je huis voor ieder ongemak beschermen; als je daar echter van afwijkt, dan zullen ze jou en jouw huis verlaten.'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] De sterke zal het recht opeisen om degenen te straffen die zich niet aan zijn wetten houden; de slachtoffers zullen daarentegen op wraak zinnen en proberen de sterke te vernietigen. Dan vraag Ik: Wat voor goeds komt hier uiteindelijk uit voort?!
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De satan kan door macht en geweld van boven wel een tijdlang vastgehouden worden, maar als de Heer Zijn macht terugtrekt en de satan de boeien afneemt vanwege de hoogmoedige mensen, die ondanks alles van mening zijn, dat ze door eigen macht en wijsheid, bestaande uit een onverbiddelijke tirannieke hardheid, hun gewenste orde in stand kunnen houden, dan is het met de macht van degenen, die dachten dat ze macht hadden, ineens afgelopen! Want de door zo'n verkeerde behandeling in pure duivels veranderde mensen zullen zich als een gezwollen rivier over hen heen storten en hen vernietigen, alsof ze er nooit geweest waren!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De overste zegt: 'Als die kerels nog tien jaar zo doorgaan, dan zullen er in Judéa niet veel mensen in leven blijven. Het is maar goed dat er in hun hoge raad een gematigd persoon zit, anders was er niet lang nadat U zo dapper de tempel gereinigd heeft van het gespuis, een kolossale herrie ontstaan! Maar een echt rechtschapen man, Nicodémus genaamd, is het gelukt om deze kerels, waarvan er nu al bijna net zoveel zijn als er gras is op de aarde, in toom te houden. Het was bijna om je dood te lachen, hoe buitengewoon slim hij het voor elkaar kreeg hen te doen geloven, dat deze tempelreiniging met opzet door God werd toegelaten om Zijn dienaren daardoor veel geld te verschaffen, ten nadele van de verkopers, wisselaars en duivenverkopers, die behalve hun kleine plaatshuur nooit een offer in de tempelkas deden terwijl ze toch het meeste geld van heel Jeruzalem bezaten! De meesten waren het daar mee eens, en sommigen zeiden zelfs: 'Nu, laat die op het volgende feest maar weer komen met zijn toverkracht; we kunnen hem gebruiken!' Maar degenen, die zelf in de tempel als bijverdienste ook via vertrouwde agenten wisselhandel bedreven hadden, waren het natuurlijk met deze wens helemaal niet eens. Maar desalniettemin sta ik er toch voor in, dat U wegens een eventuele tempelreiniging bij een volgend feest door het gespuis geen haar gekrenkt zal worden; want U heeft hen de laatste keer aan een aanzienlijke som gelds geholpen. Wanneer U daarom bij een zelfde gelegenheid weer eens naar Jeruzalem zoudt gaan, sluip dan maar heel in het geheim naar binnen, anders zult U de tempel van zelf al gereinigd vinden; want deze kooplui, wisselaars en veehandelaren hebben naar alle richtingen spionnen uitgestuurd, die al Uw doen en laten in de gaten moeten houden, net zoals de ons bekende ontzettend slechte tempeldienaars dat doen. Degenen, die ik onderweg gevangen liet nemen, waren voornamelijk dat slag kerels en ik geloof niet dat er ook maar twee eerlijke bij waren!
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...