De plaats van ware gelukzaligheid... in het hart van de mens. De weg naar de hemel is drie spannen lang.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 128 / 153 »»
[1] Ik zeg: 'Ja, zo is het! Slechts op het smalle pad en het kleine plekje is voor ieder mens het ware geluk en de ware zaligheid te bereiken. Wie deze zoekt op brede wegen en van mening is dat de zaligheid alleen te vinden is op grote pleinen vol pracht en praal, die vindt haar nooit. Alleen de hoogmoed bouwt brede wegen van verderf en legt grote pleinen aan, maar deze bepalen materieel, noch geestelijk het geluk van de mensen.
[2] Jullie hebben op aarde vaak gezien hoe de groten zich vetmesten ten koste van de kleinen en armen. Wie werd echter ooit gelukkig door goud, zilver of edelstenen? Ik zeg jullie: niemand! Roem- en hebzucht zijn niet te verzadigen, en streven er dag en nacht naar, nog meer praal, roem en rijkdom te verwerven. Wie ontevreden is, is ook niet gelukkig en kan het ook nooit worden. Een grote en brede plaats heeft veel nodig eer ze vol wordt en zelfs dan voldoet ze niet meer aan de eisen van de eigenaar. Deze streeft nu naar uitbreiding en aanvulling van de plaats en zo brengt het ene kwaad het andere voort. Het is niet mogelijk dat zulke mensen ooit het punt kunnen bereiken waarop ze een waarachtig en blijvend geluk vinden.
[3] Waaruit bestaat dan eigenlijk het grootste ongeluk van alle hellegeesten? Het is het streven naar het oneindige! Maar de oneindigheid heeft geen achterwand en geen grenzen. Daarom is het gemakkelijk te begrijpen dat een van de hel vervulde geest onmogelijk tot gelukzaligheid kan komen. Wie de zaligheid zoekt in het oneindige, kan haar onmogelijk ooit vinden. Hoe verder hij erin doordringt, des te eindelozer wordt de kloof die hij voor zich ziet en hij zal er eeuwig niet overheen komen.
[4] Mijn rijk is daarom in het kleine hart van ieder mens gelegd. Wie er in wil komen, moet dus zijn eigen hart binnengaan en daar een rustplaatsje inrichten, dat deemoed, liefde en tevredenheid heet. Heeft hij dat in orde gebracht, dan is zijn geluk ook voor eeuwig bepaald. Hij zal dan spoedig veel meer vinden dan hij ooit had verwacht, want een klein huisje is zeker gemakkelijker met al het benodigde in te richten dan een groot paleis, dat er nog steeds leeg uitziet, ook al is het al met duizenden voorwerpen ingericht.
[5] Daarom moeten jullie geen al te grote ideeën hebben over Mijn hemelen, maar heel beperkte en kleine voorstellingen, dan zullen jullie daarin de ware gelukzaligheid vinden. Een hart vol liefde voor Mij en voor de broeders en zusters, evenals een gemoed vol echte werklust zal voor ieder van jullie de ware, eeuwige zaligheid tot stand brengen.
[6] Zo moeten jullie je ook Mijn hemelen niet ergens heel ver weg voorstellen, maar heel dichtbij. De hele weg is hoogstens drie spannen lang: de afstand van het hoofd tot in het centrum van het hart! Hebben jullie deze kleine afstand afgelegd, dan zijn jullie er reeds in. Denken jullie vooral niet dat we misschien een vlucht tot boven alle sterren zullen maken, we dalen slechts af in ons hart. Daar zullen we onze hemelen en het ware eeuwige leven vinden!'
«« 128 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.